NL9401475A - Waterdicht armatuur voor TL-buizen. - Google Patents

Description

WATERDICHT ARMATUUR VOOR TL-BUIUN

De uitvinding heeft betrekking op een armatuur voor tenminste een langwerpig lichtgevend element, bijvoorbeeld een TL-buis, omvattende een cilindervormige, transparante omhulling, middelen voor het in de omhulling fixeren van het langwerpige lichtgevende element, middelen voor het toevoeren van elektrische energie aan het tenminste ene lichtgevende element, en afsluitmiddelen voor het vocht-dicht afsluiten van de einden van de omhulling.

Een dergelijk armatuur is bekend uit het Belgische octrooischrift nummer 890622.

Dit tot de stand van de techniek behorende armatuur biedt een goede bescherming tegen vocht, hetgeen wil zeggen dat vocht het armatuur niet binnendringt en de werking van de in het armatuur aanwezige onderdelen niet nadelig beïnvloedt. Bij dit bekende armatuur bestaat het gevaar dat gebruikers bij het defect raken van één van de in het armatuur aanwezige onderdelen, bijvoorbeeld een TL-buis of een starter, pogen het armatuur te openen. In het algemeen lukt dit wel. Vervolgens is het weliswaar mogelijk de in het armatuur aanwezige defecte onderdelen te vervangen, en op de juiste wijze in het armatuur onder te brengen. Daarna is het voor de gebruiker echter onmogelijk het armatuur weer waterdicht af te sluiten. Wanneer vervolgens het - niet water- of vochtdicht afgesloten -armatuur in een vochtige ruimte wordt gebruikt, zal binnen de kortste tijd vocht tot in het armatuur dringen en schade aanbrengen aan de in het armatuur aanwezige onderdelen. Deze schade is dan in het algemeen zodanig, dat alle in het armatuur aanwezige onderdelen als verloren moeten worden beschouwd. Hierbij zij opgemerkt dat dergelijke armaturen bijvoorbeeld veelal worden toegepast bij kwekerijen, veehouderijen of champignonkwekerijen, waarin de atmosfeer veelal niet alleen vochtig is, doch eveneens chemisch agressief. Dit verergert de hierboven genoemde nadelen.

Een ander nadeel van deze, tot de stand van de techniek behorende armaturen is dat de aldus vervangen, defecte onderdelen veelal op een niet milieubewuste wijze worden afgevoerd.

Het doel van de onderhavige uitvinding is het verschaffen van een dergelijk armatuur, waarbij bovengenoemde nadelen worden vermeden.

Dit doel wordt bereikt, doordat de afsluitmiddelen zijn ingericht voor het permanent afsluiten van de omhulling.

Door deze maatregel wordt het voor de gebruiker onmogelijk toegang te verkrijgen tot het inwendige van het armatuur. Hem rest slechts de keuze een armatuur, waarvan een van de onderdelen defect is geraakt, weg te gooien of in te ruilen bij de leverancier. De leverancier kan beschikken over zodanige apparatuur, dat deze de afdichting kan verwijderen zonder het armatuur te beschadigen, de reparatie uit kan voeren, en vervolgens een nieuwe waterdichte afdichting aan kan brengen. Hiermee wordt het probleem van een dilletantisch afgesloten armatuur, waarin water of andere agressieve stoffen kunnen dringen, vermeden. Door defect geraakte armaturen als deel van de betaling van de aanschaf van een nieuw armatuur te rekenen, wordt het teruggeven van defecte armaturen bevorderd, hetgeen uiteraard gunstige uitwerkingen heeft op het milieu. TL-buizen omvatten immers voor het milieu schadelijke stoffen. De fabrikant heeft de mogelijkheid deze op verantwoorde wijze af te voeren.

Vervolgens zal de onderhavige uitvinding worden toegelicht aan de hand van bijgaande tekeningen, waarin voorstellen: figuur 1: een gedeeltelijk weggebroken, perspectivisch aanzicht van een eerste uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding; en figuur 2: een gedeeltelijk weggebroken, perspectivisch aanzicht van een tweede uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding.

Het in figuur 1 getoonde armatuur 1 omvat een van transparant materiaal, bijvoorbeeld van glas of van een transparante stevige leunststof vervaardigde buis 2, waarin twee lamphouderschijven 3,4 zijn aangebracht. In de lamp-houderschijf 3 zijn twee geleidende aansluitbussen 5,6 aangebracht die geschikt zijn voor het opnemen van de aansluitpennen 7,8 van een TL-buis 9. Evenzo zijn de aan de andere zijde van de TL-buis aangebrachte aansluitpennen 10,11 gestoken in overeenkomstige, niet in de tekening weergegeven geleidende bussen die in de lamphouderschijf 4 zijn aangebracht.

Aan de rechterzijde van de lamphouderschijf 4 is een elektronisch voorschakelapparaat 12 aangebracht. In plaats van een elektronisch voorschakelapparaat is het evenzeer mogelijk gebruik te maken van een klassiek voorschakelapparaat dat een starter en een ballast, bijvoorbeeld een inductieve ballast, omvat.

Het voorschakelapparaat is door middel van twee draden 13,14 verbonden met de aansluitbussen 5,6, en door middel van twee draden 15,16 verbonden met de aan de andere zijde van de TL-buis aangebrachte, niet in de tekening weergegeven aansluitbussen. Er moet zorg voor worden gedragen dat de naar de andere zijde van de TL-buis zich uitstrekkende draden zoveel mogelijk recht zijn om de lichtuitstraling van het armatuur zo min mogelijk te hinderen.

Aan de linkerzijde wordt de glazen buis 2 afgesloten door een dopvormig element 17 dat bijvoorbeeld van kunststof is vervaardigd en dat aan zijn bodem van een laag 18 van samendrukbaar afsluitend materiaal, bijvoorbeeld een plastisol is voorzien. Aldus wordt aan de desbetreffende zijde een goede, waterdichte afsluiting van de TL-buis verkregen, welke door middel van het toepassen van bijvoorbeeld lijm zodanig permanent is, dat deze niet meer kan worden geopend.

Het is echter eveneens mogelijk gebruik te maken van een één geheel met de buis 2 vormende afsluiting. Dan doen zich aan de desbetreffende zijde van de buis geen enkel afdichtingsproblemen voor.

Aan de rechterzijde is in de buis 2 een wand 19 aangebracht die voorzien is van een aansluitelement 20 dat voorzien is van zich door de wand uitstrekkende pennen 21,22. Aan de buitenzijde van de wand is een laag 23 van afdichtend materiaal, bijvoorbeeld een siliconen bevatten-de massa, aangebracht. Om eventueel bij de montage en het afsluiten in de buis aanwezige vocht te absorberen is een hoeveelheid van vochtabsorberend materiaal, bijvoorbeeld silicagel, in de buis aangebracht, bijvoorbeeld in een, niet in de tekening weergegeven, zakje. Bij het assembleren van een dergelijk armatuur worden de tot nu toe beschreven elementen in de buis aangebracht en gefixeerd, waarna met de buis in vertikale positie de aanvankelijk plastische, doch uithardende massa, bijvoorbeeld siliconen bevattende massa, op de wand 19 wordt gegoten.

Vervolgens wordt op de pennen 21,22 een kroonsteentje 24 gemonteerd. Daarna wordt een plaat 25 aangebracht die van een vierkante uitsparing voor het kroonsteentje is voorzien. Tenslotte wordt in de aan de desbetreffende zijde aangebrachte dop 26 een wartel 27 aangebracht, het geheel over een aansluitkabel 28 heen geschoven, de aan-sluitkabel 28 gestript en de gestripte aansluitkabel aangesloten op het kroonsteentje 24. Nadien wordt de dop 26 over de buis 2 geschoven, waarbij een aan de binnenzijde van de dop 26 aangebrachte plastisollaag 29 wordt samengedrukt, en aldus een extra afdichting wordt verschaft.

Zoals in de aanhef gesteld is, is de aldus verkregen armatuur voor een leek niet te openen zonder het armatuur ernstig te beschadigen. Wanneer echter een gespecialiseerd machinepark ter beschikking staat, bijvoorbeeld een hydraulische pers, waarmee, na het afnemen van de doppen, vanaf één zijde het inwendige van de buis naar buiten kan worden geperst, is het mogelijk de vochtdichte afdichting te verbreken, een reparatie uit te voeren en de herstelde onderdelen weer terug aan te brengen in de buis, en opnieuw de buis waterdicht te verzegelen.

Verder wordt voor het bevestigen van de buis tegen wanden en plafonds van ruimten, waarin de buis moet worden aangebracht, gebruik gemaakt van beugels 36, die door middel van sluitelementen 35 de daarin aangebrachte buis opsluiten. De desbetreffende onderdelen vormen echter geen onderdeel van de onderhavige uitvinding, aangezien zij reeds tot de stand van de techniek behoren.

Volgens een tweede uitvoeringsvorm zijn in de buis twee TL-buizen aangebracht, en vel achter elkaar. Hierbij zij opgemerkt dat het in de stand van de techniek uiteraard algemeen bekend is TL-buizen naast elkaar toe te passen. Deze uitvoeringsvorm onderscheidt zich dus van de stand van de techniek door het feit dat de TL-buizen achter elkaar geplaatst zijn in hetzelfde armatuur, terwijl hetzelfde armatuur vochtdicht is afgesloten. Qua constructie komt deze tweede, in figuur 2 afgeheelde uitvoeringsvorm dan ook geheel overeen met de in figuur 1 afgebeelde uitvoeringsvorm, met dien verstande dat in plaats van twee lamphouderschijven 3,4 er vier lamphouder-schijven 3,4,30,31 zijn aangebracht, waarin uiteraard behalve de eerste TL-buis 9 een tweede TL-buis 32 is aangebracht. Verder is behalve het eerste voorschakelappa-raat 12 een tweede voorschakelapparaat 33 aangebracht, waarbij de tweede TL-buis 32 gevoed wordt door het tweede voorschakelapparaat 33 dat door middel van een dradenbundel 34 met de TL-buis is verbonden.

Uiteraard is het mogelijk gebruik te maken van een enkel voorschakelapparaat dat geschikt is voor het voeden van twee TL-buizen.

Vanzelfsprekend is het armatuur geschikt voor dimbare TL-buizen, wanneer daarvoor geschikte voorschakelapparaten wordt gebruikt.

Aldus wordt een TL-armatuur verkregen dat voldoet aan de lP67-norm.

Het zal duidelijk zijn dat diverse veranderingen in de hierboven beschreven uitvoeringsvormen kunnen worden aangebracht zonder van de uitvinding af te wijken.

Claims (7)

1. Armatuur voor tenminste een langwerpig lichtgevend element, bijvoorbeeld een TL-buis, omvattende een cilindervormige, transparante omhulling, middelen voor het in de omhulling fixeren van het langwerpige lichtgevende element, middelen voor het toevoeren van elektrische energie aan het tenminste ene lichtgevende element, en af sluitmiddelen voor het vochtdicht afsluiten van de einden van de omhulling, met het kenmerk, dat de afsluitmiddelen zijn ingericht voor het permanent afsluiten van de omhulling.

2. Armatuur volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de afsluitmiddelen gevormd worden door een laag afdichtend aanvankelijk plastisch verhard materiaal, aan de buitenzijde waarvan een het afdichtende materiaal hoofdzakelijk bedekkende plaat is aangebracht.

3. Armatuur volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat het aanvankelijk plastische verharde materiaal siliconen omvat.

4. Armatuur volgens conclusie 2 of 3, met het kenmerk, dat de plaat van een opening voor doorvoer van een aansluitelement is voorzien.

5. Armatuur volgens een van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat de middelen voor het toevoeren van elektrische energie een voorschakelapparaat omvatten dat in het huis is aangebracht.

6. Armatuur volgens een van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat de middelen voor het toevoeren van elektriciteit een voorschakelapparaat omvatten dat tenminste gedeeltelijk in het huis is aangebracht.

7. Armatuur volgens een van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat het armatuur geschikt is voor het bevatten van ten minste twee TL-buizen.