NL9400395A - Composteringswerkwijze en de verkregen compost. - Google Patents

Description

COMPOSTERINGSWERKWIJZE EN DE VERKREGEN COMPOST

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een composteringswerkwijze, meer in het bijzonder op een composteringswerkwijze waarbij mest en berm- en/of slootafval als mengsel worden gecomposteerd, en op de bij een dergelijke compostering verkregen compost.

Op dit moment bestaat er een mestoverschot, hetgeen problemen oplevert voor wat betreft het milieu, het agrarisch bedrijf en dergèlijke.

Verder bestaat er in toenemende mate een overschot aan berm- en slootafval dat ontstaat door het maaien van bermen en het schonen van sloten. Dit afval kan slechts tegen toenemende kosten worden gestort terwijl het ontoelaatbaar is geworden dergelijk afval over het land uit te strooien.

De onderhavige uitvinding beoogt voor het overschot aan mest en het berm- en slootafval een gecombineerde toepassing te verschaffen waardoor de hiervoor bedoelde problemen in sterke mate worden verminderd zo niet volledig opgeheven.

Dit wordt overeenkomstig de uitvinding bereikt met een composteringswerkwijze die omvat: i) het ontwateren van mest; ii) het mengen van de ontwaterde mest met berm- en/of slootafval; en iii) het aëroob composteren van het mengsel tot compost.

Door het mengen van de ontwaterde mest en berm- en/of slootafval ontstaat uiteindelijk door aërobe compostering een compost die van zodanige aard is, dat hij kan worden toegepast op landbouwgronden waardoor het op dit moment sterk verlaagde humusgehalte door besproeiing met drijfmest weer op peil kan worden gebracht. Verder bevat de compost een zodanig laag gehalte fosfaat, dat tot bijvoorbeeld 50 ton compost per hectare kan worden toegepast terwijl blijft worden voldaan aan de gestelde maximale fosfaatgift.

Bovendien zullen tijdens de aërobe compostering in het berm- en slootafval aanwezige onkruidzaden worden gedood, waardoor het gebruik van herbiciden op landbouwgronden in sterke mate bijvoorbeeld tot meer dan 50% kan worden teruggebracht.

Tenslotte is de verkregen compost van een lage dichtheid zodat afvoer naar andere gebieden ten opzichte van de afvoer van water bevattende mest economisch zeer rendabel is.

Indien bij voorkeur het ontwateren van de mest omvat de stappen: ia) filtreren van de mest; en ib) het onderwerpen van het filtraat aan microfiltratie en/of omgekeerde osmose, kan zoveel mogelijk alle vaste stof uit de mest worden toegepast bij de compostvorming.

Indien verder bij voorkeur tijdens het composteren gevormde vloeistof wordt onderworpen aan microfiltratie en/of omgekeerde osmose, ontstaat een zeer voordelige composteringswerkwijze, doordat de uit de werkwijze vrijgekomen vloeistof van die samenstelling is dat hij in principe kan worden geloosd in het riool of zelfs in het milieu.

Indien verder bij voorkeur tijdens de microfiltratie en/of omgekeerde osmose gevormde vaste stof wordt onderworpen aan de aërobe compostering, ontstaat een composteringswerkwijze met als af te voeren produkten het waardevolle compost en loosbaar water.

Teneinde de compostering verder te bevorderen heeft het voorkeur dat de ontwaterde mest wordt geënt met micro-organismen die de compostering bevorderen. Alsdan is het mogelijk om binnen een tijdsbestek van 4-10 weken, bij voorkeur 6-8 weken, een uitstekende compost te vormen.

Hierbij heeft het verder voorkeur dat de compostering plaatsvindt bij temperaturen tussen 35 en 65°C en regelmatige luchting (één keer per week) plaatsvindt.

De relatieve hoeveelheden van de ontwaterde mest en het berm- en slootafval zijn afhankelijk van de mate waarin de mest is ontwaterd en van het type afval. In het algemeen kunnen zij worden gemengd in een verhouding gelegen tussen de 0.5 : 1. Meer bij voorkeur in een verhouding 1 : 1. In de praktijk is gebleken dat een zeer voordelige mengverhouding mest : afval = 1 : 0,5.

Tenslotte heeft de onderhavige uitvinding betrekking op de compost die is verkregen met een composteringswerkwij ze, waarin zijn gecomposteerd ontwaterde mest en berm- en/of slootafval.

Genoemde en andere kenmerken van de werkwijze overeenkomstig de uitvinding zullen hierna verder verduidelijkt worden aan de hand van de enkele tekening.

Figuur 1 toont schematisch als stroomdiagram een werkwijze voor de compostering overeenkomstig de uitvinding en de daarbij te gebruiken inrichting.

Figuur 1 toont een inrichting 1 voor het uitvoeren van de composteringswerkwijze overeenkomstig de uitvinding. De inrichting 1 omvat een mesttank 2, waarin mest, bijvoorbeeld koeiemest, wordt opgeslagen. Vanuit de mesttank 2 wordt de mest toegevoerd aan een vloeistof/vast-scheider 3. Deze scheider 3 kan de vorm hebben van een filterbandpers, een wormpers en dergelijke. Belangrijk is dat de gevormde ontwaterde mest 4 een droge stofgehalte van circa 50-80%, zoals 60-70% heeft. De resterende vloeistof of gier, wordt opgeslagen in een tank 5.

De inrichting 1 omvat verder een opslag 6 voor berm- en slootafval dat in rollen 7 is aangevoerd en gestapeld op een plateau 8.

De ontwaterde mest 4 en het afval 7 worden gemengd in een verhouding 1 : 5 en daarbij gebracht in een hal 9 op een doorlaatbare vloer 10, in de vorm van rillen 11 met een lengte van bijvoorbeeld 50 meter, een breedte van 3 meter en een hoogte van 2 meter.

Het materiaal in de ril 11 wordt gehakseld en daarbij belucht. Teneinde geuroverlast te vermijden wordt over de ril een plastic doek 12 gelegd.

Afhankelijk van het jaargetijde wordt na bijvoorbeeld één week het doek 12 verwijderd en opnieuw belucht door hakselen waarbij het doek 12 op- en afgerold wordt.

Het tijdens het composteren gevormde water wordt via een leiding 13 afgevoerd naar een scheidingszeef 14 en aldaar gezeefd met de uit de tank 5 afkomstige dunne mest. Het retentaat wordt via de leiding 15 toegevoerd naar de composteringshal teneinde aldaar naar menging met afval 7 te worden gecomposteerd.

Het filtraat wordt via de leiding 16 toegevoerd naar een op zich bekende microfiltratie-eenheid 17 die bestaat uit een aantal microfiltratie-eenheden.

Een geconcentreerde vaste stof bevattende fractie wordt via de leiding 18 teruggevoerd naar de composteringshal 9 en toegevoerd aan de rillen na wegneming van het doek 12. In principe is het mogelijk dat het filtraat vanuit de leiding 16 via een klep 19 en de leiding 20 eveneens wordt toegevoerd aan de composteringshal 9 afhankelijk van de te gebruiken composteringscondities.

De vloeibare fractie uit de microfiltratie-eenheid 17 wordt via een leiding 21 en een pomp 22 toegevoerd aan een op zich bekende omgekeerde osmose-eenheid die bestaat uit een aantal units. Tijdens de omgekeerde osmose ontstaat water 24 dat in principe kan worden geloosd in het milieu dan wel op het riool. Een vaste stof bevattende fractie wordt via een leiding 25 afgevoerd en komt via de leiding 18 eveneens naar de composteringshal 9.

Met de werkwijze volgens de uitvinding is het mogelijk 12.000 ton vloeibare, dierlijke mest en 12.000 ton berm- en slootafval te verwerken waarbij circa 10.000-12.000 ton compost wordt gevormd, terwijl het na microfiltratie en omgekeerde osmose gevormde water kan worden geloosd op de riolering dan wel op het oppervlaktewater.

De compost bevat een zeer acceptabel fosfaatgehalte, waarbij 50 ton compost per hectare kan worden gebracht op landbouwgrond bij een toepassingsnorm van 100 kilo fosfaat per hectare.

Tenslotte wordt opgemerkt dat aan de ontwaterde mest 4 micro-organismen 26 kunnen worden toegevoerd, zoals actief slib en bacterie-culturen.

Claims (7)

1. Composteringswerkwijze, omvattende: i) het ontwateren van mest; ii) het mengen van de ontwaterde mest met berm- en/of slootafval; en iii) het aëroob composteren van het mengsel tot compost.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, waarin het ontwateren van de mest omvat de volgende stappen: ia) filtreren van de mest; en ib) het onderwerpen van het filtraat aan microfiltratie en/of omgekeerde osmose.

3. Werkwijze volgens conclusie 2, waarin tijdens het composteren gevormde vloeistof wordt onderworpen aan microfiltratie en/of omgekeerde osmose.

4. Werkwijze volgens conclusie 2 of 3, waarin tijdens de microfiltratie en/of omgekeerde osmose gevormde vaste stof wordt onderworpen aan de aërobe compostering.

5. Werkwijze volgens conclusie 1-4, waarin de ontwaterde mest wordt geënt met micro-organismen die de compostering bevorderen.

6. Werkwijze volgens conclusie 1-5, waarin mest en berm- en/of slootafval worden gemengd in een verhouding 0.5 : 1, bij voorkeur 1:1, meer bij voorkeur 1 : 0,5.

7. Compost verkregen door compostering van ontwaterde mest en berm- en/of slootafval.