NL9320025A - Met een trekker bediend pompmechanisme voor een afgiftespuit. - Google Patents

Met een trekker bediend pompmechanisme voor een afgiftespuit. Download PDF

Info

Publication number
NL9320025A
NL9320025A NL9320025A NL9320025A NL9320025A NL 9320025 A NL9320025 A NL 9320025A NL 9320025 A NL9320025 A NL 9320025A NL 9320025 A NL9320025 A NL 9320025A NL 9320025 A NL9320025 A NL 9320025A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
piston
inlet
wall
cylinder
opening
Prior art date
Application number
NL9320025A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Afa Products
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Priority claimed from US07/840,759 external-priority patent/US5297701A/en
Priority claimed from US07/840,761 external-priority patent/US5332128A/en
Application filed by Afa Products filed Critical Afa Products
Publication of NL9320025A publication Critical patent/NL9320025A/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B05SPRAYING OR ATOMISING IN GENERAL; APPLYING FLUENT MATERIALS TO SURFACES, IN GENERAL
    • B05BSPRAYING APPARATUS; ATOMISING APPARATUS; NOZZLES
    • B05B11/00Single-unit hand-held apparatus in which flow of contents is produced by the muscular force of the operator at the moment of use
    • B05B11/0005Components or details
    • B05B11/0027Means for neutralising the actuation of the sprayer ; Means for preventing access to the sprayer actuation means
    • B05B11/0029Valves not actuated by pressure
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B05SPRAYING OR ATOMISING IN GENERAL; APPLYING FLUENT MATERIALS TO SURFACES, IN GENERAL
    • B05BSPRAYING APPARATUS; ATOMISING APPARATUS; NOZZLES
    • B05B11/00Single-unit hand-held apparatus in which flow of contents is produced by the muscular force of the operator at the moment of use
    • B05B11/01Single-unit hand-held apparatus in which flow of contents is produced by the muscular force of the operator at the moment of use characterised by the means producing the flow
    • B05B11/10Pump arrangements for transferring the contents from the container to a pump chamber by a sucking effect and forcing the contents out through the dispensing nozzle
    • B05B11/1001Piston pumps
    • B05B11/1009Piston pumps actuated by a lever
    • B05B11/1011Piston pumps actuated by a lever without substantial movement of the nozzle in the direction of the pressure stroke
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B05SPRAYING OR ATOMISING IN GENERAL; APPLYING FLUENT MATERIALS TO SURFACES, IN GENERAL
    • B05BSPRAYING APPARATUS; ATOMISING APPARATUS; NOZZLES
    • B05B11/00Single-unit hand-held apparatus in which flow of contents is produced by the muscular force of the operator at the moment of use
    • B05B11/01Single-unit hand-held apparatus in which flow of contents is produced by the muscular force of the operator at the moment of use characterised by the means producing the flow
    • B05B11/10Pump arrangements for transferring the contents from the container to a pump chamber by a sucking effect and forcing the contents out through the dispensing nozzle
    • B05B11/1042Components or details
    • B05B11/1043Sealing or attachment arrangements between pump and container
    • B05B11/1045Sealing or attachment arrangements between pump and container the pump being preassembled as an independent unit before being mounted on the container
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B05SPRAYING OR ATOMISING IN GENERAL; APPLYING FLUENT MATERIALS TO SURFACES, IN GENERAL
    • B05BSPRAYING APPARATUS; ATOMISING APPARATUS; NOZZLES
    • B05B11/00Single-unit hand-held apparatus in which flow of contents is produced by the muscular force of the operator at the moment of use
    • B05B11/01Single-unit hand-held apparatus in which flow of contents is produced by the muscular force of the operator at the moment of use characterised by the means producing the flow
    • B05B11/10Pump arrangements for transferring the contents from the container to a pump chamber by a sucking effect and forcing the contents out through the dispensing nozzle
    • B05B11/1042Components or details
    • B05B11/1061Pump priming means
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B05SPRAYING OR ATOMISING IN GENERAL; APPLYING FLUENT MATERIALS TO SURFACES, IN GENERAL
    • B05BSPRAYING APPARATUS; ATOMISING APPARATUS; NOZZLES
    • B05B11/00Single-unit hand-held apparatus in which flow of contents is produced by the muscular force of the operator at the moment of use
    • B05B11/01Single-unit hand-held apparatus in which flow of contents is produced by the muscular force of the operator at the moment of use characterised by the means producing the flow
    • B05B11/10Pump arrangements for transferring the contents from the container to a pump chamber by a sucking effect and forcing the contents out through the dispensing nozzle
    • B05B11/1042Components or details
    • B05B11/1073Springs
    • B05B11/1074Springs located outside pump chambers
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B05SPRAYING OR ATOMISING IN GENERAL; APPLYING FLUENT MATERIALS TO SURFACES, IN GENERAL
    • B05BSPRAYING APPARATUS; ATOMISING APPARATUS; NOZZLES
    • B05B11/00Single-unit hand-held apparatus in which flow of contents is produced by the muscular force of the operator at the moment of use
    • B05B11/01Single-unit hand-held apparatus in which flow of contents is produced by the muscular force of the operator at the moment of use characterised by the means producing the flow
    • B05B11/10Pump arrangements for transferring the contents from the container to a pump chamber by a sucking effect and forcing the contents out through the dispensing nozzle
    • B05B11/1042Components or details
    • B05B11/1073Springs
    • B05B11/1077Springs characterised by a particular shape or material
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B05SPRAYING OR ATOMISING IN GENERAL; APPLYING FLUENT MATERIALS TO SURFACES, IN GENERAL
    • B05BSPRAYING APPARATUS; ATOMISING APPARATUS; NOZZLES
    • B05B15/00Details of spraying plant or spraying apparatus not otherwise provided for; Accessories
    • B05B15/60Arrangements for mounting, supporting or holding spraying apparatus
    • B05B15/68Arrangements for adjusting the position of spray heads

Landscapes

  • Containers And Packaging Bodies Having A Special Means To Remove Contents (AREA)
  • Closures For Containers (AREA)
  • Infusion, Injection, And Reservoir Apparatuses (AREA)

Description

Korte aanduiding: Met een trekker bediend ponpmechanisme voor een afgiftespuit.
De uitvinding heeft betrekking qp een net een trekker bediende afgifte-inrichting, bestemd voor plaatsing (¾) de hals van een voorraad-hcuder. Hoewel dergelijke inrichtingen, békend als "trekker-spuit", opnieuw kunnen worden gébruikt, worden zij veelal na gébruik weggeworpen.
De met een trekker bediende spuit bevat een lichaam en een pctip-mechanisme met een beweegbaar op dit lichaam gemonteerde trekker, een beweegbaar met de trekker gekoppelde zuiger en een in het lichaam aanwezige cilinder, die samen met de daarin qpgenamen zuiger een pcmpkamer begrenst. De cilinder eindigt in een vaste achterwand in het lichaam, zodat de ruimte tussen deze achterwand en het binnen liggende einde van de beweegbare zuiger een pampkamer van variabel volume vormt. De cilinder heeft een inlaatklep en een uitlaatklep, die in de achterwand zijn qpgenamen.
Het volume van de pompkamer aan het einde van een uitlaatslag van de zuiger is zo klein mogelijk gemaakt, door de inlaat- en uitlaatkleppen uit te voeren als buigzame (kunststof) tongen.
Voorbeelden van eerder voorgestelde "trékker-spuiten" met tong-vormige kleppen, van welke spuiten sommige van het type zonder zuiger zijn, zijn geopenbaard in de volgende Amerikaanse octrooischriften: 4.819.835 4.225.061 4.618.077 4.201.317 4.241.852 4.155.487 4.235.353 3.973.700
De uitvinding heeft betrekking qp een pcmpnechanisme voor een met een trekker bediende afgifte-inrichting, bijvoorbeeld een "trekkerspuit", voor het panpen van medium vanuit een voorraadreservoir naar een uitlaat-einde van de afgifte-inrichting. Het pcmpmechanisme bevat een kamer binnen het lichaam van de spuit, alsmede een zuiger en twee in de binnen gelegen achterwand van de kamer qpgenamen tongkleppen. De tongkleppen zijn normaal gesloten en worden door druk bestuurd cm een snel vullen en ledigen van de verzamelkamer te bewerkstelligen.
Gedurende de inlaatslag doet een vacuüm binnen de verzamelkamer een inlaat-tongklep openen waardoor medium vanuit de houder via een inlaat-qpening in de verzamelkamer wordt gezogen. Gedurende de uitlaatslag sluit de druk binnen de verzamelkamer de inlaat-tongklep, terwijl deze druk een van de genoemde achterwand deel uitmakende, als tongklep uitgevoerde uitlaatklep doet openen, waardoor medium via een uitlaatcpening en een uitlaatkanaal naar de omgevende atmosfeer wordt uitgedreven.
De uitvinding wordt hieronder aan de hand van de tekening met een uitvoeringsvoorbeeld nader toegelicht.
Fig. 1 is een aanzicht in perspectief van een met een trekker bediende afgiftespuit volgens de uitvinding? fig. 2 is een geëxplodeerd aanzicht in perspectief van de afgiftespuit volgens fig. 1 en toont een grendelring cp het moment, voordat deze van een cilindrisch voetstuk van het spuitlichaam wordt losgemakt; fig. 3 is een vertikale doorsnede door de afgiftespuit in zijn ruststand, waarbij een veer tussen een trekker en het spuitlichaam de trekker en een eraan gekoppelde zuiger in de meest buitenste positie drukt en fig. 4 is een vertikale doorsnede als die volgens fig. 3, doch met de trekker geheel ingedrukt.
De in fig. 1 in perspectief weergegeven, met een trekker bediende afgiftespuit 10 is geheel uit kunststof gevormd en is aangebracht op een fles 12. Een meer gedetailleerd, geëxplodeerd aanzicht in perspectief van deze afgiftespuit toont fig. 2.
De spuit 10 heeft een lichaam 14 met aan het afgifte-eind 18 daarvan een neusdeel met een bus 16, een tegen fraude beschermend mondstuk-wegtrekstuk 20 en een zich vanaf het bovendeel 22 van het lichaam 14 uitstrekkend en vervolgens naar beneden, naar een cilindrisch voetstuk 26 van het lichaam 14 gerichte handgreepformatie 24. Het voetstuk 26 wordt door een vergrendelring 28 vastgéhouden cp de hals 30 van een fles 12.
32 is een trekker, waarvan de voorzijde met 31 is aangeduid. Deze trekker is scharnierend cp het lichaam 14 gemonteerd door middel van twee aan het boveneinde van twee overstaande zijwanden 36 van de trekker 32 vastgevormde cilindrische pennen 34, die steken in twee corresponderende cpeningen 38 in het lichaam 14 van de afgiftespuit 10. Tussen het lichaam 14 en de trekker 32 is een uit kunststof bestaande veer 40 aangebracht (zie fig. 2), die de trekker 32 steeds in zijn uitgangsstand terug tracht te drukken. Met de trekker 32 is een zuiger 42 gekoppeld. Deze zuiger heeft een naar buiten gerichte zuigerstang 44, die met de trekker 32 is verbonden, en een binnen liggend cilindrisch einde 46, dat is opgenomen in een cilindrische opening 48 in het lichaam 14 met het doel het volume van de door de opening 48 gevormde panpkamer te variëren.
De trekker 32, de veer 40, de zuiger 42 en de cilindrische opening 48 vormen de belangrijkste componenten van een pcmpmedhanisme 49.
In de bodem van het cilindrische voetstuk 26 is een inlaatstuk 50 opgenomen, voorzien van een daarvan neerhangende en losneenbaar eraan bevestigde, in de fles 12 te steken dcmpelbuis 52.
De spuit/ flesverbinding is veilig voor kinderen en bevat in de cilindrische zijwand van het cilindrische voetstuk 26 gevormde grendel-tongen 53 met grendelnok-cpnemende cpeningen 54 en op de fleshals 30 aangebrachte grendelnokken, welke grendeltongen en grendelnokken onderling vergrendeld worden gehouden door een vergrendelring 28.
Bij het uit de (spuitgiet) vorm nemen van het spuitlidhaam wordt de vergrendelring 28, die door middel van een zestal verbindingsruggetjes of -dammetjes 57 aan het cilindrische voetstuk 26 van het lichaam 14 vastzit om de ring 28 tezamen met het lichaam 14 te kunnen vormen, van het cilindrische voetstuk 26 losgemaakt door de verbindingsruggetjes 57 te breken en de ring vervolgens over het voetstuk 26 naar boven te bewegen.
Bij het samenstellen van de spuit 10 uit zijn onderdelen wordt de vergrendelring 28 over het cilindrische voetstuk 26 heen naar beneden bewogen.
Met 58 is een mondstuk-samenstel aangegeven, omvattende een draaibare mondstiikkap 60 met een naar voren uitstekend cilindrisch deel 62. De mondstukkap 60 is qp de van een cilindrisch deel 64 van het lichaam 14 uitstekende neusbus 16 gemonteerd en wordt daarbij vastgehouden door een ringvormige kraag 66. De mondstukkap 60 heeft drie verschillende posities, en wel een positie "STOP", een positie "SEUTTEN" en een positie "STRCMEN".
Bij het monteren van het mondstuk-samenstel 58 op het lichaam 14 wordt een montagedeel 67 van het trekstuk 20 snappend opgenomen in een opening 68 in het bovendeel 22. Daabrij steken vorkbenen 69 van het trekstuk 20 door randgroeven 70 in het bovendeel 22 en/of randgroeven 71 in de bovenwand van de kap 60 en tussen één of twee buigzame grendeltongen of -uitsteeksels 72 en het cilindrische deel 64, waardoor de mondstukkap 60 in zijn "stop"-positie wordt vastgezet en een tegen fraude bestand zijnde en voor kinderen veilige vergrendeling van het trekker-bediende mondstuksamenstel 58 aan het lichaam 14 wordt verkregen.
Het mondstuksamenstel 58 is, zoals bovenbeschreven, cp het uitlaat-einde 18 van de spuit 10 gemonteerd. Het bovendeel 22 van het lichaam 14 locpt naar achteren toe uit in het achterste einddeel 73 van de band-greepformatie 24, welke zich vanaf het einddeel 73 schuin naar voren en naar beneden uitstrekt naar het cilindrische voetstuk 26.
De zes verbindingsruggetjes of -dammetjes 57 liggen gelijkmatig rond het benedeneinde van het cilindrische voetstuk 26 verspreid en vormen eerst één stuk met de vergrendelring 28. Bij het spuitgietproces worden de verbindingsruggetjes of -dammetjes 27 verbroken en wordt de vergrendelring 28 ten opzichte van het cilindrische voetstuk 26 naar beven verplaatst. In een later stadium, wanneer de vergrendelring 28 over het voetstuk 26 naar beneden wordt bewogen, komt een binnen de vergrendelring 28 aanwezige ringvormige groef 74 in snappende ingrijping met een ringvormige rib 75 op het voetstuk 26. Voor het aanbrengen cp de fles neemt de vergrendelring 28 dus een bovenste positie in. De ring 28 wordt in deze bovenste positie gehouden door het wrijvingscontact tussen de binnenwand van de vergrendelring 28 en de ribsegmenten 76 cp de cilindrische buitenwand van het cilindrische voetstuk 26. De opwaartse beweging van de grendelring 28 wordt bepaald door en cp zékere hoogte begrensd door de bovenste, gedeeltelijk ringvormige ribsegmenten 76 cp de cilindrische buitenwand van het cilindrische voetstuk 26.
Zoals in fig. 3 is te zien, is binnen het cilindrische voetstuk 26, en wel aan een bovenwand 314 daarvan, een afdichtingsring 316 van kleine diameter gevormd. De afdichtingsring 316 is bestemd cm tegen de birmen-cratrekswand van de fleshals 30 af te dichten. De afdichtingsring 316 heeft aan zijn benedeneinde een afgeschuinde eindrand 318 cm het insteken van de fleshals 30 in het voetstuk 26 en rond de afdichtingsring 316 te vergemakkelijken. In het binnen liggende gedeelte van de afdichtingsring 316 bevindt zich een opening 320, waarvan de vorm overeenkomt met de vorm van het inlaatstuk 50, dat een in hoofdzaak ovaalvormige dwarsdoorsnede heeft. Het inlaatstuk 50 zit in de opening 320 vastgedrukt, en wel met de ribben 322 op het stuk 50 in snappende ingrijping met montagegroeven in het binnenoppervlak van de wand van de opening 320. Cp deze wijze wordt een lueht-dichte verbinding bereikt. De dcnpelbuis 52 is losneenbaar bevestigd in het midden van het inlaatstuk 50. De lengte van de doupel-buis 52 hangt af van de grootte van de fles 12. Het verdient echter aanbeveling de dcmpelbuis 52 tot aan de bodem van de fles 12 te laten Iepen, doch zonder deze aan te raken.
De cilindrische opening 48 bevindt zich binnen het lichaam 14 van de afgiftespuit 10. Het cilindrische einddeel 46 van de zuiger past nauwkeurig in de cilindrische opening 48 en vormt daarmede een pempkamer 324 met een variabel volume tussen een vaste achterwand 326 van de cilindrische opening 48 en een naar achteren gerichte wand 328 van het cilindrische einddeel 46 van de zuiger. De vaste wand 326 van de pomp-kamer 324 heeft een in het onderste gedeelte daarvan gelegen, als tong uitgevoerde inlaatklep 330 en een opening 332 in het bovenste gedeelte ervan. Tegenover de tongvormige inlaatklep 330 bevindt zich een opening 334 in de wand van het inlaatstuk 50, welke opening een deel van het inlaatkanaal vormt. Dit inlaatkanaal wordt gevormd door de holle dcnpel-buis 52, het inlaatstuk 50 en de opening 334.
De opening 332 ligt tegenover een als tong uitgevoerde uitlaatklep 336 aan het boveneinde van het Inlaatstuk 50. De inlaatklep 330 en de uitlaatklep 336 besturen de mediumstroam naar en uit de pompkamer 324.
De trekker 32 is scharnierend op het lichaam 14 van de spuit 10 gemonteerd door de beide zijdelings van het bovenste gedeelte van de trekker 32 uitstekende pennen 34 te steken in de beide corresponderende cpeningen 38 in het lichaam 14.
Zoals in fig. 4 is weergegeven, heeft de kunststofveer 40 een vlak taps toelopend einde 410, dat zit vastgedrukt in een uitsparing 412 in het lichaam 14, en wel onder het binnen liggende einde van het cilindrische gedeelte 64 van het lichaam 14. Het andere einde 414 van de kunststofveer 40 steekt in een trog-vormige ruimte 416 aan de achterzijde van de trekker 32, waar het veereinde 414 aanligt tegen een achterwand 415. De kunststofveer 40 is gebogen en staat onder voor-spanning, teneinde de trekker 32 steeds in zijn beginstand te kunnen terug drukken.
Fig. 4 laat de spuit 10 bij door de gebruiker ingedrukte trekker 32 zien. de druk in de pompkamer 324 doet de uitlaatklep 336 openen, zodat het medium uit de pompkamer 324 kan treden. Tegelijkertijd is de kunststofveer 40 nog verder gebogen en daarmede verder gespannen, doch niet voorbij de elasticiteitsgrens. De gebruiker dient daarbij dus een maximum kracht uit te oefenen cm de trekker 32 ingedrukt te houden.
Bij loslaten van de trekker 32 doet de kunststofveer 40 detrekker 32 tezamen met de zuiger 42 mar hun beginposities terugkeren. Terwijl de zuiger 42 naar zijn uitgangspositie terugkeert, wordt binnen de pompkamer 324 een vacuüm opgewekt. Dit vacuüm doet de inlaatklep 330 openen, waardoor medium vanuit de fles 12 wordt aangezogen.
Daar de verbinding tussen de fles 12 en de spuit 10 luchtdicht is, zal bij het aanzuigen van medium uit de fles 12 een vacuüm binnen de fles 12 ontstaan. Om een vacuüm binnen de fles 12 te vermijden is een ventilatiesysteem toegepast, in de vorm van een ventilatieopening 344 in de bovenwand 314 van het cilindrische voetstuk 26. Dit gedeelte van de bovenwand 314 begrenst een wandzone tussen de onderzijde van de cilindrische opening 48 binnen het lichaam 14 van de spuit 10 en een cilin- drische holte 346 binnen het cilindrische voetstuk 26. Wanneer de trekker 32 geheel wordt ingedrukt, wordt de ventilatieopening 344 geopend en is er een verbinding tussen het inwendige van de fles 12 en de cmgevende atmosfeer, zodat lucht in de fles 12 kan treden. Bij niet ingedrukte, zich in de uitgangsstand bevindende trekker 32 is de ventilatieopening 344 afgedekt en dus afgesloten door het cilindrische einddeel 46 van de zuiger 42, zodat dan geen medium uit de fles 12 kan treden.
De pcmpkamer 324 is zo uitgevoerd, dat het "dode volume", dua het minimum volume ervan, zeer klein is en wel 1/20 - 1/4 van het totale volume van de pcampkamer 324 is. Bij een klein dood volume zal slechts een zeer kleine hoeveelheid van het medium of lucht in de parrpkamer 324 achterblijven nadat de trekker 32 geheel is ingedrukt. Door deze constructie wordt de grootte van de samendrukbare luchtruimbe binnen de pcmpkamer 324 tot een minimum beperkt en kan bij het uitpcnpen van de afgiftespuit 10 een hogere druk tegen de klep 330 worden cpgébcowd. Door het beperkte "dode volume" komt de afgifte van de spuit 10 sneller op gang en worden tijdens het aanzuigen en het uitpcmpen een hoger vacuüm respectievelijk een hogere druk bereikt.
Een ander effect van het kleine "dode volume" is, dat de pcmpkamer 324 zeer snel met medium wordt gevuld en het voor het op gang brengen van de spuit 10 benodigde aantal slagen dus beperkt is.
Het buitenste einde 510 van de zugerstang 44 heeft een zich in dwarsrichting, dwars cp de lengteas van de zuigerstang 44, uitstrékkend en tussen benen 513 gelegen cilindrisch deel 512. Het cilindrische deel 512 heeft in het midden een in dwarsdoorsnede V-vormige sleuf 514 voor het qpnemen van een scharnierende meskant aan de punt van het in dwarsdoorsnede V-vormige buiteneinde van een zich tussen de zijwanden 36 van de trekker 32 uitstrékkend haakelement 517. Het taakelement 517 maakt deel uit van een steunlegerformatie 513 aan de achterzijde van de trekker 32 tussen de zijwanden 36 en heeft een opening 519, waardoor heen het buitenste einde 510 steekt. Het cilindrische deel 512 is in ingrijping met de steunlegerformatie 513 van de trekker 32 en de flanken van de V-vormige sleuf 514 vormen daarbij begrenzingsaanslagen voor de onderlinge draaibeweging van de met elkaar verbonden onderdelen.
De door de V van de V-vormige sleuf 514 ingesloten hoek is aanzienlijk groter dan de tophoek van de "V" van het in dwarsdoorsnede V-vormige buiteneinde van het hoekelement 517, teneinde de V-vormige schamier-maspunt in de door de V-vormige sleuf gevormde zitting te kunnen laten scharnieren gedurende het bewegen van de trekker vanuit zijn uitgangs- positie naar zijn geheel ingedrukte positie.
De steunlegerformatie 518 vormt in combinatie met de V-vormige sleuf 514 een beweegbare trekker-zuigerverbirding met een beperkte, doch voldoende vrijheid van draaibeweging.
Hierdoor kan de cp een eenvoudige en effectieve wijze scharnierend met de trekker 32 verbonden zuiger 42 in de pcnpkamer 324 worden verplaatst.
De steunlegerformatie 518 heeft twee afgeronde cpleg-steunvlakken 520 nabij de binnenzijde van elke zijwand 36 van de trekker 32 en tussen één zijwand 36 van de trekker 32 en het hoekelement 517 aan de bovenkant van de opening 519 en tussen één zijwand 36 en een sleuf 521 aan de onderkant van de opening 519. De einden van het cilindrische deel 512 liggen aan en draaien cp deze cpleg-steunvlakken 520.

Claims (9)

1. Met een trekker bediend pcrapmechanisme voor een medium-afgifte-inrichting net een lichaam voor het cpnemen van het pcmpredhanisme, dat de volgende onderdelen cravat: een zuiger net een naar achteren gerichte beweegbare wand; een beweegbaar op het lichaam gemonteerde trekker; welke zuiger net de trekker is gekoppeld voor het bewegen van de beweegbare wand, waarbij het lichaam een holle cilinder bevat, waarin de zuiger is opgencraen en die eindigt in een vaste achterwand in het lichaam, waardoor de ruinte tussen die achterwand en de beweegbare zuigerwand een pcmpkamer net variabel volume begrenst; welke cilinder een in de achterwand opgenamen inlaatklep en een uitlaatklep heeft, welke kleppen door druk worden bestuurd; en waarbij het volume van de pompkamer aan het einde van een uitlaatslag van de zuiger tot een minimum is beperkt door de inlaat- en uitlaatkleppen uit te voeren in de vorm van uit kunststof bestaande tongkleppen, die elk in of nabij de achterwand van de cilinder zijn geplaatst voor het uitvoeren van een boogvormige beweging era een schamierlijn, en door de beweegbare wand en de cilinder zo uit te voeren en te plaatsen, dat de overblijvende ruimte tussen de achterwand en de beweegbare wand aan het einde van de uitlaatslag van de zuiger minimaal is, waardoor het opwekken van een hoog vacuüm en een hoge druk gedurende de inlaat- en uitlaat-slagen van de zuiger wordt vergemakkelijkt en de panpwerking met een minimum aantal slagen tot stand kant.
2. Paipnechanisme volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de zuiger, de cilinder en de slaglengte van de zuiger in de cilinder zo zijn uitgevoerd en ten opzichte van elkaar zijn geplaatst, dat het volume van de pcrapkamer aan het einde van een uitlaatslag tussen 1/20 en 1/4 van het volume van de pcrapkamer aan het begin van de uitlaatslag ligt.
3. Pcrapnschanisme volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de achterwand cp een plaats vóór de uitlaat-tongklep een weinig terug ligt en de zuiger cp het bovenste gedeelte van de beweegbare wand een uitsteeksel heeft, dat is aangepast aan en wordt opgenamen in de door het terug liggende achterwandgedeelte gevormde ruimte aan het einde van elke uitlaatslag.
4. Pcnpnechanisme volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de inlaat-en uitlaatkleppen éénrichting-kleppen zijn.
5. Banpnechardsme volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de inlaat-en uitlaatkleppen dicht bij elkaar nabij de achterwand van de pcnpkamer zijn geplaatst.
6. Praopnechanisme volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het lichaam een onderste lichaamsopening heeft, waarin een inlaatstuk met een inlaatkanaal is opgenomen, waarbij de inlaatklep uit één stuk is gevormd met en een tangvormig deel vormt in de achterwand van de cilinder, welke tong een lineair gedeelte met een gereduceerde wanddikte heeft onder vorming van een scharnier, welk inlaatstuk een zich daardoor heen uitstrekkende opening heeft, die aansluit cp het inlaatkanaal, waarbij de inlaat-tongklep die opening normaal afsluit om het binnentreden van medium vanuit de houder in de ponpkamer te verhinderen in een rust-positie van het pcjrpnechanisme.
7. Pompmechanisme volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het lichaam een onderste lichaamsopening heeft, waarin een inlaatstuk is opgenomen, dat voorzien is van een zich daarvan naar boven uitstrekkende tong, terwijl de achterwand een iredium-uitlaatcpening heeft, die tegenover deze tong ligt, welke tong de genoemde uitlaatklep vormt, die de uitlaatopening normaal afsluit om het binnentreden van lucht in de ponpkamer te verhinderen.
8. Pcmpnedhanisme volgens conclusie 1, gekenmerkt door een ventilatieopening in een wand van de cilinder.
9. Pompmechanisme volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de ventilatieopening in de rustpositie van de zuiger door de zuiger wordt afgesloten en bij het in de cilinder bewegen van de zuiger wordt gesloten.
NL9320025A 1992-02-24 1993-02-23 Met een trekker bediend pompmechanisme voor een afgiftespuit. NL9320025A (nl)

Applications Claiming Priority (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
US07/840,759 US5297701A (en) 1992-02-24 1992-02-24 All plastic trigger sprayer
US84076192 1992-02-24
US07/840,761 US5332128A (en) 1992-02-24 1992-02-24 Flap valve assembly for trigger sprayer
US84075992 1992-02-24

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL9320025A true NL9320025A (nl) 1995-01-02

Family

ID=27126204

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL9320025A NL9320025A (nl) 1992-02-24 1993-02-23 Met een trekker bediend pompmechanisme voor een afgiftespuit.

Country Status (11)

Country Link
JP (1) JPH07504145A (nl)
AU (1) AU666183B2 (nl)
CA (1) CA2130582A1 (nl)
DE (1) DE4390809T1 (nl)
GB (1) GB2278891B (nl)
IL (1) IL104785A (nl)
LU (1) LU88524A1 (nl)
MX (1) MX9301007A (nl)
NL (1) NL9320025A (nl)
NZ (1) NZ251119A (nl)
WO (1) WO1993016955A1 (nl)

Families Citing this family (15)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
AUPO742497A0 (en) 1997-06-18 1997-07-10 N.J. Phillips Pty. Limited An applicator
EP1328465A4 (en) 2000-10-23 2008-04-16 Medical Instill Tech Inc RIGID BOTTLE FLUID LIQUID DISPENSER AND FLEXIBLE INNER BLADDER
US7331944B2 (en) 2000-10-23 2008-02-19 Medical Instill Technologies, Inc. Ophthalmic dispenser and associated method
JP4734713B2 (ja) * 2000-12-21 2011-07-27 東洋製罐株式会社 トリガーディスペンサ
US7798185B2 (en) 2005-08-01 2010-09-21 Medical Instill Technologies, Inc. Dispenser and method for storing and dispensing sterile food product
US6892906B2 (en) 2002-08-13 2005-05-17 Medical Instill Technologies, Inc. Container and valve assembly for storing and dispensing substances, and related method
EP1636091A2 (en) 2003-05-12 2006-03-22 Medical Instill Technologies, Inc. Dispenser and apparatus for filling a dispenser
US7226231B2 (en) 2003-07-17 2007-06-05 Medical Instill Technologies, Inc. Piston-type dispenser with one-way valve for storing and dispensing metered amounts of substances
US7264142B2 (en) 2004-01-27 2007-09-04 Medical Instill Technologies, Inc. Dispenser having variable-volume storage chamber and depressible one-way valve assembly for dispensing creams and other substances
US7810677B2 (en) 2004-12-04 2010-10-12 Medical Instill Technologies, Inc. One-way valve and apparatus and method of using the valve
AU2005314177B2 (en) 2004-12-04 2010-10-28 Medical Instill Technologies, Inc. One-way valve, apparatus and method of using the valve
US7497358B2 (en) * 2006-03-15 2009-03-03 Meadwestvaco Calmar, Inc. Trigger sprayer with integral piston rod and bowed spring
CN101583542B (zh) 2006-09-08 2013-07-10 因斯蒂尔医学技术有限公司 用于分配流体的装置和方法
BR112012028538A2 (pt) 2010-05-07 2016-07-26 Alps Llc válvula de máquina de dispensa e método
JP5619053B2 (ja) * 2012-03-05 2014-11-05 株式会社タカギ 散水ノズル

Family Cites Families (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3973700A (en) * 1975-09-29 1976-08-10 Schmidt Edward C Bellows pump with extension having integral valves
USRE33235E (en) * 1984-03-07 1990-06-19 Corsette Douglas Frank Liquid dispensing pump
US4890773A (en) * 1988-03-15 1990-01-02 Calmar, Inc. Viscous product dispenser

Also Published As

Publication number Publication date
WO1993016955A1 (en) 1993-09-02
IL104785A (en) 2000-07-16
GB9416735D0 (en) 1994-10-12
CA2130582A1 (en) 1993-09-02
AU3795393A (en) 1993-09-13
NZ251119A (en) 1996-01-26
MX9301007A (es) 1994-06-30
IL104785A0 (en) 1993-06-10
DE4390809T1 (de) 1995-02-23
GB2278891A (en) 1994-12-14
AU666183B2 (en) 1996-02-01
LU88524A1 (de) 1994-12-01
GB2278891B (en) 1995-07-12
JPH07504145A (ja) 1995-05-11

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL9320025A (nl) Met een trekker bediend pompmechanisme voor een afgiftespuit.
US8047406B2 (en) Push-botton metered dispenser with feed-containing piston drive mechanism
NL1028730C2 (nl) Samenstel van balg en tegendeel.
US5482187A (en) Dispenser for viscous substances
US4696415A (en) Apparatus for dispensing products from a self-sealing dispenser
JPH0849649A (ja) ポンプ及びそのポンプを具備する分配装置
MXPA05008717A (es) Boquilla surtidora.
JPS62271867A (ja) 液体投与装置
US4231493A (en) Lever pump with button actuator
WO2004024592A1 (fr) Distributeur de produit liquide ou pateux
US5385272A (en) Bottom dispensing dispenser
CA2097281C (en) Pump actuator
JPH05505582A (ja) 媒体用ディスペンサ
US5762236A (en) Trigger mechanism for trigger sprayer
EP0696233B1 (fr) Dispositif portatif pour la distribution d'une substance fluide
CN117440863A (zh) 全塑料连续喷洒扳机喷洒器
US11135607B2 (en) Trigger pump dispenser
NL9320027A (nl) Kunststof veerconstructie voor een met een trekker bediende medium-afgifte-inrichting.
EP0923503A1 (en) Trigger sprayer with discharge port blocking mechanism
NL9320026A (nl) Voor kinderen veilig spuitmondstuk.
JP2024065569A (ja) トリガー式液体噴出器
NL2001678C2 (nl) Houder en werkwijze voor het afgeven van een hoeveelheid verf.
KR20030020286A (ko) 수동 펌프 조립체

Legal Events

Date Code Title Description
A1A A request for search or an international-type search has been filed
BA A request for search or an international-type search has been filed
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
CNR Transfer of rights (patent application after its laying open for public inspection)

Free format text: AFA ACQUISITION CORP., A DELAWARE CORP.

DNT Communications of changes of names of applicants whose applications have been laid open to public inspection

Free format text: AFA PRODUCTS INC.

BV The patent application has lapsed