NL9301495A - Inrichting voor het oogsten van langstelige gewassen, in het bijzonder chrysanten. - Google Patents
Inrichting voor het oogsten van langstelige gewassen, in het bijzonder chrysanten. Download PDFInfo
- Publication number
- NL9301495A NL9301495A NL9301495A NL9301495A NL9301495A NL 9301495 A NL9301495 A NL 9301495A NL 9301495 A NL9301495 A NL 9301495A NL 9301495 A NL9301495 A NL 9301495A NL 9301495 A NL9301495 A NL 9301495A
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- arm
- guide strip
- run
- stem
- crop
- Prior art date
Links
Classifications
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A01—AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
- A01D—HARVESTING; MOWING
- A01D45/00—Harvesting of standing crops
Landscapes
- Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
- Environmental Sciences (AREA)
- Harvesting Machines For Root Crops (AREA)
- Harvesting Machines For Specific Crops (AREA)
Description
Korte aanduiding: Inrichting voor het oogsten van langste-lige gewassen, in het bijzonder chrysanten
De uitvinding heeft betrekking op een inrichting zoals gedefinieerd in de aanleg van conclusie 1 en op zich bekend uit NL-A-9101206.
Deze bekende inrichting omvat een wagen die aan de voorzijde is voorzien van een rij roterend aan te drijven, gekartelde, snijmessen waarvan de onderlinge afstand in hoofdzaak overeenkomt met de, bekende, steek van het gewas. Met elk snijmes werkt samen een tweetal oplopende transportbanden welke de afgesneden stengels aangrijpen en omhoogdrukken. Zoals bekend worden sommige gewassen, en in het bijzonder chrysanten, geteeld onder gebruikmaking van een matrixvormig maas dat de stengels tijdens het groeien met de stengels mee omhoog wordt bewogen en ze ondersteunt en met deze bekende inrichting worden in feite de chrysanten geoogst op dezelfde wijze als die waarop dit handmatig geschiedt: het doorsnijden van de stengel vlak boven de teeltbodem en het naar boven wegtrekken van de chrysanten. Voor wat betreft de wijze van oogsten betekent deze bekende inrichting in feite dus slechts een versnelling van de wijze waarop de stengels worden doorgesneden, en dit met een betrekkelijk gecompliceerde inrichting.
De uitvinding beoogt een inrichting van de hierboven aangegeven soort te verschaffen welke niet alleen constructief veel eenvoudiger is opgebouwd doch waarmee een veel hogere productiviteit kan worden bereikt. Volgens de uitvinding wordt dit gerealiseerd met de maatregelen zoals gedefinieerd in het kenmerk der hoofdconclusie.
In tegenstelling tot de bekende methode, waarbij de nabij de bodem afgesneden gewassen naar boven uit het hen ondersteunend maas worden weggetrokken en vervolgens van boven af moeten worden af gevoerd gaat de uitvinding uit van een tegengesteld principe: de gewassen worden weliswaar eveneens nabij de bodem afgesneden doch nu naar onderen uit het ondersteunend maas verwijderd en elk individueel gewas wordt via het boven de arm aangebrachte transportorgaan naar achteren afgevoerd. In de praktijk is gebleken dat met deze maatregelen een bijzonder hoge produktiviteit kan worden gerealiseerd.
Voorkeursuitvoeringsvormen der uitvinding zijn beschreven in de conclusies 2 tot en met 5.
De uitvinding wordt toegelicht aan de hand van de tekening. Hierin is: - fig. 1 een schematisch bovenaanzicht van een kweekbed voor chrysanten bestemd te worden geoogst met behulp van de oogstmachine volgens de uitvinding; - fig. 2 een schematisch zijaanzicht van een dergelijk kweekbed met oogstmachine; - fig. 3 een schematisch bovenaanzicht van de oogstarm volgens de uitvinding met daarin aangegeven de voornaamste onderdelen daarvan; - fig. 4 een eindaanzicht van een der, aan de oogstarm aangebrachte, vangeenheden voor de chrysantenstengels; - fig. 5 een zijaanzicht van een dergelijke vangeenheid; - fig. 6 toont in bovenaanzicht de eerste fase van het invangen van een chrysantenstengel; - fig. 7 toont in bovenaanzicht de tweede fase van dit invangen; - fig. 8 toont in bovenaanzicht de derde fase van dit invangen; - fig. 9 toont in bovenaanzicht de vierde, en laatste fase van dit invangen; - fig. 10 toont in bovenaanzicht hoe ook chrysantenstengels die zich in een andere oriëntatie ten opzichte van de oogstarm bevinden dan die welke af geheeld is in de fig. 6 tot en met 9 ter behulp van de invangeenheden worden vastgegrepen.
De fig. 1 en 2 tonen een met het verwijzingscijfer 2 aangegeven kweekbed voor chrysanten. Chrysanten worden, zoals bekend, gekweekt in kweekpotten 4 welke volgens een bepaalde matrix (gewoonlijk met steekafstand 115 mm) zijn geplaatst en waarboven een steunnet 6 is aangebracht met maasopeningen overeenkomend met het raster van de kweekpot- ten 4; eventueel zijn boven dit maas nog verwarmingsbuizen 8 aangebracht. Tijdens het groeien der chrysanten wordt het maas 6 gelijkmatig omhoogbewogen zodat de stengels 10 met de, zware, chrysantenbloemen 12 tijdens het gehele groeiproces worden gesteund.
De gebruikelijke wijze van oogsten is die waarbij onder het steunrooster 6 de stengels 10 worden afgesneden en de chrysantenbloemen 12 met de stengels 10 naar boven, dus in de richting van de pijl 14, worden weggetrokken. Ze worden daarna gebundeld. Deze werkwijze is bijzonder arbeidsintensief.
De inrichting volgens de uitvinding werkt juist tegengesteld: de geoogste chrysanten worden niet naar boven doch naar onderen, in de richting van de pijl 16 uit het maas 6 verwijderd en daarna afgevoerd.
De volgens de uitvinding hiertoe voorgestelde oogstma-chine omvat, zoals schematisch aangegeven in de fig. 1 en 2, een wagen 18 met wielen 18a en 18b en een - niet getekende - aandrijving die een oogstarm 20 draagt waarboven zich twee, in de richting van de pijl 22 bewegende, banden 24, 26 bevinden via welke de geoogste chrysanten achtereenvolgens worden afgevoerd naar een zich achter de wagen 18 bevindende transportband 28 welke wordt aangedreven in de richting van de pijl 30. Deze transportband is opgenomen in een gestel 29 dat zich met de wagen 18 in de oogstrichting meebeweegt.
De oogstarm 20 kan ver zwaaien om het punt 32 en daarbij, zoals uit fig. l blijkt, vanuit de ene eindstand 20a tot de andere eindstand 20b de gehele breedte van het kweekbed 6 bestrijken. Aldus wordt door het stapsgewijs voortbewegen van de wagen 18 en het verzwaaien van de oogstarm 20 het gehele bed 6 strook voor strook bestreken. Dit bestrijken van het bed 6 geschiedt zodanig dat bij het verzwaaien van de arm 20 een gehele rij chrysanten, bijvoorbeeld de rij 6a, wordt geoogst waarna, wanneer de arm 20 vanuit de getekende stand in de met de streeplijnen aangegeven stand 20b is aangekomen de wagen 18 zich over een afstand overeenkomend met de breedte van de rij, in tegengestelde richting beweegt, zodat dan de rij 6b wordt geoogst.
De oogstarm 20 draagt, zoals fig. 3 toont, aan de respectievelijke uiteinden ervan twee rollen 34 en 36. Om deze rollen is een eindeloze band 38, bijvoorbeeld een tandband, geleid die door het aandrijven van de rol 34 in de richting van de pijl 40 beweegt in de richting van de pijlen 42 respectievelijk 44. De band 38 draagt aan zijn omtrek een aantal, bijvoorbeeld zes tot tien, stengel-invangorganen 46 terwijl de arm 20 aan de zijde van de rol 36 langs de omtrek een snijtandsamenstel 48 draagt. Het snijtandstelsel 48 bestaat in hoofdzaak uit een U-vormig frame 50 met radiaal daaruit uitstekende snijtanden 52a-52k met de, scherpe, rechte snijranden.
De stengel-invangorganen 46, bevestigd aan de band 38, zijn in meer detail afgebeeld in de fig. 4 en 5 waarbij fig. 4 een eindaanzicht toont en fig. 5 een zijaanzicht toont. Elk orgaan bestaat uit een U-vormige bladveer 60 waarvan het ene been 60a is bevestigd aan de band 38 en een rechte geleidestrip 62 draagt terwijl het been 60b enerzijds een, ten opzichte van de geleidestrip 62 divergerende geleidestrip 64 draagt en anderzijds twee vaste beugels 66, 68 waartussen vrij draaibaar een rol 70 is opgenomen. De funktie van elk invangorgaan is het vastgrijpen van een stengel 10, het toevoeren van deze stengel aan een snijkant van een der snijorganen 52a-52k, het vastgeklemd houden van de betreffende stengel totdat het invangorgaan de in fig. 3 getekende stand heeft bereikt en het daarna vrijgeven van de stengel zodat deze kan worden opgenomen tussen de twee transportbanden 24-26 en van deze kan worden getransporteerd naar de afvoerband 28, en dit alles onafhankelijk van de stand welke de oogstarm 20 heeft wanneer het vooreinde daarvan een chrysantenstengel ontmoet.
Voor het goed vastklemmen en uit het maas 6 trekken is de klemwerking van de ü-vormige bladveer 60 met de daarmee verbonden geleidestrippen 62 en 64 onvoldoende: aldus is naast de oogstarm 20 een, daarmee meebewegende, drukstrip 74 aangebracht die is af gesteund op twee drukveren 76 respectievelijk 78 (welke uiteraard eveneens met de oogstarm meebewegen) en waarvan het linkereinde 80 onder een kleine hoek van de oogstarm afgericht is omgezet; deze drukstrip 74 werkt op nog te beschrijven wijze samen met de oplooprol 70.
De werking is als volgt:
Fig. 6 toont de situatie waarin een stengel 10a wordt "ingevangen" tussen de geleidestrippen 64 en 62 van een stengel-invangorgaan 46 en fig. 7 toont de situatie waarin deze, nog stilstaande, stengel 10a in aanslag is gekomen tegen de rand van de U-vormige bladveer 60. Fig. 8 toont hoe de oplooprol 70 in contact is gekomen met de oploopkant 80 zodat het invangorgaan 46 geheel wordt gesloten en de stengel stevig wordt omklemd; de stengel wordt dan doorgesneden door de snijkant 52k' van de snijtand 52k. Zoals fig. 2 toont wordt bij deze beweging de stengel 10a reeds schuin omlaaggetrokken, met ander woorden: de chrysant wordt reeds uit het maas 6 getrokken en komt tussen de transportbanden 24 en 26 die, in combinatie met de voortbeweging van de band 20, de stengel in de richting van de pijl 22 transporteren. Fig. 9 toont de situatie waarin het stengel-invangorgaan 46 nog wel de stengel 10a goed vastgeklemd houdt doch de geleiderol 70 op het punt staat vrij te komen van de onder veerspanning staande drukstrip 74 terwijl fig. 3 de situatie toont waarin het stengel-invangorgaan 46 de stengel gaat vrijgeven. Dit vrijgeven kan eventueel nog worden geassisteerd door een - niet getekende -uitstoter. De nu in zijn geheel tussen de transportbanden 24 en 26 opgenomen chrysant wordt van deze banden overge-bracht op de transportband 48 die de chrysant in de richting van de pijl 30 afvoert. Deze transportband 28 zal uiteraard door middel van - niet getekende - middelen met de oogstarm meebewegen.
In het hierboven beschreven proces worden de chrysanten, gezien in de bewegingsrichting van de oogstarm, van rechts naar links geoogst, met andere woorden: zij worden reeds kort na het invangen door het stengel-invangorgaan daarin vastgeklemd en afgesneden. Tijdens de teruggaande beweging, dus in fig. 1 vanuit de met de streeplijnen 20b aangegeven stand naar de met getrokken lijnen getekende stand 20a van de oogstarm zullen de stengels eerder worden ingevangen en over een hoek van circa 180° rond het einde van de oogstarm worden getransporteerd alvorens zij door de invangorgaan worden vrijgegeven. Zij worden echter toch afgesneden zoals fig. 10 toont: een stengel 10b is ingevangen tussen de klemstrippen 64 en 62 van een invangorgaan 46 en door de massatraagheid van de stengel zal deze toch door de eerstkomende snijrand (hier de snijrand van de tand 54h) worden doorgehakt en, tussen de invangstrippen blijvend, worden verder getransporteerd.
Claims (6)
1. Inrichting voor het oogsten van langstelige gewassen, in het bijzonder chrysanten, omvattende een aan een drager aangebracht snijorgaan en een met de drager gecombineerd, op het gewas aangrijpend transportor-gaan, met het kenmerk, dat de drager is uitgevoerd als een langwerpige arm met aan het eerste einde uit de omtrek ervan uitstekende, vaste, snijkanten, en dat om deze arm een rondlopend aan te drijven dragerband is aangebracht met een aantal, in de bewegingsrichting ervan open, invangorganen voor het daarin invangen van een steel van het te oogsten gewas en het toevoeren daarvan aan een der snijkanten, waarbij boven de arm het transportorgaan is aangebracht dat is ingericht voor het in de armlangsrichting afvoeren van het afgesneden gewas.
2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de arm kan verdraaien om een nabij het tweede einde ervan gelegen verticale as.
3. Inrichting volgens conclusie 1-2, met het kenmerk, dat het invangorgaan een U-vormig, met het open einde boven de meskanten gelegen veerelement omvat dat met een eerste been aan de transportband is bevestigd en aan dit been een langwerpige, eerste, geleidestrip draagt terwijl het tweede been een met het einde ervan van deze eerste geleidestrip divergerende tweede geleidestrip draagt.
4. Inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de tweede geleidestrip een oploopnok draagt ter verende samenwerking met een met de arm gekoppeld, langs de transportband opgesteld oploopvlak een en ander zoda nig dat bij het oplopen tegen dit oploopvlak de tweede geleidestrip naar de eerste geleidestrip wordt gedrukt.
5. Inrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de oploopnok wordt gevormd door een oplooprol.
6. Inrichting volgens conclusie 1-5, gekenmerkt door twee onder een met de punt naar beneden gerichte hoek ten opzichte van elkaar opgestelde en op afstand van elkaar gelegen rondlopende aangedreven afvoertransport-banden.
Priority Applications (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL9301495A NL193603C (nl) | 1993-08-31 | 1993-08-31 | Werkwijze voor het oogsten van langstelige gewassen, in het bijzonder chrysanten, en inrichting voor het uitvoeren van deze werkwijze. |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL9301495 | 1993-08-31 | ||
NL9301495A NL193603C (nl) | 1993-08-31 | 1993-08-31 | Werkwijze voor het oogsten van langstelige gewassen, in het bijzonder chrysanten, en inrichting voor het uitvoeren van deze werkwijze. |
Publications (3)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL9301495A true NL9301495A (nl) | 1995-03-16 |
NL193603B NL193603B (nl) | 1999-12-01 |
NL193603C NL193603C (nl) | 2000-04-04 |
Family
ID=19862813
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL9301495A NL193603C (nl) | 1993-08-31 | 1993-08-31 | Werkwijze voor het oogsten van langstelige gewassen, in het bijzonder chrysanten, en inrichting voor het uitvoeren van deze werkwijze. |
Country Status (1)
Country | Link |
---|---|
NL (1) | NL193603C (nl) |
Cited By (1)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
EP1621061A1 (en) | 2004-07-30 | 2006-02-01 | Iso Groep Machinebouw BV | Harvesting device |
Citations (5)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US2340563A (en) * | 1942-06-29 | 1944-02-01 | Jimmie B Riddle | Grain heading machine |
GB1465996A (en) * | 1975-10-30 | 1977-03-02 | Hollingsworth W | Method and apparatus for cutting and loading rowed crops |
FR2539948A1 (fr) * | 1982-12-15 | 1984-08-03 | Gille Jacques | Machine a recolter les legumes-feuilles |
BE1000658A7 (nl) * | 1987-06-01 | 1989-02-28 | Verstraete Pvba | Machine en werkwijze voor het reinigen van witloofkroppen. |
NL9101206A (nl) * | 1991-07-09 | 1993-02-01 | Theodorus Johannes Maria Van D | Inrichting voor het oogsten van gewassen. |
-
1993
- 1993-08-31 NL NL9301495A patent/NL193603C/nl not_active IP Right Cessation
Patent Citations (5)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US2340563A (en) * | 1942-06-29 | 1944-02-01 | Jimmie B Riddle | Grain heading machine |
GB1465996A (en) * | 1975-10-30 | 1977-03-02 | Hollingsworth W | Method and apparatus for cutting and loading rowed crops |
FR2539948A1 (fr) * | 1982-12-15 | 1984-08-03 | Gille Jacques | Machine a recolter les legumes-feuilles |
BE1000658A7 (nl) * | 1987-06-01 | 1989-02-28 | Verstraete Pvba | Machine en werkwijze voor het reinigen van witloofkroppen. |
NL9101206A (nl) * | 1991-07-09 | 1993-02-01 | Theodorus Johannes Maria Van D | Inrichting voor het oogsten van gewassen. |
Cited By (2)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
EP1621061A1 (en) | 2004-07-30 | 2006-02-01 | Iso Groep Machinebouw BV | Harvesting device |
NL1026753C2 (nl) | 2004-07-30 | 2006-02-09 | Iso Groep Machb B V | Oogstinrichting. |
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
NL193603B (nl) | 1999-12-01 |
NL193603C (nl) | 2000-04-04 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
JP3053498B2 (ja) | 枝豆収穫機用搬送装置並びに枝豆収穫機用引抜き装置を備えた枝豆収穫機 | |
US3654753A (en) | Tobacco harvesting machine | |
US3066469A (en) | Asparagus harvester | |
WO2007059570A1 (en) | Selective harvester | |
FR2635251A1 (fr) | Dispositif pour la coupe de sarment sur des pieds de vigne avec culture en cordon | |
US4282888A (en) | Apparatus for stripping leaves from a stalk cured tobacco plant | |
US4244165A (en) | Harvester apparatus | |
NL9301495A (nl) | Inrichting voor het oogsten van langstelige gewassen, in het bijzonder chrysanten. | |
US3527304A (en) | Machine for harvesting vine crops | |
US3989111A (en) | Digger-shaker | |
EP0744120B1 (en) | Method and apparatus for harvesting and bunching agricultural produce and/of market garden produce | |
US4273168A (en) | Apparatus and method for harvesting trees | |
WO2001017331A1 (nl) | Method and apparatus for bunching flowers | |
JPH10295187A (ja) | 花束調製機 | |
EP0596851A1 (en) | Machine for planting slip plants | |
JP3863898B2 (ja) | 根菜収穫機 | |
JPH09295606A (ja) | 花茎結束装置 | |
CN112889459B (zh) | 一种芦苇收割捆扎机的切割机构 | |
US11044849B2 (en) | Track harvester and method | |
JP3724189B2 (ja) | 根菜類用収穫機 | |
GB2101462A (en) | Planting machine | |
JP3417983B2 (ja) | 根菜収穫機の収穫部構造 | |
US3578088A (en) | Plant harvesting machine | |
US3641753A (en) | Harvester for asparagus and like crops | |
JP2930927B2 (ja) | 抜取り収穫機の収穫部 |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
A1C | A request for examination has been filed | ||
V1 | Lapsed because of non-payment of the annual fee |
Effective date: 20080301 |