NL9300232A - Flat-folding wall. - Google Patents

Description

Vlaktrekkende vouwwandFlat-folding wall

De uitvinding heeft betrekking op een vouwwand bestaande uit op afstand van en parallel aan elkaar opge-stelde, door een gemeenschappelijke looprail geleide rijen van onderling scharnierend aan elkaar verbonden panelen, waarbij tussen paren tegenover elkaar staande panelen een of meer afstandhouders scharnierend zijn aangebracht.The invention relates to a folding wall consisting of rows of mutually hingedly connected panels arranged at a distance from and parallel to each other, guided by a common running rail, wherein one or more spacers are hinged between pairs of opposite panels.

Dergelijke vouwwanden kunnen uit tamelijk grote panelen bestaan, hetgeen voor de gebruiker het probleem met zich meebrengt dat in de gesloten stand de panelen moeilijk in eikaars vlak te brengen zijn. Daartoe zijn reeds in het verleden verschillende mechanismen bedacht, waarmee dit vlaktrekken meer of minder automatisch plaatsvindt. Dergelijke mechanismen zijn over het algemeen ingewikkeld van uitvoering, hetgeen niet alleen het totale gewicht van de vouwwand verhoogt, maar tevens nadelig is voor een gunstige kostprijs.Such folding walls can consist of fairly large panels, which presents the problem for the user that in the closed position the panels are difficult to level in each other. To this end, various mechanisms have already been devised in the past, with which this flattening takes place more or less automatically. Such mechanisms are generally complex in construction, which not only increases the total weight of the folding wall, but is also disadvantageous for a favorable cost price.

De uitvinding beoogt een dergelijk vlaktrekmechanis-me te verbeteren en verschaft daartoe een vouwwand, die zich onderscheidt doordat ten minste een veerelement met de tegenover elkaar staande panelen van een paar is verbonden, waarbij een tegen de rail afsteunend kantelorgaan op elk paneel is aangebracht.The object of the invention is to improve such a flattening mechanism and to that end it provides a folding wall, which is distinguished in that at least one spring element is connected to the opposing panels of a pair, wherein a tilting member supporting against the rail is arranged on each panel.

Het door de uitvinding voorgestelde vlaktrekmecha-nisme bestaat derhalve slechts uit een of meer veerelemen-ten, bij voorkeur in de vorm van een schroefveer, alsmede een op afstand daarvan gelegen kantelorgaan. De veren oefenen een moment uit op de staande scharnieren tussen de aangrenzende panelen, die een vlaktrekken van de panelen waarborgt. Het openvouwen van de wand wordt niettemin vergemakkelijkt door het aangebrachte kantelorgaan, waardoor het voor de gebruiker gemakkelijker is om de panelen van de wand als een pakket tegen elkaar te vouwen.The flattening mechanism proposed by the invention therefore consists of only one or more spring elements, preferably in the form of a coil spring, as well as a tilting element located at a distance therefrom. The springs exert a moment on the standing hinges between the adjacent panels, which ensures that the panels are flattened. The folding of the wall is nevertheless facilitated by the fitted tilting member, making it easier for the user to fold the panels of the wall together as a package.

Volgens een verdere ontwikkeling is de of elke afstandhouder voorzien van met de panelen verbonden L-vormige scharniervleugels, waartussen de veer is aangebracht. Dit biedt het voordeel dat de veer in de opgevouwen stand van de panelen eveneens een moment uitoefent, die deze opvouwstand bevordert. Hierdoor ontstaat een stabiel pak, zonder dat de gebruiker een extra drukkracht behoeft uit te oefenen daarop.According to a further development, the or each spacer is provided with L-shaped hinge wings connected to the panels, between which the spring is arranged. This offers the advantage that the spring also exerts a moment in the folded position of the panels, which promotes this folding position. This creates a stable suit, without the user having to exert an extra compressive force on it.

In een uitvoeringsvorm is de veer uitgevoerd als schroefveer. Daarbij kan de hartlijn van de schroefveer loodrecht op de parallel tegenover elkaar staande panelen staan.In one embodiment, the spring is designed as a coil spring. The center line of the coil spring can be perpendicular to the parallel opposite panels.

In een andere uitvoeringsvorm kan die hartlijn parallel aan de tegenover elkaar staande panelen verlopen.In another embodiment, that centerline may run parallel to the opposing panels.

In weer een andere uitvoeringsvorm is de veer U-vormig, waarbij de benen zijn bevestigd aan de L-vormige scharniervleugels en het lijfdeel aan de afstandhouder.In yet another embodiment, the spring is U-shaped, with the legs attached to the L-shaped hinge wings and the body portion to the spacer.

De uitvinding wordt nader toegelicht in de hier-onderstaande figuurbeschrijving van een tweetal uitvoerings-voorbeelden. In de tekening toont: fig. 1 een perspectivisch aanzicht van een vouwwand volgens de uitvinding, fig. 2a een perspectivisch aanzicht van een deel van de vouwwand uit fig. 1 voorzien van een schroefveer met horizontaal liggende hartlijn, fig. 2b een schematisch bovenaanzicht van de vouwwand volgens de uitvinding, opgebouwd uit modules, fig. 3 een bovenaanzicht van de eerste uitvoeringsvorm volgens fig. 2, waarin schematisch de veerwerking is weergegeven, fig. 4 een met fig. 2 overeenkomend perspectivisch aanzicht van een tweede uitvoeringsvorm, waarvan de schroefveer een staande hartlijn heeft, fig. 5 een vooraanzicht van een afstandhouder met scharniervleugels en daartussenin aangebrachte derde uitvoeringsvorm van een veer, fig. 6a, b, c telkens een schematisch bovenaanzicht van de afstandhouder met scharniervleugels en daartussen aangebrachte veer in een drietal werkstanden, fig. 7 met fig. 5 overeenkomend vooraanzicht van een afstandhouder met vleugelscharnieren en vierde uitvoeringsvorm van een veer.The invention is further elucidated in the figure description below of two exemplary embodiments. In the drawing: fig. 1 shows a perspective view of a folding wall according to the invention, fig. 2a shows a perspective view of a part of the folding wall from fig. 1 provided with a helical spring with horizontal axis, fig. 2b a schematic top view of the folding wall according to the invention, built up from modules, fig. 3 a top view of the first embodiment according to fig. 2, in which the spring action is schematically shown, fig. 4 a perspective view corresponding with fig. 2, of which the coil spring Fig. 5 has a standing center line, Fig. 5 shows a front view of a spacer with hinge wings and a third embodiment of a spring arranged in between, Fig. 6a, b, c in each case a schematic top view of the spacer with hinge wings and spring arranged between them in three working positions, Fig. 7 front view corresponding with fig. 5 of a spacer with wing hinges and fourth embodiment shape of a feather.

Met het cijfer 1 is een vouwwand aangegeven, die een opening 2 van een gebouw dient af te sluiten.The number 1 indicates a folding wall, which must close an opening 2 of a building.

De vouwwand bestaat uit een tweetal rijen van aan elkaar grenzende panelen 3, 4, welke onderling scharnierend met elkaar zijn verbonden langs hun staande zijrand 5. Daartoe kunnen willekeurige scharnieren zijn toegepast, bijvoorbeeld kunststof scharnieren, welke zich over de gehele lengte van de zijrand 5 uitstrekken, pianoscharnieren of andersoortige. De scharnieren zijn afwisselend aan de binnen- respectievelijk buitenzijde tussen de panelen aangebracht, zodanig dat de panelen zig-zag-vormig tegen elkaar kunnen worden geslagen.The folding wall consists of two rows of adjoining panels 3, 4, which are hinged to each other along their upright side edge 5. For this purpose, arbitrary hinges can be used, for instance plastic hinges, which extend over the entire length of the side edge 5 extension, piano hinges or other. The hinges are arranged alternately on the inside and outside, respectively, between the panels, such that the panels can be zigzagged together.

In de in fig. 1 getoonde uitvoeringsvorm is langs de bovenzijde van de vouwwand een looprail 6 aangebracht, dat tegen een niet getoonde plafondconstructie dient te worden bevestigd. Deze loop- of geleiderail is in dwarsdoorsnede een kokerprofiel, zie fig. 2, zodanig dat langs de onderflenzen 7 daarvan rails worden gevormd voor het geleiden van loopwagens 8 met loopwielen 9.In the embodiment shown in Fig. 1, a running rail 6 is arranged along the top of the folding wall, which must be fixed against a ceiling construction not shown. This cross section or guide rail is a box section in cross section, see Fig. 2, such that rails are formed along its lower flanges 7 for guiding carriages 8 with running wheels 9.

Tussen de twee tegenover elkaar staande panelen zijn afstandhouders 10 aangebracht, die scharnierend bij 11 met L-vormige scharniervleugels 12 zijn verbonden. De L-vormige scharniervleugels zijn bevestigd op de binnenzijde van het paneel.Spacers 10 are provided between the two opposing panels, which are hingedly connected at 11 to L-shaped hinge wings 12. The L-shaped hinge wings are mounted on the inside of the panel.

Hoewel niet in fig. 2 getoond, wordt bekend verondersteld, dat er een aantal afstandhouders 10 boven elkaar langs de naar elkaar toegerichte zijranden van de tegenover elkaar liggende panelen zijn aangebracht. De bovenste af-standhouders 10 zijn via een ophangpen 13 met de loopwagen 8 verbonden.Although not shown in Fig. 2, it is known that a number of spacers 10 are arranged one above the other along the facing side edges of the opposing panels. The top spacers 10 are connected to the carriage 8 via a suspension pin 13.

Aan de onderzijde van de bovenste en/of daaronder gelegen afstandhouders is een schroefveer 14 aangebracht, waarvan de uiteinden aangrijpen op bevestigingsogen 15 van de L-vormige scharniervleugels 12.At the bottom of the top and / or below spacers a coil spring 14 is arranged, the ends of which engage on fixing eyes 15 of the L-shaped hinge wings 12.

Op telkens het paneel is aan de binnenzijde langs de bovenrand daarvan een kantelorgaan 16 aangebracht, welke bestaat uit een op het vlak van het paneel staande arm 17, waaraan vrij draaibaar een rol 18 is aangebracht.On each side of the panel, on the inside along the top edge thereof, a tilting member 16 is provided, which consists of an arm 17 standing on the plane of the panel, to which a roller 18 is rotatable.

De werking van het vlaktrekmechanisme is nader toegelicht in fig. 3.The operation of the flattening mechanism is further explained in Fig. 3.

Bij het vlaktrekken zal de veer 14 een kracht uitoefenen op de L-vormige scharniervleugels 12, waarvan de krachtlijn terzijde van de scharnieren 11 van de afstandhouder 10 liggen. Hierdoor zal een moment op de scharniervleugels 12 worden uitgeoefend, welke het daaraan verbonden paneel 3 naar elkaar toe zal willen bewegen, totdat deze parallel aan elkaar staan. Dankzij het kantelelement 16 wordt de juiste afstand daartussen gehandhaafd, zodat de tegenover elkaar staande panelen exact parallel aan elkaar komen te liggen.When flattening, the spring 14 will exert a force on the L-shaped hinge wings 12, the axis of force of which lies to the side of the hinges 11 of the spacer 10. As a result, a moment will be exerted on the hinge wings 12, which will want to move the associated panel 3 towards each other until they are parallel to each other. Thanks to the tilting element 16, the correct distance between them is maintained, so that the opposing panels come to lie exactly parallel to each other.

In de met onderbroken lijn getekende stand van de veer 14 onder in fig. 3 is het paneel 3 naar buiten gespreid, zodat de krachtlijn van de veer 14 voorbij de scharnierlijnen 11 komt, waardoor een moment op de scharniervleugels 12 wordt uitgeoefend en derhalve op paneel 3, welke naar buiten wijst, waardoor de panelen in de richting van de pijl PI worden gedwongen.In the position of the spring 14 drawn in broken line at the bottom of Fig. 3, the panel 3 is spread outwards, so that the force line of the spring 14 extends beyond the hinge lines 11, whereby a moment is exerted on the hinge wings 12 and therefore on the panel 3, which points outwards, forcing the panels in the direction of the arrow PI.

De gebruiker behoeft derhalve slechts de panelen voorbij het dode punt van de scharnierlijnen 11 te brengen, waardoor het volledig opklappen van de panelen tot een pakket wordt vergemakkelijkt respectievelijk het volledig uittrekken van de panelen tot in de parallelle stand automatisch plaatsvindt.The user therefore only needs to bring the panels beyond the dead center of the hinge lines 11, which facilitates the complete folding up of the panels into a package, respectively, and the complete extension of the panels into the parallel position takes place automatically.

Het vanuit de vlakgetrokken stand brengen van de panelen naar de opgeklapte stand kan zeer worden vergemakkelijkt door het koppaneel 20 in fig. 1 uit te voeren met een handgreep 21, zodat de gebruiker de koppanelen uit elkaar kan trekken. Door dit spreiden zal de trekveer bij de aangrenzende panelen 4 de scharnierrand in de richting van de rail 6 trekken, hetgeen tot gevolg heeft dat de volgende panelengroep 4 om kantelorgaan 16 verzwenkt, waardoor de telkens volgende panelen een hoekstand ten opzichte van elkaar gaan innemen, hetgeen het opduwen van de panelen tot in de opgeklapte stand bevordert.Bringing the panels from the flattened position to the folded-up position can be greatly facilitated by designing the head panel 20 in fig. 1 with a handle 21, so that the user can pull the head panels apart. As a result of this spreading, the tension spring at the adjacent panels 4 will pull the hinge edge in the direction of the rail 6, as a result of which the next panel group 4 pivots about tilting member 16, so that the successive panels will assume an angular position relative to each other, which promotes pushing the panels into the folded-up position.

Fig. 4 laat een alternatieve uitvoeringsvorm zien, waarbij de schroefveer 14' is uitgevoerd met een tweetal armen 22, die onverdraaibaar op pennen 23 van een steun 24 zijn bevestigd. De steunen 24 zijn aan de binnenzijde van het panelenpaar 4 aangebracht. De afstandhouder 10 is weer via een tweetal schamierpennen 11 met bijbehorende schar-niervleugels 12 aan een pianoscharnier 5 tussen de aangrenzende panelen 4, 3 bevestigd.Fig. 4 shows an alternative embodiment, in which the coil spring 14 'is provided with two arms 22, which are mounted non-rotatably on pins 23 of a support 24. The supports 24 are arranged on the inside of the panel pair 4. The spacer 10 is again attached to a piano hinge 5 between the adjacent panels 4, 3 via two hinge pins 11 with associated hinge wings 12.

De schroefveer 14 heeft een hartlijn, welke zich parallel tussen de panelen 4 uitstrekt en verzorgt bij de in fig. 4 getekende stand een naar binnen gericht moment van de panelen 4 op de scharnierlijn 11. Daardoor worden de panelen 4 parallel aan elkaar vlakgetrokken. Bij het naar buiten zwenken van de panelen 4 zal de veer 14' aanvankelijk deze beweging willen tegenwerken, totdat weer het dode punt rond de scharnieren 11 is bereikt, en het opklappen in de hiervoor geschetste zin volgens fig. 3 wordt vergemakkelijkt.The coil spring 14 has a center line which extends parallel between the panels 4 and, in the position shown in Fig. 4, provides an inward moment of the panels 4 on the hinge line 11. As a result, the panels 4 are flattened parallel to each other. When the panels 4 are pivoted outwards, the spring 14 'will initially want to counteract this movement, until the dead center around the hinges 11 is again reached, and folding up in the sense outlined above according to Fig. 3 is facilitated.

Fig. 5 laat een derde uitvoeringsvorm zien van een veerelement, dat tussen de scharniervleugels werkzaam is.Fig. 5 shows a third embodiment of a spring element acting between the hinge wings.

Het veerelement is hier uitgevoerd in hoofdzaak als een U-vormige torsieveer, waarbij de benen 30 zijn verbonden met de scharniervleugels 12 middels een oog 31.The spring element here is designed essentially as a U-shaped torsion spring, the legs 30 being connected to the hinge wings 12 by means of an eye 31.

Het lijf 32 van het veerelement is draaibaar verbonden met een aangevormde bus 33 op de scharnierplaat of afstandhouder 10. Tussen de benen 30 en het lijf 33 van het veerelement is een schroeflijngevormde wikkeling aangebracht. Deze wikkeling heeft een hartlijn die loodrecht staat op de scharnierplaat 10.The body 32 of the spring element is rotatably connected to a molded sleeve 33 on the hinge plate or spacer 10. A helically-shaped winding is arranged between the legs 30 and the body 33 of the spring element. This winding has a center line perpendicular to the hinge plate 10.

Het veerelement zal bij het uit- en invouwen van de vouwwand een naar binnen gerichte kracht uitoefenen op de scharniervleugels 12, een en ander conform de schroefveer 14 volgens fig. 2.When the folding wall is unfolded and folded in, the spring element will exert an inwardly directed force on the hinge wings 12, all this in accordance with the coil spring 14 according to Fig. 2.

Een en ander is getoond in fig. 6a, b en c, waarbij de diverse standen van de scharniervleugels 12 zijn ge- tekend, met bijbehorende standen van de benen 30 van het veervormig element.All this is shown in Figs. 6a, b and c, in which the various positions of the hinge wings 12 are shown, with corresponding positions of the legs 30 of the spring-shaped element.

Fig. 6a toont de toestand dat de vleugels 12 parallel aan elkaar verlopen, waarbij de benen 30 de naar binnen gerichte kracht uitoefenen teneinde de vlaktrekkende werking op de vouwwand te verzorgen.Fig. 6a shows the condition that the wings 12 run parallel to each other, the legs 30 exerting the inwardly directed force to provide the flattening action on the folding wall.

Bij het openvouwen volgens fig. 6b zullen op een goed moment de vleugels 12 een zodanige stand hebben dat de benen 30 van het veerelement zo wijd mogelijk zijn gespreid. Bij het passeren van dit punt volgens fig. 6b zullen de benen weer naar elkaar toe kunnen bewegen, tot in de stand volgens fig. 6c, waarin de vouwwandpanelen geheel gespreid en in eikaars verlengde staan, waarbij de vouwwand geheel open is gedrukt. Ook hier verzorgt het U-vormige veerelement een naar binnen gerichte kracht op de ogen 31 respectievelijk de scharniervleugels 12, welke vanwege het versprongen draaipunt van het scharnier een anti-klokrichtingmoment uitoefenen en derhalve de panelen gespreid houden.When unfolded according to Fig. 6b, the wings 12 will at a good time have such a position that the legs 30 of the spring element are spread as widely as possible. When passing this point according to Fig. 6b, the legs will be able to move together again, to the position according to Fig. 6c, in which the folding wall panels are fully spread and extended in each other, whereby the folding wall is pressed open completely. Here too, the U-shaped spring element provides an inwardly directed force on the eyes 31 and the hinge wings 12, which exert an anti-clockwise moment due to the offset pivot point of the hinge and therefore keep the panels spread.

Fig. 7 toont een alternatieve uitvoeringsvorm van het U-vormig veerelement, waarbij de schroeflijnwikkelingen in de overgang tussen het been 30 en het lijf 33 zijn weggelaten. De werking van deze U-vormige veer is identiek aan die volgens fig. 5.Fig. 7 shows an alternative embodiment of the U-shaped spring element, in which the helical windings in the transition between the leg 30 and the body 33 are omitted. The operation of this U-shaped spring is identical to that of fig. 5.

In het algemeen kan de vouwwand volgens alle figuren zijn uitgevoerd in een modulaire opbouw. Dat wil zeggen dat elke module bestaat uit een viertal panelen, welke aan elkaar zijn verbonden met die rand, welke naar de afstandhouder respectievelijk scharnier en trekveer is gericht. Een en ander is getoond in fig. 2b. Het voordeel van een dergelijke modulaire opbouw is dat de buitenzijde van de panelen, welke tijdens transport van fabriek naar de plaats van bestemming zijn verpakt beschermd liggen, omdat de panelen vlak tegen elkaar liggen met de buitenzijde tegen elkaar aan. Het opbouwen van de vouwwand kan modulair plaatsvinden, dat wil zeggen dat na het aanbrengen van een eerste stel panelen, zie halve module 35 in fig. 2b, vervolgens telkens een module van vier panelen aan de bovenrail kunnen worden opgehangen. De naar buiten gerichte randen kunnen vervolgens door een koppelscharnierstrook 36, zie fig. 2a aan elkaar worden verbonden. Zodoende kan met een aantal modules 36 volgens fig. 2b een totale vouwwand op eenvoudige wijze tot stand worden gebracht, waarbij de montagewerkzaamheden op de plaats van bestemming tot een minimum is beperkt.In general, the folding wall according to all figures can be of a modular construction. That is to say that each module consists of four panels, which are connected to each other with that edge, which is directed towards the spacer hinge and tension spring respectively. All this is shown in Fig. 2b. The advantage of such a modular construction is that the outside of the panels, which are packaged during transport from the factory to the place of destination, are protected, because the panels lie flat against each other with the outside against each other. The folding wall can be built up in a modular manner, that is to say that after the installation of a first set of panels, see half module 35 in Fig. 2b, a module of four panels can then be suspended from the top rail. The outwardly directed edges can then be joined together by a coupling hinge strip 36, see Fig. 2a. Thus, with a number of modules 36 according to Fig. 2b, a total folding wall can be realized in a simple manner, wherein the assembly work at the destination is limited to a minimum.

Binnen het kader van de uitvinding zijn andere uitvoeringsvormen mogelijk.Other embodiments are possible within the scope of the invention.

Claims (9)

1. Vouwwand bestaande uit op afstand van en parallel aan elkaar opgestelde, door een gemeenschappelijke looprail geleide rijen van onderling scharnierend aan elkaar verbonden panelen, waarbij tussen paren tegenover elkaar staande panelen een of meer afstandhouders scharnierend zijn aangebracht, met het kenmerk, dat ten minste een veerelement met de tegenover elkaar staande panelen van een paar is verbonden, waarbij een tegen de rail afsteunend kantelorgaan op elk paneel is aangebracht.Folding wall consisting of rows of mutually hingedly interconnected panels guided at a distance from and parallel to one another by a common running rail, wherein one or more spacers are hinged between pairs of opposing panels, characterized in that at least a spring element is connected to the opposing panels of a pair, with a tilting member resting against the rail on each panel. 2. Vouwwand volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de afstandhouder is voorzien van aan weerszijden daarvan scharnierend aangebrachte scharniervleugels, elk waarvan op een paneel van het paar is bevestigd.Folding wall according to claim 1, characterized in that the spacer is provided with hinge wings arranged hinged on either side thereof, each of which is mounted on a panel of the pair. 3. Vouwwand volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de veer tussen de scharniervleugels van een afstand-houder is aangebracht.Folding wall according to claim 2, characterized in that the spring is arranged between the hinge wings of a spacer. 4. Vouwwand volgens conclusie 2 en 3, met het kenmerk, dat de scharniervleugel in dwarsdoorsnede L-vormig is.Folding wall according to claims 2 and 3, characterized in that the hinge wing is L-shaped in cross section. 5. Vouwwand volgens een der conclusies 1 t/m 4, met het kenmerk, dat het veerelement is uitgevoerd als schroef-veer.Folding wall according to one of Claims 1 to 4, characterized in that the spring element is designed as a helical spring. 6. Vouwwand volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de hartlijn van de schroefveer loodrecht op de tegenover elkaar liggende staande panelen staat, indien deze panelen parallel aan elkaar zijn gericht.Folding wall according to claim 5, characterized in that the center line of the coil spring is perpendicular to the opposite standing panels, if these panels are parallel to each other. 7. Vouwwand volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de veer een U-vormige torsieveer is en de benen daarvan aan de scharniervleugels zijn bevestigd, en het lijfdeel aan de afstandhouder.Folding wall according to claim 3, characterized in that the spring is a U-shaped torsion spring and its legs are attached to the hinge wings, and the body part to the spacer. 8. Vouwwand volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de U-vormige veer is voorzien van een of meer schroefgangen in de overgang van lijfdeel naar been.Folding wall according to claim 7, characterized in that the U-shaped spring is provided with one or more screw threads in the transition from body part to leg. 9. Vouwwand volgens een der voorgaande conclusies, welke is opgebouwd uit modulen, bestaande uit ten minste vier onderling vooraf aan elkaar verbonden panelen, met het kenmerk, dat de panelen met de naar de vlaktrekveer gerichte staande rand met elkaar scharnierend zijn verbonden, ter vorming van een kruisvormige module.Folding wall according to any one of the preceding claims, which is built up of modules, consisting of at least four mutually pre-connected panels, characterized in that the panels are hingedly connected to each other with the upright edge facing the flat tension spring, to form of a cross-shaped module.