NL9300216A

NL9300216A - Houder-dekselsamenstel.

Info

Publication number: NL9300216A
Application number: NL9300216A
Authority: NL
Original assignee: Pharmachemie Bv
Priority date: 1993-02-03
Filing date: 1993-02-03
Publication date: 1994-09-01
Also published as: NO940329L; EP0609955B1; CA2114864A1; DE69409846T2; CA2114864C; FI940505A; ATE165577T1; ES2115150T3; FI940505A0; NO940329D0; DK0609955T3; JPH07132955A; DE69409846D1; EP0609955A1

Description

Houder-dekselsamenstel.

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een houder-deksel-samenstel, waarbij de houder omvat een opening voorzien van middelen voor het aangrijpen van het deksel, waarbij het deksel voorzien is van met de middelen samenwerkende organen, waarbij op ten minste een zijde van het deksel kracht uitgeoefend moet worden om dit te openen. Een dergelijk samenstel is in de stand der techniek algemeen bekend. Dergelijke houders worden bijvoorbeeld gebruikt voor het verpakken van produkten waarvan het onwenselijk is dat deze in kinderhanden vallen. Voorbeelden daarvan zijn de gezondheid beïnvloedende chemicaliën zoals medicijnen. Anderzijds moet bij ontwerp van kinderveilige sluitingen voor medicijnverpakkingen er steeds aan gedacht worden dat ook geriatrische patiënten in staat moeten zijn dergelijke verpakkingen te openen.

In de praktijk betekent dit dat dergelijke afsluitingen voor verpakkingen zodanig uitgevoerd moeten zijn dat na het eenmaal voordoen de betreffende groep kinderen niet in staat is deze handeling te reproduceren terwijl een minder begaafde patiënt daar wel toe in staat is, In de stand der techniek werden voor verpakkingen van medicijnen tot nu toe blisterverpakkingen gebruikt. Hoewel deze verpakkingen gebruiksvriendelijk zijn kleven daaraan steeds zwaarder wordende milieubezwaren. De verpakkingen zijn niet opnieuw te gebruiken en bestaan uit een moeilijk te recyclen laminaat van een drager die al dan niet gealuminiseerd is waarop een kunststoffolie aangebracht is en waartussen holten begrensd worden voor het opnemen van de medicijnen.

Het is het doel van de onderhavige uitvinding in een kinderveilig houder-dekselsamenstel te voorzien dat eenvoudig hervulbaar is.

Dit doel wordt bij een hierboven beschreven samenstel verwezenlijkt doordat het deksel omvat een buiten de omtrekscontour daarvan beweegbare aangrijplip, welke lip ter plaatse van de zijde waar de openingskracht uitgeoefend moet worden uit het deksel beweegbaar is, en doordat deze lip bij die zijde het enige aangrijppunt van het deksel vormt indien het deksel op de houder aangebracht is. Aan de uitvinding ligt het inzicht ten grondslag het deksel en de houder zodanig uit te voeren dat in de gesloten positie van het deksel een glad doorlopend geheel met de houder verkregen wordt. Indien het deksel bijvoorbeeld door snappen aan de houder bevestigd is, is wegens het ontbreken van aangrijppunten het niet mogelijk het deksel van de houder te verwijderen. Pas door het naar buiten bewegen van de lip ten opzichte van het deksel ontstaat een aangrijp- punt. Dit betekent dat twee handelingen noodzakelijk zijn om het produkt uit de houder te nemen. Ten eerste moet de lip uit de houder bewogen worden en vervolgens moet op de lip aangegrepen worden om het deksel te kunnen openen. Gebleken is dat jonge kinderen in het algemeen niet in staat zijn een dergelijke gecombineerde handeling uit te voeren terwijl geriatrische patiënten in het algemeen daartoe wel in staat zijn.

4

Maximaal effect van het aangrijppunt op de lip wordt verkregen indien de lip in een richting loodrecht op de openingsrichting van het deksel beweegbaar is.

Om de lip naar buiten te bewegen ten opzichte van het deksel zijn volgens de uitvinding bedieningsmiddelen aanwezig. Deze kunnen alle in de stand der techniek bekende constructies omvatten. Daarbij kan in het algemeen onderscheid gemaakt worden tussen constructies waarbij de lip na het loslaten van de bedieningsmiddelen steeds automatisch terugkeert naar de uitgangspositie, dat wil zeggen naar de positie waarin het deksel en de houder een vloeiend geheel vormen in de gesloten toestand, en constructies waarbij na aangrijping op de bedieningsmiddelen een afzonderlijke handeling nodig is om de lip weer binnen het vlak van het deksel te bewegen. Deze laatste uitvoering is van belang indien bijvoorbeeld medicijnen aan willekeurige groepen mensen verkocht worden en tijdens het traject tussen verkoop en eerste gebruik het risico bestaat dat kinderen bij de verpakking kunnen komen. Indien echter een dergelijk houder/dek-selsamenstel voor oudere patiënten gebruikt wordt waarbij de aanwezigheid van kinderen onwaarschijnlijk is, kan een dergelijke sluiting in de onveilige positie blijven staan. Indien noodzakelijk kan door extra bediening altijd naar de veilige positie teruggekeerd worden. De eerste uitvoering is van belang indien steeds de aanwezigheid van kinderen reëel te achten is zodat altijd de beveiliging in werking moet treden. Een voorbeeld van een dergelijke eerste uitvoering is die waarbij de bedieningsmiddelen omvatten een verlenging van de lip liggend nabij de bovenzijde van het deksel waarbij het deksel van een opening voorzien is voor het aangrijpen van die verlenging. Daarbij is die verlenging bij voorkeur in onbelaste toestand gekromd uitgevoerd en zodanig in het deksel aangebracht dat deze naar buiten steekt. Door het op de kromming drukken zal de verlenging van de lip recht worden en op deze wijze de lip uit de zijde van het deksel bewegen.

Een mogelijkheid waarbij afsluiting van het deksel in niet vergrendelde toestand verwezenlijkt kan worden is die waarbij de bedieningsmiddelen omvatten een met de lip verbonden nok, waarbij de nok en lip ver- schuifbaar in respectievelijke sleuven in het deksel opgenomen zijn. Daarbij is een blokkeer/stuurmechanisme voor de nok bij voorkeur aanwezig. Een dergelijk blokkeer/stuurmechanisme kan een van aangrijporganen voorziene draairing omvatten aangebracht in de bovenzijde van het deksel waarvan de onderzijde als curveschijf is uitgevoerd die op de nok aangrijpt. Door het draaien van de draairing kan een positie verwezenlijkt worden waarbij de nok en zo de lip verplaatsbaar zijn. Om die positie aan te geven kunnen aanduidingen op zowel de bovenzijde van het deksel als de draairing aanwezig zijn.

Bij voorkeur is onder de bedieningsmiddelen een verder dekselvlak aanwezig dat samen met de randen van het deksel in de eigenlijke afdichting voorziet. Met name voor gevoelige produkten zoals medicijnen is afdichting ten opzichte van de omgeving van belang. Zoals hierboven aangegeven kan de bevestiging van het deksel aan de houder door snappen plaatsvinden. Om verlies van het deksel te vermijden is het deksel bij voorkeur een schamierdeksel. Daarbij ligt het scharnier tegenover de zijde waaruit de lip beweegbaar is.

Om het deksel op verschillende soorten houders aan te kunnen brengen zonder daarvoor aparte uitvoeringen te moeten vervaardigen, maakt volgens een voorkeursuitvoering van de uitvinding het scharnier deel uit van een met het deksel eendelige omtreksrand, die van middelen voor permanente bevestiging aan de houder voorzien is. Bij produktie wordt een dergelijke omtreksrand bijvoorbeeld door snappen permanent met de houderhals verbonden terwijl het deksel via een filmscharnier met die houderrand verbonden is.

De uitvinding zal hieronder nader aan de hand van enkele in de tekening afgeheelde uitvoeringsvoorbeelden verduidelijkt worden. Daarbij toont:

Fig. 1 in perspectivisch aanzicht een eerste uitvoering van het houder-dekselsamenstel volgens de uitvinding;

Fig. 2 opengewerkt schematisch de opbouw van de bovenzijde van het houder-dekselsamenstel volgens fig. 1;

Fig. 3 en 3a details van de grendelconstructie volgens de uitvoering volgens fig. 1, waarbij in fig. 3 het deksel in gesloten positie in doorsnede op de houder getoond is;

Fig. 4 het houder-dekselsamenstel volgens fig. 3 in geopende positie;

Fig. 5 een tweede uitvoering in perspectivisch aanzicht van een houder-dekselsamenstel volgens de uitvinding;

Fig. 6 het houder-dekselsamenstel volgens fig. 5 in doorsnede in gesloten positie; en

Fig. 7 het houder-dekselsamenstel in doorsnede volgens fig. 5 in geopende positie.

In fig. 1 is het houder-dekselsamenstel in het geheel met 1 aangege-νφη. Het bestaat uit een met 2 aangegeven houder voorzien van een opening 30, en een in het geheel met 3 aangegeven deksel. Zoals uit fig. 2 blijkt bestaat het deksel 3 uit een omtreksrand 31 waarmee via een filmscharnier 18 dekseldeel 32 verbonden is. Uit fig. 3 blijkt dat het dekseldeel een bovenvlak 4 en een benedenvlak 5 heeft. Daartussen is een ruimte begrensd voor het opnemen van een lip 6 die in en uit het deksel kan bewegen zoals bij vergelijking van fig. 3 en 4 blijkt. Op lip 6 is een nok 7 aangebracht. Tussen bovenvlak 4 en benedenvlak 5 is een draairing 8 aangebracht die zoals uit fig. 3a blijkt voorzien is van een sleuf 9· In fig. 3 is sleuf 9 aan de linker zijde van de tekening getoond zodanig dat nok 7 met de verhoging daarvan juist onder deze sleuf 9 kan bewegen. Draairing 8 is voorzien van aangrijporen 10. Om positionering van sleuf 9 zoals getoond in fig. 3 te verwezenlijken zijn markeringen 11 en 12 op respectievelijk de ring en het bovenvlak van het deksel aanwezig zoals uit fig. 1 blijkt. Het dekseldeel 32 is voorzien van een afdichtrand 13 die zoals uit fig. 3 blijkt snapt in een overeenkomstige opname 14 van de houder. In de houder is bovendien een omtreksgroef 15 aangebracht waarin een uitsteeksel 16 valt van omtreksrand 31· Zoals uit fig. 1 blijkt vormen de voorzijde 19 van het deksel en de voorzijde 20 van de houder een glad geheel.

De in de fig. 1-4 getoonde constructie werkt als volgt:

Bij produktie worden houders met verschillende afmetingen vervaardigd waarvan echter de hals van opening 30 steeds hetzelfde is. Daardoor kan op verschillende houders steeds dezelfde omtreksrand 31 gesnapt worden waarbij het uitstekende deel 16 in omtreksgroef 15 van de houder grijpt. Het deksel is met behulp van scharnier 18 verbonden met deze omtreksrand. Indien het deksel dichtgesnapt is, hetgeen met behulp van samenwerking van de delen 13 en 14 verwezenlijkt wordt, ontstaat zoals uit fig. 1 blijkt bij naar binnen bewogen lip 6 een gladde overgang tussen de voorvlakken 19 en 20. Daardoor is het voor de (jeugdige) gebruiker niet mogelijk het deksel van de houder te bewegen. De aangrijpkracht tussen het dekseldeel 32 en de houder is daarvoor te groot. Indien het deksel geopend moet worden is het noodzakelijk lip 6 naar buiten te bewegen in de in fig. 4 getoonde positie. In die positie is het mogelijk onder lip 6 te drukken zodat het deksel alsnog geopend wordt. Lip 6 kan uitsluitend naar buiten bewogen worden door het uit de positie volgens fig. 1 en 3 naar links bewegen van nok 7· Deze beweging naar links van nok 7 wordt in alle gevallen belemmerd door draairing 8 behalve in het geval waarin sleuf 9 naar links bewogen is, d.w.z. in de positie waarin aanduidingen 11 en 12 juist voor elkaar staan. Na het uitnemen van een 4 produkt uit de houder kan de gebruiker al dan niet kiezen voor het weer vergrendelen van het deksel door het naar binnen bewegen van de lip en het draaien van de draairing.

In fig. 5"7 is een tweede uitvoering van de uitvinding afgebeeld. Daarbij is eveneens een houder 2 aanwezig voorzien van een thans met 23 aangegeven deksel. Het deksel bestaat eveneens uit een omtreksrand en een eigenlijk dekseldeel. De omtreksrand 31 is hetzelfde uitgevoerd als bij de hierboven beschreven uitvoering terwijl het dekseldeel met 33 aangegeven is. Het dekseldeel 33 is via scharnier 28 met de omtreksrand 31 verbonden. Het dekseldeel 33 bevat zoals hierboven een bovenvlak 24 en een benedenvlak 25 waartussen een lip 22 aanwezig is. In het bovenvlak is een opening 27 aanwezig. De lip is verlengd met een gekromd deel 29 dat door opening 27 steekt. Ter plaatse van de kromming is het bovenvlak van het deksel van opstaande randen 26 voorzien.

De hierboven beschreven constructie werkt als volgt:

Uitgaande van de gesloten positie afgebeeld in fig. 6 dient de gebruiker door opening 27 kracht uit te oefenen op gekromd deel 29· Daardoor zal lip 22 naar buiten bewegen waardoor in een aangrijppunt voor het dekseldeel 33 voorzien wordt waarmee het dekseldeel van de houder verwijderd kan worden. Bij deze uitvoering zal na het loslaten van het gekromde deel 29 dit altijd terugveren naar de positie afgebeeld in fig. 6 zodat na het sluiten van het deksel steeds automatisch beveiliging gewaarborgd is.

Alhoewel de uitvinding hierboven aan de hand van twee voorkeursuitvoeringen beschreven is moet worden begrepen dat talrijke wijzigingen mogelijk zijn. Voor degenen bekwaam in de stand der techniek zal het duidelijk zijn dat het op vele wijzen mogelijk is uit een verhoudingsgewijs glad omtreksoppervlak met behulp van bedieningsmiddelen een lip of dergelijke naar buiten te bewegen waarmee het deksel geopend kan worden. Al dergelijke wijzigingen worden geacht binnen het bereik van de bijgevoegde conclusies te liggen.

Claims

1. Houder-dekselsamenstel (1), waarbij de houder (2) omvat een ope-ning (30) voorzien van middelen (14) voor het aangrijpen van het deksel (3. 23). waarbij het deksel (3. 23) voorzien is van met de middelen (14) samenwerkende organen (13). waarbij op ten minste een zijde (19) van het deksel kracht uitgeoefend moet worden om dit te openen, met het kenmerk, dat het deksel omvat een buiten de omtrekscontour daarvan beweegbare aangrijplip (6, 22), welke lip ter plaatse van de zijde (19) waar de openingskracht uitgeoefend moet worden uit het deksel beweegbaar is, en dat deze lip bij die zijde het enige aangrijppunt van het deksel vormt indien het deksel op de houder aangebracht is.

2. Houder-dekselsamenstel volgens conclusie 1, waarbij de lip in een richting loodrecht op de openingsrichting van het deksel beweegbaar is.

3. Houder-dekselsamenstel volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het deksel aan de bovenzijde van bedieningsmiddelen voor de lip voorzien is.

4. Houder-dekselsamenstel volgens conclusie 3. waarbij de bedieningsmiddelen omvatten een met die lip verbonden nok (7), waarbij de nok en lip verschuifbaar in respectievelijke sleuven in het deksel opgenomen zijn.

5. Houder-dekselsamenstel volgens conclusie 4, waarbij een blok-keer/stuurmechanisme voor de nok aanwezig is.

6. Houder-dekselsamenstel volgens conclusie 5. waarbij het blok-keer/stuurmechanisme omvat een van aangrijporganen (10) voorziene draai-ring (8) aangebracht in de bovenzijde van het deksel, waarvan de onderzijde als curveschijf is uitgevoerd, die op de nok aangrijpt.

7. Houder-dekselsamenstel volgens conclusie 6, waarbij op de draai-ring en/of het bovenvlak van het deksel aanduidingen (11, 12) voor de oriëntatie van de draairing ten opzichte van het deksel aanwezig zijn.

8. Houder-dekselsamenstel volgens conclusie 3· waarbij de bedieningsmiddelen omvatten een verlenging (29) van de lip liggend nabij de bovenzijde van het deksel, waarbij het deksel van een opening (27) voorzien is voor het aangrijpen van die verlenging.

9. Houder-dekselsamenstel, waarbij die verlenging van de lip een in onbelaste toestand gekromd deel is, dat zodanig in het deksel aangebracht is, dat de verlenging door de opening naar buiten gekromd is.

10. Houder-dekselsamenstel volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij onder de bedieningsmiddelen een verder dekselvlak (5) aanwezig is, dat verbonden is met afsluitmiddelen, die samenwerken met overeenkom- stige middelen in de houder.

11. Houder-dekselsamenstel volgens conclusie 10, waarbij die af-dichtmiddelen snappende afdichtmiddelen zijn.

12. Houder-dekselsamenstel volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij dat deksel een schamierdeksel is, en het scharnier ligt tegenover de zijde waaruit de lip beweegbaar is. «

13· Houder-dekselsamenstel volgens conclusie 12, waarbij het scharnier (26) deel uitmaakt van een met het deksel eendelige omtreksrand (31), die van middelen (15, 16) voor permanente bevestiging aan de houder voorzien is.