NL9202261A - Houder met deksel. - Google Patents

Description

HOPPER MET DEKSEL

De uitvinding heeft betrekking op een combinatie van een houder met een ronde mond en een die mond afsluitende deksel, welke houder omvat: een zich aan de buitenzijde bevindende verbreding; en een aantal zich in één met de mondopening evenwijdig vlak aan de buitenzijde bevindende oploopnokken; welke deksel omvat: een zich aan de binnenzijde bevindende, met de verbreding aan de buitenzijde van de houder snappend samenwerkende verbreding; en een aantal aan de binnenzijde aanwezige en zich met hun axiale onderste zöne tussen de nokken aan de buitenzijde van de houder bevindende nokken; zodanig dat de combinatie 1, 3 kan worden gemaakt door het met axiale druk op de houder aan brengen van de deksel en dat de deksel door draaien ten opzichte van de houder daarvan kan worden verwijderd.

Het voordeel van een dergelijke combinatie is, dat voor het vormen van de combinatie, na het vullen van de houder in de fabriek, de deksel door het uitoefenen van axiale druk op de houder kan worden geplaatst. De consument kan de combinatie openen door de deksel ten opzichte van de houder te roteren. De combinatie is in principe hersluitbaar. De consument kan daartoe de geopende houder weer door het uitoefenen van een axiale druk tussen houder en deksel sluiten.

Bijgaande figuur toont de combinatie van een houder 1 met een ronde mond 2 en een die mond 2 afsluitende deksel 3 met externe ribben 9.

De houder 1 omvat een zich aan de buitenzijde bevindende ringvormige verbreding 4 en een aantal zich in één met de mondopening 2 evenwijdig vlak aan de buitenzijde bevindende oploopnokken 5.

De deksel 3 omvat een zich aan de binnenzijde bevindende, met de verbreding 4 aan de buitenzijde van de houder 1 snappend samenwerkende verbreding 6, bijvoorbeeld een ring of een aantal ringvormig gerangschikte, naar binnen toe gerichte uitsteeksels, alsmede een aantal aan de binnenzijde aanwezige, zich met hun axiale onderste zone 7 tussen de nokken 5 aan de buitenzijde van de houder 1 bevindende nokken 8.

Zoals de figuur toont, kan de combinatie 1, 3 worden gemaakt door het met axiale druk op de houder 1 aanbrengen van de deksel 3 en kan de deksel 3 door draaien ten opzichte van de houder i daarvan worden verwijderd. De nokken 5 vertonen daartoe de in de figuur getoonde vloeiende vorm, die over een klein bereik een werking als van een schroefdraad geeft. De dimensionering dient zodanig te zijn, dat de onderste zöne 7 tijdens de rotatie van de deksel 3 een axiale verplaatsing geeft die voldoend groot is om de ring 6 aan de binnenzijde van de deksel 3 de verbreding 4 aan de houdermond 2 te laten passeren.

Bij het vormen van de combinatie is het praktisch van geen belang, welke de relatieve hoekpositie is van de deksel 3 en de houder 1. Tijdens de axiale aandrukking zal elke nok 8 zich een weg zoeken, waardoor hij uiteindelijk een positie inneemt tussen de nokken 5 in. Het zal duidelijk zijn, dat de hoekposities van de nokken 5 en 8 daartoe met elkaar dienen te corresponderen.

In principe is het aantal nokken 8 niet van belang. Het dient evenwel bij voorkeur minimaal 3 te bedragen.

Aan de bovenwand 10 van de houder 1 is aan de binnenzijde een lijmfolie 11 aangebracht, zodat een verzegelende werking van de deksel op de houder 1 is verzekerd.

De combinatie volgens de uitvinding heeft het grote voordeel, met technisch zeer eenvoudige middelen een aanzienlijke rationalisatie van de sluitbewerking van een houder mogelijk te maken, terwijl niettemin de verzegeling met zeer eenvoudige middelen kan worden gegarandeerd. Tevens kan de deksel door de snappende samenwerking met de houder een geringe massa bezitten, waardoor hij licht is en met minder materiaal kan worden vervaardigd.

Het verzegelfolie 11 kleeft op de rand van de houdermond 2. Na het voor de eerste keer openen van de houder 1 dient het folie 11 door de gebruiker eerst te worden verwijderd.

De nokken 5 kunnen deel uitmaken van de houder 1 of deel uitmaken van een aan de houder bevestigde ring. Het zal duidelijk zijn, dat deze ring tijdens het losdraaien van de deksel bestand moet zijn tegen de daarbij optredende krachten. In het bijzonder mag de ring met de nokken tijdens het losdraaien niet met de deksel meebewegen.

Claims (2)

1. Combinatie van een houder (1) met een ronde mond (2) en een die mond (2) afsluitende deksel (3), welke houder (1) omvat: een zich aan de buitenzijde bevindende verbreding (4) ; en een aantal zich in één met de mondopening evenwijdig vlak aan de buitenzijde bevindende oploopnokken(5); welke deksel (3) omvat: een zich aan de binnenzijde bevindende, met de verbreding (4) aan de buitenzijde van de houder (1) snappend samenwerkende verbreding (6); en een aantal aan de binnenzijde aanwezige en zich met hun axiale onderste zone (7) tussen de nokken (5) aan de buitenzijde van de houder bevindende nokken (8); zodanig dat de combinatie (1,3) kan worden gemaakt door het met axiale druk op de houder (1) aan brengen van de deksel (3) en dat de deksel (3) door draaien ten opzichte van de houder (1) daarvan kan worden verwijderd.

2. Combinatie volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de aan de houder aanwezige nokken deel uitmaken van een aan de houder bevestigde ring.