NL9201646A - Inrichting voor het vullen van containers met groente, fruit, of dergelijke kwetsbare produkten. - Google Patents

Description

Titel: Inrichting voor het vullen van containers met groente, fruit, of dergelijke kwetsbare produkten

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het in een container, zoals bijvoorbeeld een doos of container, onderbrengen van kwetsbare, in hoofdzaak continu aangevoerde produkten, zoals bijvoorbeeld fruit, groente of dergelijke, welke inrichting is voorzien van ten minste één vullijn, die is voorzien van een transporteur, die is ingericht voor het opnemen en het afgeven van de in hoofdzaak continu aangevoerde produkten.

Een dergelijke inrichting is bekend uit de Nederlandse octrooiaanvrage 90.01501. Bij de bekende inrichting dienen de containers handmatig op een kantelbare containerdrager te worden geplaatst. Dit heeft het bezwaar dat bij het verwijderen van de container de aanvoer van de produkten moet worden onderbroken. Bij continue aanvoer van produkten is dit een groot bezwaar omdat dan stuwing van de kwetsbare produkten op de transporteur optreedt. Een ander bezwaar van de inrichting is dat bij het wegen van de container met inhoud telkens het lege gewicht van de container moet worden afgetrokken van de gemeten waarde. Dit leidt derhalve tot een extra weging van het lege gewicht van de container alvorens met het vullen daarvan kan worden begonnen.

De uitvinding beoogt een inrichting van het in de aanhef vermelde type zonder de hierboven vermelde bezwaren, waarbij de valhoogte van de produkten tot een minimum beperkt blijft.

Hiertoe is de inrichting gekenmerkt doordat de vullijn verder is voorzien van een buffertransporteur voor de automatische aan- en afvoer van de containers, en een verticaal omhoog en omlaag beweegbare vulhouder, die is voorzien van verticaal opstaande wanden en een bodem met een afsluitbare stortopening, welke vulhouder is ingericht voor het opvangen van de, door de transporteur bij een aflevereinde daarvan afgeleverde produkten en het gecontroleerd uitstorten van de produkten in een zich op de buffertransporteur bevindende container, waarbij de inrichting is voorzien van een besturing, die is ingericht voor het in verticale richting positioneren van de vulhouder, dan wel vrijgeven van de stortopening, en wel zodanig dat de valhoogte van de produkten zowel bij het in de vulhouder afleveren als bij het vanuit de vulhouder in de container storten minimaal is.

Bij een aldus uitgevoerde inrichting worden de containers leeg aangevoerd, vervolgens via de vulhouder gevuld met produkten en gevuld weer afgevoerd. Deze handelingen worden automatisch, zonder menselijk ingrijpen uitgevoerd. Doordat de vulhouder in verticale richting beweegbaar is opgesteld vallen de door de transporteur afgeleverde produkten over een minimale hoogte. Wanneer de vulhouder een gewenst aantal, of gewicht aan produkten bevat of wanneer de produkten een gewenste vulhoogte in de container hebben bereikt, wordt de bodem van de vulhouder naar de bodem van de container gebracht en wordt de stortopening vrijgegeven. Tijdens het uitstorten van de produkten kan de vulhouder geleidelijk omhoog worden bewogen zodat de produkten gecontroleerd de vulhouder verlaten en in de container worden overgedragen. Bij het aldus ledigen van de vulhouder worden de produkten met een minimale valhoogte aan de container afgegeven. Een belangrijk voordeel is bovendien dat het niveau van de vulhouder via een besturing wordt gecontroleerd. Hierdoor kunnen de verschillende bewegingen geleidelijk en gecontroleerd worden uitgevoerd, hetgeen tot een minimale kans op beschadiging leidt van de in het algemeen kwetsbare produkten.

In nadere uitwerking van de uitvinding kan een naar de transporteur gekeerd verticaal wanddeel van de vulhouder zijn uitgevoerd als een afrolbare band die met één uiteinde is verbonden met de vulhouderbodem en met een ander uiteinde is verbonden met een wikkelrol, die onder transporteur is opgesteld, waarbij althans een deel van de afrolbare band zich in elke positie van de vulhouder uitstrekt vanaf de vulhouderbodem tot een, nabij een afvoereinde van de transporteur gelegen punt.

Bij een aldus uitgevoerde vulhouder kan de valhoogte van de produkten vanaf de band tot aan de bodem van de vulhouder tot een minimum worden beperkt. In tegenstelling tot har-monica-wanden of inschuifbare panelen wordt bij een als afrolbare band uitgevoerde zijwand de wand als het ware weggeklapt. Hierdoor kan de bodem van de vulhouder vrijwel tot aan het transportniveau van de transporteur worden gebracht.

Verder is het bijzonder gunstig wanneer, volgens een nadere uitwerking van de uitvinding, de wikkelrol aandrijfbaar is, en de mate van op- of afwikkeling van de afrolband op de wikkelrol de verticale positionering van de vulhouder bepaalt.

De als zijwand dienende, afrolband wordt hierbij tevens gebruikt als middel voor het in verticale richting positioneren van de vulhouder. Een aldus uitgevoerd mechanisme voor de verticale verplaatsing is op economische wijze te realiseren en neemt bovendien zeer weinig extra ruimte in beslag.

Volgens een nadere uitwerking van de uitvinding is de inrichting voorzien van met de besturing in verbinding staande meetmiddelen, waarbij de besturing is ingericht voor het, afhankelijk van de door de meetmiddelen gemeten gegevens, in verticale richting positioneren van de vulhouder, dan wel het vrijgeven van de stortopening.

Afhankelijk van het type meetmiddel dat wordt toegepast kan de vulhouder aan de hand van verschillende criteria worden gevuld.

Zo kunnen de meetmiddelen bijvoorbeeld zijn ingericht voor het meten van de vulhoogte van de produkten in de vulhouder.

Wanneer tijdens het vullen van de vulhouder de produkten een bepaalde vulhoogte hebben bereikt kan de besturing het commando geven voor het vrijgeven van de stortopening.

Dergelijke vulhoogte-meetmiddelen kunnen bijvoorbeeld zijn uitgevoerd als een reflectie-fotocel.

In een alternatieve nadere uitwerking van de uitvinding kunnen de meetmiddelen zijn ingericht voor het tellen van het aantal aan de vulhouder toegevoerde produkten.

Bij aldus uitgevoerde meetmiddelen geeft de besturing het commando voor het vrijgeven van de stortopening wanneer een vooraf bepaald aantal produkten in de vulhouder is gedeponeerd.

Dergelijke produkt-aantal bepalende meetmiddelen kunnen bijvoorbeeld zijn uitgevoerd als een bij het aflevereinde van de transporteur opgestelde fotocel die het aantal passerende produkten telt.

In een derde alternatieve nadere uitwerking van de uitvinding kunnen de meetmiddelen zijn ingericht voor het bepalen van het gewicht van de hoeveelheid zich in de vulhouder bevindende produkten.

Aangezien het gewicht van de vulhouder zelf bekend is en vast in de besturing kan worden opgenomen behoeft bij een aldus uitgevoerde inrichting slechts één meting te worden verricht voor het bepalen van het netto, zich in de vulhouder bevindende gewicht. Zoals hiervoor reeds besproken moeten bij de bekende inrichting telkens twee gewichtsmetingen worden verricht voor het bepalen van het netto gewicht van de zich in de container bevindende produkten.

Een constructief eenvoudige en goedkope oplossing voor het bepalen van het gewicht in de vulhouder, wordt volgens een nadere uitwerking van de uitvinding bereikt, wanneer de meetmiddelen zijn uitgevoerd als een koppelmeter, die is ingericht voor het meten van het koppel dat door de afrolbare band wordt uitgeoefend op de wikkelrol.

Ook voor de koppelmeter geldt dat deze weinig ruimte in beslag neemt.

Een principieel andere wijze voor het regelen van de verticale positionering van de vulhouder en het vrijgeven van de stortopening kan, volgens een nadere uitwerking van de uitvinding, worden bereikt doordat de besturing is voorzien van een ingang, via welke ingang van een andere inrichting, zoals bijvoorbeeld een sorteerinrichting, afkomstige gegevens betreffende het gewicht van elk toegevoerd individueel produkt invoerbaar zijn, waarbij de besturing is ingericht voor het, afhankelijk van de ingevoerde gegevens, in verticale richting positioneren van de vulhouder, dan wel vrijgeven van de stort-opening.

Bij een aldus uitgevoerde inrichting wordt gebruik gemaakt van toch al, in een andere inrichting, zoals bijvoorbeeld een sorteerinrichting, gemeten en opgeslagen gegevens. Hierdoor kunnen de hierboven beschreven meetmiddelen en de metingen die deze meetmiddelen dienen uit te voeren achterwege blijven.

Teneinde de stabiliteit van de vulhouder te vergroten kan de inrichting zijn voorzien van geleidemiddelen waarin de vulhouder in verticale richting omhoog en omlaag beweegbaar is opgesteld.

Bovendien kan de vulhouder zijn voorzien van een contragewicht dat althans een deel van het gewicht van de vulhouder compenseert. Hierdoor kan het vermogen van de aandrijving die de verticale verplaatsing van de vulhouder verzorgt tot een minimum worden beperkt.

Volgens een de nadere de voorkeur genietende uitwerking van de uitvinding is de inrichting voorzien van twee vullijnen, waarbij de inrichting zodanig bestuurbaar is dat tijdens het uitstorten van de ene vulhouder en de aan- en afvoer van een container bij de ene vullijn de andere vullijn de continu aangevoerde produkten verwerkt en vice versa.

Dit biedt het grote voordeel dat de in hoofdzaak continu aangevoerde produkten continu in één der vulhouders kan worden gestort. De continue aanvoer van produkten behoeft derhalve niet tijdelijk te worden opgehouden, waardoor stuwing van produkten wordt vermeden. Bovendien ontstaat hierdoor de mogelijkheid dat, wanneer de containers op gewicht worden afgevuld en wanneer het gewicht van de individuele produkten van te voren bekend is, van de ene op de andere vullijn wordt overgeschakeld op het moment dat het gewicht in de vulhouder het gewenste eindgewicht het dichtst heeft genaderd.

Teneinde de aan- en afvoer van de containers automatisch en bedrijfszeker te realiseren wordt de inrichting, vol- gens een nadere uitwerking van de uitvinding, gekenmerkt doordat de buffertransporteur is voorzien van een aanslag en ten minste één stroomafwaarts van de aanslag opgestelde, boven het buffertransporteur-transportvlak reikende rol, die een hogere omtrekssnelheid heeft dan de transportsnelheid van de buffertransporteur .

Wanneer een zich onder de vulhouder bevindende container, die tegen de aanslag aanligt, is gevuld wordt de aanslag weggetrokken en worden de containers door de buffertransporteur stroomafwaarts getransporteerd. De gevulde container wordt hierbij op de boven het buffertransporteur-transportvlak reikende rol geschoven. Doordat de betreffende rol een hogere omtrekssnelheid heeft dan de transportsnelheid van de buffertransporteur wordt de gevulde container ten opzichte van de navolgende containers vooruit getrokken. Hierdoor ontstaat er een ruimte tussen de gevulde container en de navolgende containers . In de aldus gevormde ruimte kan de aanslag weer omhoog worden bewogen zodat de volgende container in de vulpo-sitie wordt tegengehouden.

Ter verduidelijking van de uitvinding zal een uitvoe-ringsvoorbeeld van de inrichting, onder verwijzing naar de tekening, worden beschreven.

Fig. 1 is een schematisch zij-aanzicht van een uitvoe-ringsvoorbeeld van de inrichting bij aanvang van het vullen van de vulhouder; fig. 2 is een soortgelijk aanzicht als weergegeven in fig. 1, waarbij de vulhouder vrijwel volledig is gevuld met produkten; en fig. 3 is een boven-aanzicht van de in fign. 1 en 2 weergegeven inrichting, waarbij in bovendeel van de inrichting een deel van de transporteur is weggenomen.

Het weergegeven, de voorkeur genietende uitvoeringsvorm van de inrichting voor het in een container 15, zoals een kist of doos, onderbrengen van kwetsbare, in hoofdzaak continu aangevoerde produkten 1, zoals bijvoorbeeld fruit, groente of dergelijke, is voorzien van twee vullijnen A resp. B (zie fig.

3), die elk zijn voorzien van een transporteur 2, een vulhou-der 3 en een buffertransporteur 16. De transporteurs 2A, 2B sluiten elk met een opneemdeel aan op een produktaanvoerbron 25, die de produkten in hoofdzaak continu aanvoert. In het weergegeven geval wordt de produktaanvoerbron 25 gevormd door een sorteerband 25 van een verder niet weergegeven sorteerin-richting. De sorteerband 25 geeft de produkten 1, gesorteerd op kwaliteit of klasse af aan één van de twee transporteurs 2A, 2B die om beurten werkzaam zijn. De transporteurs 2A, 2B transporteren de produkten 1 elk naar een, in verticale richting beweegbaar opgestelde vulhouder 3A, resp. 3B. De produkten 1 rollen via een overloopplaat 4 in de vulhouder 3. De overloopplaat 4 kan eventueel zijn uitgevoerd als een in horizontale richting heen en weer beweegbare tong, zoals bekend uit de Nederlandse octrooiaanvrage 90.01501. De vulhouder 3 is voorzien van verticale zijwanden 5, 6 en een bodem met een afsluitbare stortopening. De afsluitbare stortopening wordt in het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld begrensd door de zijwanden 5 en is afsluitbaar met scharnierende kleppen 7, die via zuigers 23 en hefbomen 24 kunnen worden geopend en gesloten.

De naar de transporteur 2 toegekeerde verticale wand van de vulhouder 3 is uitgevoerd als een afrolbare band 8, die met één uiteinde is verbonden met een naar de transporteur 2 toegekeerde zijde 9 van de vulhouderbodem en met een ander uiteinde is verbonden met een wikkelrol 11, die onder transporteur 2 is opgesteld. In elke positie van de vulhouder 3 strekt althans een deel van de afrolbare band 8 zich uit vanaf de vulhouderbodem 9 tot een, nabij een afvoereinde van de transporteur gelegen punt 10. In het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld wordt de afrolband 8 over een, vlak onder het afvoereinde van de transporteur 2 opgestelde geleide rol 10 naar de wikkelrol 11 geleid. De wikkelrol 11 is aandrijfbaar via een motor 13. De vulhouder 3, waarvan het gewicht gedeeltelijk wordt gecompenseerd door een contragewicht 22 is, teneinde de stabiliteit daarvan te vergroten, in verticale richting geleid met behulp van rollen of sloffen 20, die zich in verticale geleidegoten 21 bevinden. Met behulp van motor 13 kan de vul-houder 3 in verschillende verticale posities worden gebracht. De motor 13 wordt bestuurd door een niet weergegeven besturing.

De besturing kan aan de hand van door meetmiddelen gemeten gegevens bepalen welke positie de vulhouder 3 moet aannemen en aan de hand daarvan de motor 13 aansturen.

De meetmiddelen kunnen bijvoorbeeld de vulhoogte in de vulhouder 3 meten. Dit kan worden gerealiseerd met behulp van een reflectie-fotocel.

In een alternatieve uitvoering kunnen de meetmiddelen het aantal aan de vulhouder 3 toegevoerde produkten 1 meten. Dit kan geschieden met behulp van een, bij het afvoereinde van de transporteur 2 opgestelde fotocel die het aantal passerende produkten meet.

Verder bestaat de mogelijkheid dat de meetmiddelen zijn ingericht voor het bepalen van het gewicht van de hoeveelheid 14, zich in de vulhouder 3 bevindende produkten 1.

Dit gewicht kan bijvoorbeeld worden bepaald met behulp van een koppelmeter die is opgenomen in de, met de wikkelrol 11 verbonden aandrijfas 12 van de motor 13. Het door de koppelmeter gemeten koppel is direkt gerelateerd aan het gewicht van de totale hoeveelheid produkten 1 dat zich in de vulhouder 3 bevindt.

Het is duidelijk dat een inrichting kan zijn uitgerust met meerdere typen meetmiddelen naast elkaar zodat naar wens gekozen kan worden voor verschillende vulcriteria.

De uitvinding biedt bovendien een principieel andere mogelijkheid voor het verkrijgen van gegevens aan de hand waarvan de besturing de verticale positionering van de vulhouder 3, dan wel het vrijgeven van de stortopening kan regelen. De besturing is hiertoe voorzien van van een ingang, via welke ingang van een andere inrichting, zoals bijvoorbeeld een sor-teerinrichting, afkomstige gegevens betreffende het gewicht van elk toegevoerd individueel produkt 1 invoerbaar zijn. Daarbij is de besturing ingericht voor het, afhankelijk van de ingevoerde gegevens, in verticale richting positioneren van de vulhouder 3, dan wel vrijgeven van de stortopening.

Derhalve kan, indien de inrichting wordt aangesloten op een andere inrichting, zoals bijvoorbeeld een sorteerin-richting, die de benodigde gegevens van de produkten 1 al heeft gemeten, bij de inrichting volgens de uitvinding worden afgezien van meetmiddelen. Dit levert een aanzienlijke besparing op bij de vervaardiging van een dergelijke inrichting. Bovendien kan aangezien het gewicht van de produkten van te voren bekend is op een zodanig moment van de ene A op de andere vullijn B worden overgeschakeld dat het gewenste vulge-wicht van de vulhouder 3 zo nauwkeurig mogelijk wordt benaderd. Doordat het gewicht van het toe te voeren produkt 1 vooraf bekend is kan worden bepaald of het toe te voeren produkt 1 het gewenste vulgewicht in de vulhouder 3 zal overschrijden. Afhankelijk daarvan kan de besturing dan het produkt 1 naar de ene of de andere vullijn A, resp. B sturen.

Het gebruik van twee vullijnen A, resp. B is bijzonder gunstig omdat de, in hoofdzaak continu aangevoerde produkten 1 ook continu kunnen worden verwerkt. Gedurende het uitstorten van de vulhouder 3, het verwijderen van de gevulde container 15 en het plaatsen van een lege container 15 onder vulhouder 3A van de ene vullijn kunnen de produkten 1 naar de andere vulhouder 3B worden geleid. Teneinde bij het uitstorten van de produkten 1 de valhoogte tot een minimum te beperken wordt, voordat de stortopening van de vulhouder 3 wordt vrijgegeven ofwel voordat de kleppen 7 met behulp van de zuigers 23 worden geopend, de vulhouder 3 met de bodem daarvan zo dicht mogelijk bij de bodem van de container 15 gebracht. Gedurende het uitstorten van de produkten 1 kan de vulhouder 3 geleidelijk omhoog worden getrokken zodat de produkten 1 gecontroleerd en geleid in de container 15 worden overgebracht.

Teneinde de aan- en afvoer van de containers 15 automatisch te kunnen doorvoeren is elke vullijn A, B, zoals hierboven reeds beschreven, voorzien van een buffertransporteur 16, zoals bijvoorbeeld een bufferende rollen- of kettingtrans- porteur. Bij de buffertransporteur 16 is een aanslag 17 voorzien, die een container 15 in een vulpositie onder de vulhou-der 3 kan tegenhouden terwijl de buffertransporteur 16 blijft transporteren. Wanneer de container 15 uit de vulpositie moet worden verwijderd, wordt de aanslag tijdelijk weggetrokken. Hierdoor wordt de rij, zich op de buffertransporteur 16 bevindende containers 19 stroomafwaarts verder getransporteerd. De gevulde container 15 wordt hierbij op een boven het buffer-transporteur-transportvlak reikende frictie-rol 18 gedrukt. De frictie-rol 18 heeft een hogere omtrekssnelheid dan de trans-portsnelheid van de buffertransporteur 16. De gevulde container 15 wordt hierdoor ten opzichte van de stroomafwaarts opgestelde, lege containers 19 vooruit getrokken waardoor er een ruimte wordt gevormd tussen de gevulde container 15 en de nog te vullen containers 19. Zodra de ruimte de aanslag 17 passeert, wordt de aanslag 17 omhoog bewogen en wordt de stroomopwaarts gelegen rij lege containers 19 weer tegengehouden. De betreffende vullijn 3 is dan weer gereed voor een volgende vulcyclus. Eventueel kan het vullen van vulhouder 3 reeds aanvangen op het moment dat deze is geleegd in de container 15 en door de motor 13 weer in de bovenste positie is gebracht en de kleppen 7 zijn gesloten. Aldus kan zelfs de gevulde container 15 worden verwijderd en een lege container 19 worden aangevoerd terwijl het vullen van de vulhouder 3 al weer is begonnen. Dit leidt tot een aanzienlijke verhoging van de capaciteit van de vullijn.

Het is duidelijk dat de uitvinding niet is beperkt tot het beschreven uitvoeringsvoorbeeld maar dat diverse wijzigingen binnen het raam van de uitvinding mogelijk zijn.

Claims (15)

1. Inrichting voor het in een container, zoals een kist of doos, onderbrengen van kwetsbare, in hoofdzaak continu aangevoerde produkten, zoals bijvoorbeeld fruit, groente of dergelijke, welke inrichting is voorzien van ten minste één vullijn, die is voorzien van een transporteur, die is ingericht voor het opnemen en het afgeven van de in hoofdzaak continu aangevoerde produkten, met het kenmerk, dat de vullijn (A, resp. B) verder is voorzien van een buffertransporteur (16) voor de automatische aan- en afvoer van de containers (15), en een verticaal omhoog en omlaag beweegbare vulhouder (3), die is voorzien van verticaal opstaande wanden (5, 6) en een bodem met een afsluitbare stortopening, welke vulhouder (3) is ingericht voor het opvangen van de, door de transporteur (2) bij een aflevereinde daarvan afgeleverde produkten (1) en het gecontroleerd uitstorten van de produkten (1) in een zich op de buffertransporteur (16) bevindende container (15), waarbij de inrichting is voorzien van een besturing, die is ingericht voor het in verticale richting positioneren van de vulhouder (3), dan wel vrijgeven van de stortopening, en wel zodanig dat de valhoogte van de produkten (1) zowel bij het in de vulhouder (3) afleveren als bij het vanuit de vulhouder (3) in de container (15) storten minimaal is.

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat een naar de transporteur (2) gekeerd verticaal wanddeel is uitgevoerd als een afrolbare band (8) die met één uiteinde is verbonden met de vulhouderbodem (9) en met een ander uiteinde is verbonden met een wikkelrol (11), die onder transporteur (2) is opgesteld, waarbij althans een deel van de afrolbare band (8) zich in elke positie van de vulhouder (3) uitstrekt vanaf de vulhouderbodem (9) tot een, nabij een afvoereinde van de transporteur (2) gelegen punt.

3. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de wikkelrol (11) aandrijfbaar is, en de mate van op- of afwikkeling van de afrolband (8) op de wikkelrol (11) de verticale positionering van de vulhouder (3) bepaalt.

4. Inrichting volgens één van de conclusies 1-3, gekenmerkt door met de besturing in verbinding staande meetmiddelen, waarbij de besturing is ingericht voor het, afhankelijk van de door de meetmiddelen gemeten gegevens, in verticale richting positioneren van de vulhouder (3), dan wel het vrijgeven van de stortopening.

5. Inrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de meetmiddelen zijn ingericht voor het meten van de vulhoogte van de produkten (1) in de vulhouder (3).

6. Inrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de meetmiddelen zijn uitgevoerd als een reflectie-fotocel.

7. Inrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de meetmiddelen zijn ingericht voor het tellen van het aantal aan de vulhouder (3) toegevoerde produkten (1).

8. Inrichting volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de meetmiddelen zijn uitgevoerd als een bij het aflevereinde van de transporteur (2) opgestelde fotocel die het aantal passerende produkten (1) telt.

9. Inrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de meetmiddelen zijn ingericht voor het bepalen van het gewicht van de hoeveelheid (14) zich in de vulhouder (3) bevindende produkten (1).

10. Inrichting volgens conclusies 3 en 9, gekenmerkt doordat de meetmiddelen zijn uitgevoerd als koppelmeter, die is ingericht voor het meten van het koppel dat door de afrolbare band (8) wordt uitgeoefend op de wikkelrol (11).

11. Inrichting volgens één van de conclusies 1-3, met het kenmerk, dat de besturing is voorzien van een ingang, via welke ingang van een andere inrichting, zoals bijvoorbeeld een sorteerinrichting, afkomstige gegevens betreffende het gewicht van elk toegevoerd individueel produkt (1) invoerbaar zijn, waarbij de besturing is ingericht voor het, afhankelijk van de ingevoerde gegevens, in verticale richting positioneren van de vulhouder (3), dan wel vrijgeven van de stortopening.

12. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, gekenmerkt door geleidemiddelen (21) waarin de vulhouder (3) in verticale richting omhoog en omlaag beweegbaar is opgesteld.

13. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, gekenmerkt door een contragewicht (22) dat althans een deel van het gewicht van de vulhouder (3) compenseert.

14. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de inrichting is voorzien van twee vullijnen (A, resp. B), waarbij de inrichting zodanig bestuurbaar is dat tijdens het uitstorten van de ene vulhouder (3A) en de aan- en afvoer van een container (15) bij de ene vullijn (A) de andere vullijn (B) de continu aangevoerde produkten (1) verwerkt en vice versa.

15. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de buffertransporteur (16) is voorzien van een aanslag (17) en een stroomafwaarts van de aanslag (17) opgestelde, boven het buffertransporteur-transportvlak reikende rol (18), die een hogere omtrekssnelheid heeft dan de transportsnelheid van de buffertransporteur (16).