NL9201075A - Installatie voor het vervaardigen van registratiedragers. - Google Patents

Description

Korte aanduiding: Installatie voor het vervaardigen van registratiedragers.

De uitvinding heeft betrekking op een installatie voor het vervaardigen van registratiedragers, voorzien van een spuitgietinrichting en van een tweetal vormplaten ondersteunende houders, die relatief ten opzichte van elkaar verstelbaar zijn tussen een eerste stand, waarin de vormplaten een vormholte begrenzen waarin tijdens bedrijf met de spuitgietinrichting materiaal kan worden ingespoten voor het vormen van de registratiedrager en een tweede stand, waarin de vormplaten op afstand van elkaar zijn gebracht met het oog op het verwijderen van de gevormde registratiedrager.

Onder registratiedragers worden verstaan geluid- en/of beelddragers, informatiedragers en dergelijke, bijvoorbeeld zogenaamde compact discs, evenals dragers, die later te bewerken zijn voor het erop aanbrengen van geluid, beeld of andere te registreren gegevens. Verder zal het daarbij de vakman duidelijk zijn, dat de uit de installatie volgens de uitvinding afkomstige registratiedragers in het algemeen nog verdere bewerkingen moeten ondergaan voor voltooiing van de registratiedragers, zoals bijvoorbeeld het aanbrengen van een metaallaag en dergelijke.

Bij de tot nu toe gebruikelijke installaties van bovengenoemde soort moet bij het omschakelen van de vervaardiging van een registratiedrager op een andere registratiedrager tenminste een vormplaat, dat wil zeggen de vormplaat, welke een bepaald reliëf bezit overeenkomend met de op de drager op te nemen gegevens, worden uitgewisseld. De andere vormplaat is veelal een hoofdzakelijk gladde vormplaat, die in het algemeen op zijn plaats kan blijven. Bij de tot nu toe gebruikelijke installaties moet dan ook de uit te wisselen vormplaat uit zijn houder worden uitgenomen en worden uitgewisseld tegen een nieuwe vormplaat. Dit is in het algemeen een tijdrovende handeling welke een verhoudingsgewijs lange stilstand van de machine vereist en dus een verlies aan productie met zich meebrengt. Dit verlies aan productie wordt nog vergroot doordat in het algemeen er enige tijd verstrijkt voordat de uit te wisselen houder voldoende is afgekoeld om te kunnen worden verwijderd en de nieuw aangebrachte houder met de vormplaat de geschikte bedrijfstemperatuur hebben bereikt.

Met de uitvinding wordt beoogd een installatie van bovengenoemde soort te verkrijgen, waarbij dit aan de gebruikelijke installaties klevende nadeel kan worden verholpen.

Volgens de uitvinding kan dit worden bereikt, doordat aan weerszijden van de spuitgietinrichting transportmiddelen zijn aangebracht, met behulp waarvan een een vormplaat ondersteunende houder kan worden verplaatst vanaf een op afstand van de spuitgietinrichting gelegen stand tot in een voor samenwerken met de spuitgietinrichting geschikte stand en/of kan worden verplaatst vanuit een voor samenwerking met de spuitgietinrichting geschikte stand naar een op afstand van de spuitgietinrichting gelegen stand.

Bij toepassing van de constructie volgens de uitvinding is het mogelijk, om, terwijl de spuitgietinrichting in bedrijf is, op afstand van de spuitgietinrichting een houder met een nieuwe vormplaat op te stellen. Terwijl deze houder met vormplaat zo gereed staat om op een gewenst tijdstip tot onder de spuitgietinrichting te worden gebracht kan de houder met vormplaat op de voor bedrijf gewenste temperatuur worden gebracht. Voor de uitwisseling van de vormplaten behoeft men dan slechts met behulp van de transportmiddelen de de tot dan gebruikte vormplaat ondersteunende houder ten opzichte van de spuitgietinrichting af te voeren, waarop direct aansluitend daaraan een een nieuwe vormplaat ondersteunende houder in een voor samenwerking met de spuitgietinrichting geschikte stand kan worden gebracht. Het zal duidelijk zijn, dat zodoende het uitwisselen van vormplaten op eenvoudige en snelle wijze kan plaatsvinden. Doordat de houder en vormplaat reeds op een gewenste temperatuur zijn gebracht voordat zij in de voor bedrijf geschikte stand worden opgesteld is enerzijds direct een goede passing op de in de installatie achtergebleven houder met vormplaat gewaarborgd en heeft anderzijds de houder en vormplaat ook de voor bedrijf geschikte temperatuur, zodat de productie onmiddelijk kan worden hervat. Verder kan de onder de spuitinrichting uit te nemen houder direct worden verwijderd en kan het afkoelen van deze houder naast de spuitgietinrichting plaatsvinden. De stilstandtijden van de installatie bij uitwisseling van vormplaten kunnen dus tot een minimum worden beperkt en zodoende is er een grote productie-capaciteit bij constant verlopend productieproces te bereiken.

Een verder voordeel is dat voor het uitwisselen van de ene vormplaat geen werkzaamheden behoeven te worden uitgevoerd in de nabijheid van de vast opgestelde vormplaat hetgeen het risico van beschadiging van deze vast opgestelde vormplaat vermindert.

Volgens een verder aspect van de uitvinding is de spuitgiet-inrichting verticaal opgesteld. Door de verticale opstelling van de spuitgietinrichting wordt in vergelijking met de bij de productie van registratiedragers gebruikelijke horizontale opstelling van de spuitgietinrichting voor de installatie een verhoudingsgewijs klein vloeroppervlak vereist, hetgeen niet slechts uit ruimte-overwegingen van voordeel is, maar tevens een eventueel combineren van de installatie met andere inrichtingen voor het bewerken van de registratiedrager vergemakkelijkt. Een verticale opstelling van de spuitgietinrichting brengt verder het voordeel met zich mee, dat een vormplaat met een de vormplaten ondersteunende houder in horizontale stand in een voor bedrijf geschikte stand in de installatie kan worden opgesteld en ook in horizontale stand met behulp van de transportmiddelen kan worden verplaatst, hetgeen het opstellen van de houders op de transportmiddelen resp. het aanbrengen van een vormplaat op een houder bijzonder eenvoudig maakt.

Hierbij is het ook van voordeel dat een naast de verticaal opgestelde spuitgietinrichting gelegen houder ook goed toegankelijk zal zijn voor het uitwisselen van een vormplaat.

Door de verticale opstelling van de spuitgietinrichting zal de gevormde registratiedrager een horizontale stand innemen en bij het van elkaar af bewegen van de vormplaten na het spuitgieten op de onderste vormplaat kunnen blijven liggen zonder dat maatregelen moeten worden getroffen om de registratiedrager vast te houden. De zo horizontaal liggende regi-stratiedrager kan dan gemakkelijk uit de installatie worden afgevoerd.

De uitvinding zal hieronder nader worden uiteengezet aan de hand van bijgaande figuur waarin schematisch in perspectief een uitvoerings-voorbeeld van een installatie volgens de uitvinding is weergegeven.

De in de figuur weergegeven installatie omvat een gestel 1 dat onder meer dient voor het ondersteunen van een verticaal opgestelde spuitgietinrichting of extrudeerinrichting 2. Nabij het ondereinde van de spuitgietinrichting 2 is een horizontaal en vast opgestelde steunplaat 3 aangebracht, welke aan het gestel is bevestigd met behulp van een viertal kolommen 4. Aan de steunplaat 3 is een houder of matrijsplaat 5 bevestigd waarin een vormplaat 6 is opgenomen. In het algemeen zal deze vormplaat voor slechts aan een zijde van een reliëf voorziene geluidsdragers worden gevormd door een vormplaat, die aan zijn onderzijde een voornamelijk glad oppervlak heeft en die in principe voor alle met behulp van de installatie te vervaardigen registratiedragers kan worden benut.

Verder is de inrichting voorzien van een onder de steunplaat 3 i opgestelde horizontale zich evenwijdig aan de steunplaat 3 uitstrekkende tafel 7, die is verbonden met een daaronder opgestelde plaat 7' , die met de tafel 7 met behulp van een verticaal opgestelde verstelcylinder 8 heen en weer verschuifbaar is langs de kolommen 4, zoals aangeduid met behulp van de pijl A.

) Op de tafel 7 rust een houder of matrijsplaat 9, die is voorzien van een rond schijfvormig uitsteeksel 10, dat naar boven toe enigszins taps toeloopt. Dit schijfvormige uitsteeksel dient voor de ondersteuning van een een op het schijfvormige deel 10 te leggen vormplaat, die aan zijn van het schijfvormige deel 10 afgekeerde zijde op gebruikelijke wijze zal zijn i voorzien van een reliëf voor het vormen van het gewenste reliëf in de te vervaardigen registratiedrager. Door het omhoog bewegen van de houder 9 met behulp van de tafel 7 en de verstel cyl inder 8 zal het uitstekende deel 10 worden ingedrukt in een overeenkomstig gevormde uitsparing in de houder 5 en zullen de beide bovengenoemde vormplaten een vormruimte begrenzen, ) waarin met behulp van de spuitgietinrichting 2 op gebruikelijke wijze een geschikt kunststof materiaal kan worden ingespoten voor het vormen van de geluidsdrager.

Vervolgens kan de tafel 7 weer omlaag worden bewogen en de gevormde geluidsdrager van de houder 9 worden afgenomen bijvoorbeeld met j behulp van een om een verticale as heen en weer verzwenkbare arm 11, die aan zijn uiteinde is voorzien van een geschikt grijporgaan voor het beetpakken van de gevormde geluidsdrager. De gevormde geluidsdrager kan zo met behulp van de arm 11 tot in een naast de tafel 7 gelegen stand worden ver-zwenkt om vervolgens bijvoorbeeld te worden afgeworpen in een bak of om te ) worden afgegeven aan een afvoertransporteur of dergelijke.

De werking van een spuitgietinrichting en het vormen van geluidsdragers in door vormplaten begrensde vormholtes is op zich bekend, zodat hierop niet nader zal behoeven te worden ingegaan.

Zoals verder uit de figuur blijkt is de op de tafel 7 rustende > houder vastgeklemd tussen een tweetal klauwen 13 en 14, die met behulp van verstel organen 15 ten opzichte van de tafel 7 verschuifbaar zijn in een naar de houder 9 toegekeerde richting en een van de houder 9 afgekeerde richting.

Verder ondersteunt het gestel 1 een tweetal transportbanden 16 en 17, die aan weerszijden van de tafel 7 zijn opgesteld en die onafhankelijk van elkaar aan te drijven zijn met behulp van een motor 18 resp. 19. Zoals uit de figuur duidelijk zal zijn liggen de bovenste parten van de transportbanden 16 en 17 ongeveer in een vlak met het bovenvlak van de tafel 7 indien deze tafel 7 met behulp van de verstel cylinder 8 in zijn onderste stand is gebracht. De motoren 18 en 19 zijn omkeerbaar, zodat met behulp van de transportbanden 16 en 17 zowel voorwerpen in de richting van de tafel 7 als in een van de tafel 7 afgekeerde richting kunnen worden verplaatst.

Aan het bovenpart van iedere transportband is een blokvormig meeneemorgaan 20 bevestigd waaraan een zich over het bovenpart van de desbetreffende band uitstrekkende arm 21 is bevestigd. Aan de arm 21 zijn een tweetal zich verticaal omhoog uitstrekkende aankoppelorganen vormende oren 22 en 23 bevestigd. Het aan het vrije uiteinde van de arm 21 bevestigde oor 23 is voorzien van een aan de bovenzijde van het oor 23 open sleufgat 24.

Aan een zich loodrecht op de lengterichting van de transportbanden uitstrekkende zijde van de houder 9 is een zich in de lengterichting van de transportbanden uitstrekkende een aankoppelorgaan vormende stang 25 bevestigd, terwijl aan het vrije uiteinde van de stang een een aanslag vormende schijf 26 is bevestigd. Het de schijf 26 dragende uiteinde van de stang 25 steekt in bovenaanzicht gezien enigszins buiten de tafel 7 uit.

Voor het verwisselen van de door de houder 9 ondersteunde drager wordt, terwijl de tafel 7 zich in een hoogste stand bevindt, de transportband 16 zodanig aangedreven, dat het blok 20 met de daaraan bevestigde arm 21 gezien in de figuur naar rechts beweegt in een zodanige stand, dat bij het vervolgens omlaag bewegen van de tafel 7 naar de in de figuur weergegeven stand de een aanslag vormende schijf 26 tussen de oren 22 en 23 komt te liggen terwijl daarbij de stang 25 zal zijn opgenomen in de uitsparing 24.

Vervolgens kunnen met behulp van de verstelmiddelen 15 de klauwen 13 en 14 worden teruggetrokken, zodat de houder 9 dan los op de tafel 7 rust. Het zal duidelijk zijn, dat indien vervolgens de motor 18 zodanig in draaiing wordt gebracht, dat gezien in de figuur het bovenpart van de band Ί6 naar links beweegt, de houder 9 met de daarop rustende vormplaat vanuit een voor samenwerking met de spuitgietinrichting 2 geschikte stand zal worden verschoven in een op enige afstand van en in bovenaanzicht gezien naast de spuitgietinrichting en naast de tafel 7 gelegen stand. In deze stand is de houder 9 en de daarop rustende vormplaat gemakkelijk toegankelijk, zodat de door de houder 9 ondersteunde vormplaat dus gemakkelijk kan worden uitgewisseld tegen een andere vormplaat. Dit verplaatsen van de houder kan direct plaatsvinden daar de houder in de positie naast de spuitgietinrichting kan worden afgekoeld met behulp van fluïdum dat aan in de houder aangebrachte kanalen wordt toegevoerd via op de houder aangesloten flexibele leidingen.

Tijdens de productie van registratiedragers met behulp van de door de houder 9 ondersteunde vormplaat kan men een andere vormplaat aanbrengen op een houder 27 die met behulp van de transportband 17 in een richting naar de tafel 7 en in een van de tafel 7 af gekeerde richting verplaatsbaar is. Hiertoe is deze vormplaat weer voorzien van een uitstekende arm 28 en een op het vrije uiteinde daarvan bevestigde als aanslag dienende schijf 29, die in de in de figuur weergegeven stand tussen de beide oren 22 en 23 van het bij de desbetreffende transportband 17 behorende meeneem-orgaan 20 is gelegen. Daarbij kunnen in deze positie de houder en vormplaat op een gewenste temperatuur worden gebracht, bijvoorbeeld door het doorvoeren van fluïdum door in de houder aangebrachte kanalen met behulp van op de houder aangesloten flexibele leidingen, zodat na plaatsen van de houder 27 onder de spuitgietinrichting, zoals hieronder nader beschreven, geen tijd verloren gaat met het opwarmen van de houder voordat de installatie weer in werking kan worden gesteld.

Doordat voor het verwisselen van een vormplaat op de houder 27 uit te voeren werkzaamheden buiten de spuitgietinrichting worden uitgevoerd is beschadiging van de vaste vormplaat 6 praktisch uitgesloten.

Het zal duidelijk zijn, dat indien de houder 9 met behulp van de transportband 16 gezien in de figuur naar links onder de spuitgietmachine vandaar wordt getrokken gelijktijdig met behulp van de transportband 17 de houder 27 met de daardoor ondersteunde drager onder de spuitgietinrichting 2 kan worden geschoven.

Nadat zo de houder 27 onder de spuitgietinrichting 2 is gebracht zal deze houder met behulp van de tafel 7 omhoog worden bewogen. Het enigszins konisch naar boven toe lopende schijfvormige deel 28 van deze houder zal dan worden gedrukt in de overeenkomstige gevormde uitsparing in de houder 5, zodat daardoor een nauwkeurig centreren van de houder 27 ten opzichte van de houder 5 plaatsvindt. Daarna kan de houder 27 weer ten opzichte van de tafel 7 worden vastgeklemd door het met behulp van de verstelorganen 15 vastklemmen van de klauwen 13 en 14. Daarop kan het productieproces weer worden herhaald.

Het zal duidelijk zijn, dat zo het uitwisselen van vormplaten ondersteunende houders zeer snel en eenvoudig kan geschieden. Daarnaast is een naast de spuitgietinrichting gelegen houder goed toegankelijk voor het verwisselen van vormplaten.

De horizontale opstelling van de vormplaten vergemakkelijken dit uitwisselen eveneens. Doordat ook de geluidsdragers horizontaal worden vervaardigd kan het uitnemen van de geluidsdragers met behulp van eenvoudige hulpmiddelen plaatsvinden.

Uiteraard zijn binnen de geest en beschermingsomvang van de uitvinding aanvullingen en/of wijzigingen op de beschreven en afgebeelde uitvoeringsvorm denkbaar. Zo kunnen de meeneemorganen bijvoorbeeld ook langs een rechte baan heen en weer worden bewogen met behulp van in het gestel opgestelde verstelcylinders.

Claims (10)

1. Installatie voor het vervaardigen van registratiedragers voorzien van een spuitgietinrichting en van een tweetal vormplaten ondersteunende houders, die relatief ten opzichte van elkaar verstelbaar zijn tussen een eerste stand, waarin de vormplaten een vormholte begrenzen waarin tijdens bedrijf met de spuitgietinrichting materiaal kan worden ingespoten voor het vormen van een registratiedrager, en een tweede stand, waarin de vormplaten op afstand van elkaar zijn gebracht met het oog op het verwijderen van de gevormde registratiedrager, met het kenmerk, dat aan weerszijden van de spuitgietinrichting transportmiddelen zijn aangebracht met behulp waarvan een een vormplaat ondersteunende houder kan worden verplaatst vanuit een op afstand van de spuitgietinrichting gelegen stand tot in een voor samenwerken met de spuitgietinrichting geschikte stand en/of kan worden verplaatst vanuit een voor samenwerking met de spuitgietinrichting geschikte stand naar een op afstand van de spuitgietinrichting gelegen stand.

2. Installatie in het bijzonder volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de spuitgietinrichting verticaal is opgesteld.

3. Installatie volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat een gladde vormplaat vast in een althans in hoofdzaak horizontale stand in de installatie is opgesteld, terwijl een van een reliëf voorziene vormplaat in een althans nagenoeg horizontale stand is opgenomen in een houder, die in een voor bedrijf geschikte stand is geplaatst op een op en neer beweegbare tafel.

4. Installatie volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de transportmiddelen zodanig zijn opgesteld, dat in een laagste stand van de tafel met behulp van de transportmiddelen houders op en van de tafel kunnen worden geschoven.

5. Installatie volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de transportmiddelen en de houders zijn voorzien van aan-koppelorganen voor het met de transportmiddelen koppelen van de houders, waarbij de aankoppel organen zodanig zijn uitgevoerd dat zij door verticale verplaatsing van de houders ten opzichte van de transportmiddelen met » elkaar kunnen worden gekoppeld resp. kunnen worden ontkoppeld.

6. Installatie volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de transportmiddelen zodanig zijn uitgevoerd dat met de transportmiddelen verbonden aankoppel organen langs een in hoofdzaak lineaire baan heen en weer beweegbaar zijn.

7. Installatie volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de transportmiddelen worden gevormd door eindloze transportbanden waaraan met de houders te koppelen meeneemorganen zijn bevestigd.

8. Installatie volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat een meeneemorgaan is voorzien van een tweetal zich omhoog uitstrekkende oren waartussen een aan een houder bevestigde aanslag kan worden geplaatst.

9. Installatie volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de inrichting is voorzien van een om een verticale as ver-zwenkbare arm, welke een grijporgaan draagt voor het uitnemen van een gevormde registratiedrager.

10. Installatie volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat middelen zijn aangebracht met behulp waarvan een op afstand van de spuitgiet-inrichting opgestelde houder op een gewenste temperatuur kan worden gebracht.