NL9201051A - Werkwijze voor het beinvloeden van het rijgedrag van een voertuig met een continu variabele transmissie. - Google Patents

Description

Titel: Werkwijze voor het beïnvloeden van het rijgedrag van een voertuig met een continu variabele transmissie.

Beschrijving.

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het beïnvloeden van de transmissieverhouding in een continu variabel transmissiesysteem, waarbij de keuze van een gewenste waarde Np (DV) van het toerental van de primaire as (2) van het systeem plaatsvindt, op basis van de actuele positiewaarden (a) van een gaspedaal en van een actuele toerentalwaarde Ns van de secundaire as (8) van het systeem.

De uitvinding heeft voorts betrekking op een continu variabel transmissiesysteem, voorzien van een transmissie met een primaire poelie en een secundaire poelie, waarbij elke poelie een tweetal schijven omvat, waartussen een drijfriem is aangebracht waarvan de loopstralen variabel zijn d.m.v. op een verstelbaar gedeelte van een of beide poelies aangesloten regelmiddelen en voorzien van keuzemiddelen met een ingang voor de toevoer van een gaspedaalsignaal (a) en een ingang voor de toevoer van een signaal Ns, dat een maat bevat voor de waarde van het toerental Ns van de secundaire as, en een op de regelmiddelen aangesloten uitgang Np (DV) voor de geselecteerde gewenste waarde van het toerental Np (DV) van de secundaire as.

Een dergelijke werkwijze en een dergelijk continu variabel transmissiesysteem zijn bekend uit EP-A-0451887.

In het bijzonder is hieruit een selectieschakeling bekend, waarin het gaspedaalsignaal (a), te zamen met een signaal Ns dat een maat bevat voor de actuele waarde van het toerental van de secundaire as wordt gebruikt om een gewenste waarde Np (DV) van het toerental van de primaire as te selecteren, waarmede met het verstelbare gedeelte van de primaire poelie gekoppelde regelmiddelen worden gestuurd, teneinde zodoende de transmissieverhouding te beïnvloeden.

Op zich functioneren de bekende werkwijze en het bekende systeem naar tevredenheid, echter is er in de praktijk gebleken, dat er een groeiende behoefte ontstaat aan een meer flexibel en universeel toepasbaar systeem.

Het doel van de onderhavige uitvinding is om bij het publiek de acceptatiegraad van het continu variabel transmissiesysteem en het comfort en de bedieningswijze ervan verder te verhogen en het een grotere flexibiliteit en toepasbaarheid te verschaffen door de mogelijkheid te creëeren om het systeem toe te rusten om het in staat te laten zijn aan de individuele eisen van elke bestuurder/rijder te voldoen.

Daartoe is de werkwijze overeenkomstig de uitvinding daardoor gekenmerkt, dat uit het bereik van mogelijke gewenste toerentalwaarden Np van de primaire as een of meer deelbereiken worden samengesteld, en dat de mogelijke positiewaarden (a) van het gaspedaal naar keuze worden gecombineerd met een van de deelbereiken.

Van voordeel is dat de flexibiliteit bij het bedienen van het continu variabel transmissiesysteem door toepassing van de werkwijze overeenkomstig de uitvinding is vergroot, doordat deze voorziet in de mogelijkheid om een voorkeursbereik in de vorm van een bepaald deelbereik te selecteren, waardoor het domein van het gaspedaal positiesignaal (a) naar wens afgebeeld kan worden op een te kiezen deelbereik van gewenste waarden Np (DV) van het toerental van de primaire as.

In een uitvoeringsvorm van de werkwijze overeenkomstig de uitvinding wordt elk deelbereik zodanig samengesteld dat de inhoud model staat voor een gewenst type rijprogramma.

Van voordeel is daarbij dat in principe het gewenste rijprogramma door de bestuurder zelf kan worden ingesteld en aangepast aan zijn dan geldende individuele behoeften terzake.

In een verdere uitvoeringsvorm van de werkwijze overeenkomstig de uitvinding zijn de extreme waarden van het deelbereik continu instelbaar, waardoor op elk moment een beoogt rijgedrag optimaal kan worden afgestemd op de betreffende individuele behoeften van de bestuurder.

Kenmerkend voor het continu variabel transmissiesysteem overeenkomstig de uitvinding, is dat de keuzemiddelen zodanig zijn ingericht, dat uit het bereik van mogelijke gewenste toerentalwaarden Np van de primaire as, een of meer deelbereiken worden samengesteld, die in een geheugen van de keuzemiddelen zijn opgeslagen, waarbij extreme waarden van een deelbereik corresponderen met respectievelijke gaspedaalstanden van 0% en 100%.

De uitvinding zal in het navolgende te zamen met de verdere voordelen nader worden toegelicht aan de hand van de bijgaande tekeningen. Daarin toont de figuur een schematische weergave van een continu variabel transmissiesysteem overeenkomstig aan de hand waarvan tevens de werkwijze volgens de uitvinding zal worden toegelicht.

De figuur toont een continu variabele transmissie 1, welke een primaire as 2 omvat, waarop een primaire poelie in de vorm van primaire conische poelieschijven 3 en 4 zijn aangebracht. Hiervan is de poelieschijf 3 vast op de primaire as 2 bevestigd en is de primaire poelieschijf 4 over de as 2 verplaatsbaar door het uitoefenen van een hydraulische druk in een primaire drukkamer 5. De regeling van de druk in de primaire drukkamer 5, vindt plaats d.m.v. op de drukkamer 5 aangesloten primaire regelmiddelen 6. Daarmede is de loopstraal van een tussen de poelieschijven 3 en 4 aangebrachte drijfriem 7 in te stellen.

De transmissie 1 omvat voorts een secundaire as 8, waarop een poelie is aangebracht, die secundaire conische poelieschijven 9 en 10 bezit. Poelieschijf 9 is vast op de as 8 bevestigd en poelieschijf 10 is verschuifbaar op de as 8 aangebracht. De axiaal op de as 8 verschuifbare poelieschijf 10 wordt verschoven door het uitoefenen van een hydraulische druk in een secundaire drukkamer 11, welke is verbonden met secundaire regelmiddelen 12, waaraan binnen het kader van de onderhavige beschrijving niet nader toe te lichten signalen worden toegevoerd.

De resp. primaire en secundaire regelmiddelen 6 resp. 12, zijn door middel van leidingen 13 resp. 14 met de drukkamers 5 resp. 11 verbonden. De drijfriem 7 is voorts tussen de secundaire conische poelieschijven 9 en 10 gelegd. De spanning in de drijfriem 7 wordt gehandhaafd door het uitoefenen van een passende hydraulische druk in de secundaire drukkamer 11 door de secundaire regelmiddelen 12.

Aan de regelmiddelen 6 en 12 worden door middel van ingangsklemmen signalen toegevoerd op basis waarvan de waarden van de drukken Pprim resp. Psec in de drukkamers 5 resp. 11 worden bepaald. Een en ander is nader toegelicht in de octrooiaanvrage EP-A-0451887.

Naast de transmissie 1 bezit het continu variabele transmissiesysteem een met de primaire as 2 gekoppelde motor 15, welke wordt bediend met behulp van een gastoevoerinrichting 16.

De inrichting 16 bezit een stuuringang 17, waaraan een door keuzemiddelen 18 verschaft gastoevoerdebietsignaal β wordt afgegeven. De keuzemiddelen 18 bezitten voorts een ingang 19, waaraan door niet weergegeven middelen een signaal a wordt afgegeven, dat een maat bevat voor de positie van het gaspedaal in een voertuig. In de regelinrichting 18 wordt op basis van het signaal α het signaal B aan stuuringang 17 opgewekt. Bij voorkeur bestaat er een instelbare relatie tussen de signalen α en β, waardoor de flexibiliteit en de variabiliteit van het continu variabele transmissiesysteem^zijn vergroot en een breed toepassingsgebied voor een grote gebruikersgroep is ontstaan

Binnen het kader van de keuzemiddelen 18 zijn een viertal met respectievelijk E, C, S en V aangeduide rijkarakteristieken opgenomen, waarin het toerental Ns van de secundaire as 8 is weergegeven, welke een maat is voor de snelheid van het voertuig als functie van het toerental Np van de primaire as 2, dat maatgevend is voor het toerental van de motor 15. De symbolen staan voor achtereenvolgens economisch, comfortabel, sportief en variabel te kiezen rijprogramma1s.

Rechten zijn door de oorsprong getrokken, waarvan de rechte aangeduid met iL, een laagst mogelijke transmissieverhouding (hoogste versnelling) aangeeft, terwijl de rechte iH de lijn met een hoogst mogelijke transmissieverhouding (laagste versnelling) aangeeft. Hierbij is de transmissieverhouding i gedefinieerd als het quotiënt van het toerental Np van de primaire as en het toerental Ns van de secundaire as.

In de verschillende karakteristieken zijn bij, door middel van verticale lijnen aangegeven extrema van daarbinnen gelegen deelverzamelingen van de gewenste keuzes van het toerental Np van de primaire as, de symbolen A en B geplaatst die staan voor resp. de ondergrens en de bovengrens van Np. In het geval van de karakteristiek V zijn de grenzen A en B variabel en is de ligging ervan bijv. te beïnvloeden d.m.v. een of meer niet weergegeven potentiometers, waarvan de posities door de bestuurder van het voertuig naar wens kunnen worden ingesteld. Is eenmaal bijv. d.m.v. een schakelaar een keuze voor een in een niet weergegeven geheugen van de keuzemiddelen 18 opgeslagen karakteristiek gemaakt, dan is het gevolg hiervan dat voor a = 100% (geheel ingetrapt gaspedaal) de corresponderende bovengrens B wordt gekozen en dat voor tussengelegen waarden, de op basis van de waarden van Ns geselecteerde waarde van Np wordt gekozen en aan uitgang Np (DV) wordt afgegeven. In het algemeen zal a = 0% corresponderen met de ondergrens A van Np.

De werking van het systeem is zodanig dat na keuze voor een bepaalde rijkarakteristiek op basis van de signalen α en Ns een bepaalde waarde van Np (DV) wordt geselecteerd, die in de regelmiddelen 6 wordt vergeleken met een actuele, gemeten waarde Np (MV) van het toerental van de primaire as 2. Op basis van het verschil tussen Np (DV) en Np (MV) wordt de druk Pprim beïnvloed waardoor het actuele toerental van de primaire as 2 verandert. Gegeven een bepaalde waarde van het gaspedaalpositiesignaal α en daarmede van het signaal β zal de motor 15 dan op het aangepaste actuele toerental van de primaire as 2 gaan draaien en aan de as 2 een koppel leveren dat overeenstemt met de door de waarde van het signaal β bepaalde positie van de gastoevoerinrichting 16.

De keuze tussen de verschillende rijkarakteristieken en/of de instelbare grenzen A en B kunnen desgewenst plaats vinden met behulp van Fussy-logica. Elk gewenst verband kan gelegd worden van Np tussen de grenzen A en B. Het verband kan, doch behoeft niet lineair te zijn.

Claims (6)

1. Werkwijze voor het beïnvloeden van de transmissieverhouding in een continu variabel transmissiesysteem, waarbij de keuze van een gewenste waarde Np (DV) van het toerental van de primaire as (2) van het systeem plaatsvindt, op basis van de actuele positiewaarden (a) van een gaspedaal en van een actuele toerentalwaarde Ns van de secundaire as (8) van het systeem, met het kenmerk dat uit het bereik van mogelijke gewenste toerentalwaarden Np van de primaire as (2) een of meer deelbereiken worden samengesteld, en dat de mogelijke positiewaarden (a) van het gaspedaal naar keuze worden gecombineerd met een van de deelbereiken.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, waarbij elk deelbereik zodanig wordt samengesteld, dat de inhoud model staat voor een gewenst type rijprogramma.

3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, waarbij de extreme waarden van het deelbereik continu instelbaar zijn.

4. Continu variabel transmissiesysteem, voorzien van een transmissie met een primaire poelie (3, 4) en een secundaire poelie (9, 10), waarbij elke poelie een tweetal schijven omvat, waartussen een drijfriem 7 is aangebracht, waarvan de loopstralen variabel zijn d.m.v. op een verstelbaar gedeelte (4) van een of beide poelies (9,10) aangesloten regelmiddelen (6) en voorzien van keuzemiddelen (18) met een ingang (19) voor de toevoer van een gaspedaalsignaal (a) en een ingang voor de toevoer van een signaal Ns, dat een maat bevat voor de waarde van het toerental Ns van de secundaire as (8), en een op de regelmiddelen (6) aangesloten uitgang Np (DV) voor de geselecteerde gewenste waarde van het toerental Np (DV) van de secundaire as (8), met het kenmerk, dat de keuzemiddelen (18) zodanig zijn ingericht, dat uit het bereik van mogelijke gewenste toerentalwaarden Np van de primaire as (2), een of meer deelbereiken worden samengesteld, die in een geheugen van de keuzemiddelen (18) zijn opgeslagen, waarbij extreme waarden van een deelbereik corresponderen met respectievelijke gaspedaalstanden van 0% en 100%.

5. Continu variabel transmissiesysteem volgens conclusie 4, waarbij het systeem op de keuzemiddelen (18) aangesloten potentiometers bevat, wiens posities corresponderen met de genoemde extreme waarden.

6. Continu variabel transmissiesysteem volgens conclusie 4 of 5, waarbij het systeem is voorzien van een motor (15) met een gastoevoerinrichting (16) een stuuringang (17) voor het gastoevoerdebietsignaal (β) en welke keuzemiddelen zijn voorzien van een ingang (19) voor de toevoer van het gaspedaalsignaal (a), alsmede zijn voorzien van een op de stuuringang (17) aangesloten uitgang, waarbij de keuzemiddelen (18) zodanig zijn ingericht, dat er een instelbare relatie bestaat tussen het gaspedaalsignaal (a) en het gastoevoerdebietsignaal (β).