NL9201042A - Weeginrichting voor vuilniscontainers. - Google Patents

Description

WEEGINRICHTING VOOR VUILNISCONTAINERS

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het bij het ledigen wegen van vuilniscontainers.

Dergelijke inrichtingen zijn bekend, zoals bijvoorbeeld uit de Nederlandse octrooiaanvrage 8 902 432. Daarbij is een omhoog en omlaag beweegbaar hefframe van een hefinrichting voorzien van verticaal-geleidingsmiddelen voor een draagorgaan waaraan een vuilniscontainer gehangen kan worden. De verticaalgeleiding maakt een relatieve verticale verplaatsing van het draagorgaan ten opzichte van het hefframe mogelijk. Tussen het draagorgaan en het hefframe is verder een krachtmeetcel opgenomen die de verticale belasting opneemt, teneinde het gewicht van de aan het draagorgaan hangende container te bepalen.

De bekende inrichting heeft het bezwaar dat de verticaalgeleidingen zeer goed onderhouden moeten worden om een nagenoeg wrijvingsloze relatieve beweging in stand te houden. Bij vervuiling van de geleiding of slijtage daarvan, zou de nauwkeurigheid van de meting ongunstig worden beïnvloed.

Verder is het wel bekend om in plaats van schuifge-leidingen gebruik te maken van een ophanging van het draagorgaan door middel van bladveren. De bladveren kunnen echter een permanente deformatie verkrijgen, die eveneens de meting beïnvloedt.

De uitvinding beoogt nu een inrichting van de in de aanhef omschreven soort te verschaffen waarmee gedurende lange tijd zonder onderhoud van betekenis op betrouwbare wijze nauwkeurige metingen van het gewicht van containers kunnen worden verkregen.

Dit doel wordt bereikt met een inrichting zoals beschreven in conclusie 1. Krachtmeetcellen van dit type zijn op zichzelf bekend en worden bijvoorbeeld gefabriceerd en in de handel gebracht door METTLER-TOLEDO, onder de type aanduiding DT. Krachtmeetcellen van dit type worden gebruikt voor platform-weeginrichtingen, waarbij de meetcel onder een horizontaal platform is gemonteerd, waarop te wegen voorwerpen geplaatst kunnen worden.

Op verrassende wijze is gebleken dat dergelijke krachtmeetcellen eveneens in een inrichting volgens de uitvinding toegepast kunnen worden, waarbij het te meten gewicht, de container, zich horizontaal op een aanzienlijke afstand van de krachtmeetcel bevindt. Doordat de container als het ware zijdelings aan de krachtmeetcel hangt, wordt op deze meetcel een zeer aanzienlijk moment uitgeoefend, dat bovendien per container varieert en niet proportioneel is met het gewicht, aangezien het moment afhankelijk is van de verdeling van de inhoud van de container. Desalniettemin is gebleken dat een krachtmeetcel van het genoemde type toch met een voldoende nauwkeurigheid kan werken.

Voor een nadere beschrijving van het volgens de uitvinding toe te passen type.krachtmeetcel wordt verwezen naar de Amerikaanse octrooischriften 4 380 175, 4 657 097 en 4 691 290, waarvan de inhoud als hierin opgenomen beschouwd kan worden.

De uitvinding zal verder worden toegelicht in de volgende beschrijving aan de hand van, de bijgevoegde figuren, waarin bovendien de in de onderconclusies vastgelegde voorkeurskenmerken en verdere voordelen zijn beschreven en toegelicht.

Figuur 1 toont een perspectivisch aanzicht van een gedeelte van een inrichting volgens de uitvinding.

Figuur 2 toont een detail volgens pijl II in figuur 1.

Figuur 3 toont een met figuur 2 overeenkomend aanzicht van een uitvoeringsvariant;. ·

In figuur 1 is met 1 in het algemeen een vuilniswagen aangeduid, die een opbouw 2 heeft waarin een laadruimte voor vuilnis aanwezig is. De laadruimte is toegankelijk via de opening 10.

Voor de opening is op op zichzelf bekende wijze een hef/kiepinrichting 3 aangebracht, teneinde vuilniscontainers te kunnen opnemen en in de laadruimte leeg te kunnen storten.

De hef/kiepinrichting 3 omvat een hefframe 4 dat omhoog en omlaag beweegbaar gemonteerd is door middel van armen 5, 6. Met een hydraulische cilinder 7 kan het hefframe 4 omhoog en omlaag bewogen worden. Verder is de gehele draagconstructie van het hefframe 4 roteerbaar om een aan de vuilniswagen 1 gemonteerde as 9 aangebracht. Door middel van een hydraulische rotatiemotor kan het hefframe 4 met de daarbij behorende draagconstructie om de as 9 worden gezwenkt .

Voor het opnemen van de te ledigen vuilniscontainers is aan het hefframe 4 een draagorgaan 11 gemonteerd, dat aan zijn boveneinde een kam 13 heeft, die onder een rand van de container kan grijpen. Voor het opnemen van de container wordt deze tegen het draagorgaan 11 geplaatst, wordt eerst de cilinder 7 geactiveerd waardoor de vuilniscontainer opgeheven wordt en wordt vervolgens de rotator 8 geactiveerd, waardoor de container om de as 9 wordt gezwenkt en leeggestort wordt in de opening 10.

Volgens de uitvinding is nu het draagorgaan 11 uitsluitend door een krachtmeetcel 12 met het hefframe 4 verbonden. Alle op het draagorgaan 11 uitgeoefende krachten worden dus via de meetcel 12 doorgeleid naar het hefframe 4. De krachtmeetcel is daarbij van het type met een parallellogramvormige buigingsbalk, die voorzien is van rekstrookjes welke gekoppeld zijn met een verwerkingsinrichting die meetsignalen van de rekstrookjes verwerkt tot een gewichts-aanduiding.

Een dergelijke krachtmeetcel is op zichzelf bekend en wordt bijvoorbeeld toegepast in plateau-weegschalen van het fabrikaat METTLER TOLEDO. Bij de inrichting volgens de uitvinding wordt de te wegen belasting echter niet in hoofdzaak boven de meetcel gepositioneerd maar, zoals uit de figuren blijkt, zijdelings op een afstand daarvan. De krachtmeetcel is zodanig tussen het draagorgaan 11 en het hefframe 4 gemonteerd, dat de parallellogramvormige buigingsbalk daarvan zich in hoofdzaak evenwijdig aan het draagorgaan 11 bevindt en de tegenoverliggende verticale zijden daarvan respectievelijk met het hefframe 4 en met het draagorgaan 11 zijn verbonden.

Zoals figuur 2 meer in het bijzonder toont is de krachtmeetcel 12 uitgevoerd met een cilindrisch huis 18 en heeft deze aan weerseinden daarvan uitstekende montagesteu-nen 14, 15 die respectievelijk gemonteerd zijn aan het hefframe 4 en het draagorgaan 11.

Hoewel niet in figuur 1 en 2 getoond, is de montage-steun 15 van de krachtmeetcel bij voorkeur nagenoeg in het middel van het draagorgaan 11 gemonteerd, en is derhalve de montagesteun 14 buiten het midden aan het hefframe 4 gemonteerd. De krachtmeetcel 12 strekt zich met zijn hartlijn evenwijdig aan het draagorgaan ll uit, zodat deze daar vlak achter ligt en in de richting dwars op het draagorgaan ll een geringe inbouwdiepte wordt verkregen. Deze constructie, waarbij de krachtmeetcel 12 evenwijdig aan het draagorgaan 11 is gemonteerd, wordt daarom dan ook bij voorkeur toegepast bij een zogeheten zijbelading voor een vuilniswagen, waarbij een geringe diepte van de inrichting van groot belang is.

De wijze waarop de krachtmeetcel 12 met respectievelijk het draagorgaan 11 en het hefframe 4 is verbonden, hangt uiteraard af van de specifieke uitvoering van de krachtmeetcel. In plaats van een uitvoering met verticale montagesteunen 14, 15 zijn ook uitvoeringen bekend waarbij de montagesteunen 14, 15 horizontaal worden gemonteerd. Aan het draagorgaan 11 en het hefframe 4 worden dan geschikte steunen aangebracht, teneinde ook een dergelijke krachtmeetcel te kunnen toepassen.

Krachtmeetcellen van het genoemde type kunnen zodanig worden .uitgevoerd dat deze ten minste nagenoeg ongevoelig zijn voor momenten en de afstand van het zwaartepunt van het te bepalen gewicht ten opzichte van de krachtmeetcel. Bekende uitvoeringen zijn voor dit doel voorzien van een geïntegreerde microprocessor die de van de rek-strookjes verkregen meetsignalen zodanig verwerkt dat het uitgangssignaal van de krachtmeetcel nagenoeg uitsluitend de verticale belasting representeert. Deze types geven het meetsignaal ook in digitale vorm door naar een verdere verwerkingsinrichting waarmee het meetsignaal verder kan worden verwerkt, bijvoorbeeld geregistreerd.

Bij een gunstige uitvoeringsvorm wordt het meetsignaal via een leiding 16 naar een deel van de verwerkingsinrichting geleid, dat het gewicht over een aanzienlijk deel van de omhoog gaande beweging bepaalt en middelt, en het gewicht over een aanzienlijk deel van de omlaag gaande beweging bepaalt en middelt en het verschil van deze gewichten registreert. Het middelen van het gewicht over een aanzienlijk deel van de beweging leidt tot een voldoende nauwkeurige gewichtsbepaling van de container. Het werk behoeft derhalve voor de weging niet onderbroken te worden. Door ook tijdens de neergaande beweging een gewichtsbepaling uit te voeren wordt het gewicht van de lege container vastgesteld. Door het gewicht van de lege container af te trekken van dat van de lege container af te trekken van dat van de volle container, zoals bepaald bij de omhoog gaande beweging, wordt het gewicht van de inhoud vastgesteld. Dit kan worden geregistreerd, bijvoorbeeld voor latere verrekening.

Behalve evenwijdig aan het draagorgaan, zoals getoond in de figuren 1 en 2, kan de krachtmeetcel ook dwars op het draagorgaan worden gemonteerd. Een dergelijke constructie wordt in figuur 3 getoond waarin overeenkomstige onderdelen met dezelfde verwijzingscijfers zijn aangeduid.

De krachtmeetcel 21 komt grotendeels overeen met die welke getoond is in figuur 1 en 2, doch hierbij zijn, zoals eerder opgemerkt, de montagesteunen 22 en 23 zodanig uitgevoerd dat deze een horizontaal montagevlak hebben. De monta-gesteun 22 van de krachtmeetcel 21 is verbonden met een steun 20 aan het draagorgaan 11, terwijl de montagesteun 23 aan het tegenoverliggende einde van de krachtmeetcel 21 gemonteerd is op een steun 24 aan het heforgaan 4. Ook hier is verder geen enkele verbinding tussen het draagorgaan 11 en het hefframe 4 dan de krachtmeetcel 21. Wel kunnen op niet getoonde wijze aan het draagorgaan 11 respectievelijk het hefframe 4 aanslagen worden aangebracht, die onder normale belastingsomstandigheden niet met elkaar in contact kunnen komen, maar bij een onbedoelde, ongunstige krachtsuitoefening de krachtmeetcel 21 tegen overbelasting beschermen.

Met de constructie zoals getoond in figuur 3, waarbij de krachtmeetcel 21 met zijn langsas dwars op het draagorgaan 11 staat, is de torsiebelasting van de krachtmeetcel 21 minimaal. Dit is voor de nauwkeurige werking van de krachtmeetcel gunstig. De noodzakelijke ruimte voor het opnemen van de krachtmeetcel achter het draagorgaan 11 op deze wijze is bijvoorbeeld beschikbaar bij een container-hef/kiepinrichting zoals getoond in figuur 1. Een dergelijke montage van de krachtmeetcel wordt dan ook bij voorkeur bij deze constructie toegepast.

Het zal duidelijk zijn dat ook bij deze toepassing de uitvoering van de steunen 20, 24 afhangt van de uitvoering van de krachtmeetcel 21.

Opgemerkt wordt nog dat ook bij deze montagewijze de krachtmeetcel 21 in een zodanige stand wordt gemonteerd dat de parallellogramvormige buigingsbalk daarvan in een verticaal vlak ligt.

Tot het wegen van vuilniscontainers wordt meer en meer overgegaan teneinde de kosten van de afvoer van vuilnis en ander afval, overeenkomstig het principe van "de vervuiler betaalt", zo nauwkeurig mogelijk in rekening te brengen bij de producent van het vuilnis of afval. De eerder beschreven verwerkingsmethode waarbij het netto gewicht van het afval wordt berekend, is hierbij van voordeel. Voor het middelen van het meetsignaal tijdens het heffen en het neerlaten, zal de verwerkingsinrichting samenwerken met sensoren aan de hefinrichting die signalen geven welke telkens het begin en het einde van een meettraject aanduiden. Ook is het mogelijk om met een geschikte programmatische verwerking van het meetsignaal uit het verloop van dit meetsignaal tijdens een gehele ledigingscyclus vanaf het plaatsen van een volle container tot het weer afnemen van een geledigde container, automatisch de juiste meettrajecten te laten bepalen.

Claims (8)

1. Inrichting voor het bij het ledigen wegen van vuilniscontainers omvattende een hefinrichting met een door hefmiddelen omhoog en omlaag beweegbaar hefframe en een met het hefframe verbonden, van grijporganen voor het aangrijpen van een vuilniscontainer voorzien en deze tegen een zijvlak steunend verticaal draagorgaan, waarbij het verticale draag-orgaan uitsluitend met het hefframe is verbonden door een krachtmeetcel van het type met een parallellogramvormige buigingsbalk, die voorzien is van rekstrookjes welke gekoppeld zijn met een verwerkingsinrichting die meetsignalen van de rekstrookjes verwerkt tot een gewichtsaanduiding.

2. Inrichting volgens conclusie l, waarbij de krachtmeetcel met één einde van de buigingsbalk met het hefframe en met het andere einde met het draagorgaan is verbonden.

3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, waarbij de krachtmeetcel uitgevoerd is met een cilindrisch huis en daarvan aan weerseinden uitstekende montagesteunen die respectievelijk gemonteerd zijn aan een aan de achterzijde van het draagorgaan, in het midden daarvan aangebrachte steun en een horizontaal op een afstand daarvan liggende steun aan het hefframe, zodat de krachtmeetcel zich met zijn hartlijn horizontaal uitstrekt.

4. Inrichting volgens conclusie 3, waarbij de steun aan het hefframe buiten het midden is aangebracht en de krachtmeetcel zich met zijn hartlijn evenwijdig aan het draagorgaan uitstrekt.

5. Inrichting volgens conclusie 4, waarbij de hefinrichting deel uitmaakt van een aan een zijkant van een vuilnisauto aangebrachte container-hefinrichting.

6. Inrichting volgens conclusie 3, waarbij de steun aan het hefframe zich op een afstand achter het draagorgaan bevindt, zodat de krachtmeetcel zich met zijn hartlijn loodrecht op het draagorgaan uitstrekt.

7. Inrichting volgens conclusie 6, waarbij de hefinrichting deel uitmaakt van een aan de achterzijde van een vuilnisauto aangebrachte container-hef/kiepinrichting.

8. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de verwerkingsinrichting zodanig is uitgevoerd, dat deze het gewicht over een aanzienlijk deel van de omhoog gaande beweging bepaalt en middelt, en het gewicht over een aanzienlijk deel van de omlaag gaande beweging bepaalt en middelt en het verschil van deze gewichten registreert . J