NL9200361A - Verbeteringen voor een oprolbare luifel. - Google Patents

Description

Korte aanduiding: Verbeteringen voor een oprolbare luifel.

De huidige uitvinding heeft betrekking op een oprolbare luifel.

In de Belgische octrooiaanvraag 08801124 werden oplossingen gevonden, zowel op het gebied van de verbinding tussen de luifelkast en de strekarmen, als op het gebied van de koppeling tussen het aandrijfmechanisme en de bedieningshen-del.

Het onderwerp van de huidige uitvinding ligt op beide gebieden. In de Belgische octrooiaanvraag 08801124, zijn twee achterstangen van strekarmen met een koppelstuk scharnierend aan een luifelkast bevestigd, welke luifelkast is voorzien van een draaias (23), die laag in de luifelkast is gelegen en waarmede bij het ontrollen van de luifel, dat koppelstuk met de strekarmen kan kantelen, waardoor het luifeldoek een passende helling krijgt, terwijl bij het oprollen van de luifel, het kantelen van de strekarmen in tegenovergestelde richting plaatsvindt, waarbij het koppelstuk het dichtst bij de achterkant van de luifelkast gelegen onderdeel is. Dankzij de in genoemde aanvrage beschreven uitvinding is het mogelijk het koppelstuk dicht tegen die achterkant te plaatsen en met een minimum aan ruimte de volledig dichtgevouwen strekarmen in de volledig gesloten luifelkast te brengen.

Toch bleef de regeling van de helling van de luifeldoek een probleem.

Het doel van de huidige uitvinding is dit probleem op te lossen evenals het vertikaal op-en-neer bewegen van de verbindingsstukken van de strekarmen met de luifelkast te verhinderen.

De luifel volgens de uitvinding wordt gekenmerkt, doordat het koppelstuk, dat de achterstangen met de luifelkast verbindt, van twee assen is voorzien, waarvan er één wordt gebruikt als draai-as, als gevolg waarvan dit koppelstuk met de strekarmen enigszins scharnierend kan kantelen, onder de druk die op de andere as wordt uitgeoefend door middel van een regelbare grendel, die de hoek bepaalt van het koppelstuk ten opzichte van het steunvlak van de luifel. Op het gebied van de koppeling tussen het aandrijfmechanisme en de bedieningshendel, beschrijft de Belgische octrooiaanvraag 08801124 een bedieningshendel, die eindigt in een staafvormig gedeelte, dat is voorzien van één of meerdere pennen, die in bijpassende gleuven van een cylindrische huls kunnen worden geschoven, zodat de cylindrische huls, die met de as van de aandrijfinrichting is verbonden, heen en terug kan worden gedraaid.

Een dergelijke bedieningshendel heeft de nadelen dat de hendel een grote lengte heeft als gevolg waarvan deze moeilijk tesamen met de luifel kan worden verpakt en dat de bediening van de hendel vereist dat de bedienende persoon de hendel nagenoeg vertikaal moet houden. Voor dit laatste is er wel de "cardan" oplossing als verbinding met de aandrijvings-as, maar deze oplossing vereist een nauwkeurige uitvoering en is kwetsbaar, hetgeen dan ook het economisch voordeel vermindert.

Bij de bedieningshendel volgens de uitvinding zijn deze problemen opgelost.

Het is voordelig bij de bedieningshendel volgens de uitvinding de hendelstang uit twee stukken samen te stellen, nl. een buis en een stang, waarbij de stang telescopisch in de buis kan schuiven en bij een geschikte lengte van de bedieningshendel kan worden vergrendeld.

Bij de bedieningshendel volgens de uitvinding kan met voordeel de bedieningshendel aan de kant van de aandrijvings-as eindigen in een oog, waarin een cylindrische huls met bijpassende gleuven kan worden gehaakt en waaraan een spi-raalveer is bevestigd, zodanig dat de cylindrische huls, die de aandrijvingsas bestuurt, onder een hoek staand heen en terug kan worden verdraaid.

De uitvinding zal nu nader worden toegelicht aan de hand van een beschrijving van een uitvoeringsvorm volgens de uitvinding, onder verwijzing naar de bijgevoegde figuren, waarin figuur 1. - een perspectivisch aanzicht is van een luifel volgens de uitvinding, waarin de verschillende onderdelen afzonderlijk zijn getoond, figuur 2. - een perspectivisch aanzicht is van de verbindingselementen tussen de strekarmen en de luifelkast van een luifel volgens de uitvinding, en figuur 3. - een perspectivisch aanzicht is van een bedieningshendel van een luifel volgens de uitvinding.

Een luifel, zoals voorgesteld in figuur 1, bestaat in het algemeen uit een luifeldoek (1), dat enerzijds is verbonden met de luifelrol (2) en anderzijds met een voorprofiel (3). De luifelrol (2) is opgehangen in een luifelkast (4) die aan de voorzijde open is en die door het voorprofiel (3) wordt afgesloten bij volledig opgerolde luifel. Het voorprofiel (3) is door tenminste twee strekarmen (5) met de luifelkast (4) verbonden. Die strekarmen (5) bestaan elk uit twee stangen (6) en (7), die onderling scharnierend zijn verbonden en die van een inwendig veermechanisme zijn voorzien, dat de strekarmen (5) naar hun gestrekte positie dwingt. Het voorprofiel (3) kan bovendien zijn voorzien van twee of meerdere steunen (8) voor het ondersteunen van het voorprofiel (3). De luifelrol (2) wordt via een aandrijvingsmechanisme (10) met de hand aangedreven door een bedieningshendel (9).

Volgens de uitvinding bestaat de koppeling (fig. 2) tussen de strekarmen (5) uit een beugel (11) waartussen het uiteinde van de achterstang (7) scharnierend is verbonden.

Verder bestaat het koppelstuk uit een plaat (12) waaraan enerzijds de beugel (11) is vastgemaakt en anderzijds twee assen (13) en (14) zijn bevestigd waarvan de uiteinden van een schroefdraad zijn voorzien om het koppelstuk aan de zijwand (15) van de luifelkast (4) vast te schroeven.

Tussen de zijwand (15) van de luifelkast (4) en de koppelstukplaat (12) is een geextrudeerd tussenstuk (16) geplaatst, dat onder andere is voorzien van twee holten (17) en (18) waar de respectievelijke assen (13) en (14) van het koppelstuk doorheen steken.

De holte (17) van het tussenstuk (16) waar de vooras (13) van het koppelstuk doorheen steekt heeft een diameter die nauwelijks groter is dan de diameter van de vooras (13), waardoor het koppelstuk met de strekarmen (5) rond de vooras (13) kan kantelen.

Anderzijds is de achterholte (18) enigszins groter dan de voorholte (17) en aan de onderzijde voorzien van een open gleuf, waardoorheen een grendel (19) in deze achterholte (18) van het tussenstuk kan steken, die de ruimte van deze voorholte (18) grotendeels kan innemen.

Het bovenste uiteinde van deze grendel (19) wordt gevormd door een oog (20), waardoor de achteras (14) van het koppelstuk wordt geschoven, terwijl de grendel aan de onderzijde de vorm heeft van een bout (21), waarop een ronde moer (23) is geschroefd. Deze moer (23) wordt in een daarvoor bestemde gleuf (24) die deel uitmaakt van de achterholte (18) van het tussenstuk (16), geschoven. Als men vervolgens de kop van de bout (21) met een sleutel in één van beide richtingen draait, zal, aangezien de ronde moer (23) niet kan bewegen in de gleuf (24) van het tussenstuk (16), de bout (21) met oog (20) stijgen of dalen, met als gevolg dat de as (14) met het koppelstuk en de strekarmen (5) rond de as (13) heen of terug zal kantelen.

Met een luifel volgens de uitvinding is het dus mogelijk om de hoek van de helling van de luifeldoek te regelen en te vergrendelen door het gebruik van een sluitring (22) die tussen de kop van de bout (21) en het tussenstuk (16) wordt vast geschroefd, zodra de luifelkast (4) aan een wand is bevestigd. In vergrendelde toestand kan het koppelstuk waaraan de strekarmen zijn verbonden niet meer op-en-neer bewegen.

Verder is de luifel volgens de uitvinding van een bedieningshendel (9) voorzien (fig. 3) - waarvan de hendel-stang uit twee delen is samengesteld, enerzijds aan de onderzijde uit een stang (25) als gebruikelijk voorzien van een hendel (26), die de mogelijkheid verschaft de stang (25) te draaien rond de door de stang (25) gevormde as en ander zijds aan de bovenzijde uit een ronde of vierkante buis (27) , die correspondeert met de doorsnede van stang (25), die telescopisch in buis (27) kan worden verschoven.

Op de gewenste lengte van de bedieningshendel (9) die afhangt van de hoogte waarop de luifelkast werd geplaatst en van de hoogte van de persoon die de hendel (9) bedient, kan de positie van de stang (25) in de buis (27) worden vergrendeld door een grendel (28), die aan het onderste uiteinde van buis (27) is vastgehecht en die een cylindrische ruimte omvat waardoor de stang (25) steekt, van welke cylindrische ruimte de as excentrisch ten opzichte van de as van de stang (25) is gelegen, zodanig dat met het ronddraaien van deze grendel (28) onder de druk van een vinger op het uitsteeksel (29) dat aan grendel (28) is bevestigd, de stang (25) in buis (27) wordt vergrendeld.

Verder wordt de luifel volgens de uitvinding gekenmerkt, doordat de bedieningshendel (9) ter hoogte van het aandrijfmechanisme is samengesteld uit drie stukken, op zodanige wijze dat het bovenste gedeelte van de hendel, buis (27), eindigt in een oog (niet zichtbaar op figuur 3) waarin een haak is aangebracht die aan de onderzijde als uitsteeksel deel uitmaakt van een cylindrisch omhulsel (30), dat is voorzien van gleuven (31).

Deze gleuven (31) worden gebruikt om het cylindrisch omhulsel (30) met de pennen van een ingaande as te verbinden. Deze as maakt deel uit van het aandrijfmechanisme (10). Zodra dat omhulsel (30) is vastgehaakt aan deze pennen, is dat omhulsel (30) vertikaal gericht, terwijl de bedieningshendel eraan vasthangt en zich vrij kan bewegen in een konische ruimte, rond een denkbeeldig vertikale as. Verder wordt deze beweging begrensd en wordt het omhulsel (30) ondersteund door middel van een spiraalveer (32), die aan buis (27) is bevestigd.

Claims (11)

1. Luifel omvattende een luifeldoek (1), een luifelkast (4), waarin een luifelrol (2) voor het op- of ontrollen van het luifeldoek (1) is opgehangen, een voorprofiel (3), waarmee de voorrand van het luifeldoek (1) is verbonden en twee of meerdere strekarmen (5) die elk bestaan uit een voorstang (6) waarvan het ene uiteinde scharnierend met het voorprofiel (3) is verbonden, een achterstang (7) waarvan het ene uiteinde scharnierend met het andere uiteinde van de voorstang (6) is verbonden, en een inwendig veermechanisme dat beide stangen naar een gestrekte stand dwingt en bij welke luifel de achterstang (7) scharnierend is verbonden met een koppelstuk, dat is vastgehecht aan zijwanden (15) van een luifelkast (14), met het kenmerk, dat dit koppelstuk enerzijds bestaat uit een beugel (11), waartussen het uiteinde van de achterstang (7) van de strekarmen (5) scharnierend is verbonden en anderzijds uit twee assen (13) en (14) die elk met het ene uiteinde zijn bevestigd aan deze beugel, door een tussenstuk (16) steken en elk met hun andere uiteinde zijn bevestigd aan de zijwand (15) van de luifelkast (4), waarbij het tussenstuk (16) is voorzien van middelen om de helling van het koppelstuk te regelen en te vergrendelen.

2. Luifelstuk volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het tussenstuk (16) is voorzien van een voorholte (17), die zodanig is aangepast aan de diameter van de vooras (13) van het koppelstuk, dat het koppelstuk met de strekarmen (5) rond de vooras (13) heen en terug kan kantelen.

3. Luifel volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het tussenstuk (16) is voorzien van een achterholte (18) die zodanig is uitgevoerd, dat er een grendel (19) in kan steken, door welke grendel de met de strekarm (5) verbonden achteras (14) van het koppelstuk steekt.

4. Luifel volgens conclusie 1, 2 of 3, met het kenmerk, dat het tussenstuk (16) uit geëxtrudeerd materiaal bestaat.

5. Luifel volgens conclusie 3 of 4, met het kenmerk, dat de grendel (19) aan de bovenzijde is voorzien van een oog (20), waardoor de achteras (14) van het koppelstuk kan worden gestoken, waarbij de grendel (19) aan de onderzijde de vorm heeft van een bout (21), waarop een ronde moer (23) is geschroefd, die in een daarvoor bestemde gleuf (24) van de achterholte (18) van het tussenstuk (16) is vastgeklemd, en die eindigt in een veelhoekige kop waaraan de bout (21) doen draaien op of neer kan worden bewogen, welke op- of neerbeweging aan de achteras (14) wordt overgedragen, zodat deze met het koppelstuk rond de vooras (13) heen of terug kantelt.

6. Luifel volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de grendel is voorzien van een sluitstuk (12).

7. Luifel omvattende een luifeldoek (1), een luifelkast (4) waarin een luifelrol (2) voor het oprollen van het luifeldoek (1) is opgehangen, een aandrijf inrichting (10) voor op- of ontrollen van de luifelrol (2), die o.a. bestaat uit een aan een zijkant van de luifelrol (2) geplaatst overbrengingsmechanisme, dat kan worden aangedreven met een bedieningshendel (9) , die op een ingaande as van deze aandrijf inrichting kan worden ingehaakt, met het kenmerk, dat de bedieningshendel (9) bestaat uit een stang (25) en een buis (27) , waarin de stang (25) telescopisch kan worden verschoven.

8. Luifel volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de bedieningshendel (9) is voorzien van een grendel (28), die de relatieve positie van de stang (25) in buis (27) vastlegt.

9. Luifel volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de grendel (28) een cylindrische vorm heeft, waarbij de middenas excentrisch is gelegen ten opzichte van de symmetrie-as van stang (25) en op zodanige wijze is voorzien van een uitsteeksel (29) , dat de grendel (28) rond stang (25) kan worden verdraaid en in haar positie ten opzichte van buis (27) kan worden vergrendeld.

10. Luifel omvattende een luifeldoek (1), een luifelkast (4) waarin een luifelrol (2) voor het oprollen van het luifeldoek (1) is opgehangen, een aandrijf inrichting (10) voor op- of ontrollen van de luifelrol (2) die door een bedieningshendel (9) kan worden aangedreven en met een ingaande as van deze aandrijf inrichting is ingehaakt, met het kenmerk, dat deze bedieningshandel (9) ter hoogte van het aandrijfmechanisme (10) eindigt in een oog op een buis (27), waaraan een cylin-drisch omhulsel (30), voorzien van gleuven (31) en een haak is aangebracht, waarbij zodra dit cylindrische omhulsel (30) door middel van de gleuven (31) met pennen van de ingaande as van het aandrijfmechanisme (10) is verbonden, de bedieningshendel (9) zich in een konische ruimte rond een vertikale as kan bewegen.

11. Luifel volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat het omhulsel (30), wordt ondersteund door een spiraalveer (32) die aan de buis (27) van de bedieningshendel (9) is vastgehecht .