NL9102118A - Gesloten rakel met zij-afdichting. - Google Patents

Description

Gesloten rakel met zij-afdichting.

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een rakel voor toepassing in een drukinrichting omvattende een rakel-lichaam, een drukpastatoevoerbuis, een drukpasta-afvoer-ruimte die af gezien van een drukpasta-afvoerspleet en een drukpastatoevoerkanaal tussen de drukpastatoevoerbuis en de drukpasta-afvoerruimte gesloten is en die tenminste begrensd wordt door twee zich in de lengterichting van het rakellichaam uitstrekkende rakelbladen terwijl aan beide uiteinden van de rakel zijafdichtingsmiddelen aanwezig zijn.

Een dergelijke rakel is bekend uit US-A-3994220.

Bedoelde publikatie beschrijft een rakel van het aangegeven type waarin het drukpasta-toevoerkanaal in hoofdzaak gevormd wordt door een aantal openingen van gelijke afmeting die zijn aangebracht in de wand van de drukpastatoevoerbuis en die uitmonden in de drukpasta-afvoerruimte.

Een dergelijke rakel dient van een zij-afdichting te zijn voorzien om te waarborgen dat de drukpasta zich uitsluitend kan verplaatsen in de richting van de drukpasta-afvoerspleet die aanligt tegen de binnenwand van een schabloon waarmee de rakel samenwerkt tijdens een drukbewerking.

De hiervoor genoemde Amerikaanse publikatie omvat een zij-afdichting die bestaat uit een aan de drukpastatoevoerbuis bevestigde lip die de drukpasta-afvoerruimte zijdelings afdekt en die eveneens met een bij benadering U-vormig orgaan over korte afstand aanligt tegen de binnenzijde van de rakelbladen in de drukpasta-afvoerruimte.

De afdichting die aldus verkregen wordt blijkt bij hoge rakeldrukken en grote druksnelheden niet altijd te voldoen en derhalve heeft de onderhavige uitvinding ten doel een rakel van het beschreven type te verschaffen die zij-af- dichtingsmiddelen omvat die een verbeterde afdichting waarborgen.

De rakel volgens de uitvinding wordt daartoe gekenmerkt doordat de zij-af dichtingsmiddelen ruimt e-op vul 1 ingsmidde-len en rakelbladcompensatiemiddelen omvatten.

De ruimte-opvullingsmiddelen worden zoals de naam al zegt belichaamd in onderdelen die vanaf de zijkant in de rakel worden geschoven en die een opvullende werking bezitten waarbij eveneens een afdichting wordt verkregen.

De rakelbladcompensatiemiddelen zullen hierna uitgebreid worden beschreven doch hebben in hoofdzaak ten doel een afdichting te verschaffen tussen een in drukpasta-afvoerruim-te aanwezig ruimte-opvullingsmiddel en de binnenzijde van een schabloon waarmee de rakel samenwerkt; de rakelbladcompensatiemiddelen dienen derhalve voldoende elastische vervormbaarheid te bezitten om een afdichting van een ruimte ter dikte van de toegepaste rakelbladen te verschaffen.

In het bijzonder bezitten de ruimte-opvullingsmiddelen een vorm die overeenkomt met de vorm van het drukpastatoevoer-kanaal respektievelijk de drukpasta-afvoerruimte en kan in genoemde ruimten afdichtend worden opgenomen. De ruimte-opvullingsmiddelen worden daartoe vanaf de zijkant in de betreffende ruimten geschoven; bij een juiste maatvoering kan voor een zodanige passing worden zorggedragen dat lekkage nagenoeg uitgesloten is.

Indien uitsluitend voor een zij-afdichting dient te worden gezorgd bezitten de ruimte-opvullingsmiddelen een in vergelijking met de totale rakellengte geringe lengte en kunnen na inbrengen in de af te dichten ruimte worden vastgezet. Indien een begrenzing dient te worden aangebracht van de werkzame lengte van de rakel zijn doelmatig de ruimte-opvullingsmiddelen bevestigd op een sluitplaat die met het uiteinde van de rakel verbonden kan worden, terwijl de lengte van de ruimte-opvullingsmiddelen overeenkomt met de lengte van het deel van de rakel dat men onwerkzaam wil maken. In een dergelijk geval kunnen de ruimte-opvullings- middelen de vorm bezitten van een onderdeel dat nauwkeurig de vorm bezit van de ruimte die dient te worden opgevuld; uiteraard is het ook mogelijk om een langwerpig lichaam te bevestigen aan een sluitplaat dat onder invloed van een erin gebracht medium van vorm kan veranderen totdat een passende aanligging wordt verkregen in de ruimte die dient te worden opgevuld. De sluitplaat omvat in een dergelijk geval aansluitmiddelen voor het toevoeren van een onder druk staand medium en eventueel klepmiddelen of dergelijke waardoor na het toevoeren de ruimte kan worden gesloten, respektievelijk waarmee afvoer van het onder druk staand medium zoals bijvoorbeeld lucht kan plaatsvinden.

In een voorkeursuitvoeringsvorm van de rakel volgens de uitvinding omvat het drukpastatoevoerkanaal van de rakel tenminste een spieetvormig verwijd gedeelte en een spieetvormig vernauwd gedeelte dat grenst aan de drukpasta-af-voerruimte terwijl de ruimte-opvullingsmiddelen een vorm bezitten die overeenkomt met de vorm van genoemd verwijd respektievelijk vernauwd gedeelte.

De ruimte-opvullingsmiddelen zoals hiervoor beschreven kunnen van velerlei materiaal zijn, zoals metaal en kunststof; bij voorkeur is voor het materiaal van de ruimte-opvullingsmiddelen gekozen uit een elastomeer kunststof materiaal respektievelijk een schuimkunststofmateriaal met gesloten celstruktuur.

Met veel voorkeur is het materiaal een vol polyurethaan materiaal, d.w.z. een materiaal dat geen cellen bevat.

Ten aanzien van de rakelbladcompensatiemiddelen in de rakel volgens de uitvoering worden deze in het bijzonder gevormd door een elastisch materiaal dat met de uiteinden der rakelbladen kan samenwerken en onder aandrukking door de binnenwand van een schabloon waarin de rakel werkzaam is kan vervormen en daarbij gaat aanliggen tegen de naar de drukpasta-afvoerspleet gerichte zijde van ruimte-opvulmid-delen die aanwezig zijn in de drukpasta-afvoerruimte.

Het elastisch materiaal dient een zodanige vervormbaarheid te bezitten dat een spleet ter diepte van de rakelbladdikte overbrugd kan worden als gevolg van aandrukking door de binnenwand van het schabloon waarmee de rakel samenwerkt. Vele materialen zijn geschikt; bij voorkeur zal bijvoorbeeld een polyurethaan materiaal worden toegepast.

Bij voorkeur bezit het elastisch materiaal dat voor de rakelbladcompensatiemiddelen wordt toegepast de vorm van een strook die in vergelijking met de lengte van de rakel een geringe breedte bezit en die zich in hoofdzaak dwars op de richting van de drukpasta-afvoerspleet uitstrekt en die met één der rakelbladen verbonden is danwel met het huis van de rakel aan die zijde.

In een andere belichaming bezit het elastisch materiaal de vorm van een strook van geringe breedte in vergelijking met de lengte van de rakel die zich in hoofdzaak dwars op de richting van de drukpasta-afvoerspleet uitstrekt en die met beide zijden van het huis ter weerszijden van de drukpasta-afvoerruimte verbonden is. In beide gevallen is de strook van geringe breedte gesitueerd op dezelfde plaats langs de lengte van de rakel waar zich ook de ruimte-opvullingsmid-delen bevinden en vormt een afdichting tussen de wand van het schabloon en de naar de drukpasta-afvoerzijde gekeerde ruimte-opvullingsmiddelen. Bij voorkeur bezit het materiaal van de rakelbladcompensatiemiddelen een geringe wrijvings-coëfficient; derhalve bezitten elastomeer materialen met een de wrijving verlagend gehalte aan fluorkoolwaterstofpolymeer de voorkeur. Een voorbeeld van een dergelijk elastomeer materiaal is VitonR rubber. De strook kan met mechanische middelen met het huis verbonden worden; zoals bijvoorbeeld een schroefverbinding. Doelmatig vindt de verbinding van de strook met het huis plaats door samenwerking van zich op het rakelhuis bevindende nokken en in de strook aanwezige opneemgaten voor de nokken terwijl borgingsmidde-len aanwezig zijn om de verbinding tussen de strook en het huis van de rakel te borgen. In een zeer aantrekkelijke uitvoeringsvorm verschaffen de borgingsmiddelen eveneens een borging aan de ruimte-opvullingsmiddelen wanneer deze geplaatst'zijn in het drukpastatoevoerkanaal ·εη de drukpas- ta-afvoerruimte.

Het is voor een goed functioneren van de zij-afdichting van de rakel van belang dat de aanrakingslijn tussen de beide rakelbladen van de rakel en de strookvormige rakelbladcom-pensatiemiddelen zich in één vlak bevinden te weten een vlak dat aanligt tegen de binnenzijde van een schabloon waarmee de rakel samenwerkt.

Om een dergelijke aanligging te realiseren zijn volgens de uitvinding de rakelbladen respectievelijk zich eventueel op de rakelbladen bevindende elastomeerstrips ingesneden op zodanige wijze dat de strookvormige rakelbladcompensatie-middelen daarin passend kunnen worden doorgelaten.

In een andere aantrekkelijke uitvoeringsvorm wordt er ter vorming van een gelijkmatige kromming van de strookvormige rakelbladcompensatiemiddelen voor zorg gedragen dat de rakelbladen zijn afgeschuind aan de naar de drukpasta-afvoerruimte gerichte zijde ervan.

Op laatst genoemde wijze kan er zelfs bij zeer dunne strookvormige rakelbladcompensatiemiddelen voor gezorgd worden dat een optimale afdichtende werking wordt bereikt; bij zeer nauwkeurige afschuining en een vorming van de ruimte-opvullingsmiddelen die in hoofdzaak overeenkomt met de kromtestraal van het schabloon waarmee de rakel moet samenwerken, kunnen de rakelbladcompensatiemiddelen zelfs worden weggelaten.

De uitvinding zal nu worden beschreven aan de hand van de tekening waarin:

Figuur 1 een opstelling toont van een rakel volgens de uitvinding binnen een schabloon.

«Ι-Φ . ...

Figuur 2*C schetsmatig de vorm en positionering tonen van de toegepaste ruimte-opvullings- en rakelbladcompensatiemiddelen.

Figuur 3 in explosie-aanzicht een huis van een rakel volgens de uitvinding met ruimte-opvullings- en rakelbladcompensatiemiddelen toont enjjfiguur 4 een huis van een rakel zoals in figuur 3 doch in een andere uitvoeringsvorm.

Getoond is in figuur 1 een rakel lichaam.5 1 met een drukpas- tatoevoerbuis 2 en een drukpasta-afvoerruimte 3. De drukpasta-afvoerruimte wordt begrensd door een drukpasta-af-voerspleet 4 die uitmondt tegen de binnenwand van een rotatiezeefdrukschabloon 9.

In de rakel bevindt zich een drukpastatoevoerkanaal 5 dat in de stromingsrichting van de drukpasta gezien een vernauwing 5a, een verwijding 5b en een vernauwing 5c laat zien; de vernauwing 5c heeft de hoogste vernauwingsgraad.

Binnen het huis van de rakel bevinden zich rakelbladvast-houdmiddelen 7 en 8 die door vervorming onder invloed van een in de rakelbladvasthoudmiddelen aangebrachte druk de rakelbladen 6 klemmend kunnen vasthouden. Het hier geschetste rakelsysteem werkt als volgt: via de drukpastatoe-voerbuis 2 wordt onder druk staande drukpasta getransporteerd door de openingen 5a, het verwijde gedeelte 5b en de vernauwing 5c naar de drukpasta-afvoerruimte 3. Door de in het systeem heersende druk wordt drukpasta door de drukpas-ta-afvoerspleet 4 geperst door de perforaties van het schabloon 9 en komt aan op een substraat dat (niet getoond) in aanraking met de buitenzijde van het schabloon 9 wordt getransporteerd met een transportsnelheid die in hoofdzaak gelijk is aan de omtreksnelheid van het schabloon 9.

Het schabloon 9 is een op zich bekend rotatiezeefdrukschabloon bijvoorbeeld uit nikkel met een fijnheid tussen 20 en 250 Mesh (het Mesh getal geeft het aantal perforaties per strekkende inch aan); fijnheden die hoger zijn dan de aangegeven fijnheid zijn niet uitgesloten.

Figuur 2 toont op schetsmatige wijze de plaatsing en vorm van de ruimte-opvullingsmiddelen en de rakelbladcompensa-tiemiddelen zoals in de uitvinding voorzien.

Figuur 2a toont rakelbladen 11 en 12; de drukpasta-afvoerruimte is aangegeven met 13. In de drukpasta-afvoerruimte 13 zijn ruimte-opvullingsmiddelen 15 en 17 aanwezig terwijl strookvormige rakelbladcompensatiemiddelen 14 en 16 met de rakelbladen en de ruimte-opvullingsmiddelen samenwerken.

De rakelbladcompensatiemiddelen 14 en 16 zijn aan de uiteinden 14a respektievelijk 16a * bijvoorbeeld door lijmen verbonden met het rakelblad 12; de uiteinden 14b respectievelijk 16b zijn niet met een rakelblad verbonden en liggen tijdens bedrijf slechts aan tegen het rakelblad 11.

In figuur 2b is een situatie geschetst waarin in zijaanzicht de ruimte-opvullingsmiddelen 15 uit figuur 2a zijn getoond met de daarmee samenwerkende rakelbladen 11 en 12 en de rakelbladcompensatiestrook 14. Te zien is dat het rakelblad 12 is ingesneden om een zo goed mogelijke afsluiting te verkrijgen; de insnijding is getoond met 19 in figuur 2d.

Figuur 2c beschrijft de situatie als in figuur 2a waarbij echter strookvormige elastomeermiddelen 11a en 12a zijn aangebracht op de uiteinden van de rakels 11 en 12. Door insnijden van de elastomeer-, bijvoorbeeld puur polyuret-haan, -stroken 11a en 12a is een optimale aanligging van de strook 18 tegen de bovenzijde van het ruimte-opvullingsmid-del 15 verkregen; de insnijding van de polyurethaanstrook 12a en de ligging van de strook 18 zijn getoond in figuur 2e.

In figuur 3 is een perspektivisch aanzicht getoond van het huisgedeelte van een rakel volgens de uitvinding en dat met 20 is aangeduid. In de rakel volgens de uitvinding zoals getoond in figuur 1 kan er doelmatig een splitsingsmoge-lijkheid aanwezig zijn tussen het gedeelte 1, 2 dat zich boven de scheidingslijn 10 bevindt en het gedeelte dat zich in de figuur daaronder bevindt.

In figuur 3 is in het getoonde huisgedeelte 20 een tweetal rakelbladen 21 en 22 opgenomen die een drukpasta-afvoer-ruimte 23 begrenzen. Het drukpasta-afvoerkanaal 24 mondt via een vernauwing uit in de drukpasta-afvoerruimte 23. De rakelbladen 21 en 22 worden vastgeklemd door rakelbladvast-houdmiddelen 27 en 28 die een inwendige holte bevatten die met behulp van toevoermiddelen 25 en 26 kunnen worden gevuld met een medium onder druk zoals bijvoorbeeld lucht. Door toevoer van samengeperste lucht in een holte die zich bevindt in de rakelbladvasthoudmiddelen wordt een omtreks-vergroting daarvan bewerkstelligd waardoor een vastklemming van de rakelbladen 21 en 22 wordt verkegen. Met 29 is een sluitplaat aangeduid die een ru imte-opvul1ingsmiddel 30 omvat; in de sluitplaat die bedoeld is voor de andere zijde van de rakel en die met 297 is aangegeven is te zien dat behalve een ruimte-opvullingsmiddel 30' eveneens een ruim-te-opvullingsmiddel 30" aanwezig is. De sluitplaten kunnen desgewenst eveneens nog een opvul1ingsmiddel omvatten dat dient voor opvullen van de spleet tussen het met 24 aangegeven drukpastatoevoerkanaal en de drukpasta-afvoerruimte 23. Met 27 en 28 respektievelijk 27' en 28' zijn niet alleen de rakelbladvasthoudmiddelen bedoeld doch ook in de holte binnen de rakelbladvasthoudmiddelen passende inzet-stukken met daarop aangebrachte aansluitmiddelen 25 en 26 en welke inzetstukken binnen de holte passen onder afsluiting daarvan.

Met 33 respektievelijk 337 is een plaatvormig onderdeel gegeven dat een strookvormig rakelbladcompensatiemiddel 36 respektievelijk 367 omvat dat dient voor het verschaffen van een extra afdichting tussen de binnenwand van een schabloon waarmee de rakel samenwerkt en de ruimte-opvul-lingsmiddelen zoals bijvoorbeeld 30 en 307. De strookvormi-ge onderdelen 36 en 367 zijn bijvoorbeeld door middel van lijmen verbonden met de platen 33 respektievelijk 337; de stroken 36 zijn uit een elastomeer materiaal vervaardigd zoals polyurethaan, rubber, respektievelijk fluorkoolwa-terstof houdende rubber.

In figuur 4 tenslotte is een rakelhuis 40 getoond zoals in figuur 3 met rakelbladen 41 en 42 en een drukpasta-afvoerruimte 43. Het drukpasta-toevoerkanaal is aangegeven met 44 terwijl voorts een de holte binnen de rakelbladvasthoudmiddelen afsluitende delen 47 en 48 met aansluitingen 45 en 46 zijn getoond. Het onderdeel 49 komt qua funktie overeen met het onderdeel 29 uit figuur 3; ten aanzien van de rakel-bladcompensatiemiddelen zijn twee varianten getoond te weten onderdeel 59 en onderdeel 60.

Onderdeel 60 komt qua vorm overeen met de uitvoeringsvorm zoals is getoond in figuur 3; hetonderdeel 59 is een.· onderdeel dat een vastzettingsmogelijkheid aan beide zijden van het huis toont waarbij voor de vastzetting gebruik wordt gemaakt van de nokken 57'en 58' die kunnen worden opgenomen door uitsparingen 57' ' en 58'' en identieke voorzieningen aan de andere zijde van het huis van de rakel.

Met 56 is een klemonderdeel getoond dat ertoe dient om na bevestiging van het ruimte-opvullingsonderdeel 49 en de strookvormige middelen 59 danwel 60 een borging tot stand te brengen doordat de uitsparingen 57 en 58 met de nokken 57' en 58' samenwerken onder aanklemmen van de plaat 49 en de strookvormige onderdelen 59 en 60 en eenzelfde samenwerking plaatsvindt aan de onderzijde van het huis. Op die wijze wordt een zeer eenvoudige bevestigingsmogelijkheid verschaft die een snelle uitwisseling van rakelbladen 41 en 42, die in dit geval voorzien zijn van polyurethaanstroken 41a en 42a, toelaat. De polyurethaanstroken zijn zoals uit de figuur blijkt ingesneden om een optimale werking van de rakelbladcompensatiemiddelen toe te laten; desgewenst kunnen de rakelbladen aan de binnenzijde d.w.z. aan de zijde van de drukpasta-afvoerruimte zijn af geschuind om een verdere vervolmaking van de afdichtende werking van de stroken 59 of 60 te waarborgen.

Claims (14)

1. Rakel voor toepassing in een drukinrichting omvattende een rakellichaam (1), een drukpastatoevoerbuis (2), een drukpasta-afvoerruimte (3) die afgezien van een drukpas-ta-afvoerspleet (4) en een drukpastatoevoerkanaal (5) tussen de drukpastatoevoerbuis (2) en de drukpasta-afvoerruimte (3) gesloten is en die tenminste begrensd wordt door twee zich in de lengterichting van het rakel lichaam (1) uitstrekkende rakelbladen (6) terwijl aan beide uiteinden van de rakel zijafdichtingsmiddelen aanwezig zijn met het kenmerk dat de zijafdichtingsmiddelen ruimteopvullingsmiddelen en rakelbladcompensatiemiddelen omvatten.

2. Rakel volgens conclusie 1 met het kenmerk dat de ruimteopvullingsmiddelen (30, 30', 30") een vorm bezitten die overeenkomt met de vorm van het drukpastatoevoerkanaal (24) resp. de drukpasta-afvoerruimte (23) en in het genoemde ruimten afdichtend kan worden opgenomen.

3. Rakel volgens conclusie 1-2 met het kenmerk dat de ruimte-opvullingsmiddelen (30, 30', 30") een in vergelijking met de totale rakellengte geringe, lengte bezitten en na inbrengen in de af te dichten ruimten vastgezet kunnen worden.

4. Rakel volgens conclusie 1-2 met het kenmerk dat de ruimte-opvullingsmiddelen (30, 30', 30") bevestigd zijn op een sluitplaat (29, 29') die met het uiteinde van een rakel verbonden kan worden en de lengte der ruimte-opvullingsmiddelen (30, 30', 30") overeen komt met de lengte van het deel van de rakel dat men onwerkzaam wil maken.

5. Rakel volgens één of meer van de voorgaande conclusies met het kenmerk dat het drukpasta-toevoerkanaal (5) tenminste een spieetvormig verwijd gedeelte (5b) en een spieetvormig vernauwd gedeelte (5c) dat grenst aan de drukpasta-afvoerruimte (3) omvat en de ruimte-opvullingsmiddelen (30, 30', 30") een vorm bezitten die overeenkomt met de vorm van het verwijde resp. vernauwde gedeelte (5b, 5c) .

6. Rakel volgens conclusie 1-5 met het kenmerk dat het materiaal van de ruimte-opvullingsmiddelen (30, 30', 30'') gekozen is uit een elastomeer kunststofmate-riaal en een schuimkunststofmateriaal met gesloten celstructuur.

7. Rakel volgens conclusie 6 met het kenmerk dat het materiaal een vol polyurethaan materiaal is.

8. Rakel volgens conclusie 1 met het kenmerk dat de rakelbladcompensatiemiddelen gevormd worden door een elastisch materiaal dat met de uiteinden der rakel-bladen (11, 12) kan samenwerken en onder aandrukking door de binnenwand van een schabloon waarin de rakel werkzaam is kan vervormen en daarbij gaat aanliggen tegen de naar de drukpasta-afvoerspleet (13) gerichte zijde van ruimte-opvullingsmiddelen (15, 17) die aanwe zig zijn in de drukpasta-afvoerruimte (13).

9. Rakel volgens conclusie 8 met het kenmerk dat het elastisch materiaal de vorm bezit van een strook (14, 18, 36, 60) van geringe breedte in vergelijking met de lengte van de rakel die zich in hoofdzaak dwars op de richting van de drukpasta-afvoerspleet (13, 23, 43) uitstrekt en met één der rakelbladen (12) is verbonden dan wel met het huis aan die zijde verbonden is.

10. Rakel volgens conclusie 8 met het kenmerk dat het elastisch materiaal de vormt bezit van een strook (59) van geringe breedte in vergelijking met de lengte van de rakel die zich in hoofdzaak dwars op de richting an de drukpasta-afvoerspleet (43) uitstrekt en met beide zijden van het huis ter weerszijden van de drukpasta-afvoerruimte verbonden is.

11. Rakel volgens conclusie 9 en 10 met het kenmerk dat de verbinding van de strook (59, 60) met het huis (40) plaatsvindt door samenwerking van zich op het huis van de rakel bevindende nokken (57', 58') en in de strook (59, 60) aanwezige opneemgaten (57", 58") voor de nokken (57', 58') en borgingsmiddelen (53) aanwezig zijn om de verbinding tussen de strook (59, 60) en het huis (40) van de rakel te borgen.

12. Rakel volgens conclusie 11 met het kenmerk dat de borgingsmiddelen (53) eveneens een borging verschaffen aan de ruimte-opvullingsmiddelen (49, 49') wanneer deze geplaatst zijn in het drukpastatoevoerka-naal (43) en de drukpasta-afvoerruimte (44).

13. Rakel volgens één of meer van de conclusies 8-12 met het kenmerk dat ter vorming van een gelijkmatige kromming van de strookvormige rakelbladcompensatiemiddelen (14, 18, 59, 60. de rakelbladen (11, 12, 41, 42) zijn ingesneden (19) respektievelijk de op de rakelbalden (11, 12, 41, 42) aanwezige elastomeerstrips (11a, 12a, 41a, 42a) zijn ingesneden op zodanige wijze dat de strookvormige rakelbladcompensatiemiddelen daarin passend kunnen worden doorgelaten.

14. Rakel volgens één of meer van de conclusies 8-12 met het kenmerk dat ter vorming van een gelijkmatige kromming van de strookvormige rakelbladcompensatiemiddelen (14, 18, 59, 60) de rakelbladen (11, 12, 41, 42) zijn afgeschuind aan de naar de drukpasta-afvoerruimte (3, 13, 23, 43) gerichte zijde ervan.