NL9101366A - Verpakking. - Google Patents

Description

Verpakking

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een verpakking die omvat een omhulling voor het via een tuit opnemen van een medium, zoals een gas- en/of vloeistof, welke tuit met behulp van een dop afsluitbaar is.

De uitvinding beoogt een dergelijke verpakking in die zin te verbeteren dat de verpakking snel kan worden gevuld met medium of snel ontdaan van medium, en nadien de medium-druk in de verpakking op een vooraf bepaalde waarde kan worden ingesteld. Dit wordt bereikt met een verpakking volgens de uitvinding die omvat een omhulling met een opening; een op de opening aansluitende tuit met een op de tuit aangebrachte dop; en een de opening afsluitende klep, welke klep omvat een over de opening heen zich uitstrekkend, van tenminste één doorlaat voorzien kleplichaam, en een in de dop aangebracht, inwendig kanaal dat over de doorlaat heen zich uitstrekt en waarvan een kanaalrand een klepzitting vormt voor het kleplichaam.

Het snel vullen en ledigen van de verpakking wordt gerealiseerd door geleid op de tuit de dop en daarmee de kanaalrand te verwijderen van het kleplichaam, waardoor een relatief grote mediumdoortocht ontstaat.

Het op een exacte druk brengen van de verpakking wordt gerealiseerd door de dop zodanig over de tuit te verplaatsen dat de kanaalrand afsluitend contact maakt met het kleplichaam. Door vervolgens via het kanaal mediumdruk uit te oefenen op het kleplichaam, zal het kleplichaam tijdelijk weggedrukt worden van de kanaalrand totdat de mediumdruk vereffend is. Indien de mediumdruk in de verpakking groter is, kan de mediumdruk in de verpakking verlaagd worden door met behulp van een gereedschap tijdelijk het kleplichaam te lichten van de kanaalrand.

Een gunstige verpakking volgens de uitvinding ontstaat indien een afstand a van de klepzitting tot aan het kleplichaam instelbaar is. Dit wordt bij voorkeur bereikt indien de dop via een schroefdraadverbinding is aangebracht op de tuit. Aldus is de afstand a instelbaar door de dop meer of minder op de tuit te draaien.

Een optimaal kleplichaam ontstaat, indien verder bij voorkeur het kleplichaam een schijf is met over de omtrek verspreid daarin aangebrachte doorlaten. Aldus wordt bij het uitoefenen van een druk op het kleplichaam de schijf over zijn gehele omtrek gelicht van de kanaalrand.

Indien de mediumdruk in de verpakking verlaagd moet worden door het kleplichaam tijdelijk te lichten van de kanaalrand, heeft het voorkeur dat het kleplichaam is voorzien van een tot in het dopkanaal zich uitstrekkende stomp. Aldus kan de stomp dienen voor het gereedschap bestemd voor het lichten van het kleplichaam.

Teneinde een goede werking van de klep te realiseren, verdient het verder voorkeur dat rond de stomp een afdicht-ring is gelegen, waarmee de kanaalrand samenwerkt. Een optimale afdichting wordt bij de verpakking volgens de uitvinding verkregen indien de dop is voorzien van een afdichtring die samenwerkt met een door de dop omgeven tuit-rand.

De verpakking volgens de uitvinding kan gemakkelijk en snel worden samengesteld indien verder bij voorkeur de tuit met behulp van een sluitring is bevestigd aan de omhulling.

Genoemde en andere kenmerken van de verpakking volgens de uitvinding zullen hierna verder verduidelijkt worden aan de hand van de beschrijving van een bij wijze van voorbeeld gegeven uitvoeringsvoorbeeld, waarbij wordt verwezen naar de bijgevoegde tekening.

In de tekening is figuur 1-3 elk een deels weggebroken zij-aanzicht van een verpakking volgens de uitvinding met de klep in de verschillende kiepstanden; en figuur 4 een perspectivisch aanzicht van een kleplichaam dat wordt gebruikt bij de verpakking volgens de uitvinding.

Figuur 1-3 tonen een verpakking 1 volgens de uitvinding. De verpakking omvat een omhulling 2 die bestaat uit een kunststof binnenmantel 3 en een buitenmantel 4 van karton. Het zal echter duidelijk zijn dat een omhulling 2 die uitsluitend bestaat uit een kunststof of een ander geschikt materiaal eveneens kan worden toegepast. De omhulling 2 is voorzien van een opening 5 waardoorheen een tuit 6 zich uitstrekt die met behulp van een tuitflens 7 is bevestigd aan de omhulling 2, met name aan de binnenmantel 3. Een koppeling van dit samenstel aan de buitenmantel 4 is gerealiseerd met behulp van een sluitring 8, waarbij over de omtrek aan de tuit 6 verspreid aangebrachte nokken 9 liggen in uitsparingen 10 van de buitenmantel 4. Het zal duidelijk zijn dat de tuit eveneens kan worden toegepast bij een omhulling waarbij de tuitflens direct aan de omhulling 2 is bevestigd.

Op de tuit 6 is door middel van een schroefdraad-verbinding 11 een dop 12 aangebracht. In het middendeel 13 van de dop 12 is een inwendig, naar binnen toe zich uitstrekkend kanaal 14 aangebracht, dat grenst aan een zoekrand 15.

Aan de tuit 6 is ter hoogte van de flensrand 7 een schijfvormig kleplichaam 16 bevestigd. Zoals getoond in figuur 4 omvat het kleplichaam 16 acht doorlaten 17 over de omtrek verspreid aangebracht rond een van een verdieping 18 voorziene stomp 19. De doorlaten 17 zijn zodanig gepositioneerd, dat zij liggen in de ruimte die wordt begrensd door het kanaal 14 en de tuit 6.

Een kanaalrand 20 die rust op een platte afdichtring 21 functioneert als klepzitting.

Een juiste afdichting van de dopruimte 22 die in contact staat met het inwendige van de verpakking 1 wordt verder gerealiseerd door middel van een inwendige dopstrook die aanligt tegen het binnenoppervlak van de tuit, en waar omheen een afdichtring 24 is aangebracht die rust tegen een tuitrand 25. Een ribbe 26 voorkomt een ongewenste verplaatsing van de afdichtring 24.

Figuur 2 toont de situatie waarin via het kanaal 14 onder druk staand medium volgens de pijl 27 wordt toegevoerd aan de verpakking 1. Het kleplichaam 16 zal zich daarbij verplaatsen in de richting van de pijl 28, waardoor een ruimte ontstaat tussen enerzijds de kanaalrand 20 en anderzijds de afdichtring 21. Via deze spleet 29 kan medium verder via de doorlaten 17 tot in de verpakking 1 geraken. Aldus kan in de verpakking 1 een gewenste mediumdruk nauwkeurig worden aangelegd.

Het zal duidelijk zijn dat ook relatief nauwkeurig de mediumdruk in de verpakking 1 kan worden verlaagd door met behulp van een gereedschap dat afsteunt in de verdieping 18 van de stomp 19 het kleplichaam 16 in de richting van de pijl 28 te lichten van de kanaalrand 20.

Figuur 3 toont de situatie waarin snel medium in en uit de verpakking 1 gebracht kan worden. Daartoe wordt de dop 12 over een afstand b omhoog geschroefd, waardoor tussen de kanaalrand 20 en de afdichtring 21 een relatief brede spleet 29 ontstaat waarlangs medium snel in en uit de verpakking 1 kan passeren. Door de afdichting met behulp van de afdichtring 24 blijft een geregeld in- en uittreden van medium verzekerd. Een lekkage langs de schroefdraadverbinding 11 wordt hierbij vermeden.

Opgemerkt wordt, dat het nauwkeurig instellen van de mediumdruk in de verpakking instelbaar is door de dop 12 meer of minder ver op de tuit 6 te schroeven.

Claims (8)

1. Verpakking, omvattende een omhulling met een opening; een op de opening aansluitende tuit met een op de tuit aangebrachte dop; en een de opening afsluitende klep, welke klep omvat een over de opening heen zich uitstrekkend, van tenminste één doorlaat voorzien kleplichaam, en een in de dop aangebracht, inwendig kanaal dat over de doorlaat heen zich uitstrekt en waarvan een kanaalrand een klepzitting vormt voor het kleplichaam.

2. Verpakking volgens conclusie 1, waarin een afstand a van de klepzitting tot aan het kleplichaam instelbaar is.

3. Verpakking volgens conclusie 2, waarin de dop via een schroefdraadverbinding is aangebracht op de tuit.

4. Verpakking volgens conclusie 1-3, waarin het kleplichaam een schijf is met over de omtrek verspreid daarin aangebrachte doorlaten.

5. Verpakking volgens conclusie 1-4, waarin het kleplichaam is voorzien van een tot in het dopkanaal zich uitstrekkende stomp.

6. Verpakking volgens conclusie 5, waarin rond de stomp een afdichtring is gelegen, waarmee de kanaalrand samenwerkt.

7. Verpakking volgens conclusie 1-6, waarin de dop is voorzien van een afdichtring die samenwerkt met een door de dop omgeven tuitrand.

8. Verpakking volgens conclusie 1-7, waarin de tuit met behulp van een sluitring is bevestigd aan de omhulling.