NL9000616A - Werkwijze voor de synthese van organische verbindingen uit mest. - Google Patents
Werkwijze voor de synthese van organische verbindingen uit mest. Download PDFInfo
- Publication number
- NL9000616A NL9000616A NL9000616A NL9000616A NL9000616A NL 9000616 A NL9000616 A NL 9000616A NL 9000616 A NL9000616 A NL 9000616A NL 9000616 A NL9000616 A NL 9000616A NL 9000616 A NL9000616 A NL 9000616A
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- condensate
- manure
- microorganisms
- reactor
- organic compound
- Prior art date
Links
Classifications
-
- C—CHEMISTRY; METALLURGY
- C05—FERTILISERS; MANUFACTURE THEREOF
- C05F—ORGANIC FERTILISERS NOT COVERED BY SUBCLASSES C05B, C05C, e.g. FERTILISERS FROM WASTE OR REFUSE
- C05F3/00—Fertilisers from human or animal excrements, e.g. manure
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F26—DRYING
- F26B—DRYING SOLID MATERIALS OR OBJECTS BY REMOVING LIQUID THEREFROM
- F26B25/00—Details of general application not covered by group F26B21/00 or F26B23/00
- F26B25/005—Treatment of dryer exhaust gases
- F26B25/006—Separating volatiles, e.g. recovering solvents from dryer exhaust gases
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F26—DRYING
- F26B—DRYING SOLID MATERIALS OR OBJECTS BY REMOVING LIQUID THEREFROM
- F26B5/00—Drying solid materials or objects by processes not involving the application of heat
- F26B5/005—Drying solid materials or objects by processes not involving the application of heat by dipping them into or mixing them with a chemical liquid, e.g. organic; chemical, e.g. organic, dewatering aids
-
- Y—GENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
- Y02—TECHNOLOGIES OR APPLICATIONS FOR MITIGATION OR ADAPTATION AGAINST CLIMATE CHANGE
- Y02A—TECHNOLOGIES FOR ADAPTATION TO CLIMATE CHANGE
- Y02A40/00—Adaptation technologies in agriculture, forestry, livestock or agroalimentary production
- Y02A40/10—Adaptation technologies in agriculture, forestry, livestock or agroalimentary production in agriculture
- Y02A40/20—Fertilizers of biological origin, e.g. guano or fertilizers made from animal corpses
-
- Y—GENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
- Y02—TECHNOLOGIES OR APPLICATIONS FOR MITIGATION OR ADAPTATION AGAINST CLIMATE CHANGE
- Y02P—CLIMATE CHANGE MITIGATION TECHNOLOGIES IN THE PRODUCTION OR PROCESSING OF GOODS
- Y02P20/00—Technologies relating to chemical industry
- Y02P20/141—Feedstock
- Y02P20/145—Feedstock the feedstock being materials of biological origin
-
- Y—GENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
- Y10—TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
- Y10S—TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
- Y10S435/00—Chemistry: molecular biology and microbiology
- Y10S435/8215—Microorganisms
- Y10S435/822—Microorganisms using bacteria or actinomycetales
- Y10S435/83—Arthrobacter
-
- Y—GENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
- Y10—TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
- Y10S—TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
- Y10S435/00—Chemistry: molecular biology and microbiology
- Y10S435/8215—Microorganisms
- Y10S435/822—Microorganisms using bacteria or actinomycetales
- Y10S435/832—Bacillus
-
- Y—GENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
- Y10—TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
- Y10S—TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
- Y10S435/00—Chemistry: molecular biology and microbiology
- Y10S435/8215—Microorganisms
- Y10S435/822—Microorganisms using bacteria or actinomycetales
- Y10S435/84—Brevibacterium
-
- Y—GENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
- Y10—TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
- Y10S—TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
- Y10S435/00—Chemistry: molecular biology and microbiology
- Y10S435/8215—Microorganisms
- Y10S435/822—Microorganisms using bacteria or actinomycetales
- Y10S435/843—Corynebacterium
-
- Y—GENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
- Y10—TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
- Y10S—TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
- Y10S435/00—Chemistry: molecular biology and microbiology
- Y10S435/8215—Microorganisms
- Y10S435/822—Microorganisms using bacteria or actinomycetales
- Y10S435/859—Micrococcus
-
- Y—GENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
- Y10—TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
- Y10S—TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
- Y10S435/00—Chemistry: molecular biology and microbiology
- Y10S435/8215—Microorganisms
- Y10S435/822—Microorganisms using bacteria or actinomycetales
- Y10S435/874—Pseudomonas
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- General Engineering & Computer Science (AREA)
- Chemical & Material Sciences (AREA)
- Organic Chemistry (AREA)
- Chemical Kinetics & Catalysis (AREA)
- General Chemical & Material Sciences (AREA)
- Health & Medical Sciences (AREA)
- Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
- Molecular Biology (AREA)
- Preparation Of Compounds By Using Micro-Organisms (AREA)
- Fertilizers (AREA)
Description
Werkwijze voor de synthese van organische verbindingen uit mest
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor de synthese van organische verbindingen, zoals aminozuren, met name L-lysine en L-methionine uit mest.
Voor de rentabiliteit van verwerkingsprocessen van mest, is het van belang zoveel mogelijk waardevolle produkten uit de mest af te scheiden. Niet alleen de verkoopprijs van deze waardevolle produkten is van belang, maar vooral ook de kosten waartegen deze produkten uit de mest zijn af te scheiden.
Tot nu toe is bij de verwerkingsprocessen alle aandacht uitgegaan naar het uit de mest afscheiden van de vaste stof, de zogenaamde mestkoek, die na droging een waardevolle meststof is.
Een eerste, bekend verwerkingsproces is het zogenaamde Promestproces, waarbij de mest voor het opwekken van biogas eerst wordt vergist in een vergistingsinstallatie. Uit de vergiste mest wordt vervolgens de vaste stof afgescheiden die na droging als mestkoek een waardevol produkt vormt. Als gevolg van de vergisting worden nagenoeg alle organische verbindingen afgebroken.
Een tweede, bekend verwerkingsproces is beschreven in de Nederlandse octrooiaanvrage 87.00803, waarin aan de mest of aan een door vloeistof-vast scheiding verkregen supernatant, bacteriën worden toegevoegd, die in staat zijn om de mest als substraat te gebruiken voor de produktie van aminozuren, zoals L-lysine en L-methionine. Als gevolg van de complexe samenstelling van het substraat of van zijn supernatant, die allerhande, vaak storende, organische en anorganische verbindingen bevat, zijn economisch onaanvaardbaar hoge kosten vereist voor het uit de mest of de supernatant voldoende zuiver winnen van de gevormde aminozuren.
Een derde, bekend verwerkingsproces is het zogenaamde Greenfield-proces (US-3.855.079, US-4.270.974 en US4.608.120). Volgens dit verwerkingsproces wordt aan de mest een niet-vluchtige olie toegevoegd, en de gevormde olie-slurry wordt ontwaterd door verdamping onder invloed van warmte, waarna het gevormde condensaat wordt ontdaan van resten olie en na biologische zuivering als effluent kan worden geloosd. Het tijdens de biologische afbraak gevormde biogas kan in het verwerkingsproces worden gebruikt, zie verder Natuur en Techniek 57, 894-903 (1989).
De uitvinding is gebaseerd op het inzicht dat de mest waardevolle koolstof-, energie-, en stikstofbronnen bevat die in relatie zuivere toestand zijn af te scheiden uit de mest via de gasfase, aangezien de koolstofbron, energiebron en stikstof-bron in hoofdzaak kunnen bestaan uit vluchtige verbindingen, zoals lagere vetzuren, met name acetaat, en ammoniak. Verder zijn de stikstofbron en de koolstofbron nagenoeg aanwezig in ideale verhoudingen voor wat betreft de microbiële synthese van aminozuren.
Een ander belangrijk voordeel voor het gebruik van een substraat dat via de gasfase is verwijderd uit mest, is dat het condensaat in hoofdzaak is gesteriliseerd en bijzonder schoon is, en met name in hoofdzaak geen minerale zouten bevat. Daardoor kan het condensaat optimaal worden aangepast op de door de micro-organismen gestelde condities voor het produceren van organische verbindingen, zoals aminozuren.
Aldus verschaft de uitvinding een werkwijze voor de synthese van organische verbindingen uit mest, omvattende: i) het indampen van de mest; ii) het condenseren van de gevormde damp; iii) het toevoegen aan het condensaat van micro-organismen die in staat zijn om de organische verbinding te produce ren; en iv) het uit het condensaat afscheiden van de door de micro-organismen geproduceerde organische verbinding.
Het condensaat kan door fractionele condensatie worden gesplitst in een eerste condensaat dat relatief rijk is aan ammoniak (stikstofbron), en een tweede condensaat dat relatief rijk is aan organische verbindingen (koolstofbron en energie bron). Afhankelijk van de te gebruiken micro-organismen is het mogelijk om de beide condensaten in wisselende hoeveelheden te mengen, waardoor een optimale koolstof/stikstofverhouding wordt verkregen.
De concentratie aan ammoniak in het condensaat kan worden verhoogd door de mest in te dampen bij een relatief hoge pH, in het algemeen een pH 5-7, bij voorkeur pH 6-7. De verhoging van het ammoniakgehalte in het condensaat gaat evenwel gepaard met een verlaging van het vetzuurgehalte in het condensaat.
Een andere mogelijkheid om het condensaat optimaal aan te passen, is verder het concentreren van het condensaat, waardoor het benodigde reactievolume, de efficiëntie van de produktie en de concentratie van de organische verbinding in het condensaat en het afscheiden van de gevormde organische verbinding worden verbeterd.
Al de hiervoor genoemde voorkeursuitvoeringsvormen geven aan dat het condensaat maximaal kan worden aangepast aan de condities die de micro-organismen stellen voor een optimale produktie van de organische verbinding.
Verder is het mogelijk om speciale toevoegingen aan het condensaat toe te voegen. Met name kunnen worden toegevoegd mineralen en metalen, zoals kalium, fosfaat, magnesium, ijzer en mangaan, vitaminen, met name biotine en thiamine, een eiwitbron, zoals eiwithydrolysaat, bijvoorbeeld soja, caseïne of vleesextract. Verder kan een zetmeelbron worden toegevoegd, zoals landbouwafval, melasse, wei en dergelijke.
Aangezien de door de micro-organismen te stellen condities voor het produceren van de organische verbinding eveneens condities omvatten voor het laten groeien van de micro-organismen zelf, kan het voordelig zijn om de micro-organismen in een separate reactor qua massa te laten toenemen, waarna deze biomassa in een andere reactor wordt gebruikt voor het produceren van de organische verbinding. Bij voorkeur is het groeimedium in de eerste reactor een verrijkt condensaat. Derhalve wordt volgens een variant van de werkwijze volgens de uitvinding in een eerste reactor de micro-organismen in contact gebracht met toevoegingen verrijkt condensaat, en in de eerste reactor opgekweekte biomassa van micro-organismen in een tweede reactor in contact gebracht met condensaat, dat eventueel was gebruikt in de eerste reactor.
Als organische verbindingen kunnen worden geproduceerd vitaminen, zoals vitamine Ββ en B12, aminozuren, zoals L-lysine en/of L-methionine geproduceerd. Bekende micro-orga-nismen die deze aminozuren kunnen produceren omvatten de micro-organismen species van de genera Arthrobacter, Brevibacterium, Corynebacterium, Bacillus, Escherichia, Microbacterium, Micro-coccus en Pseudomonas, zie bijvoorbeeld US-A-3.161.218, US-A-3.687.810, US-A-3.707.441, US-A-3.825.472, US-A-3.905.867 en US-A-3.959.075.
De produktie met micro-organismen van de gewenste organische verbinding vindt plaats in de vloeistoffase bij een temperatuur die in het algemeen gelegen is tussen 0 en 70°C, meer bij voorkeur tussen 15 en 50°C, zoals rond 30°C. Ofschoon ladingsgewijs kan worden geproduceerd, verdient het de voorkeur dat de werkwijze continu wordt uitgevoerd, waarbij een verblijftijd in de reactor wordt gehandhaafd die is gelegen tussen 2 en 250 uur, in het algemeen tussen 5 en 200 uur. De hoeveelheid organische verbinding die is geproduceerd hangt af van de condities, maar ligt voor aminozuur in het algemeen tussen 0,5 - 5 g aminozuur per gram ammoniak, bijvoorbeeld kan bij voldoende ammoniak in het condensaat 80 tot 90% van de theoretisch maximaal haalbare fermentatie-efficiency worden bereikt, zoals bijvoorbeeld 40 g lysine per liter condensaat. Hierbij neemt het gehalte aan de oorspronkelijk aanwezige, vluchtige organische verbindingen in het condensaat, met name azijnzuur en propionzuur, binnen 2-3 dagen af tot minder dan 5% van het oorspronkelijke gehalte.
Het is gunstig indien voorafgaande aan het indampen van de mest, maar nog meer bij voorkeur direct na de produktie van de mest, dat de mest wordt aangezuurd. Enerzijds wordt daardoor een vroegtijdige vergisting en een afbraak van de beoogde vluchtige, organische verbindingen vermeden, maar anderzijds worden geurproblemen verminderd en wordt de overgang van de vluchtige, organische verbindingen naar bijvoorbeeld de gebruikte dragerolie bevorderd.
De werkwijze volgens de uitvinding is toepasbaar op vele typen mest, zoals mest die afkomstig is uit de rundveehou derij, varkenshouderij, pluimveehouderij en dergelijke. De mest kan een droge-stofgehalte hebben van in het algemeen 7%, maar de werkwijze volgens de uitvinding is bijzonder geschikt voor mest met een hoger vaste-stofgehalte, zoals bij voorkeur ten minste 10%, en meer bij voorkeur tot meer dan 14%. Hierdoor ontstaat het voordeel dat bij centrale mestverwerking een geringere hoeveelheid mest moet worden getransporteerd en een geringere hoeveelheid condensaat met een hogere concentratie aan de beoogde, vluchtige, organische verbindingen ontstaat.
Hierna zal de werkwijze volgens de uitvinding worden beschreven aan de hand van twee uitvoeringsvoorbeelden, die zijn toegespitst op de produktie van aminozuren, met name L-lysine met geschikte micro-organismen, en die als stroom diagrammen schematisch zijn weergegeven in de figuren 1 en 2.
Varkensmest werd door zeven ontdaan van grof vuil en vervolgens aangezuurd. De aangezuurde mest werd gemengd met een niet in water oplosbare, vloeibare paraffine met een kookpunt van circa 180°C. Het mengsel van mest en paraffine werd in een indamper ingedampt, waarbij de gevormde damp wordt gecondenseerd in een condensor. Het condensaat 1 wordt toegevoerd aan een extractor 2, waaraan via de leiding 3 een extractiemengsel wordt toegevoerd. Dit extractiemengsel bestaat uit 40% secbu-tyldioctylfosfine-oxide, en 60% n-dodecaan.
Onder gebruikmaking van condensaat dat via het Green-field-proces is verkregen. Hiertoe werd varkensdrijfmest aangezuurd, en gemengd met een met water niet mengbare olie.
Dit olie-mestmengsel werd ontwaterd door verdamping, waarna uit het condensaat resten olie werden verwijderd. Het condensaat bevatte afhankelijk van de mate van aanzuring (pH 4,5 tot 7) 500 tot 2000 ppm ammoniak en verder 5 tot 20 kg/m3 vluchtige organische verbindingen, met name azijnzuur, propionzuur, isoboterzuur, boterzuur en isovaleriaanzuur. Dit condensaat werd in de volgende experimenten gebruikt.
EXPERIMENT 1
Het condensaat werd geneutraliseerd tot pH 7,2 en als waterfase gebruikt bij de bereiding van een bekend lysine-producerend medium (LPM-medium). Aan dit condensaat-medium werden lysine-producerende micro-organismen toegevoegd, waarna binnen 30 uur 2 g lysine per liter medium werd geproduceerd. Tegelijkertijd daalde de ammoniak-concentratie van 1,3 tot 0,3 g/1. Indien uit het LPM-medium de suiker- en ammoniumbron werden weggelaten, werd eenzelfde lysineproduktie bereikt.
EXPERIMENT 2
Condensaat (figuur 1) werd via een leiding 1 toegevoerd aan een neutralisatie-inrichting 2. Na toevoeging van nutriënten via de leiding 3, werd het mengsel aangezuurd tot een pH van 7,2. Het aangezuurde concentraat werd via de leiding 4 toegevoerd aan een reactor 5 waarin de micro-organismen zijn geïmobiliseerd op een drager, zoals actieve kool en alginaat. In de reactor 5 wordt de fermentatie van het condensaat uitgevoerd bij een temperatuur van circa 30°C, een pH van 7,2 en onder aerobe omstandigheden. De doorstroming van de reactor 5 is zodanig dat de micro-organismen in hoofdzaak niet uitgespoeld worden.
Via de leiding 6 wordt de biomassa uit de reactor 5 toegevoerd aan een scheidingsinrichting 7, waarin micro-organismen worden afgescheiden, die eventueel via de leiding 8 worden teruggevoerd naar de reactor 5. Het effluent wordt via de leiding 9 toegevoerd aan een eenheid waarin selectief het gevormde aminozuur, in dit geval L-lysine, wordt afgescheiden. Daartoe bevat de scheidingseenheid een anionenwisselaar, bijvoorbeeld Amberlite IR-120, in de H-vorm.
De doorloop wordt via de leiding 11 eventueel toegevoerd naar een waterzuivering, maar kan in specifieke gevallen direct worden geloosd.
Het aminozuur dat is geaccumuleerd in de scheidingseenheid 10, wordt daarvan verwijderd door elutie via de elutie-in- en uitlaten 12 en 13. De verkregen lysinefractie kan indien gewenst worden ingedampt en geconcentreerd.
EXPERIMENT 3
Condensaat (figuur 2) wordt via een leiding 14 toegevoerd aan een concentratie-eenheid 15, waarin het substraat ten dele wordt geconcentreerd door wateronttrekking. Een deel van het geconcentreerde substraat wordt via de leiding 16 en 17 toegevoerd aan een neutralisatie-inrichting 18 waaraan tevens via de leiding 19 nutriënten worden toegevoerd. Het mengsel van geconcentreerd condensaat en nutriënten wordt geneutraliseerd tot pH 7,2. Het condensaat wordt vervolgens toegevoerd aan een reactor 20, waarin micro-organismen zijn geënt. Door de specifieke samenstelling van het condensaat zullen de micro-organismen vooral groeien en sterk in biomassa toenemen. De toename aan micro-organismen wordt via een leiding 21 toegevoerd aan een andere reactor 22. Aan deze reactor 22 wordt verder via de leidingen 16 en 23 geconcentreerd condensaat uit de concen-tratie-inrichting 15 toegevoerd. Eventueel kan ook verbruikt condensaat dat de reactor 20 via de leiding 24 verlaat worden toegevoerd aan de reactor 22.
In de reactor 22 dient het condensaat als substraat voor de micro-organismen voor de produktie van het aminozuur, met name 1-lysine of 1-methionine. De massa die de reactor 22 via de leiding 25 verlaat wordt gefiltreerd in de scheidings-eenheid 26 in een biomassafractie die via de leiding 27 wordt teruggevoerd naar de reactor 22. De vloeibare fase wordt via de leiding 28 toegevoerd aan de scheidingseenheid 29, waarin zoals beschreven in experiment 2 het geproduceerde aminozuur wordt afgescheiden en uiteindelijk afgevoerd via de leiding 30. Het uitgeputte condensaat verlaat de scheidingseenheid 29 via de leiding 31 en wordt bij voorkeur eerst gezuiverd alvorens te worden geloosd.
Claims (12)
1. Werkwijze voor het produceren van organische verbindingen, zoals aminozuren uit mest, omvattende: i) het indampen van de mest; ii) het condenseren van de gevormde damp; iii) het toevoegen aan het condensaat van micro-organismen die in staat zijn om de organische verbinding te produceren; en iv) het uit het condensaat afscheiden van de door de micro-organismen geproduceerde organische verbinding.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, waarin de mest gefractioneerd wordt gecondenseerd tot een eerste ammoniak-rijk condensaat, en een tweede organische verbindingen-rijk condensaat.
3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, waarin de mest wordt ingedampt bij een pH 5-7, bij voorkeur pH 6-7.
4. Werkwijze volgens conclusie 1-3, waarin het gevormde condensaat wordt geconcentreerd.
5. Werkwijze volgens conclusie 1-4, waarin aan het substraat toevoegingen worden toegevoegd.
6. Werkwijze volgens conclusie 5, waarin de toevoegingen omvatten vitaminen, metalen, mineralen, bulksubstraat, landbouwafval.
7. Werkwijze volgens conclusie 1-6, waarin in een eerste reactor de micro-organismen in contact worden gebracht met met toevoegingen verrijkt medium, en waarin de in de eerste reactor opgekweekte biomassa van micro-organismen in een tweede reactor in contact wordt gebracht met condensaat.
8. Werkwijze volgens conclusie 7, waarin in de eerste reactor de micro-organismen in contact worden gebracht met met toevoegingen verrijkt condensaat.
9. Werkwijze volgens conclusie 1-8, waarin het condensaat 5-20 g/1 koolstofbron en 0,5-5 g/1 stikstofbron bevat.
10. Werkwijze volgens conclusie 1-9, waarin de geproduceerde organische verbinding een aminozuur is.
11. Werkwijze volgens conclusie 10, waarin het aminozuur L-lysine en/of L-methionine is.
12. Werkwijze volgens conclusie 1-11, waarin de micro-organismen omvatten species van de genera Arthrobacter, Brevibacterium, Corynebacterium, Bacillus, Escherichia, Microbacterium, Micrococcus en Pseudomonas.
Priority Applications (6)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL9000616A NL9000616A (nl) | 1990-03-16 | 1990-03-16 | Werkwijze voor de synthese van organische verbindingen uit mest. |
US07/511,458 US5212077A (en) | 1990-03-16 | 1990-04-20 | Method for the synthesis of organic compounds from manure |
JP91507030A JPH05506004A (ja) | 1990-03-16 | 1991-03-15 | 動物***物の加工法および装置 |
PCT/NL1991/000040 WO1991013835A2 (en) | 1990-03-16 | 1991-03-15 | Methods for processing manure and a device therefor |
HU293892A HUT66941A (en) | 1990-03-16 | 1991-03-15 | Process and equipment for production of artificial fertilizer |
EP91906587A EP0520009A1 (en) | 1990-03-16 | 1991-03-15 | Methods for processing manure and a device therefor |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL9000616A NL9000616A (nl) | 1990-03-16 | 1990-03-16 | Werkwijze voor de synthese van organische verbindingen uit mest. |
NL9000616 | 1990-03-16 |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL9000616A true NL9000616A (nl) | 1991-10-16 |
Family
ID=19856759
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL9000616A NL9000616A (nl) | 1990-03-16 | 1990-03-16 | Werkwijze voor de synthese van organische verbindingen uit mest. |
Country Status (2)
Country | Link |
---|---|
US (1) | US5212077A (nl) |
NL (1) | NL9000616A (nl) |
Families Citing this family (2)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US20050178177A1 (en) * | 2004-02-18 | 2005-08-18 | Universite Laval | Organo phosphatic fertilizer |
CN110368719B (zh) * | 2019-08-06 | 2021-05-14 | 北京首创股份有限公司 | 一种二沉池设计方法及相应的二沉池 |
Family Cites Families (15)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
JPS4828078B1 (nl) * | 1969-03-20 | 1973-08-29 | ||
JPS5544597B1 (nl) * | 1969-06-09 | 1980-11-13 | ||
US3846558A (en) * | 1969-11-24 | 1974-11-05 | Int Farm Systems | Method for converting animal waste products into a food supplement |
US3616218A (en) * | 1970-05-04 | 1971-10-26 | Ajinomoto Kk | Method of producing l-lysine |
GB1386705A (en) * | 1972-01-21 | 1975-03-12 | Mitsui Toatsu Chemicals | Method of producing l-lysine by fermentation |
US3825472A (en) * | 1972-04-27 | 1974-07-23 | Ajinomoto Kk | Method of producing l-lysine by fermentation |
US3885079A (en) * | 1972-07-19 | 1975-05-20 | Du Pont | Phosphate coated polymeric shaped objects |
US3878303A (en) * | 1973-07-12 | 1975-04-15 | Union Oil Co | Treatment of animal wastes |
JPS5112991A (en) * | 1974-07-17 | 1976-01-31 | Kyowa Hakko Kogyo Kk | Hatsukohonyoru ll rijinnoseizoho |
US3973043A (en) * | 1975-07-31 | 1976-08-03 | Lynn Howard D | Feedlot animal wastes into useful materials |
US4270974A (en) * | 1976-09-01 | 1981-06-02 | Hanover Research Corporation | Process and apparatus for recovering clean water and solids from aqueous solids |
GB2041403B (en) * | 1979-01-30 | 1983-11-30 | Univ Waterloo | Bioconversion of agricultural wastes into proteinaceous animal feed |
JPS5916749B2 (ja) * | 1981-08-20 | 1984-04-17 | 日本油脂株式会社 | 水中油型乳化液 |
US4608120A (en) * | 1982-09-17 | 1986-08-26 | Hanover Research Corporation | Apparatus for removing light oil from solids |
FI881496A (fi) * | 1987-04-06 | 1988-10-07 | Gist Brocades Nv | Foerfarande foer framstaellning eller extraktion av aminosyror ur dynga. |
-
1990
- 1990-03-16 NL NL9000616A patent/NL9000616A/nl not_active Application Discontinuation
- 1990-04-20 US US07/511,458 patent/US5212077A/en not_active Expired - Fee Related
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
US5212077A (en) | 1993-05-18 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
Guilayn et al. | Valorization of digestates from urban or centralized biogas plants: a critical review | |
US3961078A (en) | Soluble waste conversion process and pasteurized proteinaceous products | |
US3973043A (en) | Feedlot animal wastes into useful materials | |
KR101543199B1 (ko) | L-메티오닌 및 관련 산물의 생산방법 | |
JPH03501099A (ja) | アンモニアの無酸素酸化 | |
KR100806529B1 (ko) | 수성 라이신 함유 동물 사료 보충물 및 이의 제조방법 | |
WO2004046065A1 (en) | Methods for improving crop growth | |
EP0265027B1 (en) | Method for processing liquid manure | |
EP0287152B1 (en) | Method for preparation or extracting amino acids from manure | |
US5071559A (en) | Treatment of manure condensate | |
Siller et al. | Treatment of cyanide-containing wastewater from the food industry in a laboratory-scale fixed-bed methanogenic reactor | |
JPS6332438B2 (nl) | ||
NL9000616A (nl) | Werkwijze voor de synthese van organische verbindingen uit mest. | |
WO1991013835A2 (en) | Methods for processing manure and a device therefor | |
JPH10212185A (ja) | 粒状有機質の製造法 | |
US4317884A (en) | Method for the production of yeast on ethanol and means therefor | |
BE1027989B1 (nl) | Werkwijze voor de productie van bioproducten uit stromen van organisch materiaal | |
RU2064275C1 (ru) | Способ производства кормовых дрожжей из растительного сырья | |
US11999664B2 (en) | Processes and systems for producing ammonia products and/or calcium carbonate products | |
NL2003086C2 (nl) | Methode en inrichting voor het verwerken van ammoniumrijke afvalwaters. | |
Rao et al. | Influence of different Extraction and Fractionation Periods on Humic Acid Yield derived from Pressmud and Vermicompost | |
SU913731A1 (ru) | Способ получения белкового продукта | |
EP0310949A2 (en) | Process for producing D-alanine | |
RU2053291C1 (ru) | Способ получения биомассы | |
SU1330155A1 (ru) | Способ получени фурфурола и кормовых дрожжей |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
A1B | A search report has been drawn up | ||
BV | The patent application has lapsed |