NL9000533A - Werkwijze voor de overdracht van radio-data-systeemsignalen met verkeersprogramma-identificatie en ontvanger voor dergelijke radio-data-systeemsignalen. - Google Patents

Description

Werkwijze voor de overdracht van radio-data-systeemsignalen met verkeersprogramma-identificatie en ontvanger voor dergelijke radio-data-systeemsignalen.

De uitvinding betreft een werkwijze voor de overdracht van radio-data-systeem(RDS)signalen in groepen van het Extended Other Network (EON) type welke een zendprogramma begeleiden bevattende data met betrekking tot een verkeersprogramma, waarvan elke groep de programma-identificatiecode van elk der beide programma's bevat alsmede eerste en tweede vlagbits, welke eerste vlagbit dient ter identificatie van het verkeersprogramma als zodanig en welke tweede vlagbit een actuele uitzending van verkeersberichten in het verkeersprogramma markeert, alsmede een ontvanger voor de verwerking van radio-data-systeemsignalen verkregen volgens deze werkwijze.

Een radio-data-systeem waarop de genoemde werkwijze betrekking heeft en waarin de genoemde ontvanger toegepast is, is op zichzelf bekend uit de EBU publikatie "Proposed Supplement 4 to EBÜ Doe. Tech. 3244 (Specifications of the Radio Data System RDS) Enhanced Other Network Feature" van 6 februari 1989.

Het bekende radio-data-systeem voorziet in de mogelijkheid betrouwbare informatie over te dragen, niet alleen met betrekking tot het programma waarop de ontvanger is afgestemd - het hiervoor genoemd zendprogramma - maar ook met betrekking tot andere programma's, waaronder verkeersprogramma's. Hiertoe wordt gebruik gemaakt van zogenaamde Enhanced Other Network (EON) groepen van het type 14, versie A en B. In de genoemde versie A worden verkeersprogramma's geïdentificeerd met een eerste vlagbit in block 2 en worden de afstemgegevens, zoals de lijst van alternatieve frequenties, alsmede andere gegevens, zoals de data met betrekking tot de programma service naam overgedragen in het derde blok.

In de bekende ontvanger worden geheugenbanken toegekend aan de programma-identificatiecode van het zendprogramma en onder meer aan die van de verkeersprogramma's, welke via de EON groepen worden ontvangen. Tijdens de afstemming van de ontvanger op het zendprogramma vindt in deze geheugenbanken een opslag plaats van de alternatieve frequenties (AF's) van deze programma's bij voorkeur in een zogenaamde overlappingsfrequentie (mapped frequency) rangordestruktuur. Zoals bekend is hierdoor een snelle programma-omschakeling op de in ontvangstkwaliteit meest optimale AF mogelijk.

Een actuele uitzending van verkeersberichten in een verkeersprogramma wordt voorafgegaan door een snelle opeenvolging van EON groepen van het genoemde type 14 van de versie B in het RDS signaal van het zendprogramma. Deze versie B bevat evenals de versie A een eerste vlagbit, welke dient ter aanduiding dat het programma, waarvan de programma-identificatiecode in het vierde blok is gegeven, een verkeersprogramma is. De laatstgenoemde versie B bevat tevens een tweede vlagbit, welke op een logische 1-waarde staat bij een actuele uitzending van een verkeersbericht in het genoemd verkeersprogramma.

In dit bekend radio-data-systeem wordt de ontvanger, welke is ingericht voor een automatische afstemming op verkeersprogramma's, bij elke markering van een verkeersbericht door middel van EON groepen van het type 14, versie B afgestemd op een verkeersprogramma, waarvan de programma-identificatiecode in het vierde blok van deze EON groepen staat. In de praktijk kan daardoor eenzelfde al of niet voor de gebruiker relevante verkeersbericht verscheidene malen achtereen automatisch worden weergegeven. De gebruiker van de bekende ontvanger kan daardoor tot vervelens toe worden overladen met redundante verkeersinformatie en het feature van de automatische afstemming op verkeersprogramma's uitschakelen.

De uitvinding beoogt een methode voor de overdracht van dusdanige informatie met betrekking tot verkeersprogramma's aan te geven, dat op eenvoudige wijze het hiervoor omschreven bezwaar van het bekende kan worden vermeden.

Een werkwijze voor de overdracht van radio-data-systeem (RDS) signalen in groepen van het Extended Other Network (EON) type welke een zendprogramma begeleiden bevattende data met betrekking tot een verkeersprogramma, waarvan elke groep de programma-identificatiecode van elk der beide programma's bevat alsmede eerste en tweede vlagbits, welke eerste vlagbit dient ter identificatie van het verkeersprogramma als zodanig en welke tweede vlagbit een actuele uitzending van verkeersberichten in het verkeersprogramma markeert, is daartoe volgens de uitvinding gekenmerkt doordat de verkeersberichten worden ingedeeld in verscheidene klassen van geografische relevantie, welke klassen worden geïdentificeerd door middel van een classificatie codewoord, welke in de genoemde groepen is opgenomen althans tijdens een actuele uitzending van een verkeersbericht in het verkeersprogramma.

Deze maatregel berust op het inzicht dat weggebruikers zijn te categoriseren naar de grootte van het gebied dat zij doorkruisen voor het bereiken van hun reisdoel. Weggebruikers met een lokaal reisdoel, dat wil zeggen een reisdoel binnen de regio waarin zij zich bevinden, zullen in het algemeen geïnteresseerd zijn in verkeersberichten, welke slechts betrekking hebben op de genoemde regio. Weggebruikers met een reisdoel daarbuiten kunnen geïnteresseerd zijn in lokale en/of nationale (supraregionale) verkeersberichten.

Toepassing van de maatregel volgens de uitvinding is mogelijk in het reeds vastgestelde formaat van de EON groepen type 14, versie B en vergt dus geen extra transmissiecapaciteit.

Een ontvanger voor de verwerking van RDS signalen, verkregen volgens de werkwijze van conclusie 1 bevattende een ontvangerdeel voor de ontvangst en verwerking van een HF RDS FM signaal welke een zendprogramma begeleidt in een basisband RDS signaal, een inrichting voor het selecteren van de EON groepen in het basisband RDS signaal en voor een identificatie van het verkeersprogramma aan de logische waarde van de eerste vlagbit, althans eerste en tweede aan de programma-identificatiecode van respektievelijk het zend- en het verkeersprogramma toegekende geheugenbanken voor een opslag daarin van de alternatieve frequenties van deze programma's, welke laatstgenoemde inrichting tevens voorzien is van middelen voor het identificeren van een actuele uitzending van een verkeersbericht in het verkeersprogramma aan de logische waarde van de tweede vlagbit, is gekenmerkt doordat de inrichting tevens de klasse van geografische relevantie van de verkeersberichten in het verkeersprogramma aan het classificatie codewoord in de ontvangen EON groepen identificeert voor een verkeersprogramma afstemkeuze in afhankelijkheid van de geïdentificeerde klasse en van de logische waarde van de tweede vlagbit.

Bij toepassing van deze maatregel in de ontvanger volgens de uitvinding, is het mogelijk een programma-omschakeling te realiseren, welke selectief is naar de geografische relevantie van het verkeersbericht. Een dergelijke selectieve programma-omschakeling kan door de gebruiker worden geïnitieerd na een optische weergave van de klasse van het verkeersbericht of automatisch worden gerealiseerd. In dit laatste geval kan de ontvanger worden voorzien van een keuzeknop, waarmee de gebruiker kan kiezen of geen, een .lokaal/regionaal, een nationaal/supraregionaal, dan wel alle verkeersberichten van een verkeersprogramma dienen te worden weergegeven en vindt automatisch een selectieve programma-omschakeling plaats in geval het ontvangen classificatie codewoord overeenkomt met het door de gebruiker met deze keuzeknop vooraf ingestelde classificatie codewoord.

Een voorkeursuitvoering van een dergelijke ontvanger vertoont derhalve het kenmerk dat de inrichting een afstemming op het verkeersprogramma bewerkstelligt als de geïdentificeerde klasse van verkeersberichten in het verkeersprogramma overeenkomt met een vooraf gekozen klasse en de tweede vlagbit een actuele uitzending van een verkeersprogramma identificeert.

Een andere voorkeursuitvoering van een ontvanger volgens de uitvinding is gekenmerkt door een weergave-inrichting voor het weergeven van de naam en de klasse van het verkeersprogramma ingeval de tweede vlagbit een actuele uitzending van een verkeersbericht identificeert.

De uitvinding zal nader worden uiteengezet bij wijze van voorbeeld aan de hand van de in de tekening weergegeven figuren.

Daarin toont:

Figuur 1 de struktuur van de EON groepen van het type 14, versie B verkregen volgens de werkwijze volgens de uitvinding;

Figuur 2 een ontvanger voor de verwerking van radio-data-signalen volgens de uitvinding;

Figuur 3 een stroomdiagram aangevende de signaalverwerking in een ontvanger volgens de uitvinding.

Figuur 1 toont een blokstruktuur van een nieuwe EON groep type 14, versie B, welke kan worden gebruikt voor de uitvoering van de werkwijze volgens de uitvinding. Dit nieuwe groep type 14B is voorzien van eerste tot en met vierde blokken BL1-BL4, welke met uitzondering van een tweetal bits in het tweede blok BL2 overeenkomen met die van het bekende groep type 14B, zoals gedefinieerd in de hiervoor genoemde EBU publikatie. Voor een nadere beschrijving van de data, welke wordt overgedragen in het met het bekende overeenkomstig deel van het nieuwe groep type 14B wordt daarnaar verwezen.

Het bekende groep type 14B bevat een aantal ongebruikte bits in het tweede blok BL2. Aan een tweetal bits daarvan, namelijk bits nr. 14 en 15 van BL2, wordt in het nieuwe groep type 14B een nieuw gebruik toegekend: deze bits worden gebruikt ter identificatie van de geografische relevantie van het verkeersbericht in het verkeersprogramma, waarvan de programma-identificatiecode in het vierde blok BL4 staat. De genoemde bits vormen een classificatie codewoord en worden respektievelijk eerste en tweede classificatie bits, CL1 en CL2, genoemd. Daarbij kan het volgende coderingsschema worden gevolgd: CL1 CL2 Klasse van geografische relevantie 0 0 ongedefinieerd 0 1 eerste klasse ofwel lokale en regionale verkeersberichten 1 0 tweede klasse ofwel nationale en supraregionale verkeersberichten 1 1 derde klasse ofwel nationale, supraregionale, regionale en lokale verkeersberichten.

Een verkeersprogramma, welke geen mogelijkheid heeft tot een selectieve klasse-identificatie wordt geïdentificeerd met een logische waarde 0 voor zowel CL1 als CL2, terwijl een verkeersprogramma, welke die mogelijkheid wel heeft en de verkeersberichten van zowel de eerste als de tweede klasse uitzendt wordt geïdentificeerd met respektievelijk logische waarden 1, 1 voor CL1, CL2. Eerste respektievelijk tweede klasse verkeersberichten hebben betrekking op een gebied van de grootte orde van het zendgebied van het betreffende verkeersprogramma respektievelijk het gebied van een land of deelstaat of superregio en worden geïdentificeerd met 0,1 respektievelijk 1,0 voor CL1, CL2.

Figuur 2 toont een radio-data-systeem (RDS) ontvanger volgens de uitvinding voorzien van een ontvangerdeel 1 waarvan via een afstemingang T een afstemgegeven wordt toegevoerd voor een afstemming van de ontvanger op een gewenst HF FM RDS zendsignaal welke via een HF ingang RF^n vanuit een antenne-inrichting ANT wordt toegevoerd. In het ontvangerdeel 1 vindt een omzetting van het ontvangen HF FM RDS signaal in een basisbandsignaal plaats. Het audiofrequent deel van dit basisband audiosignaal wordt in een audioverwerkingseenheid 2 verwerkt en is aan een audio-uitgang 3 beschikbaar voor toevoer aan een niet weergegeven audioweergave-inrichting.

De RDS ontvanger bevat tevens een inrichting 4 voor het verwerken van het RDS signaal in het laatstgenoemd basisbandsignaal en een met de inrichting 4 verbonden geheugenschakeling 5, voorzien van een aantal geheugenbanken waarvan duidelijkheidshalve er slechts twee zijn weergegeven, hierna eerste en tweede geheugenbanken M1 en M2 genoemd. Deze geheugenbanken M1 en M2 zijn voorzien van een aantal geheugenplaatsen waarvan er eenvoudigheidshalve een achttal zijn getoond, voor de opslag van een lijst van alternatieve frequenties (AF's) van de aan deze geheugenbanken individueel toegekende programma's. De programma-identificatiecodes (PI-codes) van deze programma's worden in M1 en M2 op geheugenplaatsen PI opgeslagen, een indicatie-bit aangevende of het betreffende programma al of niet een verkeersprogramma is, hierna TP-bit genoemd, op geheugenplaatsen TP en een indicatie-bit aangevende of de AF's in de verschillende lijsten opgeslagen zijn in een door de frequentie-overlappingsrelatie (mapped frequencies) bepaalde rangorde struktuur, hierna MF bit genoemd, op geheugenplaatsen MF. Verder bevat de geheugenschakeling 5 een geheugenbank MQ voor de opslag van een aantal indicatoren, welke de ontvangstkwaliteit van de in de actieve geheugenbank, dat wil zeggen de geheugenbank van het zendprogramma waarop de ontvanger is afgestemd, opgeslagen alternatieve frequenties aangeven. In het onderhavige voorbeeld is de actieve geheugenbank de eerste geheugenbank M1 welke is toegekend aan het zendprogramma, waarop de ontvanger is afgestemd.

Via het zogenaamde groep type OA worden de ΡΙ-code van het zendprogramma bijvoorbeeld zijnde een niet-verkeersprogramma, de TP-bit en de AF's bijvoorbeeld f1 tot en met f8 ingelezen in M1. Via het EON groep type 14A worden tijdens afstemming op het zendprogramma, de overeenkomstige data van voor het zendprogramma relevante programma's in de geheugenschakeling 5 opgeslagen. Zo wordt in de aan een verkeersprogramma toegekende tweede geheugenschakeling M2 de genoemde data van dit verkeersprogramma opgeslagen, waaronder de AF's f9, f10 en f11 welke bijvoorbeeld een gemeenschappelijk zendbereik hebben met respektievelijk de AF's f1, f2 en f5 van het actuele zendprogramma.

De tot dusver beschreven werking van de ontvanger volgens de uitvinding volgt op zichzelf uit het EBU Document Tech. 3244 van maart *84 en de hiervoor genoemde aanvulling daarop.

De getoonde ontvanger is voorzien van een keuzeknop S, waarmee de gebruiker de ontvanger zodanig kan instellen dat respektievelijk geen, de genoemde eerste, de tweede of de derde klasse van verkeersberichten wordt weergegeven. Bij wijze van voorbeeld is de ontvanger afgestemd op een zendprogramma waarvan de PI-code en de AF's opgeslagen zijn in M1. De afstemfrequentie is dan f4, omdat daarbij de hoogste ontvangstkwaliteit (9) voorkomt. Op de AF f5 komt de op een na hoogste ontvangstkwaliteit (5) voor. Deze frequentie f5 heeft een zendgebied overlappingsrelatie (is mapped) met de AF f11 van het verkeersprogramma in M2. De AF f4 heeft in dit voorbeeld geen zendgebied overlappingsrelatie met een AF in M2. De inrichting 4 van de ontvanger bewaakt behalve de TA bit ook de CL1, CL2 bits in het tweede blok van ontvangen EON groepen 14B. Is bijvoorbeeld weergave van de eerste klasse verkeersberichten gekozen, dan staat de keuzeknop ingesteld op een stand C1 en zal bij het optreden van een verkeersbericht, welke herkend wordt aan de logische waarde 1 voor het TA-bit in het tweede blok van het via het zendprogramma ontvangen groep type 14B, een omschakeling van de afstemming van de frequentie f4, naar de frequentie f11 plaatsvinden, indien de classificatie bits CL1 en CL2 in het laatstgenoemde tweede blok respektievelijk de logische waarde 0 en 1 vertonen.

Na beëindiging van het verkeersbericht neemt de TA-bit de logische 0 waarde aan, waarop een terugschakeling van de afstemming naar f4 van het oorspronkelijke zendprogramma plaatsvindt.

Op analoge wijze kan een automatische omschakeling naar verkeersberichten van de tweede respektievelijk derde klasse plaatsvinden door de keuzeknop S in te stellen op standen C2 respektievelijk C3, in welke standen de inrichting CL1 en CL2 bewaakt op het optreden van de logische waarden 1 en 0, respektievelijk 1 en 1. In een stand 0 van de keuzeknop S vinden geen omschakelingen naar een verkeersprogramma plaats.

Opgemerkt zij dat de getoonde ontvanger in afstemming op een zendprogramma gemute kan zijn, en bijvoorbeeld het geluid van een cassette recorder wordt weergegeven. Het zal verder duidelijk zijn dat de uitvinding niet beperkt is tot het getoonde en dat ook andere uitvoeringen, bijvoorbeeld die waarin de AF's niet zijn opgeslagen in een door overlappingsrelaties bepaalde rangorde en/of waarin een weergave van de klasse van de verkeersberichten plaatsvindt, aan de hand waarvan de gebruiker een omschakeling kan initiëren, mogelijk zijn.

Figuur 3 toont een stroomdiagram welke de stappen toont welke de inrichting 4 uitvoert ter verwerking van de data in het tweede blok van ontvangen EON groepen type 14B volgens de uitvinding. De inrichting bepaalt in stap S1 of verkeersberichten gewenst zijn. Zo ja, wordt in stap S2 de TA bit bewaakt op het optreden van de logische waarde 1. Ingeval TA = 1 volgt in stap S3 een detektie van de stand van de keuzeknop S waarna in blok S4 de tweede classificatiebit CL2 bewaakt wordt op het optreden van de logische waarde 1 (S in stand C1), in blok S5 de eerste classificatiebit CL1 (S in stand C2) bewaakt wordt op het optreden van de logische waarde 2 of geen van beide classificatiebits bewaakt worden (S in stand C3). Als CL2 = 1 of CL1 = 1 of de keuzeknop S op stand 3 staat wordt in blok 6 een omschakeling geïnitieerd als TA = 1. Ingeval in stap S4 voor CL2 of in stap S5 voor CL1 de logische waarde 0 wordt bepaald wordt onafhankelijk van de waarde van de TA bit geen omschakeling uitgevoerd.

Claims (6)

1. Werkwijze voor de overdracht van radio-data-systeem(RDS)signalen in groepen van het Extended Other Network (EON) type welke een zendprogramma begeleiden bevattende data met betrekking tot een verkeersprogramma, waarvan elke groep de programma-identificatiecode van elk der beide programma's bevat alsmede eerste en tweede vlagbits, welke eerste vlagbit dient ter identificatie van het verkeersprogramma als zodanig en welke tweede vlagbit een actuele uitzending van verkeersberichten in het verkeersprogramma markeert, met het kenmerk dat de verkeersberichten worden ingedeeld in verscheidene klassen van geografische relevantie, welke klassen worden geïdentificeerd door middel van een classificatie codewoord, welke in de genoemde groepen is opgenomen althans tijdens een actuele uitzending van een verkeersbericht in het verkeersprogramma.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk dat het classificatie codewoord tenminste eerste tot en met derde klassen van geografische relevantie identificeert, in welke eerste klasse de verkeersberichten betrekking hebben op ten hoogste het regionaal ontvangstgebied van het verkeersprogramma, in welke tweede klasse de verkeersberichten betrekking hebben op het totale gebied van een land of superregio, in welke derde klasse de verkeersberichten die van de eerste en tweede klasse omvatten.

3. Werkwijze volgens conclusie 2, met het kenmerk dat het classificatie codewoord eerste en tweede classificatie-bits bevat, welke is opgenomen in het tweede blok van de genoemde groepen van het EON type, waarbij de eerste respektievelijk tweede classificatie-bit bij een vooraf gekozen logische waarde de genoemde eerste respektievelijk tweede klasse van verkeersberichten identificeert en bij een gelijktijdig optreden van deze logische waarde voor beide classificatie-bits de genoemde derde klasse van verkeersberichten.

4. Ontvanger voor de verwerking van RDS signalen, verkregen volgens de werkwijze van conclusie 1 bevattende een ontvangerdeel voor de ontvangst en verwerking van een HF RDS FM signaal welke een zendprogramma begeleidt in een basisband RDS signaal, een inrichting voor het selecteren van de EON groepen in het basisband RDS signaal en voor een identificatie van het verkeersprogramma aan de logische waarde van de eerste vlagbit, althans eerste en tweede aan de programma-identificatiecode van respektievelijk het zend- en het verkeersprogramma toegekende geheugenbanken voor een opslag daarin van de alternatieve frequenties van deze programma's, welke laatstgenoemde inrichting tevens voorzien is van middelen voor het identificeren van een actuele uitzending van een verkeersbericht in het verkeersprogramma aan de logische waarde van de tweede vlagbit, met het kenmerk dat de inrichting tevens de klasse van geografische relevantie van de verkeersberichten in het verkeersprogramma aan het classificatie codewoord in de ontvangen EON groepen identificeert voor een verkeersprogramma afstemkeuze in afhankelijkheid van de geïdentificeerde klasse en van de logische waarde van de tweede vlagbit.

5. Ontvanger volgens conclusie 4, met het kenmerk dat de inrichting een afstemming op het verkeersprogramma bewerkstelligt als de geïdentificeerde klasse van verkeersberichten in het verkeersprogramma overeenkomt met een vooraf gekozen klasse en de tweede vlagbit een actuele uitzending van een verkeersprogramma identificeert.

6. Ontvanger volgens conclusie 4, gekenmerkt door een weergave-inrichting voor het weergeven van de naam en de klasse van het verkeersprogramma ingeval de tweede vlagbit een actuele uitzending van een verkeersbericht identificeert.