NL9000087A - Hybride-connector met contactorganen in de vorm van flexibele geleiderfolie. - Google Patents

Hybride-connector met contactorganen in de vorm van flexibele geleiderfolie. Download PDF

Info

Publication number
NL9000087A
NL9000087A NL9000087A NL9000087A NL9000087A NL 9000087 A NL9000087 A NL 9000087A NL 9000087 A NL9000087 A NL 9000087A NL 9000087 A NL9000087 A NL 9000087A NL 9000087 A NL9000087 A NL 9000087A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
contact
connector
hybrid
connector according
substrate
Prior art date
Application number
NL9000087A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Du Pont Nederland
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Du Pont Nederland filed Critical Du Pont Nederland
Priority to NL9000087A priority Critical patent/NL9000087A/nl
Priority to EP91200033A priority patent/EP0437296A1/en
Priority to CA002033826A priority patent/CA2033826A1/en
Priority to AU69264/91A priority patent/AU6926491A/en
Priority to BR919100096A priority patent/BR9100096A/pt
Priority to US07/640,452 priority patent/US5080595A/en
Priority to JP3002730A priority patent/JPH04212272A/ja
Publication of NL9000087A publication Critical patent/NL9000087A/nl

Links

Classifications

    • HELECTRICITY
    • H01ELECTRIC ELEMENTS
    • H01RELECTRICALLY-CONDUCTIVE CONNECTIONS; STRUCTURAL ASSOCIATIONS OF A PLURALITY OF MUTUALLY-INSULATED ELECTRICAL CONNECTING ELEMENTS; COUPLING DEVICES; CURRENT COLLECTORS
    • H01R13/00Details of coupling devices of the kinds covered by groups H01R12/70 or H01R24/00 - H01R33/00
    • H01R13/66Structural association with built-in electrical component
    • H01R13/719Structural association with built-in electrical component specially adapted for high frequency, e.g. with filters
    • H01R13/7195Structural association with built-in electrical component specially adapted for high frequency, e.g. with filters with planar filters with openings for contacts
    • HELECTRICITY
    • H01ELECTRIC ELEMENTS
    • H01RELECTRICALLY-CONDUCTIVE CONNECTIONS; STRUCTURAL ASSOCIATIONS OF A PLURALITY OF MUTUALLY-INSULATED ELECTRICAL CONNECTING ELEMENTS; COUPLING DEVICES; CURRENT COLLECTORS
    • H01R12/00Structural associations of a plurality of mutually-insulated electrical connecting elements, specially adapted for printed circuits, e.g. printed circuit boards [PCB], flat or ribbon cables, or like generally planar structures, e.g. terminal strips, terminal blocks; Coupling devices specially adapted for printed circuits, flat or ribbon cables, or like generally planar structures; Terminals specially adapted for contact with, or insertion into, printed circuits, flat or ribbon cables, or like generally planar structures
    • H01R12/70Coupling devices
    • H01R12/77Coupling devices for flexible printed circuits, flat or ribbon cables or like structures
    • H01R12/79Coupling devices for flexible printed circuits, flat or ribbon cables or like structures connecting to rigid printed circuits or like structures
    • HELECTRICITY
    • H01ELECTRIC ELEMENTS
    • H01RELECTRICALLY-CONDUCTIVE CONNECTIONS; STRUCTURAL ASSOCIATIONS OF A PLURALITY OF MUTUALLY-INSULATED ELECTRICAL CONNECTING ELEMENTS; COUPLING DEVICES; CURRENT COLLECTORS
    • H01R2107/00Four or more poles
    • HELECTRICITY
    • H01ELECTRIC ELEMENTS
    • H01RELECTRICALLY-CONDUCTIVE CONNECTIONS; STRUCTURAL ASSOCIATIONS OF A PLURALITY OF MUTUALLY-INSULATED ELECTRICAL CONNECTING ELEMENTS; COUPLING DEVICES; CURRENT COLLECTORS
    • H01R24/00Two-part coupling devices, or either of their cooperating parts, characterised by their overall structure
    • H01R24/60Contacts spaced along planar side wall transverse to longitudinal axis of engagement

Landscapes

  • Coupling Device And Connection With Printed Circuit (AREA)
  • Details Of Connecting Devices For Male And Female Coupling (AREA)

Description

Hybride-connector met contactorganen in de vorm van flexibele geleiderfolie.
De uitvinding heeft betrekking op een hybride-connector, omvatten¬de een behuizing met een contactzijde voor het contacteren van decontactelektroden van een verdere connector en een aansluitzijde voorhet aansluiten van de aansluitelektroden van een elektrische bedrading,tussen welke contact- en aansluitzijde zich meerdere contactorganen vanelektrisch geleidend materiaal uitstrekken, ondersteund door een in debehuizing gelegen langwerpig ondersteuningslichaam, en een aan deaansluitzijde van de connector gelegen vlak hybride-substraat voorzienvan meerdere hybride-schakelingselementen, elk met een eerste en tweedeaansluitelektrode, waarvan de eerste aansluitelektrode met een contact¬orgaan van de connector is verbonden.
Een connector van deze soort onder toepassing van een hybride-substraat met filterelementen is onder andere bekend uit de Nederlandseoctrooiaanvrage 88.00609 ten name van aanvraagster.
In een uitvoeringsvorm volgens deze bekende octrooiaanvragebestaan de contactorganen uit contactpennen, welke niet alleen decontact- en aansluitzijde van de connector met elkaar verbinden, maarook aan zowel de contactzijde als de aansluitzijde het elektrischcontact verzorgen met respectievelijk een te contacteren verdere connec¬tor en een aan te sluiten elektrische bedrading. Voor het elektrischcontact met de filterelementen is het filtersubstraat van doorsteek-openingen voorzien waar doorheen in gemonteerde toestand de contact¬pennen uitsteken voor het contacteren van de eerste aansluitelektrodevan een filterelement. De respectieve contactpennen en filterelementenzijn door solderen elektrisch verbonden. Deze wijze van contacteren vande filterelementen en de contactpennen van de connector heeft een aantalnadelen.
Soldeerverbindingen zijn op zichzelf tamelijk bewerkelijk endaardoor kostbaar, waarbij tevens rekening dient te worden gehouden metongewenste doorverbindingen van aansluitelektroden van filterelementen,onbetrouwbare elektrische contactering als gevolg van verontreinigingenen gasbellen in de soldeerplaats, enz.
Voorts vereist het gebruik van contactpennen in combinatie meteen vlak hybride-substraat het aanbrengen van relatief grote doorsteek-openingen in het substraat als gevolg van toleranties in de afmetingenhiervan. Bij in de praktijk toegepaste keramische hybride-substratenzijn toleranties in de afmetingen van circa ± 1% gebruikelijk. Bij een substraatlengte van bijvoorbeeld 100 mm kan dit leiden tot een plaats-tolerantie van de doorsteekopeningen van ca. 1 mm. De doorsteekopeningendienen dan in wezen een omvang te hebben van de pendikte plus 2 mm. Hetzal duidelijk zijn dat deze relatief grote openingen een ondergrensvormen voor de steekafstand tussen de contactelementen van de connectoren dat het voor de filterelementen op het substraat beschikbare opper¬vlak hierdoor wordt beperkt. Bij connectoren met een hoge contact-elementdichtheid hebben de relatief grote doorsteekopeningen tevens eennadelige invloed op de mechanische sterkte van het hybride-substraat.
Aan de uitvinding ligt nu de opgave ten grondslag een hybride-connector te verschaffen waarin de genoemde nadelen van de bekendefilterconnector zijn ondervangen.
Volgens de uitvinding wordt dit aldus bereikt, dat de eersteaansluitelektroden van de hybride-schakelingselementen zijn uitgevoerdals op een oppervlak van het hybride-substraat aangebrachte aansluit-vlakjes van elektrisch geleidend materiaal voor oppervlaktecontactering,waarbij de contactorganen bestaan uit evenwijdige elektrisch geleidendecontactbanen, aangebracht op een oppervlak van een flexibele folie vanelektrisch isolerend materiaal, welke folie zich met zijn andere opper¬vlak naar het ondersteuningslichaam toegekeerd hierover van de contact-naar de aansluitzijde uitstrekt, en waarbij aan de contact- en aansluit-zijde, tussen de folie en het ondersteuningslichaam, door het ondersteu¬ningslichaam ondersteunde samenstellen van veerstroken zijn aangebracht,voor het op de folie uitoefenen van een kracht voor het onder druk metde respectieve contact- of aansluitelektroden van de verdere connector,de elektrische bedrading en het vlakke hybridesubstraat contacteren vande contactbanen.
In de connector volgens de uitvinding is de bekende verbindingtussen de contact- en aansluitzijde met behulp van contactelementen,zoals contactpennen vervangen door een flexibele folie voorzien vanelektrisch geleidende contactbanen. Deze contactbanen worden met behulpvan veerelementen tegen de respectieve eerste aansluitelektroden vanhet hybride-substraat gedrukt, zodanig dat een oppervlaktecontacteringtussen de respectieve contactbanen en de aansluitelektroden wordtverkregen, als gevolg waarvan de noodzaak voor soldeerverbindingen iskomen te vervallen.
Tevens is ingezien dat de van contactbanen voorziene folie metvoordeel ook voor het contacteren van zowel een verdere connector aan decontactzijde als van elektrische bedrading aan de aansluitzijde van deconnector kan worden toegepast, hetgeen een aanzienlijke vereenvoudiging van de constructie van de connector oplevert.
De connector volgens de uitvinding heeft verder als voordeel dathet hybride-substraat niet meer van doorsteekopeningen voor contact-pennen hoeft te worden voorzien als gevolg van de, met de flexibelefolie bereikte oppervlaktecontactering van de aansluitelektroden, het¬geen de mechanische stevigheid van het hybride-substraat ten goede komt.
Een verder voordeel van de connector volgens de uitvinding ligtdaarin, dat er geen verlies aan substraatoppervlak voor het vormen vanschakelingselementen als gevolg van het aanbrengen van doorsteekopenin¬gen ontstaat. Dit betekent dat, in de connector volgens de uitvindingvoor het bereiken van bijvoorbeeld eenzelfde filterwerking als met eenfiltersubstraat volgens de stand van de techniek met een kleinersubstraatoppervlak kan worden volstaan. Dit kan leiden tot een filter¬substraat van kleinere afmetingen of tot een hogere filterelementdicht-heid, hetgeen betekent dat de steekafstand tussen de contactorganen vande connector kan worden verkleind. Dit laatste is van belang in verbandmet het streven naar een zo groot mogelijke contactelementdichtheid bijconnectoren.
De connector volgens de uitvinding is voor het bereiken van eengewenste oppervlaktecontactering tussen de geleidende contactbanen vande folie en de aansluitvlakjes van het hybride-substraat voorzien vanveerelementen, welke aangrijpen op de zijde van de folie welke niet isvoorzien van geleidende contactbanen.
Gebruikmakend van het feit dat een flexibele folie wordt toege¬past, heeft een verdere uitvoeringsvorm van de connector volgens deuitvinding het kenmerk, dat de samenstellen van veerstroken aan deaansluitzijde van de connector zodanig zijn gerangschikt, dat zich intwee of meer vlakken veerstroken uitstrekken. Door veerstroken in dwarsop elkaar staande vlakken te rangschikken, kunnen bijvoorbeeld meerderehybride-substraten aan de aansluitzijde van de connector worden gecon¬tacteerd. Bij bijvoorbeeld filterelementen in de vorm van ontstorings-condensatoren kan de effectieve capaciteit door het op deze wijze paral¬lel contacteren van meerdere filterelementen eenvoudig worden vergroot.Het in meerdere vlakken rangschikken van veerstroken biedt eveneens demogelijkheid voor het contacteren van aansluitelektroden van meerdereplaten met gedrukte bedrading.
Hoewel bijvoorbeeld voor elke contactbaan c.q. elke contacteringmet een aansluitelektrode van een hybride-substraat of een plaat metgedrukte bedrading een afzonderlijk veerelement kan worden toegepast, ishet ter vereenvoudiging van de connectorconstructie voordelig om de veerelementen tot één of enkele samenstellen te combineren.
Een hierop gebaseerde verdere uitvoeringsvorm van de connectorvolgens de uitvinding heeft het kenmerk, dat de samenstellen van veer-stroken aan de aansluitzijde als één geheel zijn gevormd, bestaande uiteen langwerpige U-vormige drager aan twee of meer zijden waarvan zichals vrijdragende vingers gevormde, aangrenzend gelegen, veerstroken inde richting weg van de drager uitstrekken.
Een weer verdere uitvoeringsvorm van de connector volgens deuitvinding heeft, met hetzelfde doel, als kenmerk, dat de samenstellenvan veerstroken aan de contactzijde bestaan uit een langwerpige drager-rail, vanaf waarvan zich aangrenzend gelegen, evenwijdige veerstrokenuitstrekken, elk voorzien van een nabij het midden hiervan aangebrachte,in de richting naar de folie wijzende, half-cirkelvormige uitstulping.Deze half-cirkelvormige uitstulping heeft mede tot doel een opgestokenverdere connector stevig klemmend vast te houden.
Een snelle en relatief eenvoudige assemblage van de connectorvolgens de uitvinding wordt in een uitvoeringsvorm aldus bereikt,dat het ondersteuningslichaam van uitstekende positioneringspennen isvoorzien voor het positioneren van de samenstellen van veerstroken,welke daartoe van overeenkomstig gelegen positioneringsopeningen zijnvoorzien. Met hetzelfde doel zijn in een verdere uitvoeringsvorm van deconnector volgens de uitvinding de flexibele folie en het hybride-substraat eveneens van met de respectieve positioneringspennen overeen¬komstig gelegen positioneringsopeningen voorzien. Een nog weer verdereuitvoeringsvorm is in dit verband daardoor gekenmerkt, dat de folie aande uiteinden, waar de contactbanen eindigen, van openingen is voorzien,waarvan de ligging correspondeert met aan de contactzijde van de connec¬tor op het ondersteuningslichaam aangebrachte pennen voor het overlap¬pend vergrendelen van de genoemde uiteinden van de folie.
Door het ontbreken van soldeerverbindingen tussen de hybride-schakelingselementen en de contactorganen van de connector volgens deuitvinding is het noodzakelijk om middelen te verschaffen voor hetmechanisch bevestigen van het hybride-substraat. In een uitvoeringsvormvan de connector volgens de uitvinding, waarin het substraat langwerpigvan vorm is, waarbij de tweede aansluitelektrode van één of meerhybride-elementen gemeenschappelijk is uitgevoerd en aan ten minste éénlange rand van het substraat elektrisch kan worden gecontacteerd, isvoor het aan de aansluitzijde van de connector monteren van het hybride-substraat een langwerpig ondersteuningsraam van elektrisch geleidendmateriaal verschaft, voorzien van grendelmiddelen voor het aan het ondersteuningslichaam vergrendelen van het hybride-substraat, zodanigdat de contactbanen van de flexibele folie elektrisch contact maken metde respectieve eerste aansluitelektroden van het hybride-substraat.
Naast het bewerkstelligen van een mechanisch stevige bevestigingkan met het ondersteuningsraam tevens het elektrisch contact met detweede (gemeenschappelijke) aansluitelektrode van de hybride-schake-lingselementen tot stand worden gebracht. Het hybride-substraat wordtdaartoe bij voorkeur gepositioneerd aan het ondersteuningsraam vast¬gesoldeerd. Dat wil zeggen dat het hybride-substraat met zijn langeranden dusdanig aan het ondersteuningsraam wordt bevestigd, dat depositioneringsopeningen nauwkeurig zijn uitgelijnd met de respectievepositioneringspennen van het ondersteuningslichaam aan de aansluitzijdevan de connector. Bij voorkeur is het ondersteuningsraam aan zijn langeranden van opneemsleuven voor het opnemen van de lange randen van hethybride-substraat voorzien. Een eenvoudige uitlijning wordt dan bereikt,wanneer het ondersteuningsraam van met het hybride-substraat overeenkom¬stig gelegen positioneringsopeningen is voorzien. Om ongewenste mecha¬nische spanningen in het substraat zoveel mogelijk te voorkomen is hetaan te raden om het ondersteuningsraam van een materiaal te vervaardigendat dezelfde of nagenoeg dezelfde lineaire thermische uitzettingscoëffi-cient heeft als het hybride-substraat.
Een uitvoeringsvorm van de connector volgens de uitvinding voorhet volledig soldeervrij monteren van een hybride-substraat heeft hetkenmerk, dat het ondersteuningsraam aan zijn lange réinden van opneem¬sleuven voor het opnemen van de lange randen van het hybride-substraatis voorzien, waarbij in de opneemsleuven uitstekende, verende lippenzijn aangebracht voor het elektrisch contacteren van de tweede aansluit¬elektrode van de hybride-schakelingselementen. Aanpassing van thermischeuitzettingscoëfficienten is hierbij niet noodzakelijk.
Om de (gemeenschappelijke) tweede aansluitelektrode van dehybride-schakelingselementen met bijvoorbeeld de signaalaarde van eenelektrische schakeling aan de aansluitzijde van de connector teverbinden, heeft een uitvoeringsvorm van de uitvinding het kenmerk, dathet ondersteuningsraam van in de inrichting weg van het raam uitste¬kende, verdere verende lippen, is voorzien voor het elektrisch contac¬teren van het ondersteuningsraam. De verdere verende lippen steken bijvoorkeur vanaf de opneemsleuven van het ondersteuningsraam in derichting dwars op het raamvlak uit, voor verbinding via oppervlaktecontactering met een plaat met gedrukte bedrading.
Een voorkeursuitvoeringsvorm van de connector volgens de uitvin- ding met bijvoorbeeld 80 of meer contactposities heeft het kenmerk, dathet hybride-substraat van twee samengestelde rijen van hybride-schake-lingselementen is voorzien, met in een rij aangrenzend gelegen eersteaansluitelektroden, waarbij het ondersteuningslichaam aan de contact-zijde U-vormig is uitgevoerd, voor het vanaf de open zijde hiervancontacteren van een verdere connector, met aan elke zijde van een beenvan het ondersteuningslichaam gelegen veerstroken, waarbij de flexibelefolie van twee samengestelde rijen van contactbanen is voorzien, zodanigdat de contactbanen van een rij zich vanaf een rij van hybride-schake-lingselementen vanaf de aansluitzijde over een baan van het ondersteu¬ningslichaam naar de contactzijde uitstrekken en waarbij de contactbanenvan de andere rij zich vanaf de andere rij van hybride-schakelings-elementen vanaf de aansluitzijde over het andere been van het ondersteu¬ningslichaam naar de contactzijde uitstrekken, waarbij de aangrenzendgelegen contactstroken van een rij afwisselend aan de ene respectieve¬lijk de andere zijde van een been van het U-vormige ondersteunings¬lichaam eindigen.
Zoals in het voorgaande reeds genoemd, kunnen de veerstroken aande aansluitzijde van de connector zich in meerdere vlakken uitstrekken,voor het contacteren van het hybride-substraat en bijvoorbeeld één ofmeer platen met gedrukte bedrading. Een voor het monteren van de platenmet gedrukte bedrading voordelige uitvoeringsvorm van de connectorvolgens de uitvinding heeft het kenmerk, dat de behuizing aan deaansluitzijde van in langsrichting evenwijdig aan en op afstand van hetondersteuningslichaam gelegen lippen is voorzien, voor het tussen eendergelijke lip en een hieraan evenwijdig gelegen vlak van veerstrokenopnemen van een plaat met gedrukte bedrading, voor het onder invloed vande veerstroken contacteren van de contactbanen van de flexibele foliemet de respectieve aansluitelektroden op de plaat met gedruktebedrading.
De uitvinding heeft tevens betrekking op een hybride-substraat,geschikt voor toepassing in een connector volgens één of meer van devoorgaande uitvoeringsvormen, omvattende een langwerpig vlak substraatvan elektrisch isolerend materiaal voorzien van filterelementen,respectievelijk met een eerste en tweede aansluitelektrode, waarbij deeerste aansluitelektrode als een, op een oppervlak van het substraataangebracht aansluitvlakje van elektrisch geleidend materiaal vooroppervlakte contactering is uitgevoerd, en waarbij de tweede elektrodevan één of meer filterelementen als gemeenschappelijke, nabij een langerand van het substraat elektrisch te contacteren aansluitelektrode is uitgevoerd.
Een uitvoeringsvorm van dit hybride-substraat voor toepassing inde voorkeursuitvoeringsvorm van de connector volgens de uitvinding heefthet kenmerk, dat het substraat van twee rijen van filterelementen isvoorzien, waarbij de eerste aansluitelektroden bestaan uit twee rijenvan aangrenzend gelegen aansluitvlakjes, waarbij de onderlinge afstandtussen de aansluitvlakjes in een rij de helft bedraagt van de steek-afstand van de contactbanen in een rij van contactbanen van de connec¬tor.
Een voorkeursuitvoeringsvorm van de connector volgens deuitvinding met toepassing van een filterhybride en platen met gedruktebedrading wordt in het navolgende aan de hand van de tekeningentoegelicht.
Figuur 1 toont schematisch, in perspectief, met uiteengenomendelen een voorkeursuitvoeringsvorm van de connector volgens deuitvinding met een vlakke filtereenheid, waarbij enkele delen tenbehoeve van de overzichtelijkheid van de figuur zijn afgebroken.
Figuur 2 toont schematisch, in perspectief de geassembleerdeconnector volgens figuur 1, evenwel zonder diens behuizing en op eenandere schaal.
Figuur 3 toont schematisch een dwarsdoorsnede van de geassem¬bleerde connector van figuur 1 langs de lijn III-III op een andereschaal en met gemonteerde platen met gedrukte bedrading.
Figuur 4, 5 toont schematisch een dwarsdoorsnede van de samenstel¬len van veerstroken van de connector volgens figuur 1, respectievelijklangs de lijn IV-IV en V-V op een andere schaal.
Figuur 1 toont schematisch, in perspectief, een voorkeursuitvoe¬ringsvorm van de connector volgens de uitvinding met uiteengenomendelen. De connector omvat een langwerpig ondersteuningslichaam 1, eenflexibele folie 2, die aan een zijde van evenwijdige elektrischgeleidende contactbanen 3 is voorzien, samenstellen van veerstroken 4, 5, een vlakke filtereenheid 6, een ondersteuningsraam 7 voor de filter¬eenheid 6, een behuizing 8 en een grendelschuif 9 voor het in de behui¬zing 8 vergrendelen van het ondersteuningslichaam 1. De connector heefteen aansluitzijde 10 voor het aansluiten van elektrische bedrading eneen contactzijde 11 voor het contacteren van een verdere connector. Ingeassembleerde toestand draagt het ondersteuningslichaam 1 aan decontactzijde 11 één of meer samenstellen van veerstroken 4 en de behui¬zing 8, aan de aansluitzijde 10 het samenstel van veerstroken 5 en hetondersteuningsraam 7 met de filtereenheid 6, alsmede de folie 2, welke het geheel omsluit.
Het ondersteuningslichaam 1, dat bijvoorbeeld van kunststof, maarook van metaal kan zijn vervaardigd, heeft aan de contactzijde onder-steuningsranden 12 voor het opsteken van een verdere connector (nietgetoond). Deze ondersteuningsranden 12 dragen in geassembleerde toestandde samenstellen van veerstroken 4 voor het klemmend opnemen van eenverdere connector en voor het aandrukken van de contactbanen 3 van defolie 2 tegen de corresponderende contactelementen van deze verdereconnector. In de ondersteuningsranden 12 zijn dwars op de langsrichtinghiervan uitsparingen 13 aangebracht voor het opnemen van de afzonder¬lijke veerstroken van de samenstellen van veerstroken 4. Verder zijn deondersteuningsranden 12 voorzien van positioneringspennen 14, die aande contactzijde 11 vanaf het ondersteuningslichaam uitsteken. De liggingvan de positioneringspennen 14 correspondeert met positioneringsopenin-gen 15 in de samenstellen van veerstroken 4 en met positionerings-openingen 40 in de folie 2, voor het verzekeren van de juiste onderlingepositie van deze veerstroken 4, de folie 2 en het ondersteuningslichaam1. Aan de contactzijde 11 is het ondersteuningslichaam 1 voorzien vantussen de ondersteuningsranden 12 gelegen vergrendelpennen 16 voor hetpositioneren en vergrendelen van de folie 2. De folie is hiertoe aan deranden waar de contactbanen 3 eindigen van vergrendelopeningen 17voorzien, welke randen elkaar in geassembleerde toestand overlappen,zodanig dat een vergrendelpen 16 steeds door twee tegenover elkaargelegen vergrendelopeningen 17 steekt. Teneinde ongewenste elektrischeverbindingen tussen de tegenover elkaar liggende contactbanen 3 tevermijden, eindigen deze op een afstand van de betreffende randen van defolie 2. Het ondersteuningslichaam 1 is verder voorzien van tweeopstaande randen 18 voor het met de grendelschuif 9 in de behuizing 8vergrendelen van het ondersteuningslichaam 1.
Aan de aansluitzijde 10 is het ondersteuningslichaam 1 voor hetondersteunen van het samenstel van veerstroken 5 ingericht. Evenwijdigmet de opstaande randen zijn daartoe sleuven 19 in het ondersteunings¬lichaam 1 aangebracht voor het opnemen van randen 20 van het samenstelvan veerstroken 5. Voorts is het ondersteuningslichaam 1 aan deaansluitzijde 10 voorzien van positioneringspennen 21 waarvan de liggingrespectievelijk correspondeert met positioneringsopeningen 22 in hetsamenstel van veerstroken 5, positioneringsopeningen 39 in de folie 2,positioneringsopeningen 23 in het ondersteuningsraam 7 en positione¬ringsopeningen 24 in de vlakke filtereenheid 6, één en ander teneinde depositie van het samenstel van veerstroken 5, de folie 2, het ondersteu- ningsraam 7 en de vlakke filtereenheid 6 onderling en ten opzichte vanhet ondersteuningslichaam 1 te fixeren.
Het samenstel van veerstroken 5 omvat een U-vormige drager met aande tegenover liggende zijden hiervan gelegen samenstellen 25 en 26 vanvrijdragende veerstroken, welke dienen voor het vastklemmen van platenmet gedrukte bedrading (in deze figuur niet getoond) en het tegen derespectieve contactplaatsen van deze platen met gedrukte bedradingaandrukken van de contactbanen 3 van de folie 2. Aan zijn tussenliggendezijde omvat de U-vormige drager van het samenstel van veerstroken 5samenstellen 27 en 28 van vrijdragende veerstroken ten behoeve van hetaandrukken van de geleidende banen 3 van de folie 2 tegen aansluitvlak-jes 29 van de vlakke filtereenheid 6. De U-vormige drager van het samen¬stel van veerstroken 5 is van metaal vervaardigd.
De vlakke filtereenheid 6 omvat in het algemeen een substraat vankeramisch materiaal op een vlak waarvan meerdere onderling gescheidenaansluitvlakjes 29 voor oppervlaktecontactering door de respectievecontactbanen 3 van de folie 2 zijn aangebracht. Deze aansluitvlakjes 29vormen tevens een elektrode van evenzovele condensatoren, waarvan deandere elektrode voor meerdere of alle condensatoren gemeenschappelijkis uitgevoerd. Tussen de aansluitvlakjes 29 en de gemeenschappelijkeelektrode(n) 30 is een geschikt dielektricum aangebracht. Degemeenschappelijke elektrode(n) 30 kan aan één of meer randen van hetsubstraat worden gecontacteerd voor het bijvoorbeeld met de signaalaardevan een elektrische schakeling verbinden hiervan. In de uitvoeringsvormzoals getoond omvat de filtereenheid 6 twee samengestelde rijen 31 vanaansluitvlakjes 29, waarvan het aantel correspondeert met het aantalcontactbanen 3 op de folie 2. In plaats van condensatoren kan ook eenfilterhybride met (R)LC-filterelementen worden toegepast, op soort¬gelijke wijze voorzien van aansluitvlakjes 29 voor oppervlaktecontacte¬ring door de contactbanen 3 van de folie 2. Ter illustratie is in elkaansluitvlakje 29 met een cirkeltje de contactplaats van de betreffendeveerstrook van de samenstellen 27, 28 aangegeven.
De vlakke filtereenheid 6 wordt met behulp van het langwerpigeondersteuningsraam 7 aan het ondersteuningslichaam 1 bevestigd. Hetondersteuningsraam 7 is daartoe aan de smalle zijden van haakvormigegrendelmiddelen 32 voorzien, welke in gemonteerde toestand aangrijpenin, aan de smalle zijden van het ondersteuningslichaam 1 aangebrachte,uitsparingen 41. Het ondersteuningsraam 7, dat van elektrisch geleidendmateriaal is vervaardigd, is aan de lange randen van sleuven 33 voor hetopnemen van de filtereenheid 6 voorzien, en contacteert de gemeenschap¬ pelijke elektrode(η) 30 van de filtereenheid 6. De haakvormige grendel-middelen 32 zijn zodanig ingericht dat zij voor het in het ondersteu-ningsraam 7 aanbrengen van de filtereenheid 6 voldoende ver kunnenworden uitgebogen, zoals in figuur 1, met een pijl, is geïllustreerd.
Om een rigide geheel te krijgen wordt de filtereenheid 6 met zijnlange zijden bij voorkeur in het ondersteuningsraam 7 gepositioneerdvastgesoldeerd, waarbij de positioneringsopeningen 24 van de filtereen¬heid 6 op de positioneringsopeningen 23 van het ondersteuningsraam 7zijn uitgelijnd. De lineaire thermische uitzendingscoëfficienten van hetondersteuningsraam 7 en de filtereenheid 6 zijn bij voorkeur zoveelmogelijk gelijk aan elkaar. Als alternatief kan de filtereenheid 6verend in het ondersteuningsraam 7 zijn gemonteerd. Daartoe kan hetondersteuningsraam 7 van in de sleuven 33 uitstekende verende lippen 34zijn voorzien, welke in figuur 1 met onderbroken lijnen zijn aangegeven.Deze lippen 34 worden bij voorkeur uit het materiaal van het ondersteu¬ningsraam 7 zelf gevormd. Solderen van de filtereenheid 6 in het onder¬steuningsraam 7 is in dit geval niet noodzakelijk. Met deze verendelippen 34 kan effectief het verschil in thermische uitzetting van defiltereenheid 6 en het ondersteuningsraam 7 worden opgevangen.
Voor het met de signaalaarde van een elektrische schakelingverbinden van de gemeenschappelijke elektrode(n) 30 van de filtereenheid6 is het ondersteuningsraam 7 aan de sleuven 33 van naar buitenuitstekende verdere verende lippen 35 voorzien, zoals getoond. Dezeverdere verende lippen 35 zijn eveneens bij voorkeur uit het materiaalvan het ondersteuningsraam 7 zelf gevormd.
De behuizing 8 is in de opening voor het ondersteuningslichaam 1voorzien van kruisvormig gerangschikte verstevigingsribben 36, enerzijdster versteviging van de behuizing en anderzijds om de uiteinden van defolie 2 op de vergrendelpennen 16 te vergrendelen. Het ondersteunings¬lichaam bezit aan de contactzijde 11 een uitspanning 42 voor het opnemenvan de dwars lopende verstevigingsrib 36.
Figuur 2 toont de wijze waarop de folie 2 om het ondersteunings¬lichaam 1 met de samenstellen van veerstroken 4 en 5 ligt, voordat debehuizing 8 is aangebracht. De contactbanen 3 van de folie 2 strekkenzich vanaf de aansluitvlakjes 29 van de filtereenheid 6 symmetrisch naarde ondersteuningsranden 12 van het ondersteuningslichaam 1 uit. Hierbijeindigen de lange, respectievelijk korte contactbanen 3 om en om aan deene respectievelijk de andere zijde van een ondersteuningsrand 12.
De samenstellen van veerstroken 4 aan de contactzijde 11 van deconnector zijn opgebouwd uit een langwerpige dragerrail vanaf waarvan zich aangrenzend gelegen, evenwijdige veerstroken uitstrekken. De samen¬stellen van veerstroken 4 zijn zodanig uitgevoerd dat de veerstroken aande ene zijde van een ondersteuningsrand 12 verschoven zijn gelegen tenopzichte van de andere zijde van dezelfde ondersteuningsrand 12, waarbijde verschuiving de helft van de afstand tussen aangrenzende veerstrokenbedraagt. De uitsparingen 13 in de ondersteuningsranden 12 zijn uiter¬aard overeenkomstig gelegen. Om het elektrisch contact tussen decontactelementen van een verdere connector en de geleidende contactbanen3 van de folie 2 te bevorderen, zijn de veerstroken, zoals gedetailleerdgetoond in figuur 4, ieder nabij het midden voorzien van een half¬cirkelvormige uitstulping 43.
Figuur 5 toont een doorsnede door het samenstel van veerstroken 5.De als vrijdragende verende vingers gevormde veerstroken van elk samen¬stel 25, 26, 27 respectievelijk 28 strekken zich afwisselend vanaftegenover liggende randen van een vlak van een U-vormige drager uit. Deveerstroken 27, 28 zijn evenwijdig gerangschikt voor het contacteren vande twee samengestelde rijen 31 van aansluitvlakjes 29 van de vlakkefiltereenheid 6.
Figuur 3 toont een dwarsdoorsnede van de connector volgens devoorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding in gemonteerde toestand.
Voor het inklemmen van de platen 38 met gedrukte bedrading is de behui¬zing 8 aan de aansluitzijde 10 voorzien van evenwijdige, tegenoverelkaar gelegen, zich in langsrichting van de behuizing 8 uitstrekkendelippen 37. De beide platen 38 met gedrukte bedrading zijn tussen delippen 37 en de, door de respectieve veerstroken 25, 26 van het samen¬stel van veerstroken 5 ondersteunde folie 2 ingeklemd, waarbij decontactbanen van de folie 2 tegen (niet getoonde) contactvlakken van deplaten 38 drukken. De positioneringspennen 14 en 21 steken respectieve¬lijk door de positioneringsopeningen 40 en 39 in de folie 2 heen, omdeze ten opzichte van de andere connectordelen te fixeren. De lippen 35van het ondersteuningsraam 7 contacteren de beide platen 38 met gedruktebedrading voor het met de signaalaarde verbinden van de gemeenschappe¬lijke elektrode(n) 30 van de filtereenheid 6.
Om te voorkomen dat vocht vanaf de contactzijde 11 van de connec¬tor de elektrische schakelingen aan de aansluitzijde 10 bereikt, kan inde tussen de opstaande randen 18 van het ondersteuningslichaam 1 en debehuizing 8 aanwezige ruimte 44 een afdichting op basis van siliconenworden aangebracht.
Gebaseerd op de uitvindingsgedachte zijn voor een vakman velewijzigingen en aanvullingen op de getoonde voorkeursuitvoeringsvorm van de connector mogelijk. Zo kan het ondersteuningslichaam 1 slechts vanéén ondersteuningsrand 12 zijn voorzien, kan aan de aansluitzijde 10 vande connector slechts één plaat 38 voor gedrukte bedrading zijn aange¬bracht, waardoor zonodig een gedeelte van het samenstel van veerstroken5 kan vervallen, bijvoorbeeld de veerstroken 25 of de veerstroken 26.
Ook kan in wezen de positie van de platen 38 met gedrukte bedrading ende vlakke filtereenheid 6 onderling verwisselt zijn, of kunnen meerderefiltereenheden 6 of andere hybride schakelingen worden aangebracht.

Claims (15)

1. Hybride-connector, omvattende een behuizing met een contactzijdevoor het contacteren van een verdere connector en een aansluitzijde voorhet aansluiten van een elektrische bedrading, tussen welke contact- enaansluitzijde zich meerdere contactorganen van elektrisch geleidendmateriaal uitstrekken, ondersteund door een in de behuizing gelegenlangwerpig ondersteuningslichaam, en een aan de aansluitzijde van deconnector gelegen vlak hybride-substraat voorzien van meerdere hybride-schakelingselementen, elk met een eerste en tweede aansluitelektrode,waarvan de eerste aansluitelektrode met een contactorgaan van de connec¬tor is verbonden, met het kenmerk, dat de eerste aansluitelektroden vande hybride-schakelingselementen zijn uitgevoerd als op een oppervlak vanhet hybride-substraat aangebrachte aansluitvlakjes van elektrischgeleidend materiaal voor oppervlaktecontactering, waarbij de contact¬organen bestaan uit evenwijdige elektrisch geleidende contactbanen,aangebracht op een oppervlak van een flexibele folie van elektrischisolerend materiaal, welke folie zich met zijn andere oppervlak naar hetondersteuningslichaam toegekeerd hierover van de contact- naar deaansluitzijde uitstrekt, en waarbij aan de contact- en aansluitzijde,tussen de folie en het ondersteuningslichaam, door het ondersteunings¬lichaam ondersteunde samenstellen van veerstroken zijn aangebracht, voorhet op de folie uitoefenen van een kracht voor het onder druk met derespectieve contact- of aansluitelektroden van de verdere connector, deelektrische bedrading en het vlakke hybridesubstraat contacteren van decontactbanen.
2. Connector volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de samenstel¬len van veerstroken aan de aansluitzijde van de connector zodanig zijngerangschikt, dat zich in twee of meer vlakken veerstroken uitstrekken.
3. Connector volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de samenstel¬len van veerstroken aan de aansluitzijde als één geheel zijn gevormd,bestaande uit een langwerpige U-vormige drager aan twee of meer zijdenwaarvan zich als vrijdragende vingers gevormde, aangrenzend gelegen,veerstroken in de richting weg van de drager uitstrekken.
4. Connector volgens conclusie 1, 2, of 3, met het kenmerk, dat desamenstellen van veerstroken aan de contactzijde bestaan uit een lang¬werpige dragerrail, vanaf waarvan zich aangrenzend gelegen, evenwijdigeveerstroken uitstrekken, elk voorzien van een nabij het midden hiervanaangebrachte, in de richting naar de folie wijzende, half-cirkelvormigeuitstulping.
5. Connector volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat het onder-steuningslichaam aan de contactzijde van dwars op de langsrichtinghiervan gelegen uitsparingen is voorzien, voor het hierin opnemen van deveerstroken.
6. Connector volgens één of meer van de voorgaande conclusies, methet kenmerk, dat het ondersteuningslichaam van uitstekende positione-ringspennen is voorzien voor het positioneren van de samenstellen vanveerstroken, welke daartoe van overeenkomstig gelegen positionerings-openingen zijn voorzien.
7. Connector volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de flexibelefolie en het hybride-substraat van met de respectieve positionerings-pennen overeenkomstig gelegen positioneringsopeningen zijn voorzien.
8. Connector volgens één of meer van de voorgaande conclusies, methet kenmerk, dat de folie aan de uiteinden, waar de contactbaneneindigen, van openingen is voorzien, waarvan de ligging correspondeertmet aan de contactzijde van de connector op het ondersteuningslichaamaangebrachte pennen voor het overlappend vergrendelen van de genoemdeuiteinden van de folie.
9. Connector volgens één of meer van de voorgaande conclusies, methet kenmerk, dat het hybride-substraat langwerpig van vorm is, waarbijde tweede aansluitelektrode van één of meer hybride-schakelingselementengemeenschappelijk is uitgevoerd en aan ten minste één lange rand van hetsubstraat elektrisch kan worden gecontacteerd, waarbij voor het aan deaansluitzijde van de connector monteren van het hybride-substraat eenlangwerpig ondersteuningsraam van elektrisch geleidend materiaal isverschaft, voorzien van grendelmiddelen voor het aan het ondersteunings¬lichaam vergrendelen van het hybride-substraat, zodanig dat de contact¬banen van de flexibele folie elektrische contact maken met de respec¬tieve eerste aansluitelektroden van het hybride-substraat.
10. Connector volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat het ondersteu¬ningsraam aan zijn lange randen van opneemsleuven voor het opnemen vande lange randen van het hybride-substraat is voorzien, waarbij in deopneemsleuven uitstekende, verende lippen zijn aangebracht voor hetelektrisch contacteren van de tweede aansluitelektrode van de hybride-schakelingselementen .
11. Connector volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat het onder¬steuningsraam van in de inrichting weg van het raam uitstekende, verdereverende lippen, is voorzien voor het elektrisch contacteren van hetondersteuningsraam.
12. Connector volgens één of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het hybride-substraat van twee samengestelde rijen vanhybride-schakelingselementen is voorzien, met in een rij aangrenzendgelegen eerste aansluitelektroden, waarbij het ondersteuningslichaam aande contactzijde U-vormig is uitgevoerd, voor het vanaf de open zijdehiervan contacteren van een verdere connector, met aan elke zijde vaneen been van het ondersteuningslichaam gelegen veerstroken, waarbij deflexibele folie van twee samengestelde rijen van contactbanen is voor¬zien, zodanig dat de contactbanen van een rij zich vanaf een rij vanhybride-schakelingselementen vanaf de aansluitzijde over een been vanhet ondersteuningslichaam naar de contactzijde uitstrekken en waarbij decontactbanen van de andere rij zich vanaf de andere rij van hybride-schakelingselementen vanaf de aansluitzijde over het andere been van hetondersteuningslichaam naar de contactzijde uitstrekken, waarbij deaangrenzend gelegen contactstroken van een rij afwisselend aan de enerespectievelijk de andere zijde van een been van het U-vormige onder¬steuningslichaam eindigen.
13. Connector volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat de behuizingaan de aansluitzijde van in langsrichting evenwijdig aan en op afstandvan het ondersteuningslichaam gelegen lippen is voorzien, voor hettussen een dergelijke lip en een hieraan evenwijdig gelegen vlak vanveerstroken opnemen van een plaat met gedrukte bedrading, voor het onderinvloed van de veerstroken contacteren van de contactbanen van deflexibele folie met de respectieve aansluitelektroden op de plaat metgedrukte bedrading.
14. Hybride-substraat, geschikt voor toepassing in een connectorvolgens één of meer van de voorgaande conclusies, omvattende een lang¬werpig vlak substraat van elektrisch isolerend materiaal voorzien vanfilterelementen, respectievelijk met een eerste en tweede aansluitelek-trode, waarbij de eerste aansluitelektrode als een, op een oppervlak vanhet substraat aangebracht aansluitvlakje van elektrisch geleidendmateriaal voor oppervlakte contactering is uitgevoerd, en waarbij detweede elektrode van één of meer filterelementen als gemeenschappelijke,nabij een lange rand van het substraat elektrisch te contacterenaansluitelektrode is uitgevoerd.
15. Hybride-substraat volgens conclusie 14, voor toepassing in eenconnector volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat het hybride-substraat van twee samengestelde rijen van filterelementen is voorzien,waarbij de eerste aansluitelektroden bestaan uit twee rijen van aangren¬zend gelegen aansluitvlakjes, waarbij de onderlinge afstand tussen de aansluitvlakjes in een rij de helft bedraagt van de steekafstand van decontactbanen in een rij van contactbanen van de connector.
NL9000087A 1990-01-12 1990-01-12 Hybride-connector met contactorganen in de vorm van flexibele geleiderfolie. NL9000087A (nl)

Priority Applications (7)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL9000087A NL9000087A (nl) 1990-01-12 1990-01-12 Hybride-connector met contactorganen in de vorm van flexibele geleiderfolie.
EP91200033A EP0437296A1 (en) 1990-01-12 1991-01-09 A hybrid connector having contact elements in the form of flexible conductor film
CA002033826A CA2033826A1 (en) 1990-01-12 1991-01-09 Hybrid connector having contact elements in the form of flexible conductor film
AU69264/91A AU6926491A (en) 1990-01-12 1991-01-10 Hybrid connector having contact elements in the form of flexible conductor film
BR919100096A BR9100096A (pt) 1990-01-12 1991-01-10 Conector hibrido com elementos de contato na forma de uma pelicula condutora flexivel
US07/640,452 US5080595A (en) 1990-01-12 1991-01-11 Hybrid connector having contact elements in the form of flexible conductor film
JP3002730A JPH04212272A (ja) 1990-01-12 1991-01-14 フレキシブルな導電性膜の形状の接触素子を備えたハイブリッドコネクタ

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL9000087 1990-01-12
NL9000087A NL9000087A (nl) 1990-01-12 1990-01-12 Hybride-connector met contactorganen in de vorm van flexibele geleiderfolie.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL9000087A true NL9000087A (nl) 1991-08-01

Family

ID=19856408

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL9000087A NL9000087A (nl) 1990-01-12 1990-01-12 Hybride-connector met contactorganen in de vorm van flexibele geleiderfolie.

Country Status (7)

Country Link
US (1) US5080595A (nl)
EP (1) EP0437296A1 (nl)
JP (1) JPH04212272A (nl)
AU (1) AU6926491A (nl)
BR (1) BR9100096A (nl)
CA (1) CA2033826A1 (nl)
NL (1) NL9000087A (nl)

Families Citing this family (21)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JP2830529B2 (ja) * 1991-08-13 1998-12-02 住友電装株式会社 可撓性平型導体ケーブルの接続コネクタ
EP0613591B1 (en) * 1991-11-18 1999-01-20 Berg Electronics Manufacturing B.V. Zero insertion force connector system for a flexible circuit
US5240420A (en) * 1992-03-31 1993-08-31 Research Organization For Circuit Knowledge Self-aligning high-density printed circuit connector
US5213534A (en) * 1992-07-31 1993-05-25 Molex Incorporated Electrical connector assembly for flat flexible cable
US5269705A (en) * 1992-11-03 1993-12-14 The Whitaker Corporation Tape filter and method of applying same to an electrical connector
US5409401A (en) * 1992-11-03 1995-04-25 The Whitaker Corporation Filtered connector
US5277625A (en) * 1992-11-03 1994-01-11 The Whitaker Corporation Electrical connector with tape filter
US5350319A (en) * 1993-04-02 1994-09-27 Miraco, Inc. High-density printed circuit connector
US5395253A (en) * 1993-04-29 1995-03-07 Hughes Aircraft Company Membrane connector with stretch induced micro scrub
US5340334A (en) * 1993-07-19 1994-08-23 The Whitaker Corporation Filtered electrical connector
JPH09501262A (ja) * 1993-07-29 1997-02-04 ベータ フェーズ,インコーポレイテッド プリント配線板等メンバを電気的に相互接続するためのコネクタ・デバイス
US5427533A (en) * 1993-11-02 1995-06-27 Northrop Grumman Corporation Zero insertion force connector
US5564931A (en) * 1994-05-24 1996-10-15 The Whitaker Corporation. Card edge connector using flexible film circuitry
US5697794A (en) * 1994-10-18 1997-12-16 Itt Corporation High density connector assembly
CH690479A5 (de) * 1995-10-26 2000-09-15 Reichle & De Massari Fa Verfahren und Anschluss-Vorrichtung zum Durchschalten einer Mehrzahl voneinander distanzierter elektrischer Kontaktstellen.
US6086412A (en) * 1998-04-22 2000-07-11 Molex Incorporated Electrical connector for flat flexible circuitry
JP2000150030A (ja) * 1998-11-17 2000-05-30 Japan Aviation Electronics Industry Ltd ケーブルコネクタ及びその結線方法
JP2001068189A (ja) * 1999-08-27 2001-03-16 Yazaki Corp コネクタ構造
US6533588B1 (en) * 2000-03-30 2003-03-18 Delphi Technologies, Inc. Connector assembly for flexible circuits
DE20310734U1 (de) * 2003-07-12 2003-10-23 Harting Electro Optics Gmbh & Steckvorrichtung zur Verbindung von Leiterplatten
RU2406194C1 (ru) * 2006-09-01 2010-12-10 Райхль Унд Де-Массари Аг Адаптер и система штепсельного соединения

Family Cites Families (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL173804C (nl) * 1977-06-30 1984-03-01 Du Pont Contactinrichting voor een ketenplaat.
US4348071A (en) * 1980-06-11 1982-09-07 General Motors Corporation Printed circuit connector
GB2086151B (en) * 1980-10-20 1984-03-28 Itt Filter connector
US4379608A (en) * 1981-03-11 1983-04-12 Amp Incorporated Flat cable to planar circuit connector
US4386819A (en) * 1981-08-31 1983-06-07 Amp Incorporated RF Shielded assembly having capacitive coupling feature
US4726790A (en) * 1985-10-04 1988-02-23 Hadjis George C Multi-pin electrical connector including anti-resonant planar capacitors
NL8800609A (nl) * 1988-03-11 1989-10-02 Du Pont Nederland Connector.

Also Published As

Publication number Publication date
BR9100096A (pt) 1991-10-22
EP0437296A1 (en) 1991-07-17
AU6926491A (en) 1991-07-18
CA2033826A1 (en) 1991-07-13
US5080595A (en) 1992-01-14
JPH04212272A (ja) 1992-08-03

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL9000087A (nl) Hybride-connector met contactorganen in de vorm van flexibele geleiderfolie.
US5924899A (en) Modular connectors
EP0676833B1 (en) Surface mountable card edge connector
CA2225151C (en) Connector with integrated pcb assembly
US3340440A (en) Multi-circuit separable connector for printed circuit boards and the like
US4894022A (en) Solderless surface mount card edge connector
US4201432A (en) Electric connectors
KR100602961B1 (ko) 모듈식 고속 커넥터
JP2806580B2 (ja) 表面実装コネクタ
US3605062A (en) Connector and handling device for multilead electronic elements
JP2000133341A (ja) 改良された半田テ―ルを有する端子を備えたカ―ドエッジ電気コネクタ
US3601759A (en) Electrical connector
JPH07326439A (ja) プリント基板へのフラットケーブルの取付構造及びプリント基板用コネクタ
KR0122783Y1 (ko) 인쇄 회로 기판용 연부 접속기
JPH06223895A (ja) コネクタおよびその方法
JPH03226976A (ja) 電気コネクタ及び電気コネクタ用コンタクト
US4589720A (en) Planar electronic filter element and a connector embodying such a filter
US4629267A (en) Circuit terminating device
NL1018175C2 (nl) Stekkerblok en kabelconnector.
WO2008041433A1 (fr) Connecteur pour l'interconnexion de cartes de circuits imprimés
US4508398A (en) Printed circuit connecting device
KR100790762B1 (ko) 케이블 커넥터 및 그 조립용 키트
JP2021026980A (ja) コネクタ及びそれに用いるソケット
KR900002889B1 (ko) 전기적 접속기용 평면 전자 필터
US4518211A (en) Device for mounting, interconnecting and terminating printed circuits

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
BV The patent application has lapsed