NL8902491A - Scheringgarenspaninrichting voor een weefgetouw. - Google Patents

Description

Scheringgarenspaninrichting voor een weefgetouw.

De uitvinding heeft betrekking op een nieuwe scheringgarenspaninrichting voor een weefgetouw, welke inrichting een zeer kleine massa heeft en slechts minimale bewegingen voor compensatiedoeleinden behoeft te ondergaan en aldus een systeem vormt met een minimale traagheid en onmiddellijke reaktie, zeer efficient is en in het bijzonder geschikt is voor de hoge werksnelheden van moderne weefgetouwen, in het bijzonder weefgetouwen voor badstof.

In weefgetouwen heeft de scheringgarenspaninrichting het bekende dubbele doel: het voeden van het vak met de garens vanaf de scheringboom, en het handhaven van een immer konstante garenspanning, in het bijzonder op het moment van het vormen van de badstof in het geval dat badstof vervaardigd wordt, of bij de omschakeling van de hevelramen in het geval van gewone stof.

In het geval van het weven van badstof dient de spaninrichting, wanneer het riet de ingebrachte garens recht naar beneden slaat voor het vormen van de badstof, een lengte scheringgaren te verschaffen die gelijk is aan de afstand waarover het riet beweegt teneinde de garenspanning constant te houden en te voorkomen dat badstof wordt gemaakt met een hoogte die kleiner is dan de geplande hoogte wat resulteert in een niet gelijkmatige badstof.

In het geval van normaal weven is een constante compensatie vereist voor de variaties in de scheringlengte als gevolg van de opening van het vak.

Bij de huidige stand van de techniek zijn diverse soorten spaninrichtingen voor weefgetouwen bekend, waarbij al deze bekende inrichtingen in wezen een serie Wegleiden terugleidrollen omvatten voor het op een geschikte wijze geleiden van de scheringgarens vanaf de scheringboom naar het vak, alsmede een compensatierol waaromheen scheringgarens draaien, welke compensatierol de genoemde variaties van de scheringlengte compenseert door overeenkomstige bewegingen. Deze beweging wordt in het algemeen verschaft door het scharnieren van de compensatierol rond een uitwendige rotatieas, waarmee de rol is verbonden door middel van dwarse steunstaven of wanden, waarbij genoemd scharnieren wordt tegengewerkt door tegenwerkende veren.

Voor het reduceren van de traagheid van het systeem is getracht de massa's die een rol spelen te minimaliseren door het vervaardigen van lichtgewicht compensatierollen die, aangezien zij tevens stijf moeten zijn, ondersteund werden in tussenliggende gebieden door tussenliggende steunstaven of wanden, die ook zo licht mogelijk waren.

Desalteniettemin hebben alle bekende inrichtingen het nadeel, dat zij voor compensatiedoeleinden een aanzienlijke beweging van de compensatierol nodig hebben, wat tengevolge van de onvermijdbare wrijving en traagheid betekent dat een onmiddellijke reaktie niet verzekerd is, met het daaruit voortvloeiende gevaar van het produceren van onvolmaakte produkten.

Het doel van de onderhavige uitvinding is het ondervangen van genoemd nadeel door het verschaffen van een scheringgarenspaninrichting voor een weefgetouw, die een onmiddellijke reaktie heeft en daarom slechts een kleine beweging van de compensatierol vereist teneinde nauwkeurig alle scheringgarenspanningsvariaties te volgen, zoals die welke te wijten zijn aan de beweging van het hevelraam of aan de eindaanslag van het riet in het geval van een weefgetouw voor badstof, dus het onder een permanente constante spanning houden van het scheringgaren tijdens het weven.

Dit doel wordt hoofdzakelijk bereikt door de scheringgarens rond de compensatierol te winden over een boog van ongeveer 180°. Op deze wijze komt door een willekeurige beweging van de rol in de richting van de twee hoofdzakelijk parallelle takken van het scheringgaren dat daarom gewonden is, een lengte scheringgaren beschikbaar die tweemaal de lengte van de beweging is of, met andere woorden, een bepaalde variatie in schering-garenlengte wordt gecompenseerd door een beweging van de compensatierol die de helft is van de genoemde lengte-variatie.

Aldus wordt de inrichting voor het spannen van de scheringgarens tussen de scheringboom en het vak in een weefgetouw volgens de uitvinding gekenmerkt, zoals omschreven in conclusie 1.

Voordelige uitvoeringsvormen van de inrichting volgens de uitvinding worden beschreven in conclusies 2-4.

Teneinde elke mogelijkheid van glijden van de scheringgarens op de compensatierol te ondervangen, welk schuiven door het opwekken van wrijving, de snelle reaktie van de inrichting zou belemmeren en daarenboven het garen zou verslechteren, in het bijzonder indien het gaat om tere garens, wordt de genoemde compensatierol draaibaar rond zijn as ondersteund door middel van legers.

De uitvinding wordt aan de hand van een uitvoerings-voorbeeld in de tekening toegelicht.

Figuur 1 is een gedeeltelijk aanzicht in perspectief van het gedeelte van een weefgetouw, waarin een schering-garenspaninrichting volgens de uitvinding werkt.

Figuur 2 is een dwarsdoorsnede op de lijn II-II van figuur 1 op een andere schaal.

Figuur 3 is een dwarsdoorsnede van een wijziging van de inrichting volgens de uitvinding.

Figuur 4 is een bovenaanzicht op de lijn IV-IV van figuur 3 op een vergrote schaal, waarin de scheringgarens voor de duidelijkheid weggelaten zijn.

In de figuren geeft verwijzingscijfer 1 de starre weefgetouwstruktuur aan die de as 2 van de scheringboom 3 ondersteund, welke boom de scheringgarens 4 voert naar het vak 5, en 6 duidt de gevormde stof aan.

Genoemde scheringgarens 4 worden onder spanning gehouden tussen de scheringboom 3 en het vak 5 door middel van een spaninrichting 7 die een wegleidrol 8 omvat welke draaibaar ondersteund wordt door de starre struktuur 1 en de scheringgarens 4 geleidt naar een omkeerrol 9 die eveneens draaibaar ondersteund wordt door uitstekende schouders 10 van de struktuur 1 en evenwijdig aan de wegleidrol 8 geplaatst is. De omkeerrol 9 is zodanig geplaatst dat de scheringgarens 4' die daardoor worden teruggevoerd draaien over een compensatierol 11 met een windingsboog 12 (zie in het bijzonder figuren 2 en 3) van ongeveer 180° zodat de twee takken 4' en 4” van de scheringgarens hoofdzakelijk evenwijdig aan elkaar liggen.

Genoemde compensatierol 11 is draaibaar rond zijn as bevestigd in openingen 13 die zijn aangebracht in het vrije einde van dwarse steunstaven 14 en tussenliggende steunstaven 15 door middel van rollegers 16.

Genoemde steunstaven 14 en 15 kunnen aan hun andere einde rond een uitwendige draaias scharnieren, welke as in figuren 1 en 2 wordt weergegeven door de wegleidrol 8 zelf.

Op deze wijze kan de compensatierol 11 scharnieren rond de rol 8 tegen de werking van tegenwerkende veren 17 in, voor het compenseren van de lengtevariaties van de scheringgarens tijdens het weven en voor het aldus constant houden van de spanning in genoemde garens.

Volgens een andere uitvoeringsvorm van de uitvinding (zie figuren 3 en 4) scharniert de compensatierol 11 niet, maar is hij zodanig aangebracht dat hij een verplaat-singsbeweging in de richting van genoemde hoofdzakelijk evenwijdige takken 4' en 4" van de scheringgarens uitvoert tegen de werking van een serie tegenwerkende veren 17 in, welke veren zijn geplaatst langs de as van de rol.

Voor dit doel wordt genoemde rol 11 aan zijn einden ondersteund door twee rollegers 16 die verplaatsbaar beweegbaar zijn door middel van drukstangen 18 die gaan door een onder-steuningsblok 19 dat star is verbonden is met de starre weefgetouwstruktuur 1, welke beweging wordt tegengegaan door genoemde tegenwerkende veren 17. Gelijksoortige, door veren teruggestelde drukstangen 20 ondersteunen aan hun vrije einde schoenen 21 die een tussenliggende ondersteuning verschaffen voor genoemde compensatierol 11 en zodanig zijn gevormd dat de rol 11 rond zijn as kan draaien.

Claims (4)

1. Inrichting voor het spannen van de scheringgarens tussen de scheringboom en een vak in een weefgetouw, welke inrichting in hoofdzaak een wegleidrol, een omkeerrol en een compensatierol omvat, die evenwijdig ten opzichte van elkaar geplaatst zijn en om welke genoemde scheringgarens draaien, waarbij de genoemde compensatierol vrij is om te draaien om de eigen as en om te bewegen tegen de werking van tegenwerkende veren in, met het kenmerk, dat genoemde scheringgarens om genoemde compensatierol worden gewonden over een windingsboog van ongeveer 180° zodat de beweging van genoemde compensatierol plaatsvindt in de richting van de twee hoofdzakelijk evenwijdige takken van de aldus gewonden scheringgarens, waarbij genoemde compensatierol het laatste element van de inrichting voor het vak is, met betrekking tot de weg van het scheringgaren.

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat genoemde beweging van de compensatierol wordt verkregen door een scharnierbeweging van de rol rond een uitwendige as waarmee de rol is 'verbonden door middel van dwarse en tussenliggende steunstaven of wanden die openingen hebben voor het draaibaar ondersteunen van genoemde compensatierol en geplaatst zijn tegenover genoemde tegenwerkende veren.

3. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, ddt genoemde beweging van de compensatierol wordt verkregen door een verplaatsingsbeweging van de rol tegen de werking van een serie genoemde tegenwerkende veren in, welke veren langs de as van de rol geplaatst zijn.

4. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat genoemde compensatierol draaibaar rond zijn as wordt ondersteund door middel van legers.