NL8902306A - Buiskoppeling. - Google Patents

Buiskoppeling. Download PDF

Info

Publication number
NL8902306A
NL8902306A NL8902306A NL8902306A NL8902306A NL 8902306 A NL8902306 A NL 8902306A NL 8902306 A NL8902306 A NL 8902306A NL 8902306 A NL8902306 A NL 8902306A NL 8902306 A NL8902306 A NL 8902306A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
sealing ring
pipe
ring
diameter
spring
Prior art date
Application number
NL8902306A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Fischer Georg Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Fischer Georg Nv filed Critical Fischer Georg Nv
Priority to NL8902306A priority Critical patent/NL8902306A/nl
Priority to CA002025262A priority patent/CA2025262C/en
Priority to AT90202443T priority patent/ATE93028T1/de
Priority to DE90202443T priority patent/DE69002721T2/de
Priority to DK90202443.9T priority patent/DK0418961T3/da
Priority to ES90202443T priority patent/ES2043257T3/es
Priority to ZA907359A priority patent/ZA907359B/xx
Priority to NO904025A priority patent/NO176818C/no
Priority to DD90344028A priority patent/DD298542A5/de
Priority to EP90202443A priority patent/EP0418961B1/en
Priority to SI9011973A priority patent/SI9011973A/sl
Priority to YU197390A priority patent/YU48024B/sh
Priority to FI904547A priority patent/FI91989C/fi
Publication of NL8902306A publication Critical patent/NL8902306A/nl
Priority to US08/013,142 priority patent/US5314213A/en
Priority to HRP-1973/90A priority patent/HRP940917B1/xx

Links

Classifications

    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16LPIPES; JOINTS OR FITTINGS FOR PIPES; SUPPORTS FOR PIPES, CABLES OR PROTECTIVE TUBING; MEANS FOR THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16L21/00Joints with sleeve or socket
    • F16L21/02Joints with sleeve or socket with elastic sealing rings between pipe and sleeve or between pipe and socket, e.g. with rolling or other prefabricated profiled rings
    • F16L21/04Joints with sleeve or socket with elastic sealing rings between pipe and sleeve or between pipe and socket, e.g. with rolling or other prefabricated profiled rings in which sealing rings are compressed by axially-movable members
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
    • Y10STECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10S285/00Pipe joints or couplings
    • Y10S285/918O-ring

Landscapes

  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Gasket Seals (AREA)
  • Supports For Pipes And Cables (AREA)
  • Joints Allowing Movement (AREA)
  • Paper (AREA)
  • Joints With Sleeves (AREA)
  • Non-Disconnectible Joints And Screw-Threaded Joints (AREA)
  • Mechanical Operated Clutches (AREA)
  • Pulleys (AREA)
  • Valve Device For Special Equipments (AREA)
  • Branch Pipes, Bends, And The Like (AREA)
  • Protection Of Pipes Against Damage, Friction, And Corrosion (AREA)
  • Medicines That Contain Protein Lipid Enzymes And Other Medicines (AREA)
  • Quick-Acting Or Multi-Walled Pipe Joints (AREA)
  • Shaping Of Tube Ends By Bending Or Straightening (AREA)

Description

Korte aanduiding: Buiskoppeling.
De uitvinding heeft betrekking op een buiskoppeling, bestaande uit een mofdeel met tenminste één buis-insteekeinde dat voorzien is van een in hoofdzaak conisch steunvlak voor een af dicht ingsring, alsmede een aandrukring, waarmede - in samenwerking met het steunvlak-de afdichtingsring rondom een in het mofdeel gestoken buis kan worden samengedrukt, waarbij de afdichtingsring bestaat uit een in cmtreks-richting van de te koppelen buis samendrukbare, doch in dwarsdoorsnede vormvaste, meer in het bijzonder' uit een schroefveervormig lichaam gebogen kemring met een daaromheen gelegen, de eigenlijke afdichtingsring vormende mantel van een elastomeer materiaal.
Een dergelijke buiskoppeling is bekend uit het Duitse octrooi-schrift 957.704 en is bestemd als verbinding tussen secties van veelal in de grond liggende leidingen voor het transport van vloeistoffen of gassen onder druk.
Bij deze bekende buiskoppeling nu is de (betrekkelijk dik uitgevoerde) rubbermantel van de afdichtingsring aan één kopse zijde, die bij in bedrijf zijnde koppeling naar de drukzijde gekeerd ligt, voorzien van een rondgaande insnijding of spleet, waardoorheen het drukmedium kan toetreden tot de door de sdiroefveer-kernring begrensde en tegen platdrukken ondersteunde holte van de afdichtingsring. Men beoogt hiermede de afdichtingsring als het ware vanuit de kern, onder invloed van de vloeistof- of gasdruk, te doen uitzetten en aldus de afdichtingsdruk op de buis enerzijds en die op het conische steunvlak anderzijds te verhogen.
Een nadeel van een aldus uitgevoerde afdichtingsring is, dat deze in feite slechts voor één bepaalde buisdiameter, en wel een buisdiameter die slechts een fractie kleiner is dan de binnendiameter van de afdichtingsring in ontspannen toestand, geschikt is. In aanmerking dient daarbij te worden genomen, dat het mofdeel en de aandrukring een binnendiameter dienen te hebben, die zoveel groter is dan de (maximum) buisdiameter, dat tussen het mofdeel resp. de aandrukring enerzijds en de buis anderzijds een bepaalde (minimum) ringspleet aanwezig is, zodat voldaan kan worden aan de in de praktijk gestelde eis, dat de buishartlijn een zekere hoek (van enkele graden) met de as van het mofdeel moet kunnen maken om eventuele uitlijnfouten op te vangen.
Zou men de bekende afdichtingsring toch voor het afdichten van een buis van wezenlijk kleinere diameter willen toepassen, dan zou dit ertoe leiden dat: 1. de ringspleet tussen buis en aandrukring zo groot wordt, dat de mantel van de afdichtingsring gevaar loopt onder invloed van de er op werkende vloeistof- resp. gasdruk door deze spleet heen naar buiten te worden gedrukt en 2. als gevolg van de noodzakelijke tangentiale opstuiking van de rubbermantel de aan weerszijden van de insnijding resp. spleet gelegen randdelen (die bovendien nog eens tot in axiale richting uitstekende lippen zijn verlengd) daarvan een golfvormig verloop zullen gaan vertonen, hetgeen juist weer afbreuk aan de beoogde afdichtende werking zou doen.
De bekende afdichtingsring houdt derhalve geen rekening met de zich in de praktijk voordoende omstandigheid, dat het veelal gaat om het verbinden van buissecties, die uit verschillend materiaal (asbest-cement, gietijzer, staal, kunststof en dergelijke) bestaan en in verband daarmede, bij een zelfde nominale (= binnen) diameter, verschillende buitendiameters hébben. Zo kan bij een nominale diameter van 100 mm het verschil in buitendiameter uiteen-lopen van 107 mm (bij kunststof) tot 132 mm (bij asbest-cement). Dit houdt in, dat bij een voor een bepaalde nominale (= binnen) diameter bestemde koppeling de (ring) spleet tussen mofdeel en aandrukring enerzijds en de bus anderzijds betrekkelijk groot kan uitvallen. Een dergelijk diameter-verschil is dus met de békende afdichtingsring niet te overbruggen.
In dit opzicht is de afdichtingsring volgens het bovengenoemde octrooischrift zelfs minder geschikt dan de eveneens bekende massieve afdichtingsring. Ook een massieve ring van rubber of dergelijk elastomeer materiaal is echter slechts voor een klein diaroetergébied goed bruikbaar in verband met de omstandigheid dat het rond de af te dichten buis aangedrukte rubbermateriaal de neiging heeft (na verloop van tijd) in axiale richting "uit te lopen", waardoor afbreuk aan een duurzame afdichting rond de buis wordt gedaan.
De uitvinding nu beoogt een buiskoppeling van de in de aanhef beschreven soort te verschaffen, waarvan de afdichtingsring zodanig is verbeterd, dat deze geschikt is voor toepassing bij buizen van verschillende diameter, en meer in het bijzonder geschikt is om de bij eenzelfde nominale (= binnen) diameter voorkomende verschillen in buitendiameters bij buizen van verschillend materiaal, te overbruggen.
Volgens de uitvinding wordt dit doel bereikt, doordat de de kemring omgevende mantel rondom gesloten is en een dikte heeft, die 5-20 % van de (gemiddelde) diameter van de totale dwarsdoorsnede van de afdichtingsring uitmaakt.
De maatregelen volgens de uitvinding betekenen in de eerste plaats, dat afstand wordt genomen van de in het Duitse octrooischrift gepropageerde gedachte, de bedrijfsdruk tot de afdichtingsdruk te laten bijdragen. Bij de afdichtingsring volgens de uitvinding vormt de mantel van rubber of dergelijk materiaal een zowel in omtreksrichting als in dwarsdoorsnede hecht rond de kemring samenhangend geheel, dat zich blijkens proeven in zeer sterke mate en toch gelijkmatig rond een buis van een kleinere dan nominale diameter laat samendrukken; de schroefveer-kemring biedt daarbij enerzijds nauwelijks weerstand tegen samendrukken in omtreksrichting en blijkt anderzijds een verrassend stabiele basis voor een blijvend vormvaste afdichtingsring te vormen. Doordat voorts de dikte van de mantel bij de afdichtingsring volgens de uitvinding beperkt is, wordt de met de afdichtingsring volgens de uitvinding te bereiken dichtheid ook op lange duur nauwelijks beïnvloed door de dan plaatsvindende neiging tot "uitvloeien" van het rubber- of elastomeer materiaal van de afdichtingsring.
Opgemerkt dient hierbij te worden, dat de kwalificatie "rondom gesloten" niet zo dient te worden verstaan, dat de door de schroefveer begrensde afdichtingsring-holte onder alle omstandigheden hermetisch is afgesloten. Aan de van de van de ''mediumdrukzijde" afgekeerde zijde zou deze holte zonder bezwaar door een of meer kanalen c.q. geringe onderbrekingen in de mantel van de afdichtingsring met de omgeving in verbinding mogen staan. Dergelijke verbindingen zouden geen afbreuk doen aan de voor de beoogde werking noodzakelijke samenhang van de mantel. Indien een open verbinding aanwezig zou zijn tussen het medium en de afdichtingsringholte, dan zou door de mediumdruk de rubbermantel aan de van de "mediuirdrukzijde" afgekeerde zijde van de schroefveer-kemring los worden geperst en mogelijk gaan scheuren. Wanneer zich in de buis en de koppeling een medium zou bevinden met onderdruk t.o.v. de buitenwereld speelt dit effect zich omgekeerd af. Dan zou het wenselijk zijn dat de rubbermantel aan de van de "mediumonderdruk-zijde" afgekeerde zijde hermetisch gesloten is.
Een bijzonder kenmerk betreft het conische steunvlak van de buiskoppeling. Volgens de uitvinding heeft dit steunvlak een - gezien in de aandrukrichting - progressief afnemende diameter, hetgeen betekent, dat het steunvlak enigszins concaaf gevormd is.
Een onder toepassing van een mofdeel met een dergelijk steun-vlak aangedrukte afdichtingsring zal van dit steunvlak aanvankelijk een relatief beperkte reactiekracht in een aan de te koppelen buis evenwijdige richting ondervinden doch naar het midden van de buis juist een relatief grote reactiekracht ondervinden. De afdichtingsring zal zich daardoor betrekkelijk gemakkelijk tot een kleinere diameter laten samendrukken. Voor de afdichtingsring volgens de uitvinding, die gemiddeld genomen, een sterke contractie moet ondergaan, betekent dit niet alleen een groot praktisch voordeel, doch bovendien wordt aldus de voorwaarde voor het opbauwen van een gelijkmatige en derhalve betrouwbare afdichtingsdruk rond de af te dichten buis geschapen.
De beperkte dikte van de mantel van de afdichtingsring opent voorts de mogelijkheid tot toepassing van een eenvoudige en praktische vervaardigingsmethode voor de afdichtingsring. Analoog in de in het bovengenoemde Duitse octrooischrift 957.704 aangegeven methode, kan daartoe worden uitgegaan van een (in het geval van de uitvinding rondom gesloten) continue slang van ongevulcaniseerde resp. nog niet volledig gevulcaniseerde rubber, waarvan een met de gewenste afdichtingsringdiameter overeenkomende lengte wordt afgesneden, en waarin vervolgens een schroefveer van de juiste lengte wordt aangebracht alvorens het geheel tot een ring te buigen en te sluiten. De geringe dikte van de mantel bij de afdichtingsring volgens de uitvinding nu maakt het mogelijk de einden van het afgesneden stuk slang mofvormig over elkaar te schuiven en het geheel in een daartoe geschikte vorm (volledig) te vulcaniseren.
Verdere kenmerken van de uitvinding worden hieronder aan de hand van de tekening met een uitvoeringsvoorbeeld nader toegelicht.
Fig. 1 toont een langsdoorsnede door een rechte buiskoppeling volgens de uitvinding, waarmede twee buissecties van verschillende diameter zijn gekoppeld onder toepassing van de afdichtingsring volgens de uitvinding; fig. 2 toont een detail, waarin de afdichtingsring in dwarsdoorsnede is te zien in een rond de te koppelen buis aangedrukte toestand; fig. 3 toont een detail betreffende de verbinding tussen de vrije einden van een tot een als kern voor de afdichtingsring volgens de uitvinding te gébruiken ring gebogen schroefveer in een eerste uitvoeringsvorm, waarbij de schroefveer uit ronde draad is gewikkeld; fig. 4 toont een soortgelijk detail als fig. 3 doch in een uitvoeringsvariant, waarbij de schroefveer uit vierkante draad is gewikkeld; fig. 5 toont een doorsnede door een gedeelte van de afdichtings-ring volgens de uitvinding en wel ter plaatse van de verbinding tussen de schroefveereinden en tussen de einden van een de mantel van de afdichtingsring vormende buis, en wel in een stadium voorafgaande aan een (eind) vulcaniseerbewerking en fig. 6 laat op schematische wijze de eindbewerking van de afdichtingsring volgens de uitvinding in een vulcaniseerpers zien.
In fig. 1 is met 1 een rechte buiskoppeling of verbindingsmof van een op zichzelf bekend type aangegeven, waarmede buizen kunnen worden gekoppeld, waarvan de diameters kunnen variëren tussen een waarde Dmax en een waarde Dtnin. De mof 1 heeft aan beide einden een flens 2 resp. 2a met een conisch steunvlak 3 resp. 3a voor de de buis 10 resp. 11 omgevende afdichtingsring 4 volgens de uitvinding. Met 5 is een van een betrekkelijk steil conisch aandrukvlak 6 voorziene aandrukring aangegeven, waarmede de rechts gelegen afdichtingsring 4 tegen het conische steunvlak 3 kan worden gedrukt door aandraaien van de tapbouten 7. Aan het linkereinde van de verbindingsmof 1 is een als moer uitgevoerde aandrukring 5a toegepast.
De afdichtingsring 4 volgens de uitvinding is van een bijzondere constructie. De ring heeft een kern 8 en een deze kern omgevende mantel 9 van een elastomeer materiaal, bijvoorbeeld een geschikte rubber, die de eigenlijke afdichtingsring vormt. De kern 8 wordt gevormd door een tot een ring gebogen schroefveer 12 resp. 13 (zie de uitvoeringsvoorbeelden in fig. 3 resp. 4). Daarbij wordt uitgegaan van een overeenkomstig de gewenste diameter in ongespannen toestand afgekorte rechte schroefveer, waarvan de vrije einden op een geschikte wijze met elkaar worden verbonden. In fig. 3 en 4 zijn twee verschillende manieren weergegeven, waarop een dergelijke verbinding tot stand kan worden gébracht. In het voorbeeld van fig. 3 is een uit ronde draad gewonden schroefveer toegepast, waarbij een der vrije einden van de oorspronkelijk rechte veer een weinig conisch is "toegespitst" en "snappend" in het andere vrije veereinde is geschroefd dan wel "snappend" hierin is gestoken.
In het voorbeeld van fig. 4 is een uit vierkante draad gewonden schroefveer toegepast en wordt voor de verbinding tussen de vrije veereinden gébruik gemaakt van een afzonderlijk koppelstuk 14. Dit koppelstuk heeft aan weerszijden van een centrale aanslagflens 15 een in het betreffende veereinde passend deel 16, dat voorzien is van een aan de veerwindingen aangepaste groef 17, waarvan de ene flank 17a betrekkelijk vlak verloopt cm het insteken in het betreffende veereinde te vergemakkelijken, terwijl de andere flank 17b betrékkelijk steil verloopt, zodat een eenmaal ingestoken koppelingsdeel 16 vergrendeld zit.
De mantel 9 heeft een betrékkelijk geringe dikte, die, afhankelijk van de diameter van de afdichtingsring, 5 tot 20 % uitmaakt van de (gemiddelde) diameter van de dwarsdoorsnede van de afdichtingsring.
Mede door deze betrékkelijk geringe dikte is het praktisch voor de vervaardiging van de afdichtingsring uit te gaan van een recht stuk slang van ongevulcaniseerde of nog niet volledig gevulcaniseerde rubber. In een op de gewenste lengte van een continue slang afgesneden stuk slang wordt dan eerst de als kern dienende schroefveer gestoken, waarna men het geheel tot een gesloten ring buigt, de vrije einden van de veer op de beschreven wijze met elkaar verbindt en de slang-einden over enige afstand mofvormig over elkaar schuift. Teneinde deze laatste handelingen te vergemakkelijken kan het als mof bestemde slangeinde in eerste instantie manehetvormig worden ongeslagen (zie de met streeplijnen aangegeven toestand in fig. 5) om tenslotte, wanneer de verbinding tussen de vrije veereinden tot stand is gekomen, over het aangrenzende slangeinde heen te worden afgerold.
In het in fig. 5 weergegeven stadium is de afdichtingsring gereed om in een daartoe geschikte vorm, die schematisch in fig. 6 is weergegeven, (volledig) te worden gevulcaniseerd onder toepassing van de daarbij gebruikelijke technieken. Daarbij vervloeit de door het over elkaar schuiven van de oorspronkelijk vrije slangeinden gevormde verdikking en wordt uiteindelijk een rondom egaal van dwarsdoorsnede zijnde afdichtingsring verkregen, die desgewenst aan de naar de aandrukring 5 resp. 5a toegekeerde zijde van een aan het vlak 6 complementair conisch vlak kan worden voorzien.
Als gevolg van de eigenschappen van de schroefveer-kernring 8 en mede door de betrékkelijk geringe dikte van de mantel 9 laat een aldus uitgevoerde afdichtingsring zich betrékkelijk gemakkelijk tot een kleinere diameter samentrekken.
Fig. 2 laat zien hoe de afdichtingsring 4 uiteindelijk, met behulp van de afdrukring 5, rond een buis 10 van een tussen Dmax en Dmin gelegen diameter vastgeklemd komt te zitten. Opvallend daarbij is, dat de schroefveer-kernring 8 zijn oorspronkelijke ronde dwarsdoorsnedevorm heeft behouden, terwijl de mantel 9 zich verregaand naar de vlakken 3, 6 en het buiscppervlak heeft "gevoegd".
Door de betrekkelijk gemakkelijke samendrukbaarheid in omtreks-richting kan éénzelfde afdichtingsring volgens de uitvinding worden gébruikt voor het afdichten van het totale diameterbereik Dmin-ünax van de koppeling. Zo illustreert de rechter helft van fig. 1 het geval, waarin de diameter van de te koppelen buis 10 de bij deze koppeling passende maximumwaarde heeft. De afdichtingsring 4 behoeft in dit geval slechts in geringe mate in omtreksrichting te worden samengedrukt. In de linker helft van fig. 1 daarentegen is het geval geïllustreerd, waarin de te koppelen buis 11 de bij deze koppeling behorende minimumdiameter heeft. In dit geval dient de afdichtingsring zo sterk in omtreksrichting te worden samengedrukt dat de tussenruimten tussen de opeenvolgende windingen van de kemring 9 vrijwel gesloten zijn. In de linkerhelft van fig. 1 is overigens te zien, dat de afdichtingsring 4 wat zijn samendrukbaarheid in omtreksrichting betreft, nog een weinig verder dan Dmin kan worden samengedrukt zonder dat dit een wezenlijke verandering in de dwarsdoorsnedevorm van de afdichtingsring tot gevolg heeft.
Het rechtergedeelte van fig. 1 laat bovendien een bijzondere uitvoering van het conische steunvlak 3 zien. Zoals weergegeven, is dit steunvlak - naar de as van de koppeling toe gezien - enigszins concaaf van vorm. De diameter ervan neemt n.l. - gezien in de aandrukrichting van de afdichtingsring - niet gelijkmatig doch progressief af. Dit heeft tot effect, dat de afdichtingsring bij het aandrukken in het begin een relatieve grote naar de as toe gerichte krachtcorrponent ondervindt en derhalve betrekkelijk gemakkelijk in omtreksrichting is samen te drukken. Op deze wijze worden voorwaarden geschapen voor een beter evenwicht tussen de op het conische vlak 3 enerzijds en op de te koppelen buis 10 anderszijds werkende af dichtingsdrukken.
Tot slot wordt nog eens naar fig. 2 verwezen, waarin de afdichtingsring volgens de uitvinding wordt getoond in een uitvoering, waarbij de ring aan de naar de aandrukring 5 toegekeerde zijde is voorzien van een aantal in omtreksrichting op een afstand van elkaar gelegen nokachtige uitsteeksels 19, waarin weerhaakachtige, bijvoorbeeld uit metaal bestaande elementen 20 zijn opgenomen, die zich bij het aanspannen van de afdichtingsring 4 in het oppervlak van de te koppelen buis 10 kunnen bijten en aldus de trekvastheid van de koppeling kunnen bevorderen.
De nokachtige uitsteeksels doen overigens geen afbreuk aan de samendrukbaarheid in omtreksrichting van de afdichtingsring. Zij kunnen bovendien aan de van de aandrukring afgekeerde zijde van de afdichtingsring worden aangebracht, wanneer bovendien een drukvaste verbinding tussen mof deel en buis gewenst is.
In het getekende voorbeeld, liggen de elementen met hun naar buiten gerichte einde tegen het conische drukvlak 6 van de aandrukring 5 aan. Deze uitvoering heeft het voordeel, dat de elementen 20 bij het aanspannen van de afdichtingsring 4 op een directe wijze door de aandrukring 5 in het materiaal van de te koppelen buis worden gedreven. Het aanbrengen van de nokachtige uitsteeksels 19 en de elementen 20 kan tijdens het vulcaniseren geschieden. Uiteraard dient de holte van een der matrijshelften daartoe van passende uitsparingen te worden voorzien.
In het bovenstaande alsook in de conclusies dient het begrip "mofdeel" ruim te worden opgevat. Daaronder zijn met name ook o.a. bochtstukken, T-stukken en aansluitstompen van appendages te verstaan.

Claims (7)

1. Buiskoppeling, bestaande uit een mofdeel roet tenminste één buis-insteekeinde dat voorzien is van een in hoofdzaak; conisch steunvlak voor een af dicht ingsring, alsmede een aandrukring, waarmede - in samenwerking met het steunvlak - de afdichtingsring rondom een in het mofdeel gestoken buis kan worden samengedrukt, waarbij de afdichtingsring bestaat uit een in omtreksrichting van de te koppelen buis samendrukbare, doch in dwarsdoorsnede vormvaste, meer in het bijzonder uit een schroefveervormig lichaam gebogen kemring met een daaromheen gelegen, de eigenlijke afdichtingsring vormende mantel van een elastomeer materiaal, met het kenmerk, dat de de kemring omgevende mantel rondom gesloten is en een dikte heeft, die 5-20% van de (gemiddelde) diameter van de totale dwarsdoorsnede van de afdichtingsring uitmaakt.
2. Buiskoppeling volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het steunvlak een - gezien in de aandrukrichting - progressief afnemende diameter heeft.
3. Buiskoppeling volgens conclusies 1-2, waarbij een uit ronde draad gewonden schroefveer is toegepast, roet het kenmerk, dat één veereinde een aantal geleidelijk in diameter afnemende windingen bevat en daarmede onder snapwerking in het andere veereinde is gestoken respectievelijk geschroefd.
4. Buiskoppeling volgens conclusies 1-2, waarbij een uit vierkante draad gewonden schroefveer is toegepast, met het kenmerk, dat de veereinden zijn verbonden door een koppelstuk met twee elk in een veereinde passende delen, die voorzien zijn van een met de schroefwindingen corresponderende groef, waarvan een flank een betrekkelijk vlak, het insteken in het betreffende veereinde vergemakkelijkende verloop heeft, en de andere flank een betrekkelijk stijl verloop heeft en daarmede het koppelstuk in zijn ingestoken stand vergrendelt.
5. Werkwijze voor het vervaardigen van een afdichtingsring bestemd voor een buiskoppeling volgens conclusies 1-4, met het kenmerk, dat men uitgaat van een continue slang van ongevulcaniseerde of althans niet volledig gevulcaniseerde rubber, waarvan men een met de gewenste diameter overeenkomende lengte afsnijdt, die men vervolgens over een als kemring voor de afdichtingsring bestemde op de juiste lengte af gekorte schroefveer schuift, waarna men het geheel tot een ring buigt, de vrije schroefveereirden met elkaar verbindt en de vrije slangeinden over een afstand mofvormig over elkaar steekt, waarna men de aldus voorbereide afdichtingsring in een vulcaniseerpers tot een ring met een rondom gelijk blijvende dwarsdoorsnedevorm (volledig) vulcaniseert.
6. Koppeling volgens conclusies 1-4, met het kenmerk, dat de buitenmantel van elastomeer materiaal aan ten minste één kopse zijde is voorzien van een aantal in omtreksrichting verdeeld liggende nokachtige uitsteeksels, waarin weerhaakachtige elementen zijn ingebed, waarvan de tanden aan het binnenomtréksvlak uitsteken om bij aanspannen van de afdichtingsring in het oppervlak van een te koppelen buis te grijpen.
7. Koppeling volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de weerhaakachtige elementen de vorm hébben van schuin ten opzichte van de (buis)hartlijn gerichte staafjes, waarvan de buiten gelegen einden tot aan het steunvlak van het mof deel resp. een conisch gevormd drukvlak van een aandrukring reikt.
NL8902306A 1989-09-14 1989-09-14 Buiskoppeling. NL8902306A (nl)

Priority Applications (15)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8902306A NL8902306A (nl) 1989-09-14 1989-09-14 Buiskoppeling.
CA002025262A CA2025262C (en) 1989-09-14 1990-09-13 Pipe coupling
NO904025A NO176818C (no) 1989-09-14 1990-09-14 Rörkopling
EP90202443A EP0418961B1 (en) 1989-09-14 1990-09-14 Pipe coupling
DK90202443.9T DK0418961T3 (da) 1989-09-14 1990-09-14 Rørkobling
ES90202443T ES2043257T3 (es) 1989-09-14 1990-09-14 Acoplamiento para tubos.
ZA907359A ZA907359B (en) 1989-09-14 1990-09-14 Pipe coupling
AT90202443T ATE93028T1 (de) 1989-09-14 1990-09-14 Rohrverbindung.
DD90344028A DD298542A5 (de) 1989-09-14 1990-09-14 Rohrkupplung
DE90202443T DE69002721T2 (de) 1989-09-14 1990-09-14 Rohrverbindung.
SI9011973A SI9011973A (en) 1989-09-14 1990-09-14 Union-joint
YU197390A YU48024B (sh) 1989-09-14 1990-09-14 Cevna spojnica
FI904547A FI91989C (fi) 1989-09-14 1990-09-14 Putkien muhviliitos
US08/013,142 US5314213A (en) 1989-09-14 1993-02-01 Pipe coupling
HRP-1973/90A HRP940917B1 (en) 1989-09-14 1994-11-10 Pipe joint

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8902306A NL8902306A (nl) 1989-09-14 1989-09-14 Buiskoppeling.
NL8902306 1990-09-14

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8902306A true NL8902306A (nl) 1991-04-02

Family

ID=19855313

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8902306A NL8902306A (nl) 1989-09-14 1989-09-14 Buiskoppeling.

Country Status (15)

Country Link
US (1) US5314213A (nl)
EP (1) EP0418961B1 (nl)
AT (1) ATE93028T1 (nl)
CA (1) CA2025262C (nl)
DD (1) DD298542A5 (nl)
DE (1) DE69002721T2 (nl)
DK (1) DK0418961T3 (nl)
ES (1) ES2043257T3 (nl)
FI (1) FI91989C (nl)
HR (1) HRP940917B1 (nl)
NL (1) NL8902306A (nl)
NO (1) NO176818C (nl)
SI (1) SI9011973A (nl)
YU (1) YU48024B (nl)
ZA (1) ZA907359B (nl)

Families Citing this family (20)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE19533648C2 (de) * 1994-09-20 1997-06-05 Frischhut Gmbh Ludwig Rohrkupplung
NL1009734C2 (nl) * 1998-07-24 2000-01-25 Fischer Georg Waga Nv Koppelinrichting en werkwijze voor de vervaardiging van een in een dergelijke koppelinrichting te gebruiken gripring.
NL1002514C2 (nl) 1996-03-04 1997-09-05 Fischer Georg Waga Nv Koppelinrichting.
IL121796A (en) * 1997-09-18 2001-06-14 Krausz Metal Ind Ltd Seal for coupling and connecting means
SE9804525D0 (sv) * 1998-12-23 1998-12-23 Itt Mfg Enterprises Inc Låsanordning
US6843516B2 (en) * 2002-07-15 2005-01-18 H-P Products, Inc. Coupler for low pressure piping system
US6905144B2 (en) * 2003-07-02 2005-06-14 Delaware Capital Formation Spring-loaded ‘L’-shaped seal ring
US20050082831A1 (en) * 2003-10-15 2005-04-21 Borland Robin N. Conduit coupling
DE102004058428A1 (de) * 2004-12-03 2006-06-14 Arvinmeritor Emissions Technologies Gmbh Abgasrohranbindung
DK176282B1 (da) 2005-03-04 2007-06-11 Aage V Kjaers Maskinfabrik As Rörkobling
US20090079186A1 (en) * 2007-09-24 2009-03-26 Honeywell International, Inc. Flexible fitting for rigid tubing assembly
US20100102556A1 (en) * 2008-10-27 2010-04-29 Ipex Inc. Pipe stop system and method to prevent over insertion
US8448993B2 (en) 2009-06-12 2013-05-28 Romac Industries, Inc. Pipe coupling
US11274777B2 (en) 2009-06-12 2022-03-15 Romac Industries, Inc. Pipe coupling
US8528945B2 (en) 2012-01-30 2013-09-10 Sensus Usa Inc. Split-ring gland pipe coupling with corrugated armor and annular gasket having pressure assist slot
US8864181B2 (en) 2011-02-16 2014-10-21 Sensus Spectrum, Llc Split-ring gland pipe coupling with corrugated armor
US8894100B2 (en) 2012-03-16 2014-11-25 Romac Industries, Inc. Fitting with draw mechanism
US9791077B2 (en) 2015-08-17 2017-10-17 Sensus Spectrum Llc Pipe coupling having double-threaded tightening fastener and associated methods
JP7051564B2 (ja) * 2018-04-27 2022-04-11 日本ヴィクトリック株式会社 配管継手構造
US11333275B2 (en) * 2020-03-23 2022-05-17 Troy Daniel Roach Pipe gasket seal assist

Family Cites Families (10)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2201372A (en) * 1938-11-26 1940-05-21 Vernon Tool Co Ltd Pipe coupling
US2444380A (en) * 1940-05-14 1948-06-29 Allen Herbert Pipe joint connection
FR1011833A (fr) * 1949-03-30 1952-06-27 Cie De Pont A Mousson Joint pour tuyaux
FR1289608A (fr) * 1961-02-23 1962-04-06 Cie De Pont A Mousson Armature pour garniture d'étachéité et garniture en comportant application
US3218095A (en) * 1964-04-16 1965-11-16 Vibraseal Corp Tube coupling
FR1490680A (fr) * 1966-06-22 1967-08-04 Ct De Rech S De Pont A Mousson Garniture d'étanchéité composite et joint en comportant application
DE1959666C3 (de) * 1969-11-28 1975-04-03 Goetzewerke Friedrich Goetze Ag, 5673 Burscheid Klemm- und Dichtring, insbesondere für Auspuffrohrverbindungen
US3865410A (en) * 1972-09-29 1975-02-11 Norton Mcmurray Manufacturing Compression joint or coupling for pipes
GB1550624A (en) * 1976-06-17 1979-08-15 British Steel Corp Pipe joints and pipe couplings
FR2621376B1 (fr) * 1987-10-01 1989-12-22 Pont A Mousson Garniture d'etancheite pour joints verrouilles telescopiques

Also Published As

Publication number Publication date
FI91989B (fi) 1994-05-31
DD298542A5 (de) 1992-02-27
FI904547A0 (fi) 1990-09-14
SI9011973A (en) 1997-12-31
CA2025262A1 (en) 1991-03-15
ZA907359B (en) 1991-07-31
CA2025262C (en) 1997-01-14
DE69002721T2 (de) 1994-01-20
ES2043257T3 (es) 1993-12-16
YU48024B (sh) 1996-10-09
EP0418961B1 (en) 1993-08-11
NO176818B (no) 1995-02-20
HRP940917B1 (en) 1999-02-28
NO904025L (no) 1991-03-15
DK0418961T3 (da) 1993-11-15
FI91989C (fi) 1994-09-12
HRP940917A2 (en) 1997-04-30
EP0418961A1 (en) 1991-03-27
DE69002721D1 (de) 1993-09-16
NO176818C (no) 1995-05-31
US5314213A (en) 1994-05-24
NO904025D0 (no) 1990-09-14
YU197390A (sh) 1995-01-31
ATE93028T1 (de) 1993-08-15

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8902306A (nl) Buiskoppeling.
US5470113A (en) Connector for plastic tubes
US4119335A (en) Pipe and tubing connectors
TWI424128B (zh) 具有隔片之機械管接頭
US3834744A (en) Pipe coupling
US5772253A (en) Pipe repair or jointing collar
KR19980081171A (ko) 도관부품 사이의 차단접합부와 이러한 접합부 내에 사용가능한금속제의 긴 틈새가 있는 밴드
US2535694A (en) Self-sealing coupling
US6832791B2 (en) Connection means for interconnecting two duct elements
US3563574A (en) Coupling for plastic pipe
US2868564A (en) Hose connector with axially sliding locking sleeve
EP1511958B1 (en) Pipe coupling
FI95832B (fi) Putkiliitokset
US3652110A (en) Formation of joints between tubular members
US2653040A (en) Pipe coupling
CA1172283A (en) Hose and tube fitting
US11193611B2 (en) Pipe coupling apparatus
EP0168069B1 (en) Tube coupling
US3056617A (en) High pressure fitting
JPH0211996A (ja) 2部分から成る金属製の締付け結合装置
GB2112483A (en) Pipe joint
WO1997015776A1 (en) O-ring push-pull pipe joint
EP2848851A1 (en) Flange and flanged system for joining pipes
EP0044719A1 (en) Improvements in apparatus for sealing pipes
WO2019162752A1 (en) A screw fitting for a gas pipe

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
BV The patent application has lapsed