NL8902272A - Filtreerinrichting voor het bereiden van thee. - Google Patents

Description

N.V. Philips' Gloeilampenfabrieken te Eindhoven Filtreerinrichting voor het bereiden van thee.

De uitvinding heeft betrekking op een filtreerinrichting voor het bereiden van thee, omvattende een filterbak met hevelmiddelen voor het uitstromen van in de filterbak getrokken thee, welke hevelmiddelen worden gevormd door een vanaf de bodem van de filterbak omhooggerichte uitstroompijp en een huls, die de genoemde pijp omgeeft zodanig, dat een doorgang voor vloeistof wordt gevormd tussen de pijp en de huls, en welke huls aan zijn bovenzijde is gesloten en aan zijn onderzijde is voorzien van capillaire doorlaatopeningen.

Een dergelijke filtreerinrichting is bekend uit GB 2,134,376. Deze filtreerinrichting is zodanig uitgevoerd, dat wanneer een hevelwerking is gestopt, omdat het vloeistofniveau tot onderin de filterbak is gedaald, nieuwe toegevoerde vloeistof direct doorgeheveld wordt. Een dergelijke filtreerinrichting wordt gebruikt bij elektrische apparaten waarbij heet water geleidelijk wordt toegevoerd. In de praktijk is gebleken, dat de verkregen thee soms te sterk is, doordat de theebladeren te lang met het hete water in contact zijn.

Het doel van de uitvinding is de filtreerinrichting volgens de eerste paragraaf zodanig te verbeteren dat een optimale sterkte van de thee wordt verkregen.

De filtreerinrichting volgens de uitvinding heeft hiertoe het kenmerk, dat in de filterbak een ring is aangebracht, die de huls omgeeft, zodanig dat een doorgang van vloeistof wordt gevormd tussen de huls en de ring, welke ring op de bodem van de filterbak is geplaatst, een grotere hoogte tot de bodem heeft dan de uitstroompijp, en aan zijn onderzijde is voorzien van doorlaatopeningen, die zodanige afmetingen hebben, dat zij vloeistof doorlaten en theebladeren niet.

Door deze constructie neemt een gedeelte van het in de filterbak stromende water niet deel aan het theetrekproces, maar stroomt rechtstreeks naar de uitstroompijp. Op deze wijze wordt te sterke thee verdunt en wordt een betere smaak verkregen.

Bij voorkeur zijn de ring en de huls uit één deel vervaardigd, dat losneembaar in de filterbak plaatsbaar is.

De uitvinding en zijn voordelen zullen nu nader worden toegelicht aan de hand van in één figuur weergegeven voorbeeld van een filtreerinrichting.

De filtreerinrichting wordt gevormd door een filterbak 1 voorzien van hevelmiddelen 2. De hevelmiddelen worden gevormd door een vanaf een verdieping 4 van de bodem 3 van de filterbak omhoogstekende uitstroompijp 5 en een huls 6 van cirkelvormige doorsnede, die de uitstroompijp omgeeft, zodat een doorgang 7 voor vloeistof tussen de pijp en de huls wordt gevormd. De huls 6 is aan zijn bovenzijde boven het open einde van de uitstoompijp 5 gesloten en rust met zijn onderzijde in de verdieping 4 van de bodem 3. Een uitstroomopening 8 is gevormd in de verdieping 4 aan het ondereinde van de uitstroompijp 5. In het onderste deel van de huls 6 zijn langs de omtrek een aantal capillaire doorlaatopeningen in de vorm van smalle spleten 9 aangebracht. Zoals uiteengezet in GB 2,134,376 dienen deze smalle spleten voor het in stand houden van hevelwerking.

Volgens de uitvinding is de filtreerinrichting voorzien van een ring 10, die de huls 6 omgeeft zodat een doorgang 11 voor vloeistof tussen de ring en de huls wordt gevormd. De ring 10 rust met zijn onderzijde op de bodem 3 van de filterbak 1. De hoogte van de ring 10 tot de bodem is groter dan die van de uitstroompijp 5, zodat de vloeistof met daarin de theebladeren, die zich in de ruimte 12 tussen de wand 13 van de filterbak en de ring 10 bevinden, niet over de bovenrand van de ring in de doorgang 11 kan stromen, omdat vóór die tijd de hevelwerking reeds is begonnen. De ring 10 is aan zijn onderzijde langs de omtrek voorzien van doorlaatopeningen 14, die zodanige afmetingen hebben, dat zij vloeistof doorlaten en theebladeren tegenhouden.

Bij gebruik van de filtreerinrichting wordt een hoeveelheid theebladeren in de ruimte 12 van de filterbak 1 aangebracht. Heet water druppelt daarna de filterbak binnen en komt eerst in de doorgang 11 tussen de ring 10 en de huls 6 terecht. Door communicerende werking stijgt het water langzaam in de doorgangen 7 en 11 en in de ruimte 12. Alleen het water in de ruimte 12 doet mee aan het theetrekproces. Wanneer het water het boveneinde van het uitstroompijp 5 bereikt en over de rand daarvan stroomt, begint de hevelwerking. Het water in de doorgang 11 stroomt direct naar de uitstroompijp 5 en zuigt de getrokken thee uit de doorgang 11 door de doorlaatopeningen 14 mee naar de uitstroompijp.

Hieruit blijkt het voordeel van de uitvinding, namelijk, dat de getrokken eerste hoeveelheid thee, die sterk is, verdund wordt door het water in de doorgang 11 dat niet aan het trekproces heeft meegedaan. De smaak van de thee wordt hierdoor aangenamer.

Een bijkomend voordeel is dat het filtrerend oppervlak, dat gevormd wordt door het onderste deel van de wand van de ring 10 waarin zich de doorlaatopeningen 14 bevinden, veel groter is dan het filtrerend oppervlak van de huls zoals dat bij GB 2,134,376 van toepassing is. Verstoppingen door theebladeren met als gevolg een slechtere hevelwerking komt bij de constructie volgens de uitvinding niet meer voor.

De ring 10 en de huls 6 zijn door middel van ribben 15 met elkaar verbonden en bijvoorbeeld door spuitgieten uit één geheel vervaardigd. Met behulp van een vleugel 16 aan het boveneinde van de huls 6 is dit geheel gemakkelijk uit de filterbak te verwijderen en weer aan te brengen.

Claims (2)

1. Filtreerinrichting voor het bereiden van thee, omvattende een filterbak 1 met hevelmiddelen 2 voor het uitstromen van in de filterbak getrokken thee, welke hevelmiddelen worden gevormd door een vanaf de bodem 3 van de filterbak omhooggerichte uitstroompijp 5 eneen huls 6, die de genoemde pijp omgeeft zodanig,dat een doorgang7 voor vloeistof wordt gevormd tussen de pijp en de huls, en welke huls 6 aan zijn bovenzijde is gesloten en aan zijn onderzijde is voorzien van capillaire doorlaatopeningen 9, met het kenmerk, dat in de filterbak 1 een ring 10 is aangebracht, die de huls 6 omgeeft, zodanig dat een doorgang 11 voor vloeistof wordt gevormd tussen de huls 6 en de ring 10, welke ring op de bodem 3 van de filterbak is geplaatst, een grotere hoogte tot de bodem heeft dan de uitstroompijp 5, en aan zijn onderzijde is voorzien van doorlaatopeningen 14, die zodanige afmetingen hebben, dat zij de vloeistof doorlaten en theebladeren niet.

2. Filtreerinrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de ring 10 en de huls 6 uit één deel zijn vervaardigd, dat losneembaar in de filterbak 1 plaatsbaar is.