NL8902188A - Afsluiter, in het bijzonder regelafsluiter, voor buisleidingen. - Google Patents

Description

Afsluiter, in het bijzonder regelafsluiter, voorbuisleidingen

De uitvinding heeft betrekking op een afsluiter,in het bijzonder regelafsluiter, voor buisleidingen met eendrukvast huis met ten minste een aan de inlaatzijde gelegenen een aan de uitlaatzijde gelegen buisaansluitelement; eenverstelbaar afsluiterelement en ten minste een afsluiterzit-tingelement waarbij het afsluiterelement én het afsluiter-zittingelement uit technisch keramiek bestaan. - Onderafsluiters worden in het kader van de uitvinding ookkogelkranen en schijfschuifafsluiters begrepen. Regelafslui¬ters zijn die, welke in regelkringen werken.

Afsluiters van de beschreven constructie hebbenbewezen te voldoen (vgl. DE-A-37 24 100 en DE-A-37 31 754).

In de praktijk constateert men echter, ook in afhankelijkheidvan het fluïde medium, dat in de bijbehorende buisleidingwordt geleid, een hechten van het afsluiterelement aan hetafsluiterzittingelement resp. aan de afsluiterzittingelemen-ten, in het bijzonder wanneer het afsluiterelement vanuiteen gedefinieerde ruststand naar een andere gedefinieerdestand moet worden bewogen. Dit geldt in het bijzonder dan,wanneer de genoemde onderdelen ter verbetering van de af-dichtwerking leppend of honend worden bewerkt en met extreemkleine oppervlakte ruwheid alsmede met extreem kleine pas-singtoleranties met betrekking tot rondheid resp. vlakheidworden gemonteerd. De oorzaken van deze aanhechting zijnweinig onderzocht. De aanhechting stoort in het bijzonderbij regelaf sluiters, omdat zij bij het inleiden van de be¬wegingen van het afsluiterelement naar verhouding grote stel-krachten en derhalve in totaal passend ontworpen stelmotorenen stelaandrijvingen noodzakelijk maakt. Ook kunnen de stel-krachten zo groot worden, dat het technische keramiek breekt.

Aan de uitvinding ligt het doel ten grondslag, eenafsluiter van de in de aanhef genoemde soort zodanig verderte ontwikkelen, dat een storende hechting van het afsluiter¬element aan de bijbehorende afsluiterzittingelement resp.aan de bijbehorende afsluiterzittingelementen niet meer in- treedt.

Voor het bereiken van dit doel leert de uitvinding,dat het afsluiterelement enerzijds en het afsluitersitting-element anderzijds uit verschillende materialen van het tech¬nische keramiek bestaan en de materialen de aanhechtings-kracht verminderend zijn gepaard. - De uitvinding berust ophet inzicht, dat binnen het kader van de bekende materialenvan het technische keramiek paringen mogelijk zijn, waarbijde in de inleiding beschreven en voorheen storende aanhech¬ting praktisch niet meer optreedt. Dit geldt, met betrekkingtot het materiaal, in het bijzonder dan, wanneer de gepaardematerialen enerzijds oxide-type, anderzijds Carbide- ofnitride-type materialen zijn. Dat is in het bijzonder danhet geval, wanneer de gepaarde materialen verschillende hard¬heden vertonen. Meer fenomenologisch uitgedrukt is vast testellen, dat de storende aanhechting daardoor kan wordengereduceerd, dat de gepaarde materialen verschillende diëlek-trische constanten en/of verschillende elektrisch geleidendevermogens vertonen. - Bijzonder bewezen hebben zich de parin¬gen, die blijken uit de conclusies 5 en 6. Als materiaalpa-ringen zijn evenwel ook mogelijk

ZrO Sic ZrO

Zro S13N4 ZrO

Mogelijk zijn bovendien in de keramiek mengsels van ΆΙ2Ο3met ZrO en eventueel verdere toevoegingen.

In het volgende wordt de uitvinding aan de handvan een slechts een uitvoeringsvoorbeeld voorstellendetekening uitvoerig toegelicht. Hierin tonen in schematischeweergave

Fig. 1 een langsdoorsnede van een afsluiter volgens deuitvinding in de uitvoeringsvorm als kogelkraan,

Fig. 2 een dwarsdoorsnede van een afsluiter volgens de uitvinding in de uitvoeringsvorm als schijfschuif-afsluiter en

Fig. 3 het onderwerp van fig. 2 vanuit de richting van depijl A bij zich in de openingsstand bevindend af¬sluiterelement.

De in fig. 1 weergegeven kogelkraan wordt in deaangegeven pijlrichting door een gasvormig of vloeibaarmedium doorstroomd. Tot de principiële constructie van dekogelkraan behoren een drukvast huis 1 met een aan de inlaat-zijde gelegen alsmede een aan de uitlaatzijde gelegen buis-aansluitelement 2, 3, een afsluitkogel 4 uit technischkeramiek, een uit zittingringen 5, 6 gevormde afsluiter-zitting 7 alsmede een bedieningsas 8, die door een asaf¬dichting 9 van het huis 1 is geleid en op de afsluiterkogel4 is aangesloten. De zittingringen 5, 6 zijn aan het huis 1afdichtend tussen de buisaansluitelementen 2, 3 ingespannenen liggen onder elastische voorspanning tegen de afsluiter¬kogel 4 aan.

De bij het aan de inlaatzijde gelegen buisaansluit-element 2 aangebrachte, aan de inlaatzijde gelegen zitting-ring 5 bestaat uit een meegevend afdichtmateriaal, bijvoor¬beeld uit een polyurethaan, polytetrafluorethyleen, viton ofeen soortgelijk materiaal, doch hij zou ook uit technischkeramiek kunnen bestaan. De bij het aan de uitlaatzijde gele¬gen buisaansluitelement 3 aangebrachte, aan de uitlaatzijdegelegen zittingring 6 bestaat eveneens uit technisch keramieken is onder tussenschakeling van een afdichting 10 in hethuis geplaatst alsmede tegen het aan de uitlaatzijde gelegenbuisaansluitelement 3 verend gesteund. Bij het in fig. 1weergegeven uitvoeringsvoorbeeld is de afdichting 10tegelijk als elastisch element uitgevoerd en stelt bijgevolgeen afdichtingselement en veerelement voor.

Bij de uitvoeringsvorm volgens fig. 2 en 3 is ersprake van een schijfschuifafsluiter. Tot de principiëleconstructie behoren een drukvast huis 11 met voorste huis-deksel 12 en achterste huisdeksel 13, een uit twee afdich-tingsschijven 14a, 14b bestaande afsluiterzitting 15, endaarin beweegbaar vastgehouden afsluitelementen 16 in devorm van een schuifplaat alsmede een door een asafdichting17 van het huis 11 heen geleid bedieningselement 18 voor deschuifafsluiterplaat 16. Het huis 11 is met driebuisaansluitopeningen 19, 20 uitgevoerd, de afsluiterzitting15 vertoont bijbehorende aansluitboringen 21 en het afsluit-element 16 bezit een doorlaatboring 22. De inrichting is zo- danig, dat twee buisaansluitopeningen 19 beurtelings met dederde buisaansluitopening 20 onder vorming van een doorlaat-kanaal verbindbaar zijn. De aansluitboringen 21 van de af-dichtingsschijven 14 zijn op een besturingsafstand A> aangebracht, die groter is dan de diameter D van de doorlaat-boring 22 van de schuifafsluiterplaat 16. Daardoor kan hetafsluitelement 16 een verdere besturingsstand, die in fig. 2is weergegeven, innemen, waarin de buisaansluitopeningen 19,20 ten opzichte van elkaar zijn afgedicht. - De afdichtings-' schijven 14a, 14b alsmede de schuifafsluiterplaat 16 bestaanuit technisch keramiek.

In het uitvoeringsvoorbeeld is het huis 11tweedelig uitgevoerd. Het voorste huisdeksel 12 alsmede hetachterste huisdeksel 13 zijn onder tussenschakeling van eendekselafdichting 23 aan elkaar geschroefd. De afdichtings-schijven 14a, 14b zijn identiek uitgevoerd. Het voorste huis¬deksel 12 vertoont een verzamelruimte 24, die aan de buis¬aansluitopening 20 grenst en van de boringen 25 naar deaansluitboringen 21 van de afdichtingsschijf 14a verlopen.

Het achterste huisdeksel 13 is met stromingskanalen 26uitgerust, die de aansluitboringen 21 van de afdichtings¬schi jf 14b met een bijbehorende buisaansluitopening 19 ver¬binden. De stromingsdwarsdoorsnede van de boringen 25 vanhet voorste huisdeksel 12 en de stromingskanalen 26 in hetachterste huisdeksel 13 zijn even groot. Uit fig. 2 blijkt,dat de stromingskanalen 26 in het achterste huisdeksel 13zodanig zijn aangebracht, dat de buisaansluitopeningen 19 envoor de aansluiting van buisleidingen een noodzakelijkeafstand B vertonen. Zoals in fig. 3 is aangeduid, zijn dehuisdeksels 12, 13 met afdichtingsvlakken uitgevoerd enkunnen op genormeerde buisflenzen 27 worden aangesloten.

De afdichtingsschijven 14a, 14b zijn tegenelastomere huisafdichtingen 28 gesteund en liggen met eenpassende afdichtkracht tegen de schuifafsluiterplaats 16 aan.De elastomere huisafdichtingen 28 omsluiten elk eenbijbehorende aansluitboring 21 ringvormig. Bij voorkeurworden O-ringafdichtingen met ronde of vierkante dwarsdoor¬snede toegepast. De besturingsafstand A tussen de aansluit¬boringen 21 is ten minste twee maal zo groot als de diameter D van de doorlaatboring 22 in de schuifafsluiterplaat 16.

Het bedieningselement 18 is door middel van een koppeling 29op een hefinrichting 30 aangesloten.

Bij alle uitvoeringsvormen bestaan het afsluiter-element 4 resp. 16 enerzijds, de zittingelementen 5, 6 resp.14a en 14b anderzijds uit verschillende materialen van hettechnische keramiek. Zij zijn de aanhechtingskrachtverminderend gepaard.

De uitvinding is niet beperkt tot de in de tekeningweergegeven en in het voorgaande beschreven uitvoeringsvoor-beelden, die op verschillende manieren binnen het kader vande uitvinding kunnen worden gevarieerd.

Claims (6)

1. Afsluiter, in het bijzonder regelafsluiter,voor buisleidingen met een drukvast huis met ten minste eenaan de inlaatzijde gelegen en een aan de uitlaatzijde gelegenbuisaansluitelement; een verstelbaar afsluiterelement en tenminste een afsluiterzittingelement, waarbij het afsluiter¬element én het afsluiterzittingelement uit technisch keramiekbestaan, met het kenmerk, dat het afsluiter¬element enerzijds en het afsluiterzittingelement anderzijdsuit verschillende materialen van het technische keramiekbestaan en de materialen de aanhechtingskracht verminderendzijn gepaard.

2. Afsluiter volgens conclusie 1, met hetkenmerk, dat de gepaarde materialen enerzijds oxide-type materialen en anderzijds Carbide- en/of nitride-typematerialen zijn.

3. Afsluiter volgens één der conclusies 1 of 2,met het kenmerk, dat de gepaarde materialenverschillende hardheden vertonen.

4. Afsluiter volgens één der conclusies 1 tot 3,met het kenmerk, dat de gepaarde materialenverschillende diêlektrische constanten en/of elektrischgeleidende vermogens vertonen.

5. Afsluiter volgens één der conclusies l tot 4rin de uitvoeringsvorm met twee afsluiterzittingelementen(AZ) en een daartussen aangebracht afsluiterelement (AE)gekenmerkt door de paringen

6. Afsluiter volgens één der conclusies 1 tot 4 inde uitvoeringsvorm met een afsluiterzittingelement (AZ) eneen afsluiterelement (AE)f gekenmerkt door deparingen