NL8802461A

NL8802461A - Undersea pipeline layering method - comprises driving supply lighter into hold after partial submersion of laying ship

Info

Publication number: NL8802461A
Application number: NL8802461A
Authority: NL
Original assignee: Dock Express Shipping Bv
Priority date: 1988-10-07
Filing date: 1988-10-07
Publication date: 1990-05-01
Also published as: NL195032B; NL9900022A; NL195032C

Abstract

An undersea pipeline is assembled from pipe sections and laid by a ship. The latter contains a hold and is semi-submersible by ballasting. This brings the hold sufficiently far underwater for a supplying lighter to drive into it. The ballast is then pumped out, securing the lighter in the hold against movement generated by the sea. The lighter is then discharged directly to the pipeline assembly track.

Description

Werkwijze voor het uit te voegen pijpsecties samenstellen en onderwater geleiden en installeren van een onderzeese pijpleiding, en een maritieme installatie voor het ten uitvoer brengen van de werkwijzeMethod for assembling pipe sections to be added and conducting underwater and installing an undersea pipeline, and a maritime installation for carrying out the method

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het uit te voegen pijpsecties samenstellen en onderwater geleiden en installeren van een onderzeese pijpleiding.The invention relates to a method for assembling and guiding underwater pipe sections and installing an undersea pipeline.

Dit wordt tot dusver uitgevoerd door een pijpenleg-ger, die voorzien is van een bergmagazijn, waarin de aan boord gebrachte pijpen eerst gestuwd worden om dan later uit de berging in de pijpenstraat toegevoerd te worden.This has hitherto been carried out by a pipelayer, which is provided with a storage depot, in which the pipes brought on board are first stowed, and then later fed from the storage room into the pipeline.

Volgens de uitvinding kan deze behandeling rationeler uit gevoerd worden door het als pijpenlegger toepassen van een vaartuig dat voorzien is van een ruim en dat door ballasten half-afzinkbaar is zodat het ruim zover onderwater komt te staan dat een pijpen aanvoerende bevoorradingslichter het ruim invaren kan en dan na het lenzen van de ballast zeevast komt te staan in het ruim en direct in de pijpenstraat gelost kan worden. Een dubbele behandeling van de pijpen, d.w.z. het eerst aan boord laden en in een bergruim stuwen en het dan uit de berging in de pijpenstraat toevoeren van de pijpen, wordt hierdoor voorkomen, of met andere, woorden, de handeling van het stuwen van de pijpen in een daartoe aan boord ingericht pijpenbergmagazijn is niet langer vereist.According to the invention, this treatment can be carried out more rationally by using as a pipelayer a vessel which is provided with a hold and which is semi-submersible by ballasting, so that it is placed under water so far that a pipe-supplying lighter can enter the hold and then after the ballast lenses have been placed, it will become sea-proof in the hold and can be unloaded directly into the pipe line. This prevents double treatment of the pipes, ie first loading on board and pushing them into a storage space and then feeding the pipes from the storage room into the pipeline, or in other words, the act of pushing the pipes in a pipe storage facility equipped for this purpose on board is no longer required.

De uitvinding heeft ook betrekking op een maritieme installatie voor het ten uitvoer brengen van de hier voorgestelde nieuwe werkwijze, waarbij het daarbij gebruikte vaartuig voorzien is van een zich naar achter tot aan een hekpoort uitstrekkend lang ruim, dat door het openen van de hekpoort en het half-afzinken daarvan voor een lichter toegankelijk wordt. De voorkeur gaat er naar uit dat het genoemde vaartuig bestaat uit een dokschip, zoals bekend is uit het Amerikaanse octrooischrift 4.191.124, dat voorzien is van een zich in dwarsrichting tussen de dokwanden en in langsrichting vanaf het bakschot tot aan de hekpoort uitstrekkend, groot, onbelemmerd ruim, waarin door de geopende hekpoort lichters nat geladen en gelost kunnen worden.The invention also relates to a maritime installation for carrying out the new method proposed here, in which the vessel used therein is provided with a long hold extending rearwardly to a gate, which is opened by opening the gate and semi-immersion thereof for easier access. It is preferred that the said vessel consists of a docking vessel, as is known from United States Patent Specification 4,191,124, which is provided with a large transverse direction between the dock walls and longitudinally extending from the bulkhead to the stern gate. , unobstructed hold, in which barges can be loaded and unloaded wet through the opened gate.

Maar niet alleen de toevoer van de pijpen om geïnstalleerd te worden gebeurt zodoende rationeler dan bij de bekende pijpenleggers, ook het uitbrengen en naar onderwater geleiden van de met de pijpen gefabriceerde pijpleiding kan op een doelmatiger wijze dan voorheen plaats vinden doordat het vaartuig is voorzien van tenminste één buitenboord uitstekende uithouder waaraan het buiteneinde van een pijpgeleiding, in het bijzonder aan een slinger- of stampbewegingcompensatietakel te hangen is zodat het onder de gewenste hoek aflopen van de te leggen onderwaterpijpleiding, ook onder de bewegingen van het vaartuig, zelfs in woelig water, verzekerd kan worden. De ophanging gebeurt derhalve aldus dat het takel, waardoor de pijpgeleiding wordt opgehouden, wordt bediend vanaf een liertrommel, die een constante spanning op de hangdraden uitoefent zodat bij het ter plaatse opkomen van het vaartuig de draden worden gevierd en deze omgekeerd, bij het ter plaatse omlaag bewegen van het vaartuig, telkens worden opgehaald. Goed van toepassing is hier een dokschip dat voorzien is van lange staarteinden aan stuurboord en aan bakboord in het verlengde van de beide gangboorden bovenop de dubbele dokboordwanden, zoals beschreven is in het Nederlandse octrooischrift 179.569, dat eveneens op dergelijke dokschepen betrekking heeft, aan welke staarteinden de genoemde pijpgeleiding getakeld kan worden.However, not only is the supply of the pipes to be installed more rational than with the known pipe layers, but also the laying out and guiding of the pipeline manufactured with the pipes to underwater can take place in a more efficient manner than before because the vessel is provided with at least one outboard projecting jib from which the outer end of a pipe guide, in particular on a swinging or pitching movement compensation hoist, can be hung so that the underwater pipeline to be laid falls at the desired angle, also under the movements of the vessel, even in turbulent water, can be insured. The suspension is thus done in such a way that the hoist, by which the pipe guide is held up, is operated from a winch drum, which exerts a constant tension on the hanging wires, so that when the vessel arrives on the spot, the wires are celebrated and vice versa, on site lowering the vessel, each time being picked up. Well applicable here is a dock ship which is provided with long tail ends on the starboard and port sides in line with the two gangways on top of the double dock side walls, as described in Dutch patent 179,569, which also relates to such dock ships, to which tail ends said pipe guide can be hoisted.

Ook het hijsen van de in de pijpenstraat toe te voeren pijpen kan zelfs onder betrekkelijk slechte weersgesteldheden voortgang vinden doordat de kranen voor het behandelen van de pijpen zijn voorzien van een de slingering condenserende insche-ring, die het slingeren van de pijpen tijdens het hijsen tengevolge van de scheepsbewegingen dus voorkomt, zodat een constantere aanvoer van de pijpen gewaarborgd kan worden. De antislingerwerking wordt bij voorkeur verkregen doordat het hijstakel uitgevoerd is met vier hijsdraden die gescheerd zijn naar de hoeken vein een rechthoekig takelgestel en vandaar naar de beide einden van een hangerbalk, die een pijp bij de einden opvat, waarbij alle vier de hijsdraden naar een aparte trommel van de hijslier lopen.The lifting of the pipes to be fed into the pipeline can also proceed even under relatively bad weather conditions, because the taps for treating the pipes are provided with a wicking condensation, which causes the pipes to swing during hoisting of the ship movements, so that a more constant supply of the pipes can be guaranteed. The anti-pendulum action is preferably obtained because the hoist is made with four hoisting wires sheared to the corners of a rectangular hoist frame and from there to the two ends of a hanger beam, which holds a pipe at the ends, all four hoisting wires to a separate drum off the lifting winch.

De uitvinding behelst voorts een schip, in het bijzonder een dokschip, dat langszij uitgerust is met een lange spon-son, d.w.z. uitbouw, met een vlak horizontaal bovenoppervlak, waarop de pijpenstraat geïnstalleerd wordt. De pijpenstraat bestaat uit achtereenvolgens een opstel- en uitrichtstation, waar de pijpen uit de bevoorradingslichter gelost worden, een smeedlasstation, waar de pijpsecties gevoegd worden, en een bekledingstation, waar de te leggen pijpleiding van een beschermende overtrek voorzien wordt, met tussen deze stations de nodige pijpsteunen en spaninrichtingen voor het rechttrekken van de pijpleiding, en dan bereikt de gefa- f briceerde leiding de pijpgeleiding, waarover de leiding buitenboord gevoerd wordt om volgens een kettinglijn naar zijn bestemming op de zeebedding af te lopen. Het vasthouden en uitvieren gebeurt door middel van een lier.The invention further encompasses a ship, in particular a docking vessel, which is fitted on the side with a long sponge, i.e. extension, with a flat horizontal top surface, on which the pipeline is installed. The pipe line consists successively of an installation and alignment station, where the pipes are unloaded from the supply barge, a forging welding station, where the pipe sections are joined, and a coating station, where the pipeline to be laid is provided with a protective cover, with between these stations the necessary pipe supports and tensioning devices for straightening the pipeline, and then the fabricated pipeline reaches the pipeline, over which the pipeline is passed outboard to run along the seabed along its chainline. The holding and ejection is done by means of a winch.

De leidingverplaatsing kan worden gerealiseerd doordat het smeedlasstation in de pijpenstraat geïnstalleerd is op een beweegbaar platform dat op rollen en wielen verplaatsbaar is en bij het telkens verder bewegen van het vaartuig een slag heen en weer uitvoert ten opzichte van het vaartuig, waarbij aan het pijp-lasplatform een lier verbonden is, die trekkracht uitoefent op een meerdraad naar een anker, en waarbij twee alternatieven mogelijk zijn: de pijp wordt behandeld met een continue draaiende band die de pijp klemt en transporteert, of de pijp wordt behandeld met een kleminrichting op het bewegende platform en een kleminrichting die vastzit aan het vaartuig ter plaatse van de pijpgeleiding waarlangs de pijpleiding van het vaartuig afloopt, en waarbij door het koppelen van een beweegbare golfcompensator voor het pijplasplatform aan de ankerlier, dit gehele systeem geïsoleerd kan worden van de langsbeweging van het vaartuig.The pipe displacement can be realized because the forging welding station in the pipeline is installed on a movable platform that can be moved on rollers and wheels and, when the vessel moves further and further, makes a stroke back and forth with respect to the vessel, whereby the pipe welding platform is connected to a winch, which exerts tensile force on a mooring wire to an anchor, and two alternatives are possible: the pipe is treated with a continuous rotating belt that clamps and transports the pipe, or the pipe is treated with a clamping device on the moving platform and a clamping device attached to the vessel at the pipe guide along which the vessel's pipeline runs, and whereby by coupling a movable wave compensator for the pipe welding platform to the anchor winch, this entire system can be isolated from the longitudinal movement of the vessel .

Het legwerk kan verder onafhankelijk gemaakt worden van de scheepsbewegingen doordat een als ladderboom uitgevoerde pijpgeleiding Of een pijpgeleidearm draaibaar opgelegd is op het vaartuig zodat bij het laatstgenoemde alternatief voor de stapsgewijze legbeweging het mogelijk is om onder ongunstige weersgesteldheden het vaartuig ten opzichte van de pijp te draaien naar een gunstiger invalshoek ten opzichte van stroom, wind en golven, om zo het slechte weer uit te rijden.The legwork can furthermore be made independent of the ship's movements because a pipe guide designed as a ladder boom or a pipe guide arm is rotatably mounted on the vessel, so that the latter alternative to the step-by-step laying movement makes it possible to rotate the vessel relative to the pipe under unfavorable weather conditions. to a more favorable angle with regard to current, wind and waves, in order to drive out the bad weather.

Een positievere vasthouding van de pijp in de klem-inrichting wordt bij voorkeur verzekerd doordat het klemmen van de pijp met opblaasbare luchtzakken gebeurt, zoals naderhand nog beschreven zal worden.A more positive retention of the pipe in the clamping device is preferably ensured by clamping the pipe with inflatable air bags, as will be described later.

' Verder voordeel bij het installeren van onderzeese pijpleidingen wordt verkregen doordat voor het begraven van de pijpleidingen tegelijkertijd met het leggen de bodem gefluidiseerd wordt door het onder hoge druk injecteren van water, waartoe een aantal draaggestellen, die overeind worden gehouden door een drijf-tank, worden voorzien van een hydraulisch aangedreven onderwater-pomp, welke onderwaterpomp het water onder druk toevoert en dit in de zandbodem spuit, waardoor de pijp zichzelf begraaft, waarbij de genoemde draaggestellen vanaf het vaartuig naar voren getrokken worden, en voorts doordat voor het leggen van flexibele pijp of kabel een stoel in het achterschip opgesteld is, die voorzien is van een aantal aangedreven rollen, welke hydraulisch opgedrukt kunnen worden zodat de haspel, die in deze stoel geplaatst wordt, van zijn zeevast wordt gelicht, waarbij de wielen, die de haspel opbeuren, zelf aangedreven zijn zodat deze de kabelhaspel kunnen roteren, en waarbij de haspels met behulp van de scheepskranen uitgewisseld kunnen worden, of ook de haspels met een bak kunnen worden ingevaren.Further advantage in the installation of subsea pipelines is obtained by burying the pipelines simultaneously with the laying of the soil, which is fluidized by injecting water under high pressure, for which purpose a number of support frames, which are kept upright by a floating tank, be fitted with a hydraulically driven submersible pump, which submersible pump feeds the water under pressure and injects it into the sandy bottom, whereby the pipe buries itself, whereby the said supporting frames are pulled forward from the vessel, and furthermore by laying flexible pipe or cable a seat is arranged in the stern, which is provided with a number of driven rollers, which can be pressed hydraulically so that the reel, which is placed in this seat, is lifted from its sea-hold, with the wheels lifting the reel up , are self propelled so that they can rotate the cable reel, and the reels with can be exchanged using the ship's cranes, or the reels can also be brought in with a container.

De uitvinding wordt in het volgende nader toegelicht aan de hand van in de tekeningen weergegeven uitvoeringsvoor-beelden daarvan, waaraan echter geen beperkende betekenis gehecht moet worden.The invention is further elucidated hereinbelow on the basis of exemplary embodiments thereof shown in the drawings, to which, however, no limiting meaning is to be attached.

Fig. 1 is een langsaanzicht van een dokschip, dat voor het ten uitvoer brengen van de uitvinding gebruikt kan worden, waarbij in het ruim daarvan een nat geladen, d.w.z. door de geopende hekpoort in het door ballasten in half-afgezonken toestand verkerende ruim ingevaren en dan door het lenzen van de ballast zeevast opgestelde, bevoorradingslichter wordt gezien; fig. 2 is een bijbehorend bovenaanzicht, waarin weer de in het ruim geladen bevoorradingslichter gezien wordt en waarin de op een sponson of uitbouw uitgelegde pijpenstraat is weergegeven; fig. 3 en 4 tonen twee alternatieve methodes voor de stapsgewijze legbeweging; fig. 5A, 5B en 5C tonen respectievelijk in bovenaanzicht, in zijaanzicht en in eindaanzicht het met slingeringcom-pensatie uitgevoerde pijphijstakel; fig. 6 toont schematisch de mogelijkheid om de pijpgeleiding, waarlangs de pijpleiding afloopt, in het horizontale vlak gerekend onder een hoek ten opzichte van het vaartuig in te stellen; fig. 7A en 7B tonen de fixering van de pijp in de kleminrichting met opblaasbare luchtzakken; fig. 8 en 9 tonen respectievelijk in dwarsdoorsnede en in langsaanzicht het leggen en begraven van een pijpleiding door middel van fluidiseerstralen uit hogedrukmondstukken; fig. 10 geeft nog een schematisch overzicht van deze fluidiseermethode; fig. 11A en 11B tonen in dwarsdoorsnede resp. in langsaanzicht een bij het hek van het vaartuig opgestelde afloopin-stallatie voor flexibele pijpen; en fig. 12A en 12B tonen in dwarsdoorsnede resp. in bovenaanzicht de zeevaststoel met rollen voor het telkens aandrijven van de haspel, die de in fig. 11 weergegeven afloopinstallatie behelst.Fig. 1 is a longitudinal view of a docking vessel that can be used to practice the invention, with a wet-loaded cargo in its hold, ie, through the opened gate, into the hold of ballasts in semi-submerged condition, and then through the lenses of the ballast seaworthy, supply barge are seen; Fig. 2 is a corresponding top view, again showing the supply barge loaded in the hold and showing the pipe line laid out on a sponson or extension; Figures 3 and 4 show two alternative methods for the stepwise laying movement; Figures 5A, 5B and 5C show in top view, side view and end view, respectively, the swing hoist pipe hoist; Fig. 6 schematically shows the possibility of adjusting the pipe guide along which the pipeline runs, in the horizontal plane, calculated at an angle to the vessel; 7A and 7B show the fixation of the pipe in the clamping device with inflatable air bags; Figures 8 and 9 show, respectively, in cross-section and in longitudinal view the laying and burying of a pipeline by means of fluidizing jets from high-pressure nozzles; Fig. 10 gives a schematic overview of this fluidization method; 11A and 11B show in cross-section, respectively. longitudinal view of a flexible pipe run-off installation arranged at the stern of the vessel; and Figures 12A and 12B show in cross-section, respectively. in top view the sea fastening chair with rollers for driving the reel each time, which comprises the drainage installation shown in Fig. 11.

Het in fig. 1 en 2, zonder dat het de bedoeling is de onderhavige uitvinding daartoe te beperken, louter bij wijze van voorbeeld weergegeven dokschip 1, dat geschikt is voor het ten uitvoer brengen van de nieuwe werkwijze volgens de onderhavige uitvinding, is voorzien van een groot onbelemmerd ruim 2, dat door het openen van de hekpoort 3 en door het ballasten van het vaartuig 1 onderwater te zett.en is zodat in deze half-afgezonken toestand een bevoorradingslichter 4, die pijpen 5 aanvoert, om door het voegen daarvan tot een pijpleiding 6 samengesteld te worden, nat geladen d.w.z. daarin gevaren kan worden, en die door het dan lenzen van de door het vaartuig 1 ingenomen ballast en het uit het ruim 2 verwijderen van het ingenomen water dan zeevast in het ruim 2 komt te staan.The docking vessel 1 shown by way of example only, which is not intended to limit the present invention to this purpose, which is suitable for carrying out the new method according to the present invention, is provided with: a large unobstructed hold 2, which can be submerged by opening the stern gate 3 and by ballasting the vessel 1, so that in this semi-submerged condition a supply barge 4 transports pipes 5, by adding them to a pipeline 6 is to be assembled, wet loaded ie can be sailed therein, and which is then placed in the hold 2 in a sea-tight manner by then leaching the ballast occupied by the vessel 1 and removing the ingested water from the hold 2.

Het dokschip t heeft een paar staarteinden 7 in het verlengde van de gangboorden 8 bovenop de dubbele dokboordwanden 9, en aan' de binnenzijde van de staarten 7 en van de dokboordwanden 9 zijn de nodige wrijfhouten 10 aangebracht met het oog op het invaren van de bevoorradingslichter 4, die door middel van geleidings-kruisdraden 1t rechtgeleid wordt.The docking vessel t has a pair of tail ends 7 in line with the gangways 8 on top of the double dockside walls 9, and on the inside of the tails 7 and of the dockside walls 9 the necessary fenders 10 are arranged with a view to entering the supply barge. 4, which is guided straight by means of guide cross wires 1t.

Het dokschop 1 heeft zoals weergegeven langszij een lange sponson d.w.z. uitbouw 12 daaraan aangebracht, die ter hoogte van de gangboorden 8 een vlak horizontaal bovenoppervlak 13 heeft, waarop een pijpenstraat 14 uitgelegd is, die achtereenvolgens, naar de pijpgeleiding 15, waarover de pijpleidng 6 van het vaartuig 1 afloopt, toe gerekend, zoals in fig. 2 gezien wordt, bestaat uit een opstel- en uitlijnstation 16, waarop telkens een pijp 5 vanuit de bevoorradingslichter 4 toegevoerd wordt, een smeedlasstation 17, waar de pijp 5 aan de pijpleiding 6 toegevoegd wordt, en een bekle-dingstation 18, waar een beschermende overtrek op de pijpleiding 6 aangebracht wordt, met tussen deze stations 16-18 de nodige pijp-steunen 19 en spaninrichtingen 20, die de pijpen 5 rechttrekken.As shown, the dock shovel 1 has a long sponson, ie extension 12, which has a flat horizontal top surface 13 at the level of the gangways 8, on which is laid a pipe line 14, which is successively directed to the pipe guide 15, over which the pipeline 6 of the vessel 1 descends, counted, as seen in fig. 2, consists of an installation and alignment station 16, on which a pipe 5 is always supplied from the supply barge 4, a forging welding station 17, where the pipe 5 is added to the pipeline 6 and a coating station 18, where a protective cover is applied to the pipeline 6, with between these stations 16-18 the necessary pipe supports 19 and tensioning devices 20, which straighten the pipes 5.

Vanuit de pijpenstraat 14 loopt de gefabriceerde pijpleiding 6 over de pijpgeleiding 15, die zoals weergegeven uit een ladderboom bestaat, van het vaartuig 1 af om volgens een kettinglijn naar de bestemde plaats op de waterbedding te lopen.From the pipe line 14, the fabricated pipeline 6 runs over the pipe guide 15, which, as shown, consists of a ladder beam, away from the vessel 1 to run along a chain line to the intended place on the water bed.

De ladderboom 15 hangt aan een takel 21 aan de staart 7 van het dokschip 1, welk takel 21 bij voorkeur bediend wordt door een (niet weergegeven) liertrommel, die een constante spanning op dit takel 21 uitoefent, en de pijpleiding 6 wordt vastgehouden door een op een lier 22 gewonden kabel 23 zoals in fig. 2 gezien wordt.The ladder beam 15 hangs from a hoist 21 on the tail 7 of the docking vessel 1, which hoist 21 is preferably operated by a winch drum (not shown), which exerts a constant tension on this hoist 21, and the pipeline 6 is held by a cable 23 wound on a winch 22 as seen in Fig. 2.

Het tussen de bevoorradingslichter 4 en het opstel-station 16 in de pijpenstraat 14 transporteren van de pijpen 5 gebeurt met de hijskraan 24 van het schip 1, waarvan de hijsdraden 25 op een de slingering compenserende wijze ingescheerd zijn zoals in fig. 5A, fig. 5B en fig. 5C gezien wordt. De hijsdraden 25 lopen daarbij naar de vier hoeken van een rechthoekig takelgestel 26 en vandaar naar de einden van de een hangerbalk 27, die een pijp 5 bij de einden daarvan aanvat zoals in fig. 5B gezien wordt.Transporting the pipes 5 between the supply lift 4 and the positioning station 16 in the pipe line 14 is done with the hoisting crane 24 of the ship 1, the hoisting wires 25 of which are moored in a manner compensating for the wobble, as shown in Fig. 5A, fig. 5B and FIG. 5C are seen. The hoisting wires 25 thereby run to the four corners of a rectangular hoist frame 26 and from there to the ends of a hanger beam 27 which receives a pipe 5 at its ends as seen in Fig. 5B.

Fig. 3 en 4 tonen twee alternatieve methodes voor de stapsgewijze legbeweging, waarbij het smeedlasstation 17 zich op een in de langsrichting van het schip 1 heen en weer beweegbaar platform 28 bevindt, dat door middel van een lier 29, welke een meerdraad 30 bedient, die naar een niet weergegeven maar schematisch met 31 aangeduid anker voert, bewogen wordt en telkens een met 32 aangegeven stap uitvoert.Fig. 3 and 4 show two alternative methods for the step-by-step laying movement, wherein the forging welding station 17 is located on a platform 28 reciprocable in the longitudinal direction of the ship 1, which is operated by means of a winch 29, which serves a mooring wire 30, which an anchor not shown but schematically indicated by 31, is moved and each time carries out a step indicated by 32.

In het geval van fig. 3 is op het platform 28 een transport- en kleminrichting 33 aangebracht, die zoals in schematisch bovenaanzicht bovenaan fig. 3 voorgesteld is uit twee omlopende banden 34 bestaat, waar de pijpleiding 6 tussendoor loopt en tussen vastgeklemd wordt.In the case of Fig. 3, a transport and clamping device 33 is arranged on the platform 28, which, as is shown in schematic top view at the top of Fig. 3, consists of two circulating belts 34, where the pipeline 6 runs between and is clamped between.

In het in fig. 4 voorgestelde alternatieve geval is aan het beweegbare platform 28 een mee bewegende kleminrichting 35 verbonden terwijl bij het aflooppunt 15 een vaste kleminrichting 36 is aangebracht, welke kleminrichtingen 35 en 36 bij de voortbeweging van het schip 1 de pijpleiding 6 afwisselend aanvatten en dan weer loslaten bij het uitleggen daarvan.In the alternative case presented in fig. 4, a movable clamping device 35 is connected to the movable platform 28, while a fixed clamping device 36 is arranged at the run-off point 15, which clamping devices 35 and 36 alternately start the pipeline 6 as the ship 1 moves forward. and then let go when explaining it.

Fig. 6 toont een pijpklem 37 die op een uit te zwenken pijpgeleidearm 38 zit, zodat het schip 1 in een ten opzichte van de golf-, stroom- of windrichting gunstiger stand gedraaid kan worden bij zwaar weer.Fig. 6 shows a pipe clamp 37 which sits on a pipe guide arm 38 to be swung out, so that the ship 1 can be turned in a more favorable position with respect to the wave, current or wind direction in heavy weather.

Fig. 7 toont de fixering van een pijp 5 of pijpleiding 6 tussen de instelbare wanden 39 van een pijpenklem, zoals 37 bijvoorbeeld, door middel van opblaasbare luchtzakken 40.Fig. 7 shows the fixation of a pipe 5 or pipeline 6 between the adjustable walls 39 of a pipe clamp, such as 37, for example, by means of inflatable air bags 40.

In fig. 8, 9 en 10 is een algemeen met 41 aangegeven fluidiseerinrichting voorgesteld, waarmee de bodem 42 losge-woeld wordt voor het goed ingraven van de pijpleiding 6 door het onder hoge druk inspuiten van water door mondstukken 43, waartoe een aantal draaggestellen 44, die overeind worden gehouden door een drijftank 45, zijn voorzien van een hydraulisch aangedreven onder-waterpomp 46/ welke onderwaterpomp 46 het water onder druk toevoert door een voedingsleiding 47 en dit in de zandbodem 42 spuit, waardoor de pijpleiding 6 zichzelf begraaft, waarbij de genoemde draag-gestellen 44 vanaf het vaartuig 1 naar voren getrokken worden door middel van aan een trek- of sleepplaat 48 verbonden staaldraadka-bels 43 en waarbij de pijpleiding 6 op leirollen 50 beweegt.In Figs. 8, 9 and 10 a fluidizing device, generally indicated by 41, is shown, with which the bottom 42 is loosened for the proper burial of the pipeline 6 by injecting water under high pressure through nozzles 43, to which end a number of supporting frames 44 , which are kept upright by a floating tank 45, are provided with a hydraulically driven sub-water pump 46 / which submersible pump 46 supplies the pressurized water through a supply pipe 47 and injects it into the sandy bottom 42, whereby the pipeline 6 buries itself, whereby the said supporting frames 44 are pulled forward from vessel 1 by means of steel wire cables 43 connected to a pulling or towing plate 48 and wherein the pipeline 6 moves on guide rollers 50.

Voor het leggen van flexibele pijp of kabel 51 is een stoel 52 in het achterschip opgesteld, die voorzien is van een aantal aangedreven rollen 53, welke door hydraulische vijzels 54 opgedrukt kunnen worden zodat de haspel 55, die in deze stoel 52 geplaatst wordt, van zijn zeevast 56 wordt gelicht, waarbij de wielen 53, die de haspel 55 opbeuren, zelf aangedreven worden door een aandrijving 57 zodat deze de kabelhaspel 55 kunnen roteren, zoals in fig. 12 gezien wordt. Met behulp van de scheepskranen kunnen de haspels 55 uitgewisseld worden. De haspels 55 kunnen ook met een (niet weergegeven) bak worden ingevaren.For laying flexible pipe or cable 51, a seat 52 is arranged in the stern, which is provided with a number of driven rollers 53, which can be pressed up by hydraulic jacks 54 so that the reel 55, which is placed in this seat 52, is its sea fastening 56 is lifted, the wheels 53, which raise the reel 55, are themselves driven by a drive 57 so that they can rotate the cable reel 55, as seen in Fig. 12. The reels 55 can be exchanged using the ship's cranes. The reels 55 can also be brought in with a container (not shown).

Tenslotte wordt opgemerkt dat de hier voorgestelde uitvoeringsvoorbeelden louter bij wijze van voorbeeld bedoeld zijn zodat hieraan geen beperkende betekenis gehecht moet worden daar uiteraard nog andere gewijzigde uitvoeringen en varianten mogelijk zijn zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.Finally, it is noted that the exemplary embodiments proposed here are intended purely by way of example, so that no limiting meaning is to be attached thereto, since of course other modified embodiments and variants are possible without departing from the scope of the invention.

Claims

1. Werkwijze voor het uit te voegen pijpsecties samenstellen en onderwater geleiden en installeren van een onderzeese pijpleiding, gekenmerkt door het als pijpenlegger toepassen van een vaartuig (1) dat voorzien is van een ruim (2) en dat door ballasten half-afzinkbaar is zodat het ruim zover onderwater komt te staan dat een pijpen (5) aanvoerende bevoorradingslichter (4) het ruim invaren kan en dan na het lenzen van de ballast zeevast komt te staan in het ruim en direct in de pijpenstraat (14) gelost kan worden.Method for assembling pipe sections to be added and guiding underwater and installing an undersea pipeline, characterized by using as a pipelayer a vessel (1) provided with a hold (2) and which is semi-submersible by ballasting so that the hold will be submerged so far that a supply barge (4) leading into the hold can enter the hold and then, after the ballast lenses have been contacted, it will stand sea-safe in the hold and be discharged directly into the pipe line (14).

2. Maritieme installatie voor het ten uitvoer brengen van de hier voorgestelde werkwijze, waarbij het daarbij gebruikte vaartuig (1) voorzien is van een zich naar achter tot aan een hekpoort (3) uitstrekkend lang ruim (2), dat door het openen van de hekpoort en het half-afzinken daarvan voor een lichter (4) toegankelijk wordt.Maritime installation for carrying out the method proposed here, in which the vessel (1) used therein is provided with a long hold (2) extending rearwardly to a gate gate (3), which is opened by opening the gate gate and its semi-immersion for a lighter (4) becomes accessible.

3. Inrichting volgens conclusie 2, gekenmerkt doordat het genoemde vaartuig bestaat uit een dokschip (1), dat voorzien is van een zich in dwarsrichting tussen de dokwanden (9) en in langsrichting vanaf het bakschot tot aan de hekpoort uitstrekkend, groot, onbelemmerd ruim (2), waarin door de geopende hekpoort lichters (4) nat geladen en gelost kunnen worden.Device according to claim 2, characterized in that said vessel consists of a docking vessel (1), which is provided with a large unobstructed space extending transversely between the dock walls (9) and longitudinally from the baking bulkhead to the stern gate. (2), in which barges (4) can be loaded and unloaded wet through the opened gate.

4. Inrichting volgens conclusie 2 of 3, gekenmerkt doordat het vaartuig (1) is voorzien van tenminste één buitenboord uitstekende uithouder (7) waaraan het buiteneinde van een pijpgeleiding (15) in het bijzonder aan een slinger- of stampbewe-gingcompensatietakel (21) te hangen is.Device according to claim 2 or 3, characterized in that the vessel (1) is provided with at least one outboard projecting jib (7) to which the outer end of a pipe guide (15), in particular on a swing or pitch movement compensation hoist (21). to hang.

5. Inrichting volgens conclusie 4, gekenmerkt doordat het takel (21), waardoor de pijpgeleiding (15) wordt opgehouden, wordt bediend vanaf een liertrommel, die een constante spanning op de hangdraden uitoefent.Device according to claim 4, characterized in that the hoist (21), by which the pipe guide (15) is held up, is operated from a winch drum, which exerts a constant tension on the hanging wires.

6. Inrichting volgens conclusie 5, gekenmerkt door een dokschip (1) dat voorzien is van lange staarteinden (7) aan stuurboord en aan bakboord in het verlengde van de beide gangboorden (8) bovenop de dubbele dokboordwanden (9), aan welke staarteinden de genoemde pijpgeleiding (15) getakeld kan worden.Device according to claim 5, characterized by a docking vessel (1) provided with long tail ends (7) on the starboard and on the port side in line with the two gangways (8) on top of the double dockside walls (9), at which tail ends the said pipe guide (15) can be hoisted.

7. Inrichting volgens een van de conclusies 2 t/m 6, gekenmerkt doordat de kranen (24) voor het behandelen van de pijpen (5) zijn voorzien van een de slingering compenserende in-schering (25).Device according to any one of claims 2 to 6, characterized in that the taps (24) for treating the pipes (5) are provided with a wobble-compensating warp (25).

8. Inrichting volgens conclusie 7, gekenmerkt doordat het hijstakel (25) uitgevoerd is met vier hijsdraden die gescheerd zijn naar de hoeken van een rechthoekig takelgestel (26) en vandaar naar de beide einden van een hangerbalk (27), die een pijp (5) bij de einden opvat, waarbij alle vier de hijsdraden naar een aparte trommel van de hijslier lopen.Device according to claim 7, characterized in that the hoist link (25) is provided with four hoist wires sheared towards the corners of a rectangular hoist frame (26) and from there to both ends of a hanger beam (27), which includes a pipe (5 ) at the ends, with all four lifting wires running to a separate drum from the lifting winch.

9. Inrichting volgens een van de conclusies 2 t/m 8, gekenmerkt door een schip, in het bijzonder een dokschip (1), dat langszij uitgerust is met een lange sponson, d.w.z. uitbouw (12), met een vlak horizontaal bovenoppervlak (13), waarop de pijpenstraat (14) geïnstalleerd wordt.Device according to any one of claims 2 to 8, characterized by a ship, in particular a docking vessel (1), which is fitted on the side with a long sponson, ie extension (12), with a flat horizontal top surface (13 ), on which the pipeline (14) is installed.

10. Inrichting volgens een van de conclusies 2 t/m 9, gekenmerkt doordat de pijpenstraat (14) bestaat uit achtereenvolgens een opstel- en uitrichtstation (16), waar de pijpen (5) uit de bevoorradingslichter (4) gelost worden, een smeedlasstation (17), waar de pijpsecties (5) gevoegd worden, en een bekledingsta-tion (18), waar de leggen pijpleiding (6) van een beschermend overtrek voorzien wordt, met tussen deze stations (16-18) de nodige pijpsteunen (19) en spaninrichtingen (20) voor het rechttrekken van de pijpleiding, en dan bereikt de gefabriceerde leiding de pijpgeleiding (15).Device according to any one of claims 2 to 9, characterized in that the pipeline (14) consists successively of an installation and alignment station (16), where the pipes (5) are unloaded from the feeder (4), a forging welding station (17), where the pipe sections (5) are joined, and a covering station (18), where the laying pipeline (6) is provided with a protective cover, with the necessary pipe supports (19) between these stations (16-18) ) and tensioning devices (20) for straightening the pipeline, and then the fabricated pipe reaches the pipe guide (15).

11. Inrichting volgens een van de conclusies 2 t/m 10, gekenmerkt doordat het smeedlasstation (17) in de pijpenstraat (14) geïnstalleerd is op een beweegbaar platform (28) dat op rollen en wielen verplaatsbaar is en bij het telkens verder bewegen van het vaartuig (1) een slag heen en weer (32) uitvoert ten opzichte van het vaartuig.Device according to any one of claims 2 to 10, characterized in that the forging welding station (17) is installed in the pipeline (14) on a movable platform (28) which is movable on rollers and wheels and when moving continuously the vessel (1) makes a back and forth stroke (32) with respect to the vessel.

12. Inrichting volgens conclusie 10, gekenmerkt doordat aan het pijplasplatform (28) een lier (29) verbonden is, die trekkracht uitoefent op een meerdraad (30) naar een anker (31).Device according to claim 10, characterized in that a winch (29) is connected to the pipe welding platform (28), which exerts tensile force on a mooring wire (30) towards an anchor (31).

13. Inrichting volgens conclusie 11, gekenmerkt: doordat door de pijp (6) wordt behandeld met een continue draaiende band (34) die de pijp klemt en transporteert.Device according to claim 11, characterized in that the pipe (6) is treated with a continuously rotating belt (34) which clamps and transports the pipe.

14. Inrichting volgens conclusie 11, gekenmerkt doordat de pijp (5) wordt behandeld met een kleminrichting (35) op het bewegende platform (28) en een kleminrichting (36) die vastzit aan het vaartuig (1) ter plaatse van de pijpgeleiding (15) waarlangs de pijpleiding (6) van het vaartuig afloopt.Device according to claim 11, characterized in that the pipe (5) is treated with a clamping device (35) on the moving platform (28) and a clamping device (36) attached to the vessel (1) at the location of the pipe guide (15) ) along which the vessel's pipeline (6) runs.

15. Inrichting volgens een van de conclusies 11 t/m 14, gekenmerkt door het koppelen van een beweegbare golf compensator voor het pijplasplatform (28) aan de ankerlier (29), dit gehele systeem geïsoleerd kan worden van de langsbeweging van het vaartuig (1).Device according to any one of claims 11 to 14, characterized by coupling a movable wave compensator for the pipe welding platform (28) to the anchor winch (29), this entire system can be isolated from the longitudinal movement of the vessel (1 ).

16. Inrichting volgens conclusie 14 of 15, gekenmerkt doordat een als ladderboom uitgevoerde pijpgeleiding (15) of een pijpgeleidearm (38) draaibaar opgelegd is op het vaartuig (1).Device according to claim 14 or 15, characterized in that a pipe guide (15) designed as a ladder beam or a pipe guide arm (38) is rotatably mounted on the vessel (1).

17. Inrichting volgens een van de conclusies 2 t/m 16, gekenmerkt doordat het klemmen van de pijp (5) met opblaasbare luchtzakken (40) gebeurt.Device according to any one of claims 2 to 16, characterized in that the pipe (5) is clamped with inflatable air bags (40).

18. Werkwijze voor het installeren van onderzeese pijpleidingen, gekenmerkt doordat voor het begraven van de pijpleidingen (6) tegelijkertijd met het leggen de bodem (42) ge-fluidiseerd wordt door het onder hoge druk injecteren van water, waartoe een aantal draaggestellen (44), die overeind worden gehouden door een drijftank (45), worden voorzien van een hydraulisch aangedreven onderwaterpomp (46), welke onderwaterpomp het water onder druk toevoert en dit in de zandbodem spuit, waardoor de pijpleiding zichzelf begraaft, waarbij de genoemde draaggestellen vanaf het vaartuig (1) naar voren getrokken worden.Method of installing subsea pipelines, characterized in that prior to burial of the pipelines (6) the bottom (42) is fluidized simultaneously with the laying by injecting water under high pressure, including a number of support frames (44) , which are kept upright by a floating tank (45), are provided with a hydraulically driven submersible pump (46), which submersible pump supplies the pressurized water and sprays it into the sandy bottom, whereby the pipeline buries itself, said carriers from the vessel (1) pulled forward.

19. Inrichting volgens een van de conclusies 2 t/m 17 of voor toepassing bij de werkwijze volgens conclusie 18, gekenmerkt doordat voor het leggen van flexibele pijp of kabel (51) een stoel (52) in het achterschip opgesteld, die voorzien is van een aantal aangedreven rollen (53), welke hydraulisch ppgedrukt kunnen worden zodat de haspel (55), die in deze stoel geplaatst wordt, van zijn zeevast (56) wordt gelicht, waarbij de wielen, die de haspel opbeuren, zelf aangedreven zijn zodat deze de kabelhaspel kunnen roteren.Device according to any one of claims 2 to 17 or for use in the method according to claim 18, characterized in that a chair (52) is provided in the stern, for laying flexible pipe or cable (51) a plurality of driven rollers (53), which can be hydraulically pressed so that the reel (55) placed in this seat is lifted from its sea fastener (56), the wheels that lift the reel self-propelled so that they the cable reel can rotate.

20. Werkwijze, in hoofdzaak zoals voorgesteld in de beschrijving en/of tekeningen.20. Method substantially as suggested in the description and / or drawings.

21. Inrichting, in hoofdzaak zoals voorgesteld in de beschrijving en/of tekeningen.21. Device substantially as suggested in the description and / or drawings.