NL8802240A

NL8802240A - Schoeninlegzool.

Info

Publication number: NL8802240A
Application number: NL8802240A
Authority: NL
Original assignee: Engros Schuhhaus Ag
Priority date: 1987-10-15
Filing date: 1988-09-13
Publication date: 1989-05-01
Also published as: DE3734950A1; AT401459B; FR2621788B1; ATA230288A; CH677064A5; LU87343A1; NL193815C; BE1003454A3; NL193815B; FR2621788A1

Description

-1- 27777/Vk/tj h *

Korte aanduiding: Schoeninlegzool.

De uitvinding heeft betrekking op een schoeninlegzool met een tegen de voet liggende deklaag uit een huid-vriendelijk materiaal, bij-5 voorbeeld leer, en een aan de onderzijde hiervan, hechtend aangebrachte elastische dragerlaag.

Dergelijke schoeninlegzolen zijn bekend. Ze zijn vooral in trek vanwege de huid-vriendelijke, vocht-absorberende eigenschappen.

De doelstelling volgens de uitvinding is het om dergelijke schoen-10 inlegzolen zodanig te verbeteren, dat ze naast de gebruikelijke funktie ook een werkzame ondersteuning van de voet geven tijdens een wegdraaiende beweging, die op basis van de steeds individuele anatomie van de voet zeer variabel kan aflopen.

Deze doelstelling wordt volgens de uitvinding bereikt met een 15 schoeninlegzool volgens de uitvinding, hierdoor gekenmerkt, dat een tussen de deklaag en dragerlaag aangebrachte, zich vanaf het gebied van de hiel tot het midden van de voetzool (deel van de bal van de voet) uitstrekkende, plaatachtige, vormelastische versterkingslaag is aangebracht.

Naast de beoogde verbeterde afzetting van de voet wordt door 20 de versterkingslaag ook een verlenging van de bedrijfsduur van de zool verkregen.

Het verdient de voorkeur dat deze versterkingslaag bestaat uit een elastisch materiaal dat geen vermoeiingsverschijnselen vertoont, in het bijzonder niet comprimeerbaar is. Het kan echter ook uit metaal, in het 25 bijzonder uit staal voor veren bestaan. De orthopedische werking wordt hierdoor bereikt dat het voorste uiteinde van de versterkingslaag zich bevindt in het gebied tussen de bal van de grote teen en de bal van de kleine teen.

In een verdere de voorkeur verdienende uitvoeringsvorm volgens 30 de uitvinding is de schoeninlegzool in het gebied van de hiel verticaal dempend elastisch uitgevoerd, waardoor bij het lopen en bij het sporten in het gebied van het hielbeen een voortreffelijke demping van het stoten wordt bereikt.

Verdere kenmerken van de schoeninlegzool zijn aangegeven in de 35 onderconclusies.

In de tekening is een uitvoeringsvoorbeeld weergegeven volgens de uitvinding. Daarbij is in: .@802240 -2- 27777/Vk/tj fig. 1 een bovenaanzicht aangegeven van de schoeninlegzooL en fig. 2 een gedeeltelijk aanzicht van de schoeninlegzooL langs de lijn 2-2 van fig. 1.

De schoeninlegzooL heeft een bijvoorbeeld uit zacht, huid-vrien-5 de tijk leer bestaande deklaag 10, evenals een aan de onderzijde hechtend aangebrachte elastische, verende dragerlaag 12. Tussen de beide lagen 10, 12 is vanaf het gebied van de hiel tot in het gebied van het midden van de voetzool een buigzame, vlak uitgevoerde versterkingslaag 16 aangebracht.

De voorzijde hiervan strekt zich uit vanaf de bal van de grote teen tot de 10 bal van de kleine teen en eindigt bij 18. De deklaag 10, de dragerlaag 12 en de versterking 16 zijn over het vlak op elkaar gelijmd. De versterkende laag bestaat bijvoorbeeld uit een vormelastisch, niet samendrukbaar materiaal. Hiertoe geschikt zijn bijvoorbeeld een thermoplastische kunststof zoals Plexidur of polyetheen.

15 De dragerlaag 12 bestaat uit een hiertoe geschikte kunststof, in het bijzonder een elastisch verende, samendrukbare latex-schuimrubber-laag met een nauwkeurig gedefinieerde dichtheid. De latexlaag is aan de onderzijde hiervan, ter verhoging van de elasticiteit, voorzien van een profi lering 24.

20 De schoeninlegzooL is in het gebied van de hiel verticaal dem pend elastisch uitgevoerd, hetgeen wordt bereikt door een stoot-dempende inleg 26 vervaardigd uit rubber, die vormbestand in een uitholling 26 van de versterkings- en dragerlaag is ingezet en hiermee aan de onderkant een vlakke afsluiting geeft. De inleg 26 is bij 30 door lijmen verbonden met 25 de deklaag 10.

Zoals duidelijk is uit fig. 1 is de deklaag 10 ten minste in het gebied van de voorkant van de voet, bij voorkeur over het totale randgebied geperforeerd door via stansen aangebrachte gaten 32. Hierdoor wordt zowel een masserende werking bereikt alsook een doorlaatbaarheid voor lucht 30 en vloeistof. Tenslotte geeft de perforering ook een goede verbinding van de door de kleeflaag 30 met elkaar verbonden onderdelen.

De elastische inleg geeft een aangename en orthopedisch gunstige demping van schokken van het hielbeen, in het bijzonder bij sporten, zoals bij het springen of lopen. De beschreven inlegzool geeft naast een aan-35 genaam dragen een goede ondersteunende funktie aan de beenderen, in het bijzonder bij sportaktiviteiten.

.8802240 -3- 27777/Vk/tj

Zodoende wordt volgens de uitvinding een inlegzool verkregen met een orthopedisch werkzame ondersteunende funktie doordat tussen de deklaag (20) en dragerlaag (12) een vanuit het gebied van de hiel tot in het gebied van het midden van de voetzool (18)vlak uitge-5 voerde versterkende laag (16) is aangebracht die bestaat uit een materiaal dat bestand is tegen vermoeiingsverschijnselen, zoals een niet-samendrukbaar, maar vormelastische kunststof. Ter verkrijging van een op-vanging van schokken is verder de inlegzool in het gebied van de hiel (bij 26) dempend elastisch uitgevoerd, hetgeen in het bijzonder bij sportakti-10 viteiten aangenaam en is en een ontziening geeft van het gewricht.

* 880224 0

Claims

1. SchoeninLegzool met een tegen de voet Liggende deklaag uit een huid-vriendelijk materiaal, bijvoorbeeld leer en een aan de onder-5 zijde hiervan hechtend aangebrachte elastische dragerlaag, met het kenmerk, dat een tussen deklaag (10) en dragerlaag (12) aangebrachte, zich in het gebied van de hiel, tot in het gebied van het midden van de voetzool (14) uitstrekkende, plaatachtige, vormelastische versterkingslaag (16) is aangebracht.

2. SchoeninLegzool volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het voorste uiteinde van de versterkingslaag (16) een zich vanaf de bal van de grote teen tot de bal van de kleine teen uitstrekkende begrenzings-lijn vormt.

3. SchoeninLegzool volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, 15 dat de versterkingslaag (16) bestaat uit een tegen vermoeiingsverschijn-selen bestand zijnd, in het bijzonder niet-samendrukbaar, maar elastisch materiaal.

4. SchoeninLegzool volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de versterkingslaag (16) bestaat uit metaal, in het bijzonder staal 20 voor veren.

5. SchoeninLegzool volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de deklaag (10) bestaat uit leer of uit een stof met leren vezels.

6. SchoeninLegzool volgens een van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat de deklaag (10) ten minste in het gebied van de 25 voorvoet aan de rand (bij 32) is geperforeerd.

7. SchoeninLegzool volgens een van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat deklaag (10) een textiel-houdende bovenlaag heeft.

8. SchoeninLegzool volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de dragerlaag (12) een het totale voetzoelengebied afdekkende elastisch 30 verende, maar in wezen samendrukbare Latex-schuimrubberlaag vormt.

9. SchoeninLegzool volgens een van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat de dragerlaag (12) aan de onderzijde (bij 24) is geprofileerd.

10. SchoeninLegzool, in het bijzonder volgens een van de vooraf-35 gaande conclusies, met het kenmerk, dat deze in het gebied van het uiteinde van het hielbeen (bij 26) verticaal dempend, elastisch is uitgevoerd. o 880224 ö -5- 27777/Vk/tj

11. Schoeninlegzool volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat in het gebied van de hiel een schokdempende inleg (26) is aangebracht.

12. Schoeninlegzool volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat de schokdempende inleg (26) is afgedekt door de deklaag (10).

13. Schoeninlegzool volgens conclusie 11 of 12, met het kenmerk, dat de schokdempende inleg (26) is aangebracht tussen de versterkings- en dragerlaag (16, 12).

14. Schoeninlegzool volgens conclusie 11 of 12, met het kenmerk, dat de schokdempende inleg (26) is aangebracht in een uitkeping (28) van 10 de dragerlaag (12) en/of van de versterkingslaag (16).

15. Schoeninlegzool volgens conclusie 14, met het kenmerk, dat de schokdempende inleg (26) met het onderste vlak, de dragerlaag (12) vlak afsluit.

16. Schoeninlegzool volgens een van de voorafgaande conclusies 11 15 tot 15, met het kenmerk, dat de schokdempende inleg (26) in principe bestaat uit een niet-comprimeerbare rubber of siliconenmateriaal. .8802240