NL8801975A - Injection molding machine. - Google Patents

Description

SPUITGIETMACHINEInjection molding machine

De uitvinding betreft een spuitgietmachine ten¬minste omvattende een veelvoud van holmen, waarvan de eindenbevestigd zijn in gestelelementen, waarbij tenminste één derholmen verplaatsbaar is tussen een werkstand en een losstanden waarbij grendelmiddelen aanwezig zijn voor het in de werk¬stand vergrendelen van de verplaatsbare holm.The invention relates to an injection molding machine comprising at least a plurality of hollows, the ends of which are fixed in frame elements, at least one of the hollows being movable between a working position and an unloading positions, wherein locking means are present for locking the movable hollow in the working position.

Een dergelijke spuitgietmachine is bekend uit CH-576829. Daarbij wordt een holm of worden een aantal holmen inaxiale richting uit de omgeving van de matrijs weggeschoven,teneinde omvangrijke spuitgietstukken te kunnen verwijderenen/of om omvangrijke matrijzen te kunnen verwisselen. De hol¬men zijn trekstaven die de hoge spuitgietdrukken opvangen endie een axiaal verplaatsbaar matrijsdeel geleiden. Na eenterugtrekken van de verplaatsbare holm dient deze weer op re¬produceerbare wijze op zijn plaats te worden vastgezet.Such an injection molding machine is known from CH-576829. Thereby, a holm or a number of holms are slid in an axial direction from the surroundings of the mold, in order to be able to remove bulky injection moldings and / or to exchange bulky molds. The cavities are tension rods that absorb the high injection molding pressures and guide an axially movable mold part. After retracting the movable holm, it must be secured in place in a reproducible manner.

Bij de spuitgietmachine volgens CH-576 829 wordende beide einden van de verplaatsbare holm vastgezet door mid¬del van klemstukken met tanden, die van schuine tandflankenzijn voorzien. Daardoor is de positie van de holmeinden nietgoed reproduceerbaar bepaald. De uitvinding heeft ten doel deverplaatsbare holm nauwkeuriger reproduceerbaar in zijn werk¬stand te positioneren. Daartoe is tenminste één der eindenvan de verplaatsbare holm vergrendelbaar door middel van ten¬minste één dwarsgrendel.In the injection molding machine according to CH-576 829, both ends of the movable holm are secured by means of clamping pieces with teeth, which are provided with sloping tooth flanks. As a result, the position of the hollow ends is not properly reproducible. The object of the invention is to position the movable holm in a more reproducible position in its working position. To that end, at least one of the ends of the movable holm can be locked by means of at least one transverse bolt.

Teneinde tijdens de spuitgietprocessen de holm nogbeter gepositioneerd te houden, en aldus trillingen te ver¬mijden, drukt een spanmiddel het einde van de holm in axialerichting tegen de dwarsgrendel.In order to keep the holm even better positioned during the injection molding processes, and thus to avoid vibrations, a clamping means presses the end of the holm in the axial direction against the transverse latch.

Verdere kenmerken van de uitvinding zullen blijkenuit de hiernavolgende beschrijving van een voorkeursuitvoe¬ringsvorm van een spuitgietmachine volgens de uitvinding. In3e tekeningen stellen schematisch voor :Further features of the invention will become apparent from the following description of a preferred embodiment of an injection molding machine according to the invention. In3e drawings schematically represent:

Fig. 1 en 2 een zijaanzicht van een voorkeursuit-voeringsvorm van een spuitgietmachine volgens de uitvinding,waarbij een verplaatsbare holm zich in de werkstand respek-tievelijk de losstand bevindt, > Fig. 3 op grotere schaal detail III.van Fig. 1,Fig. 1 and 2 show a side view of a preferred embodiment of an injection molding machine according to the invention, wherein a movable holm is in the working position and the unloading position, respectively; 3 detail III of FIG. 1,

Fig. 4 op grotere schaal detail IV van Fig. 1,Fig. 4 detail IV of FIG. 1,

Fig. 5 een met Fig. 4 overeenkomend detail in eenandere stand, enFig. 5 a with FIG. 4 corresponding detail in a different position, and

Fig. 6 op groter schaal detail VI van Fig. 5.Fig. 6 detail VI of FIG. 5.

I De in de tekening getoonde voorkeursuitvoeringsvorm van de spuitgietmachine 1 volgens de uitvinding omvat een ge¬stel 2 met twee vaste gestelelementen 3 en 4 die onderlingzijn verbonden door een aantal, bijvoorbeeld vier, holmen 5.Tussen de gestelelementen 3 en 4 bevindt zich een beweeglijkedrager 6 van een matrijsdeel 7. Een ander matrijsdeel 8 wordtgedragen door het gestelelement 3, waarop de toevoer 9 vaneen conventionele spuitgietpers 10 aansluit. Aan het gestel¬element 4 is een open- en sluitmechanisme 11 gelegerd, dataangrijpt op de drager 6 die langs een bed 12 is geleid. Ten¬minste één, doch bij voorkeur elk van de holmen 5 is ver¬plaatsbaar tussen een (in Fig. 2 boven aangegeven) losstand,waarbij omvangrijke matrijsdelen 7 en 8 en/of omvangrijkespuitgietstukken kunnen worden verwijderd; en een (in Fig. 2onder aangegeven) werkstand, waarbij de gestelelementen 3 en4 onderling middels de holmen 5 zijn gekoppeld en waarbij deholmen 5 trekkrachten kunnen opnemen om de spuitgietdruk tekunnen weerstaan. De holmen 5 zijn geleidend opgenomen inschuiflegers 14 van gestelelementen 3 en 4 en van de dra¬ger 6.The preferred embodiment of the injection molding machine 1 according to the invention shown in the drawing comprises a frame 2 with two fixed frame elements 3 and 4 which are interconnected by a number of, for example four, hollows 5. Between the frame elements 3 and 4 there is a movable carrier 6 of a mold part 7. Another mold part 8 is supported by the frame element 3, to which the feed 9 of a conventional injection molding press 10 connects. An opening and closing mechanism 11 is mounted on the frame element 4 and engages data carrier 6 which is guided along a bed 12. At least one, but preferably each of the hollows 5 is movable between an unloading position (indicated above in Fig. 2), whereby bulky mold parts 7 and 8 and / or bulky injection moldings can be removed; and a working position (indicated below in Fig. 2), wherein the frame elements 3 and 4 are mutually coupled by means of the holms 5 and wherein the holmen 5 can absorb tensile forces to withstand the injection molding pressure. The cavities 5 are conductively received insert bearings 14 of frame elements 3 and 4 and of the carrier 6.

Elke verplaatsbare holm heeft aan zijn einde 16 datsamenwerkt met gestelelement 3 een insnoering 17 en een kop18 met dwarsvlakken 19 respektievelijk 20 die loodrecht staanop de langsrichting 21 van de holm 5 (Fig. 3). Aan het ge¬stelelement 3 zijn voor elke verplaatsbare holm 5 grendel middelen 22 bevestigd, omvattende een aantal, bijvoorbeelddrie, over de omtrek verdeelde grendels 24 in de vorm van hy¬draulische huizen, waarin zich telkens een zuiger 25 bevindt.Bij toevoer van vloeistof (of lucht) aan de kamer 27 ver-5 plaatst de grendel 24 zich tot in de grendelstand, waarbijdeze met een dwarsvlak 28 op het dwarsvlak 19 aangrijpt.Each movable holm has at its end 16 which cooperates with frame element 3 a constriction 17 and a head 18 with transverse surfaces 19 and 20 respectively which are perpendicular to the longitudinal direction 21 of the holm 5 (Fig. 3). Latching means 22 are secured to the frame element 3 for each movable holm 5, comprising a number, for example three, circumferentially distributed latches 24 in the form of hydraulic housings, in which a piston 25 is located each time. (or air) on the chamber 27, the latch 24 moves into the latch position, engaging transverse surface 28 with transverse plane 28.

De grendelmiddelen 22 omvatten verder een hydraulische cilin¬der 30, waarvan een zuiger 31 bij toevoer van vloeistof onderdruk aan de kamer 32 met haar aanslagvlak 33 tegen het dwars-) vlak 20 aandrukt en aldus de kop 18 aan het gestelelement 3vastklemt.The locking means 22 further comprise a hydraulic cylinder 30, a piston 31 of which, when liquid is supplied under pressure to the chamber 32, presses its stop surface 33 against the transverse surface 20 and thus clampes the head 18 on the frame element 3.

Bij vloeistoftoevoer aan een ringkamer 34 wordt bij ontlastekamer 32 deze klemming opgeheven en kunnen de grendels 24worden teruggetrokken. De dwarsvlakken 19, 20, 28 en 33 staanloodrecht op de langsrichting 21. Dankzij de koppeling van deholm 5 met deze grendelmiddelen 22 en insnoering 17 ontstaater een flexibeler geheel, hetgeen de levensduur van de holm 5gunstig beïnvloedt.When liquid is supplied to a ring chamber 34, this clamping is released at relief chamber 32 and the latches 24 can be retracted. The transverse surfaces 19, 20, 28 and 33 are perpendicular to the longitudinal direction 21. Thanks to the coupling of deholm 5 with these locking means 22 and constriction 17, a more flexible whole is created, which favorably affects the life of the holm 5.

Het andere einde 40 van de holm 5 is uitgevoerd alseen schroefdraadstuk dat samenwerkt met een schroefbus 41,die middels een sterspiekoppeling 42 samenwerkt met een aan-drijfbus 43 die roterend gelegerd is aan een grendelhuis 44van aan het gestelelement 4 vast verbonden grendelmiddelen45. Deze grendelmiddelen 45 omvatten een veelvoud van doorcilinders 46 aangedreven grendels 47 die elk aangrijpen ineen groef 48 van de schroefbus 41 (Fig. 4). De positie die degroef 48 van de schroefbus 41 in de werkstand inneemt wordtingesteld, doordat dan de aandrijfbus 43 wordt verdraaid mid¬dels een kettingwiel 50, waarbij dan de schroef bus 41 wordtmeeverdraaid teneinde het einde 40 enigszins in pijlrichting54 te verplaatsen.The other end 40 of the holm 5 is designed as a threaded piece which cooperates with a threaded sleeve 41, which interacts via a star spigot coupling 42 with a driving sleeve 43 which is rotatably mounted on a locking housing 44 of locking means 45 fixedly connected to the frame element 4. These locking means 45 comprise a plurality of door cylinders 46 driven locks 47, each of which engages in a groove 48 of the threaded sleeve 41 (Fig. 4). The position occupied by the groove 48 of the threaded sleeve 41 in the working position is set by rotating the drive sleeve 43 by means of a sprocket wheel 50, whereby the screw sleeve 41 is then rotated in order to move the end 40 slightly in the direction of arrow 54.

De spuitgietmachine 1 is zodanig geconstrueerd, datnadat de holm 5 in zijn werkstand is teruggebracht, de gren¬dels 24 in hun grendelstand worden geplaatst en de zuiger 31wordt bekrachtigd, opdat de holm 5 met zijn kop 18 onder tus¬senvoeging van de grendels 24 tegen het gestelelement 3 wordtgedrukt. Daarna worden de grendels 47 in hun grendelstand ge¬plaatst (Fig. 4).The injection molding machine 1 is constructed in such a way that after the holm 5 has been returned to its working position, the latches 24 are placed in their latching position and the piston 31 is actuated, so that the holm 5 with its head 18 is inserted against the latches 24 against the frame element 3 is pressed. Then the latches 47 are placed in their latch position (Fig. 4).

Wanneer de grendelmiddelen 22 en 45 ontgrendeld zijn, kan deholm 5 vanuit het matrijsgebied 60 worden weggeschoven. Daar¬toe is om elke verplaatsbare holm 5 een klem 61 bij de drager6 en een klem 62 bij het gestelelement 4 aanwezig. De klemmen61, 62 zijn zodanig uitgevoerd, dat een goede centrering vande holm 5 gewaarborgd is.When the locking means 22 and 45 are unlocked, the Stockholm 5 can be slid away from the die region 60. For this purpose, a clamp 61 is provided at the carrier 6 and a clamp 62 at the frame element 4 around each movable holm 5. The clamps 61, 62 are designed in such a way that a good centering of the holm 5 is ensured.

Eerst wordt bij ontlaste klem 62 en bekrachtigdeklem 61 de drager 6 middels het mechanisme 11 in richting 54verplaatst, waarbij de holm 5 wordt meegenomen. Daarna wordtdrager 6 in tegengestelde richting verplaatst bij bekrachtig¬de klem 62 en ontlaste klem 61. Deze bewegingen worden even¬tueel herhaald tot de holm 5 in de gewenste losstand ligt.First, with relieved clamp 62 and energized clamp 61, the carrier 6 is moved by means of the mechanism 11 in direction 54, whereby the holm 5 is carried along. Then carrier 6 is moved in opposite direction with energized clamp 62 and relieved clamp 61. These movements are repeated if necessary until the holm 5 is in the desired release position.

Bij het terugtrekken van de holm 5 wordt middels een contra-moer 70 (Pig 6) met ruime schroefdraad 71 voorkomen, dat deschroefbus 41 zich ten opzichte van de holm 5 verdraait, inde grendelstand van de holm 5 wordt de klemmoer 70 tegen eenvlak 73 van het gestelelement 4 aangedrukt en dan komt deschroefdraad 71 niet in contact met de schroefdraad 75 vanhet einde 40. Zodra echter de holm 5 enigszins uit zijn werk-stand is geschoven, drukt een door een veer 76 gedreven pen78 de contramoer 70 in contact met de schroefdraad 75 enwordt verdraaiing van de schroefbus 41 voorkomen, opdat ver¬zekerd is,dat tijdens het tot in de werkstand schuiven van deholm 5 de spiekoppeling goed in ingrijping komt.When the holm 5 is withdrawn, the counter nut 70 (Pig 6) with a large screw thread 71 prevents the threaded sleeve 41 from rotating with respect to the holm 5, in the locking position of the holm 5 the clamping nut 70 is pressed against a face 73 of the frame element 4 pressed and then the screw thread 71 does not come into contact with the screw thread 75 of the end 40. However, as soon as the holm 5 has slid out slightly from its working position, a pin 78 driven by a spring 76 presses the lock nut 70 into contact with the screw thread 75 and rotation of the threaded sleeve 41 is prevented, so that it is ensured that the wedge coupling engages properly during the sliding of the Stockholm 5 into the working position.

De vergrendeling en het spannen van de holm 5 iszodanig dat bij het telkens openen en sluiten van de matrijs80 de holm 5 niet hamerend op de gestelelementen 3 en 4 zalwerken. Dit komt de levensduur van de holm 5 en van anderemachineonderdelen ten goede. De grendelmiddelen 22 en 45 zijncompact te construeren.The locking and tensioning of the holm 5 is such that when the mold 80 is opened and closed each time the holm 5 will not hammer on the frame elements 3 and 4. This improves the service life of the holm 5 and other machine parts. The locking means 22 and 45 are compact to construct.

Het instellen van de holmen 5 kan tegelijkertijd enuniform geschieden met een gemeenschappelijke ketting 81, diealle kettingwielen 50 aandrijft.Adjustment of the cavities 5 can be done simultaneously and uniformly with a common chain 81 driving all sprockets 50.

Verdraaiing van elke holm 5 wordt voorkomen middelspennen 82, 83 die de holm 5 vasthouden ten opzichte van dezuiger 31 respectievelijk ten opzichte van een deksel 84.Twisting of each holm 5 is prevented by means of pins 82, 83 which hold the holm 5 with respect to the piston 31 and with respect to a cover 84, respectively.

Claims (5)

1. Spuitgietmachine (1) tenminste omvattende eenveelvoud van holmen (5), waarvan de einden (16,40) bevestigdzijn in gestelelementen (3,4), waarbij tenminste één der hol¬men (5) verplaatsbaar is tussen een werkstand en een losstand5 en waarbij grendelmiddelen (22,45) aanwezig zijn voor het inde werkstand vergrendelen van de verplaatsbare holm (5), methet kenmerk dat tenminste één der einden (16) van de ver¬plaatsbare holm (5) vergrendelbaar is door middel van ten¬minste één dwarsgrendel (24).An injection molding machine (1) comprising at least a plurality of hollows (5), the ends (16, 40) of which are fixed in frame elements (3,4), at least one of the hollows (5) being movable between a working position and an unloading position5 and wherein locking means (22, 45) are provided for locking the movable holm (5) in the working position, characterized in that at least one of the ends (16) of the movable holm (5) is lockable by means of at least one transverse latch (24). ) 2. Spuitgietmachine (1) volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de grendelmiddelen (22) voorzien zijn vanspanmiddelen (30,31) die het einde (16) van de holm (5) inaxiale richting tegen de dwarsgrendel (24) aandrukt.Injection molding machine (1) according to claim 1, characterized in that the locking means (22) are provided with clamping means (30,31) which press the end (16) of the holm (5) in axial direction against the transverse lock (24). 3. Spuitgietmachine (1) volgens conclusie 1 of 2,met het kenmerk dat de verplaatsbare holm (5) tenminste éénschroefeinde (40) heeft, dat samenwerkt met een schroefbus(41), dat de schroefbus (41) middels een axiale schuifspie-koppeling (42) aangrijpt op een van aandrijfmiddelen (50)voorziene aandrijfbus (43).Injection molding machine (1) according to claim 1 or 2, characterized in that the movable holm (5) has at least one screw end (40), which cooperates with a screw sleeve (41), the screw sleeve (41) by means of an axial sliding key coupling (42) engages a drive sleeve (43) provided with drive means (50). 4. Spuitgietmachine (1) volgens een van de voor¬gaande conclusies, met het kenmerk dat de schroefbus (41)voorzien is van een contramoer (70), die ongecontroleerdeverdraaiing van de schroefbus (41) voorkomt.Injection molding machine (1) according to any one of the preceding claims, characterized in that the screw sleeve (41) is provided with a lock nut (70), which prevents uncontrolled rotation of the screw sleeve (41). 5. Spuitgietmachine 1 volgens een van de voorgaandeconclusies, met het kenmerk dat de holm 5 een ringvormige in¬snoering (17) voor het opnemen van een veelvoud van grendels(24) heeft.Injection molding machine 1 according to any one of the preceding claims, characterized in that the holm 5 has an annular constriction (17) for receiving a plurality of latches (24).