NL8801660A - Buisreactor, in het bijzonder voor de hoge temperatuurontsluiting, van boehmit en diaspoor bevattende bauxietsoorten, bestaande uit een ontsluitingsdeel, een verblijftijd- en koeltraject. - Google Patents

Description

9 J ^ N.0. 35263 1 ^

Buisreactor, In het bijzonder voor de hoge temperatuurontsluiting van boehmit en diaspoor bevattende bauxietsoorten, bestaande uit een ont- sluitinqsdeel„ een verblijftijd- en koeltraject.__ 5 Een buisreactor van het hierboven genoemde soort is uit DE-B-1.937.392 bekend. In deze reactor kunnen alle mineralen en ertssoorten die in de passende reagentia oplosbare bestanddelen bevatten, in het bijzonder bauxiet met natronloog opgelost worden.

Bij het bedrijf van een buisreactor van het hierboven genoemde 10 soort kunnen afzettingen in de buis ontstaan, die het verder oplossen belemmeren. Het belemmeren omvat in hoofdzaak dat door de opgroeiende afzettingen een ruw oppervlak bij de binnenwand van de buisreactor ontstaat. Door de optredende dwarsdoorsnedevernauwing neemt de stroomsnelheid van de opgeloste suspensie in aanzienlijke mate toe. Dit leidt er-15 in buitensporige gevallen toe dat de afzettingen de diameter van de buisreactor zo aanzienlijk vernauwen, dat economische bedrijfswijze niet meer mogelijk is.

Het is het doel van de onderhavige uitvinding een buisreactor in het bijzonder voor bedrijf met boehmit en diaspoor bevattende bauxiet-20 soorten te ontwikkelen, die ondanks aanzienlijk gevaar van de afzettingen eveneens bij temperaturen van 200 tot 300°C gewaarborgd bedreven kan worden.

Dit doel wordt volgens de uitvinding verwezenlijkt doordat de buisreactor in het verblijftraject bestaat uit een mantelbuis met af-25 zonderlijk geleide binnenhuis, waarbij de beide buizen bij een buisein-de vast verbonden zijn en bij het andere buiseinde beweegbaar met elkaar verbonden zijn.

De buisreactor kan in het bijzonder voor het bij hoge temperatuur oplossen van bohmit en diaspoor bevattende bauxietsoorten gebruikt wor-30 den maar in het principe voor nat, zuur, alkalisch of neutraal oplossen van mineralen of ertssoorten, die in de passende reagentia oplosbare bestanddelen omvatten.

Hieronder wordt de uitvinding aan de hand van een uitvoeringsvoorbeeld nader verduidelijkt. Een deel van de buisreactor is in fig. 1 in 35 langsdoorsnede in het gebied van het verb!ijftijdtraject afgebeeld. In fig. 2 is een detail van het in de stromingsrichting benedeneinde van een buisdeel in het verb!ijftijdtraject getoond.

Een tot afzetting neigend buisdeel A is tussen de aansluitdelen B en C begrensd door flenzen 6, 7. Dit bestaat uit een mantelbuis I met 40 afzonderlijk geleide binnenbuis 2, waarbij de beweegbare verbinding uit ,8801660 ï $ . ' 2 een compensator 3 bestaat, die naar de aansluiting B toe met vlakken gel ijk liggend afsluit» Bij het andere einde zijn mantel buis 1 en binnenhuis 2 in een V-flens gelast.

Bij bedrijfsonderhoud kan het buisdeel A in korte tijd van de , 5 flenzen 6, 7 gescheiden worden en door een nieuw buisdeel vervangen worden. Bij het oude buisdeel wordt de binnenbuis 2 uit de mantel buis losgenomen en door een nieuw vervangen. Op deze wijze zijn afzettingen gemakkelijk en snel uit het buisdeel A te verwijderen.

In fig. 2 is de mantelbuis 1 met de binnenbuis 2 verbonden via een 10 compensator 3. De compensator 3 bestaat uit een gegolfde buis, waarvan de golfhoogte H 20 tot 25 nm bedraagt en waarvan de insnoering d 15 mm in het inwendige van de binnenbuis 2 naar binnen steekt. De einden van de compensator 3 zijn steeds met een lasnaad 8, 9 met de mantel buis 1 resp. de binnenbuis 2 verbonden.

15 Volgens de onderhavige uitvinding is de binnenbuis als drager voor afzettingen uitgevoerd. De compensator moet eveneens bij hoge temperaturen langscompensatie tussen binnenbuis 2 en mantel buis 1 waarborgen.

Om de functie van de compensator 3 gedurende een zolang mogelijke tijd in stand te kunnen houden, moet het groeien van afzettingen in het ge-20 bied van de compensator 3 teruggedrongen worden. Dit vindt op van voordeel zijnde wijze plaats door de bijzondere uitvoering van de compensator, die in het inwendige van de buis een zekere omvang naar binnen steekt en daardoor voor verminderde vorming van afzettingen in dit gebied zorg draagt. Het gebruik van de stappen volgens de uitvinding bij 25 het bemeten van de compensator waarborgt optimale bedrijfswijze van de buisreactor. .

.8801660

Claims (7)

1. Buisreactor, in het bijzonder voor het bij hoge temperatuur oplossen van boehmiet- en diaspoor bevattende bauxietsoorten, bestaande 5 uit een oplosdeel, een verblijftijd en koel traject, met het kenmerk, dat de buisreactor in het verbl ijfti jdtraject bestaat uit een mantel-buis (1) met afzonderlijk geleide binnenbuis (2) en de beide buizen bij een buiseinde vast met elkaar verbonden zijn en bij het andere bui seinde beweegbaar met elkaar verbonden zijn.

2. Buisreactor volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat tussen beide buizen een spleet aanwezig is, die tussen 0,01 en 0,02 D, betrokken op de uitwendige diameter van de mantel diameter, ligt.

3. Buisreactor volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de beweegbare verbinding tussen de mantelbuis (1) en de 15 binnenbuis (2) uit een compensator (3) bestaat, die in de stromings-richting van de suspensie bij de buisuitgang aangebracht is.

4. Buisreactor volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de compensator (3) uit een gegolfde buis bestaat, waarvan de golfhoogte 3 tot 5% van de nominale diameter van de buisreactor be- 20 draagt.

5. Buisreactor volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de compensator (3) ongeveer 2 tot 10¾ van de nominale diameter in het inwendige van de inwendige buis (2) naar binnen steekt.

6. Buisreactor volgens een van de voorgaande conclusies, met het 25 kenmerk, dat de buisreactor in het verb!ijftijdtraject uit verscheidene buisde!en bestaat, die via flenzen met elkaar verbonden zijn en dat de binnenbuis (2) in het onderhavige buisdeel beweegbaar met het in de stroomrichting benedenflensdeel verbonden is via een compensator (3), terwijl de verbinding met de in stroomrichting bovenste flens via een 30 lasnaad plaatsvindt.

7. Buisreactor volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat een lengte van de compensator (3) tussen 0,5 en 1,0¾ van het onderhavige buisdeel bedraagt. ++++++++++ .8801060