NL8800329A - Doos voor compact discs. - Google Patents

Description

τ i.

i '» VO 1019

Doos voor compact discs.

Normaliter wordt een compact disc in een doos opgeborgen. De gebruikelijke discs vereisen een grote ruimte voor het opbergen op een schap of dergelijke.

Het doel van de uitvinding is te voorzien in een 5 doos voor compact discs, welke niet veel ruimte voor de opslag vereist.

Een doos voor compact discs volgens de uitvinding heeft twee doosdelen, met een aantal onderling samenwerkende bergruimtes, verbindingsmiddelen, welke zijn gevormd aan een 10 rand van de twee doosdelen en voor het verbinden van die doosdelen, zodanig, dat deze geopend en gesloten kunnen worden en klemmen, welke zijn gevormd op de andere rand van elk van de twee doosdelen voor het in de gesloten stand houden van de twee doosdelen en een vulstuk gevormd is in een doos-15 deel.

In het geval van compact discs volgens de uitvinding is een aantal opbergruimtes in een doos aanwezig voor compact discs.

Volgens de uitvinding kan een aantal compact discs 20 worden opgeborgen in een doos, welke daartoe bestemd is, zodat ruimte voor het opbergen daarvan, bespaard kan blijven.

Verdere bijzonderheden, voordelen, aspecten, e.d. van de uitvinding blijken uit de navolgende gedetailleerde beschrijving van uitvoeringsvormen daarvan met verwijzing 25 naar de bijgaande tekeningen.

Fig. 1 is een perspectivisch aanzicht van een uitvoeringsvorm volgens de uitvinding; fig. 2 is een dwarsdoorsnedeaanzicht van andere uitsteeksels voor een doos voor compact discs als weergegeven 30 in fig. 1; fig. 3 is een bovenaanzicht van de doos voor compact discs, als weergegeven in fig. 1; fig. 4 is een illustrerend aanzicht van een verbin-dingsorgaan, dat wordt gebruikt voor de doos volgens fig. 1; .8800329 -2- * fig. 5 is een dwarsdoorsnede-aanzicht, wanneer het verbindingsorgaan, weergegeven in fig. 4, bevestigd is aan de doos voor compact discs? fig. 6 is een illustrerend aanzicht van een klem, 5 welke wordt gebruikt voor de doos voor compact discs volgens fig. 1; fig. 7 is een dwarsdoorsnede-aanzicht, dat de toestand aanduidt, wanneer twee doosdelen gesloten zijn door een klem, als weergegeven in fig. 6; 10 fig. 8 is een dwarsdoorsnede-aanzicht van het hoofd gedeelte voor een doos voor compact discs, weergegeven in fig. 1; fig. 9 is een bovenaanzicht van een ander uitvoe-ringsvoorbeeld van een doos voor compact discs, als weer-15 gegeven in fig. 1; fig. 10 is een bovenaanzicht van een ander uitvoe-ringsvoorbeeld van een doos voor compact discs, als weergegeven in fig. 1; fig. 11 is een bovenaanzicht van een gemodificeerd 20 uitvoeringsvoorbeeld van de doos voor compact discs, als weergegeven in fig. 1? fig. 12 is een perspectivisch aanzicht van een andere uitvoeringsvorm van het verbindingsorgaan, als weergegeven in fig. 4; 25 fig. 13 is een perspectivisch aanzicht van een andere uitvoeringsvorm van het verbindingsorgaan, als weergegeven in fig. 4; fig. 14 is een perspectivisch aanzicht van een andere uitvoeringsvorm van het verbindingsorgaan, als weer-30 gegeven in fig. 4; fig. 15 is een perspectivisch aanzicht van nog een andere uitvoeringsvorm van het verbindingsorgaan, als weergegeven in fig. 4; fig. 16 is een perspectivisch aanzicht, dat een 35 ander uitvoeringsvoorbeeld toont van het verbindingsorgaan, als Weergegeven in fig. 4; .8800323 é -3- fig. 17 is een perspectivisch aanzicht van nog een andere uitvoeringsvorm van de klem, als weergegeven in fig. 6; fig. 18 is een perspectivisch aanzicht in geval de 5 doos gesloten is door een klem, als weergegeven in fig. 17; fig. 19 is een perspectivisch aanzicht van een andere uitvoeringsvorm van de klem, als weergegeven in fig. 6.

Fig. 1 is een perspectivisch aanzicht, dat een uitvoeringsvorm volgens de onderhavige uitvinding toont.

10 Een doos voor compact discs 10 omvat twee doosdelen 12a en 12b. Deze doosdelen 12a en 12b zijn bij voorkeur vervaardigd uit transparante kunststof, zodat voorwerpen, welke daar binnen zijn verpakt, van buiten af zichtbaar Zijn.

Vier rechthoekige verdiepte delen 22a, 22b, 22c en 22d zijn 15 binnen het doosdeel 12a gevormd. Eveneens zijn vier rechthoekige, verdiepte delen 23a, 23b, 23c en 23d gevormd binnen het doosdeel 12b.

Door het sluiten van de doosdelen 12a en 12b worden dus vier opbergruimtes 24a, 24b, 24c en 24d gevormd in samen-20 werking met de verdiepte gedeeltes 22a en 23a, de verdiepte gedeeltes 22b en 23b, de verdiepte gedeeltes 22c en 23c en de verdiepte gedeeltes 22d en 23d.

Compact discs, e.d. worden, bijvoorbeeld in hun normale hoes, opgenomen in deze vier bergruimtes 24a-24d.

25 Bovendien zijn vier rechthoekige, plaatvormige uit steeksels 16 aan elke zijde van de verdiepte gedeeltes 22a-22d van het doosdeel 12a en de verdiepte gedeeltes 23a-23d van het doosdeel 12b gevormd en de compact discs, welke bijvoorbeeld gebracht zijn in hun normale hoes, worden dan 30 opgeborgen in de bergruimtes 24a-24d en worden door deze uitsteeksels 13 vastgehouden, zodat zij niet kunnen verschuiven.

Bovendien zijn bij de uitvoeringsvorm volgens fig. 1 versnijdingen gevormd tussen de zijwanden van de verdiepte 35 gedeeltes 22a-22d en de verdiepte gedeeltes 23a-23d en de zijwanden van de verdiepingen 13, doch, zoals blijkt uit .8800329 * ί.

-4- fig. 2, kunnen de verdiepte gedeeltes 22a-22d en de verdiepte gedeeltes 23a-23d en de uitsteeksels 13' gevormd zijn zonder de vorming van versnijdingen daartussen. Verschuiven van de compact discs ten opzichte van de uitvoeringsvorm 5 volgens fig. 1 kan worden verminderd.

Zoals blijkt uit fig. 3 is voorts een vulstuk 14 gevormd, zodanig dat dit buiten de bergruimtes 24a-24d uitsteekt. Kaartvakken 25a, 25b, 25c en 25d zijn in dit vulstuk 14 gevormd. De kaartvakken 25a-25d zijn langs één rand 10 van het doosdeel 12a gevormd. Insteekopeningen 26, welke in verbinding staan met de kaartvakken 25a-25d, zijn gevormd aan de binnenzijde van het doosdeel 12a. Een kaart kan dan b.v. door de insteekopening 26 worden ingevoegd. De titel van de inhoud van de opname op de compact disc kan dan op 15 deze kaart worden geschreven. De titel of dergelijke, aangebracht op de kaart kan dan vanaf het vlak van de doos 10 worden afgelezen. Flexibele en transparante kunststofplaten worden bijvoorbeeld in deze kaartvakken 25a-25d bevestigd, waardoor de kaarten verhinderd worden te verkleuren. Deze 20 kaartvakken 25a-25d zijn ook gevormd in het doosdeel 12b.

Aan de buitenzijde van het doosdeel 12a zijn uitstekende randen 27a, 27b, 27c en 27d gevormd langs de buitenomtrek van de bergruimtes 24a-24d. De aanwezigheid van deze uitstekende randen 27a-27d kan voorkomen, dat het vlak van de 25 dozen 10 beschadigd wordt, wanneer een aantal dozen 10 op elkaar is gezet.

Zoals blijkt uit fig. 4 zijn verbinöingsorganen 28 gevormd op de andere rand van elk van de doosdelen 12a en 12b. Elk verbindingsorgaan 28 is bijvoorbeeld gevormd uit 30 kunsthars. Het middengedeelte 30 van het verbindingsorgaan 28 is dun uitgevoerd. Het verbindingsorgaan 28 kan dan om het middendeel 30 worden gebogen. Koppeldelen 32a en 32b met een U-vormigè dwarsdoorsnede zijn gevormd aan de beide zijden van het middengedeelte 30 van het verbindingsorgaan 35 28. Binnen de koppeldelen 32a en 32b van het verbindingsorgaan 28 zijn samenwerkende, uitstekende delen 34a en 34b ,8800329 $.

. * -5- gevormd, welke naar binnen toe verder uitsteken.

Koppeldelen 36a en 36b zijn gevormd aan de andere randen van de doosdelen 12a en 12b. De koppeldelen 36a en 36b van de doosdelen 12a en 12b zijn zodanig gevormd, dat 5 zij aangrijpen op koppeldelen 32a en 32b van het verbindings-orgaan 28. In de koppeldelen 36a en 36b zijn koppelorganen 38a en 38b gevormd, welke zich in de langsrichting daarvan uitstrekken. Bij het vormen van deze koppelorganen 38a en 38b worden verdiepte gedeeltes 40a en 40b gevormd, welke 10 samenwerken met de uitstekende koppeldelen 34a en 34b van het verbindingsorgaan 28.

De koppeldelen 32a en 32b van het verbindingsorgaan 28 werken samen met de koppeldelen 36a en 36b van de doosdelen 12a en 12b. Zoals blijkt uit fig. 5 werken de uitste-15 kende koppeldelen 34a en 34b van het verbindingsorgaan 28 dus samen met de verdiepte koppeldelen 40a en 40b van de doosdelen 12a en 12b en aldus wordt het verbindingsorgaan 28 op deze doosdelen 12a en 12b vastgezet.

Het verbindingsorgaan 28 kan op eenvoudige wijze 20 aan de doosdelen 12a en 12b worden bevestigd door samenwerking met de koppeldelen 36a en 36b daarvan.

Klemmen 41 zijn gevormd aan één rand van de doos 10.

Zoals weergegeven in fig. 6 wordt de klem 41 gevormd met een C-vormige dwarsdoorsnede. Dit betekent, dat de klep 41 een 25 groef 42 heeft, welke zodanig is gevormd, dat het inwendige breder is.

Montagedelen 44a en 44b voor het monteren van de klem 41 zijn in de doosdelen 12a en 12b gevormd. Deze montagedelen 44a en 44b zijn zodanig gevormd, dat de top-eind-30 gedeeltes in de richting van de breedte verlopen. De top-eindgedeeltes van deze montagedelen 44a en 44b werken samen met de groef 42 van de klem 41. Hier werkt de helft van het montagedeel 44b in de langsrichting samen met de groef 42 van de klem 41, terwijl de overblijvende helft daarvan ge-35 steund wordt op het montagedeel 44a, en dan samenwerkt met de groef 42 van de klem 41.

.8800323 'in -6-

Volgens fig. 7 liggen de montagedelen 44a en 44b boven elkaar en werken samen met de groef 42 van de klem 41, waardoor de doos 10 in de gesloten stand wordt gehouden.

Zoals weergegeven in fig. 1 is bovendien een beves-5 tigingsuitsteeksel 15a en een bevestigingsgat 16a respectievelijk gevormd in de beide hoeken van het doosdeel 12a en een bevestigingsgat 16b en een bevestigingsuitsteeksel 15b zijn respectievelijk gevormd aan de beide hoeken van het doosdeel 12b, corresponderend met het bevestigings-10 uitsteeksel 15a en het bevestigingsgat 16a en wanneer de doosdelen 12a en 12b gesloten zijn, werken de bevestigings-uitsteeksels 15a en 15b en de bevestigingsgaten 16a en 16b onderling samen om te voorkomen, dat de doosdelen 12a en 12b verschuiven. Voorts is een uitstekend bevestigingsdeel 18a 15 met een boogvormige dwarsdoorsnede gevormd aan de hoek van de omtrek van het kaartvak 25d van het doosdeel 12a en een uitstekend bevestigingsdeel 18b met een boogvormige dwarsdoorsnede is gevormd aan de hoek van de omtrek van het kaartvak 25d van het doosdeel 12b en de uitstekende beves-20 tigingsdelen 18a en 18b maken het dan mogelijk de doosdelen 12a en 12b zonder verschuiven te sluiten.

Deze doos voor compact discs 10 is bijvoorbeeld gevormd met dezelfde afmetingen als die van de hoes voor een L.P. (langspeelplaat). Deze doos voor compact discs 10 met 25 dezelfde afmetingen als die van de hoes van een L.P. kan vier compact discs bevatten, welke aangebracht zijn in hun normale hoes.

Deze doos voor compact discs 10 kan worden bewaard in een schap voor grammofoonplaten tezamen met andere L.P.'s 30 en een speciale plank voor compact discs kan worden gemist. Aangezien voorts elke doos vier compact discs kan bevatten, kan de opslagruimte worden beperkt.

In het bovenbeschreven geval kan een compact disc in elk van de verdiepte gedeeltes 24a-24d worden opgenomen, 35 doch ook twee compact discs kunnen in elk van de verdiepte ruimtes 24a-24d worden opgenomen. In dat geval zijn de ver- .6800329 -7- diepte gedeeltes 23a-23d van elk doosdeel 12b met een grotere diepte uitgevoerd. Dan kunnen twee compact discs in elk van de verdiepte gedeeltes 23a-23d worden opgenomen en de doos 10 worden gesloten, zodat dus acht compact discs 5 in de doos 10 kunnen worden opgeborgen.

Voorts kan één compact disc worden opgenomen in elk van de verdiepte gedeeltes 22a-22d en de verdiepte gedeeltes 23a-23d.

In dat geval is, zoals blijkt uit fig. 8, een ander 10 uitsteeksel 54 in de zijwand van het uitsteeksel 52 gevormd. Deze uitsteeksels 54 verhinderen, dat opgeborgen compact discs uit het verdiepte gedeelte 58a vallen, wanneer de doosdelen 56a schuin staan. Deze acht compact discs kunnen in een doos 50 worden opgeborgen.

15 Zoals fig. 9 toont kan ook een handgreep 62 in plaats van kaartvakken 25a-25d in het vulstuk 14 zijn gevormd. Voor de vorming van een handgreep 62, zijn langwerpige draagopeningen 68 in de vulstukken van de doosdelen 64a en 64b aangebracht. De doos 60 kan gemakkelijk worden 20 gedragen door de hand in deze openingen 68 te steken. De doos 60 heeft bergruimtes 70a-70d, verbindingsorganen 28 en klemmen 41.

Voorts kan de handgreep 84 en de kaartvakken 86a-86d gelijktijdig in het vulstuk 82 worden gevormd. In dat geval 25 zijn, zoals bijvoorbeeld in fig. 10 getoond, de kaartvakken 86a-86d aan beide zijden van de handgreep 84 aangebracht.

De doos 80 heeft verzamelruimtes 88a-88d, verbindingsorganen 90, klemmen 92 en draagopeningen 94.

In de bovenbeschreven uitvoeringsvorm zijn vier op-30 bergruimtes 24a-24d gevormd, doch, zoals fig. 11 toont, kunnen ook twee opbergruimtes 102a en 102b worden gevormd. Onnodig te zeggen, dat twee compact discs opgenomen kunnen worden in elk van de opbergruimtes 102a en 102b. De doos 100 heeft een stel doosdelen 104, een verbindingsorgaan 106 35 en een klem 108.

Zoals fig. 12 toont, dienen als verbindingsorgaan 118, cilindrisch uitstekende delen 114a en 114b, welke zijn ,880 0329 -8- gevormd in de doosdelen 112a en 112b. De twee dooshelften 112a en 112b zijn met elkaar verbonden door het invoegen van een as 116 in de uitstekende delen 114a en 114b. De doos 110 kan derhalve worden geopend of gesloten met de as 116 5 als draaipunt.

Zoals uit fig. 13 blijkt/ kan het verbindingsorgaan 28 een dwarsdoorsnede hebben in de vorm van een trapezium.

In het midden van het bodemvlak van dit verbindingsorgaan 122 is een buiggroef 124 gevormd, welke zich uitstrekt van 10 het ene schuine zijvlak tot het andere. Het middendeel van het verbindingsorgaan 122 is dun uitgevoerd en dit orgaan 122 kan dan in het middengedeelte worden gebogen. In het bodemvlak van het verbindingsorgaan 122 zijn twee rechthoekige verdiepte koppeldelen 126a en 126b gevormd met de 15 buiggroef 124 daartussen liggend.

De koppeldelen 130a en 130b van de doosdelen 128a en 128b zijn zodanig gevormd, dat de breedte naar voren toe iets groter wordt vanaf de binnenzijde van het vlak. De koppeldelen 130a en 130b kunnen samenwerken met het verbin-20 dingsorgaan 122, dat een dwarsdoorsnede heeft in de vorm van een trapezium. De uitstekende koppeldelen 132a en 132b liggen in het midden van de koppeldelen 130a en 130b. De uitstekende koppeldelen 132a en 132b steken naar voren toe steeds meer uit gerekend Vanaf het ene einde naar het andere. 25 Dit betekent, dat de uitstekende koppeldelen 132a en 132b een driehoekige dwarsdoorsnede hebben.

Deze koppeldelen 130a en 130b werken samen met het verbindingsorgaan 122. De uitstekende koppeldelen 132a en 132b van de doosdelen 128a en 128b werken respectievelijk 30 samen met de verdiepte koppeldelen 126a en 126b van het verbindingsorgaan 122. Dit betekent, dat het verbindingsorgaan 122 samenwerkt met de koppeldelen 130a en 130b en de verdiepte koppeldelen 126a en 126b werken samen met de uitstekende koppeldelen 132a en 132b, waarbij het verbindings-35 orgaan 122 aan de doosdelen 128a en 128b is bevestigd.

.&80032S

) * k- -9-

Zoals blijkt uit fig. 14 is het voorts ook mogelijk de uitstekende koppeldelen 144a en 144b in het verbindings-orgaan 142 aan te brengen en de verdiepte koppeldelen 148a en 148b in elk van de doosdelen 146a en 146b.

5 Het verbindingsorgaan 142 kan in dit geval eveneens een dwarsdoorsnede hebben in de vorm van een trapezium en de doosdelen 146a en 146b, en de koppeldelen 150a en 150b hebben een zodanige vorm, dat zij kunnen samenwerken met het verbindingsorgaan 142.

10 Het verbindingsorgaan 142 werkt samen met de koppel delen 150a en 150b en de uitstekende koppeldelen 144a en 144b werken samen met de verdiepte koppeldelen 148a en 148b.

Op deze wijze wordt het verbindingsorgaan 142 aan de doosdelen 146a en 146b bevestigd.

15 Zoals blijkt uit fig. 15 is voorts een aantal uit steeksels 164 aangebracht op het verbindingsorgaan 162.

De top van dit uitstekende deel 164 heeft een buitendiameter, welke groter is dan die van het bodemgedeelte daarvan. In de koppeldelen 168a en 168b van de doosdelen 166a 20 en 166b zijn opneemopeningen 170 aanwezig als verdiepte koppeldelen, welke stroken met de breedte van het bodemgedeelte van de uitstekende koppeldelen 164. De uitstekende koppeldelen 164 werken samen met de koppelopeningen 170, waarbij het verbindingsorgaan 162 verbonden kan worden met de 25 doosdelen 166a en 166b. In dat geval is de buitendiameter van de top van het uitstekende deel 164 groter en derhalve kan het verbindingsorgaan 162 nimmer buiten de doosdelen 166a en 166b uitsteken.

Fig. 16 toont een perspectivisch aanzicht van een 30 ander uitvoeringsvoorbeeld van het verbindingsorgaan, weergegeven in fig. 4. Vergeleken met het verbindingsorgaan volgens fig. 4 zijn in het verbindingsorgaan 172 de uitstekende delen 34a en 34b niet gevormd in de koppeldelen 32a en 32b, doch langwerpige koppelopeningen 176 zijn gevormd 35 in de koppeldelen 174a en 174b.

.8800323 -10-

De uitstekende koppeldelen 178 zijn gevormd in de koppeldelen 38a en 38b van de doosdelen 180a en 180b, zodat deze kunnen samenwerken met de opneemopeningen 176. Derhalve is het niet vereist, dat de uitstekende koppeldelen 34a en 5 34b, als weergegeven in fig. 4, samenwerken met de koppel delen 182a en 182b, zodat de verdiepte gedeeltes 40a en 40b daar niet in aanwezig zijn.

In plaats van de bovenbeschreven klem 41, als weergegeven in fig. 17, kan de klem 200 ook voorzien zijn van 10 een eerste klemorgaan 202 en een tweede klemorgaan 204. Het eerste klemorgaan 202 heeft een borst 202a en een cilinder 202b, welke zich vanaf de borst 202a uitstrekt. De buitendiameter van deze cilinder 202b is kleiner uitgevoerd dan de buitendiameter van de borst 202a. Voorts is het tweede 15 klemorgaan 204 uitgevoerd met een borst 204a en een uitstekend bevestigingsdeel 204b, dat zich vanaf deze borst 204a uitstrekt. Het uitstekende bevestigingsdeel 204b heeft de vorm van een steel en de buitendiameter daarvan is zodanig uitgevoerd, dat deze gelijk is aan de binnendiameter van 20 de cilinder 202b van het eerste klemdeel 202.

In het doosdeel 206b is een langwerpige bevestigings-opening 208 aanwezig, waarvan de breedte iets groter is dan de buitendiameter van de cilinder 202b van het eerste stop-orgaan 202. De cilinder 202b van het eerste stoporgaan 202 25 wordt gevoegd in die opening 208. Het uitstekende bevestigingsdeel 204b van het tweede stoporgaan 204 is in deze cilinder 202b vastgezet. De klem 200 wordt dus gevormd door bevestigingsopening 208.

In het doosdeel 206a is een langwerpige bevestigings-30 opening 210 aanwezig in een stand, welke correspondeert met de bevestigingsopening 208.

Een helft van de bevestigingsopening 210 heeft in de langsrichting dezelfde breedte als de bevestigingsopening 208 en de overblijvende helft heeft een iets grotere 35 breedte dan de buitendiameter van de borst 204a. De borst 204a wordt in het gedeelte met een grotere breedte van de .8800328 ί, -11- bevestigingsopening 210 gestoken. De klem 200 wordt dan in langsrichting van de bevestigingsopeningen 208 en 210 verschoven, waarbij de klem 200 bewogen wordt in het smalle gedeelte van de bevestigingsopening 210. Aldus kan, zoals 5 fig. 18 toont, de doos door de klem 200 in de gesloten stand gehouden worden.

Zoals blijkt uit fig. 19 kan de klem 220 zodanig gevormd zijn, dat deze de doosdelen 222a en 222b op elkaar kan houden. In dat geval is de klem 220 bevestigd aan het 10 doosdeel 222b, zodanig, dat deze kan omzwenken. De doosdelen 222a en 222b liggen boven elkaar en worden door de klem 220 bij elkaar gehouden, waarbij deze dan gesloten is.

In de bovenbeschreven uitvoeringsvorm is het ver-bindingsorgaan 28 bovendien bevestigd door koppeling aan 15 de doosdelen 12a en 12b, doch het verbindingsorgaan 28 kan ook uit één stuk bestaan met de doosdelen 12a en 12b. In dat geval is het verbindingsorgaan 28 dun uitgevoerd, zodat dit gebogen kan worden.

Hoewel de uitvinding beschreven en in detail weerge-20 geven is, is het duidelijk, dat een en ander slechts als voorbeeld en illustratief bedoeld is en geen enkele beperking betekent, waarbij het wezen en omvang van de uitvinding slechts beperkt is door de formulering van de conclusies.

.8300328

Claims (5)

1. Doos voor compact discs, bestaande uit twee doosdelen, welke een aantal met elkaar samenwerkende bergruimtes vormen, wanneer deze delen samengevoegd zijn, verbindingsmiddelen, welke gevormd zijn op een rand van een stel 5 doosdelen en dienen voor het verbinden van die twee doosdelen, zodat deze geopend en gesloten kunnen worden en klemmen, welke gevormd zijn op de andere rand van het stel doosdelen en dienen voor het in de gesloten stand houden van die twee doosdelen, waarbij een vulstuk in een doos-10 deel gevormd is.

2. Doos voor compact discs volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de langs- en dwarsafmetingen van die doosdelen op dezelfde wijze bemeten zijn als die van de hoes van een L.P. plaat.

3. Doos voor compact discs volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat uitstekende randen op het vlak van een doosdeel gevormd zijn.

4. Doos voor compact discs Volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat kaartvakken voor de indicatie in het vul- 20 stukdeel van een doosdeel gevormd zijn.

5. Doos voor compact discs volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat een handgreep in het vulstuk van een doosdeel gevormd is. .8800323