NL8800264A

NL8800264A - Inrichting ter bevestiging van een pijpbevestigingsbeugel op een van een langssleuf voorzien kokervormig draagprofiel.

Info

Publication number: NL8800264A
Application number: NL8800264A
Authority: NL
Original assignee: Walraven J Van Bv
Priority date: 1988-02-04
Filing date: 1988-02-04
Publication date: 1989-09-01
Also published as: FR2626942B1; FR2626942A1

Description

P & C 5,

W 575-5 Ned.B/EvF

»*

Korte aanduiding: Inrichting ter bevestiging van een pijpbevestigings-beugel op een van een langssleuf voorzien kokervormig draagprofiel.

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting ter bevestiging van een pijpbevestigingsbeugel op een van een langssleuf voorzien kokervormig draagprofiel, waarbij één der beugelhelften met een één geheel ermede vormende moer is geschroefd op het vrije einde van een bevestigingsbout, 5 waarvan de kop in de holte van het profiel is opgenomen en de schacht door de sleuf heen naar buiten steekt, waarbij tussen het profiel en de beugel-helft een onderlegring op de boutschacht is aangebracht.

Een dergelijke bevestigingsinrichting is algemeen bekend en wordt vooral toegepast in die gevallen, waarin grote aantallen leidingen (pijpen) 10 evenwijdig aan elkaar langs horizontale of vertikale wanden moeten worden bevestigd.

De tot nu toe bekende uitvoering van dit type bevestigingsinrichting is er op ingericht, dat de bevestigingsbout eerst op de gewenste beves-tigingsplaats op het draagprofiel wordt vastgezet door middel van een 15 extra bevestigingsmoer, die tegen de onderlegring wordt vastgeschroefd.

In een tweede fase wordt dan de pijpbevestigingsbeugel met zijn in de regel aangelaste moer op het vrij uitstekende schroefdraadeinde van de bout geschroefd.

De uitvinding nu beoogt een eenvoudiger uitvoering van dit type beves-20 tigingsinrichting te verschaffen, waarmede een wezenlijke besparing aan montagewerk kan worden verkregen.

Volgens de uitvinding wordt dit doel bereikt, doordat de onderlegring één geheel vormt met een in axiale richting daarvan uitstekend sokdeel, dat past over het moergedeelte van de te bevestigen beugelhelft, waarbij 25 de kop van de bout in twee onderling loodrechte richtingen ongelijk is gedimensioneerd, en wel zodanig, dat de kop - met de grootste afmeting in de lengterichting van de profielsleuf georiënteerd - door de sleuf heen naar binnen kan worden gestoken, terwijl de grootste afmeting een draai-beweging van de kop binnen het profiel over meer dan 90° verhindert.

30 In deze verbeterde uitvoeringsvorm kan de bevestigingsbout van tevoren losjes in het moergedeelte van de te bevestigen beugelhelft worden geschroefd, terwijl het uit de onderlegring en het sokdeel bestaande tussenstuk over de moer van de beugelhelft grijpt. Hierna kan de beugelhelft met een eenvoudige handgreep als het ware in het draagprofiel worden 35 ‘'gehaakt" en vervolgens door een eenvoudige draaibeweging worden vastgezet.

.8800264 f - 2 - 'ï <

Bij voorkeur is de onderlegring en het daarvan uitstekende sokge-deelte uit kunststof vervaardigd. Deze maatregel houdt een zekere axiale samendrukbaarheid van dit onderdeel in en maakt het mogelijk, de beugel-helft zowel met voldoende kracht vast te draaien als in de juiste hoek-5 stand ten opzichte van het draagprofiel te positioneren.

In een bij voorkeur toegepaste uitvoeringsvorm is de onderlegring voorzien van een tweede in tegenovergestelde axiale richting daarvan uitstekend sokdeel, waarin een moer met een andere maat sleutelwijdte past, waarbij beide sokdelen een diameter hebben, die kleiner is dan de 10 sleufwijdte van het profiel, terwijl de axiale lengte ervan juist kleiner is dan de dikte van de de sleuf begrenzende profielranden. Op deze wijze kan de bevestigingsbout en daarmede de te bevestigen beugelhelft in dwarsrichting ten opzichte van het draagprofiel nauwkeurig worden gepositioneerd, terwijl het door de onderlegring en de naar weerszijden 15 daarvan uitstekende sokvormige delen gevormde hulpstuk tevens voor het vastzetten van beugelhelften met moeren van verschillende grootten kan worden toegepast.

De uitvinding wordt hieronder aan de hand van de tekening met een uitvoeringsvoorbeeld nader toegelicht.

20 Fig. 1 toont een dwarsdoorsnede door een kokervormig, van een soor- laatsleuf voorzien draagprofiel met een daaraan onder toepassing van de bevestigingsinrichting volgens de uitvinding bevestigde pijpbevestigings-beugel; fig. 2 toont een axiale doorsnede door het van de bevestigings-25 inrichting volgens de uitvinding deel uitmakende tussenstuk en fig. 3 toont een eindaanzicht op de kop van de bevestigingsbout van de inrichting volgens de uitvinding.

Het in de tekening weergegeven kokervormige draagprofiel 1 is van een bekend type, waarbij de de langssleuf 2 begrenzende profielranden 3 30 over een hoogte h naar binnen toe zijn omgebogen.

Van de te bevestigen pijpbevestigingsbeugel, bijvoorbeeld van een type dat beschreven is in NL-A-8301406, is in de tekening alleen de beugelhelft 4 weergegeven, die van een aangelaste moer 5 is voorzien.

De eigenlijke bevestigingsinrichting bestaat uit een bout 6, waarvan 35 de kop 7 wordt gevormd door een in hoofdzaak rechthoekige plaat, waarvan de kleinste breedte een weinig kleiner is dan de sleufbreedte b en waarvan de grootste afmeting een weinig kleiner is dan de inwendige breedte van het kokerprofiel 1. De rechthoekige houtkop 7 is aan twee overstaande hoeken van een afronding 8 voorzien (zie fig. 3).

.8800264

V

- 3 -

De bevestigingsinrichting omvat voorts een tussenstuk 9, dat bestaat uit een ring of kraag 10 met twee elk vanaf een zijde daarvan in axiale richting uitstekende sokdelen 11 resp. 12. De sokdelen 11 en 12 hebben een diameter, die een weinig kleiner is dan de sleufbreedte b. De sok-5 delen 11 en 12 hebben een in dwarsdoorsnede zeshoekige ligplaats voor een moer, waarbij de moer die in het sokdeel 11 past, een grotere sleutel-wijdte heeft als die welke in het sokdeel 12 past.

In fig. 1 ligt het tussenstuk 9 met het sokdeel 11 naar de te bevestigen beugelhelft gekeerd en valt het sokdeel 12 binnen de ruimte tussen 10 de profielranden 3.

De beschreven bevestigingsinrichting wordt als volgt toegepast. De te bevestigen beugelhelft wordt van tevoren met de bevestigingsbout en het tussenstuk verenigd, door het tussenstuk met het juiste sokdeel (in dit geval het sokdeel 11) over de moer 5 te schuiven en de bout 6 losjes 15 in de moer te schroeven. In deze toestand wordt de beugel, dus tezamen met de bevestigingsbout en het tussenstuk, op de plaats afgeleverd, waar de leidingen (pijpen) moeten worden geïnstalleerd.

De eigenlijke bevestiging vindt plaats met een zeer eenvoudige handgreep. Deze bestaat daarin, dat de te bevestigen beugelhelft in een zo-20 danige positie ten opzichte van het draagprofiel 1 wordt gehouden, dat de houtkop 7 met zijn grootste afmeting in de lengterichting van de sleuf 2 gericht komt te liggen, In deze positie kan de houtkop 7 door de sleuf 2 naar binnen worden gestoken. Vervolgens is een draaibeweging van de beugel voldoende om de beugelhelft op het draagprofiel vast te zetten. Daarbij 25 zal de houtkop 7 over een zekere hoek, die kleiner is dan 90°, worden gedraaid. Deze draaibeweging wordt mede mogelijk gemaakt door de hierboven beschreven afrondingen 8. De beide niet afgeronde hoeken van de houtkop 7 verhinderen een verdergaande draaiing van de bout. De beugelhelft wordt daarbij zover rondgedraaid, tot de gewenste vastklemkracht is bereikt en 30 de beugel tevens in de gewenste hoekpositie ten opzichte van het draagprofiel 1 is gekomen. Teneinde een juiste hoekpositie van de beugelhelft gepaard te doen gaan met een voldoende vastklemkracht verdient het aanbeveling het tussenstuk 9 uit kunststof te vervaardigen. Het tussenstuk verkrijgt hierdoor een zekere axiale veerkracht.

35 Door omkering van het tussenstuk 9 kan een beugelhelft met een moer van afwijkende (in dit geval kleinere) sleutelwijdte worden bevestigd.

De uitvinding is niet tot het hierboven beschreven uitvoeringsvoor-beeld beperkt. Binnen het kader van de uitvinding zijn verschillende varianten daarop mogelijk.

.8800264

Claims

1. Inrichting ter bevestiging van een pijpbevestigingsbeugel op een van een langssleuf voorzien kokervormig draagprofiel, waarbij ién der beugel-helften met een één geheel ermede vormende moer is geschroefd op het vrije einde van een bevestigingsbout, waarvan de kop in de holte van het profiel 5 is opgenomen en de schacht door de sleuf heen naar buiten steekt, waarbij tussen het profiel en de beugelhelft een onderlegring op de boutschacht is aangebracht, met het kenmerk, dat de onderlegring ëën geheel vormt met een in axiale richting daarvan uitstekend sokdeel, dat past over het moer-gedeelte van de te bevestigen beugelhelft, waarbij de kop van de bout in 10 twee onderling loodrechte richtingen ongelijk is gedimensioneerd, en wel zodanig, dat de kop - met de grootste afmeting in de lengterichting van de profielsleuf georiënteerd - door de sleuf heen naar binnen kan worden gestoken, terwijl de grootste afmeting een draaibeweging van de kop binnen het profiel over meer dan 90° verhindert.

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de onderlegring en het daarvan uitstekende sokgedeelte uit kunststof is vervaardigd.

3. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de onderlegring voorzien is van een tweede in tegenovergestelde axiale richting daarvan uitstekend sokdeel, waarin een moer met een andere maat sleutelwijdte 20 past, waarbij beide sokdelen een diameter hebben, die kleiner is dan de sleufwijdte van het profiel, terwijl de axiale lengte ervan juist kleiner is dan de dikte van de de sleuf begrenzende profielranden.

4. Bevestigingsinrichting volgens conclusies 1-3 met het kenmerk, dat de rechthoekige houtkop aan twee overstaande hoeken is afgerond. .8800264