NL8702026A

NL8702026A - Steigerconstructie bestaande uit staanders, kortelingen, en met de kortelingen verbonden platforms.

Info

Publication number: NL8702026A
Application number: NL8702026A
Authority: NL
Original assignee: Beleggingsmaatschappij Bouwmat
Priority date: 1987-08-28
Filing date: 1987-08-28
Publication date: 1989-03-16
Also published as: EP0305014A3; EP0305014A2

Description

* - 1 -ψ

Steigerconstructie bestaande uit staanders, kortelingen, en met de kortelingen verbonden platforms.

De uitvinding heeft betrekking op een steigerconstructie bestaande uit staanders en met de staanders verbonden en deze op afstand van elkaar houdende kortelingen, op welke kortelingen van bovenaf de open einden van in 5 hoofdzaak ü-vormige klauwen kunnen worden gelegd, welke klauwen zijn verbonden met een platform, waarbij na het aanbrengen van de klauwen deze automatisch ten opzichte van de kortelingen zijn vergrendeld.

Een dergelijke steigerconstructie is bekend uit 10 de ter inzage gelegde Nederlandse octrooiaanvrage 8601564. Bij deze bekende constructie wordt de vergrendeling bereikt, doordat een deel van het bovenvlak van de, in dwarsdoorsnede cirkelvormige, kortelingen komt te liggen in verdiepte delen van de U-vormige klauwen, 15 terwijl de in hoofdzaak vertikale delen van de klauwen zich op enige afstand van de betreffende korteling bevinden en de meest buitenliggende poot van de klauw iets naar binnen toe is omgebogen zodat hij zich, in vertikale richting gezien, binnen de buitenomtrek 20 van de betreffende korteling bevindt. Wanneer nu op de klauw een omhoog gerichte beweging wordt uitgeoefend komt het omgebogen deel van de klauw aan te liggen tegen de korteling, zodat voorkomen wordt dat de klauw vrij van de korteling komt.

25 Een bezwaar van deze bekende constructie is niet alleen, dat de inwendige vorm van de klauwen aan hoge eisen moet voldoen, maar een bezwaar is in het bijzonder wel, dat bij het monteren en demonteren van een platform dit op een bijzondere wijze heen en weer moet worden 30 verplaatst om bij het optillen van het platform de klauwen vrij te kunnen maken van de kortelingen.

Een verder bezwaar van de bekende constructie is eveneens, dat de vergrendeling van de klauwen niet absoluut veilig is en er een zodanige speling aanwezig 35 is tussen het grootste deel van de klauw en de korteling dat geen aanmerkelijke, in horizontale richting op het 6702026 * - 2 -ψ platform uitgeoefende, krachten zonder meer op de korteling kunnen worden overgebracht. Het platform kan daardoor niet dienen ter verstijving van de steigerconstructie in het vlak van het platform.

5 De uitvinding heft nu deze bezwaren op en voorziet er daartoe in, dat voor het tot stand brengen van de vergrendeling een pal aanwezig is die verplaatsbaar is opgenomen binnen een ü-vormige, met het platform verbonden, beugel en die zodanig is gevormd dat, bij het naar 10 beneden toe brengen van een klauw van een platform over een korteling heen, de pal door de korteling uit de vergrendel-stand wordt opgetild en wanneer de klauw zich op de korteling bevindt de vergrendelstand weer inneemt.

Op deze wijze wordt bereikt, dat de vergrendeling 15 altijd automatisch plaatsvindt en dat er nagenoeg geen speling aanwezig behoeft te zijn tussen de klauwen en de korteling, waardoor een zeer stabiele ondersteuning van het platform wordt bereikt. Tevens zal dan het platform kunnen dienen ter verstijving van de steigerconstructie.

20 Wanneer het platform moet worden weggenomen kan de pal gemakkelijk met de hand naar een hogere stand worden gedrukt waarbij hij het platform niet meer vergrendelt.

m

Hoewel er in zou kunnen worden voorzien de pal door middel van een veer naar zijn vergrendelstand te 25 brengen, zal de pal bij voorkeur zodanig zijn uitgevoerd, dat hij onder invloed van zijn eigen gewicht de vergrendelstand in zal nemen.

Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding wordt de pal gevormd door een tweemaal omgezette 30 strip met in hoofdzaak de vorm van een U, waarvan de poten een stompe hoek maken met het lijf/ terwijl de f strip aan beide einden is voorzien van uitstekende delen zodat de pal niet uit de met het platform verbonden beugel kan worden verwijderd.

35 Op deze wijze wordt bereikt, dat de pal altijd zijn functie zal vervullen, daar er nagenoeg geen kans op bestaat, dat de pal in een niet werkzame stand blijft . .staan en de pal ook niet van het platform kan worden losgenomen.

40 Wel kan er volgens de uitvinding in worden voorzien, 8702 02 6 - 3 - % dat de pal en de beugel waarin hij is opgenomen zodanig zijn uitgevoerd/ dat de pal in de ontgrendelde stand kan blijven staan zolang geen kanteIbeweging of een slag op het platform wordt uitgeoefend.

5 Dit maakt het gemakkelijk wegnemen van een plat form mogelijk doordat de pal in een niet werkzame stand wordt gebracht, zodat de klauw van het platform van de korteling kan worden afgetild. Direct daarna zal nagenoeg steeds de pal weer in zijn werkzame stand terugvallen.

10 Hoewel de klauw de vorm van een ü kan bezitten, waarvan de binnenoppervlakken van de poten nagenoeg evenwijdig aan elkaar lopen, kan er in het bijzonder in worden voorzien, dat de klauw een op de ronde vorm van de korteling aangepaste inwendige vorm heeft, zodanig dat 15 de klauw een verwijde inloopopening bezit maar er in de eindstand geen of nagenoeg geen speling tussen klauw en korteling aanwezig is.

In het bijzonder kan er daarbij in worden voorzien, dat de klauw een holte bezit, die is aangepast op de 20 grootst toegepaste diameter van de korteling, in welke holte een uitsparing is aangebracht voor het daarin opnemen van een korteling met een diameter die aanmerkelijk kleiner is dan de eerstgenoemde diameter.

Op deze wijze kan een enkele klauw worden toe-25 gepast voor twee verschillende diameters van kortelingen, zonder dat dit de stevige verbinding tussen de klauw en dus tussen het platform en de korteling nadelig beïnvloedt.

De uitvinding wordt nu nader toegelicht aan de 30 hand van uitvoeringsvoorbeelden, weergegeven in de tekening, waarin:

Fig.1 een aanzicht toont van een deel van een steiger met enkele platforms;

Fig.2 een bovenaanzicht toont van de steiger 35 van fig.1;

Fig.3 een zijaanzicht toont van een einde van een platform voorzien van de pal-vergrendeling volgens de onderhavige uitvinding;

Fig.4 een vooraanzicht toont van de pal-ver-40 grendeling van fig.3; 8702026 » - 4 - »

Fig.5 een zijaanzicht toont overeenkomstig fig.3 juist voordat de met het platformeinde verbonden klauw op een korteling wordt aangebracht;

Fig.6 een zijaanzicht toont overeenkomstig fig.5 5 nadat de klauw op de korteling is aangebracht en het platform daarop is vergrendeld;

Fig.7 een zijaanzicht toont overeenkomstig fig.6 maar met de pal in de ontgrendelde stand;

Fig.8 een zijaanzicht toont overeenkomstig fig.7 10 na het van de korteling aftillen van het platform; en

Fig.9 een zijaanzicht toont van een platformeinde voorzien van een speciaal gevormde klauw aangebracht op een korteling, waarbij met streeplijnen een ernaast liggend platform en de ermee verbonden klauw is weer-15 gegeven.

De in de fig.1 en 2 weergegeven steigerconstructie bestaat uit de vertikale staanders 1, die zijn voorzien van de knooppunten 2 en die met elkaar zijn verbonden door middel van de kortelingen 3. De kortelingen 3 worden 20 met elkaar verbonden door middel van platforms 4, waarvan de klauwen 5 op de kortelingen 3 worden aangebracht.

Voor het verkrijgen van een voldoende stabiliteit van de steigerconstructie kunnen verder nog diagonalen 6 worden toegepast.

25 Zoals in het bijzonder blijkt uit fig.2 ver springen de met een platform 4 verbonden klauwen 5 ten opzichte van elkaar, zodat op één korteling 3 de klauwen van twee platforms 4 kunnen worden aangebracht.

De platforms 4 worden gevormd door het freem 7, 30 dat bij elk der kopse kanten 7a is voorzien van een vergrendeling 8, De vergrendelingen 8 staan bij de kopse kanten versprongen ten opzichte van elkaar. Het freem 7 is bovendien verbonden met een plaat multiplex 9, zodanig dat het platform 4 in zijn vlak een stijf geheel vormt.

35 Ter plaatse van de vergrendeling 8 is onder de plaat 9 nog een versterking 10 aangebracht, zoals in het bijzonder ook blijkt uit fig.3.

Zoals blijkt uit de fig.3-8 wordt de vergrendeling 8 gevormd door een op de kopse kant 7a van het 40 freem 7 gelaste ü-beugel 11 waarin een pal 12 verplaatsbaar 8702026 - 5 - is opgenomen.

De pal.12 wordt gevormd door een ongeveer U-vormig omgebogen strip waarvan het lijf 13 is voorzien van de poten 14 en 15. De poot 14 is verbonden met de onderpen 5 16 en de poot 15 met de bovenpen 17. De pennen 16 en 17 steken buiten de beugel 11 uit, zodat de pal 12 niet uit de beugel 11 kan worden verwijderd. Door zijn eigen gewicht zal de pal 12 in het algemeen de stand innemen zoals deze in fig. 3 is weergegeven.

10 Wanneer nu de beide beugels 5 van. een platform 4 op een korteling 3 moeten worden aangebracht zal, zoals blijkt uit fig.5, de korteling 3 in aanraking komen met de pen 16 van de pal 12, waardoor de pal 12 omhoog zal worden gedrukt. Na het passeren van de korteling 3 valt 15 de pal 12 weer naar beneden toe, naar de stand als weergegeven in fig.6.

Wanneer nu getracht wordt het platform 4 op te tillen zal dit worden tegengegaan door de pal 12, die tegen de korteling 3 aanligt. Er is dus een veilige ver-20 grendeling verkregen van het platform 4 ten opzichte van de korteling 3. Het ongewild vrijkomen van het platform 4,dus van de klauwen 5 daarvan, van de korteling 3 wordt hierdoor vermeden.

Wanneer het platform 4 moet worden weggenomen, 25 kan de pal 12 naar de stand worden gebracht zoals deze is weergegeven in fig.7, zodat de klauw 5 van het platform vrij kan komen van de korteling 3. Deze stand is weergegeven in fig.8. Bij het kantelen van het platform vanuit de in fig.8 weergegeven stand of bij het 30 aanraken van de pal 12 zal de pal zeer gemakkelijk terugvallen naar de stand zoals deze is weergegeven in de fig.3 en 5. In de praktijk blijkt er dan ook nauwelijks kans op te bestaan, dat de pal 12 de in fig.8 aangegeven stand in blijft nemen, zodat na het monteren van een 35 platform 4 de pal 12 zich steeds in de grendelstand zal bevinden.

Bij de in de fig.5-8 getoonde klauw 5 lopen de binnenvlakken van de poten evenwijdig aan elkaar. Om de klauw gemakkelijk op een korteling 3 aan te kunnen 40’ brengen zal er dan ook een zekre speling tussen de klauw 5 870 2 02 6 -δέη de korteling 3 aanwezig moeten zijn. Hoewel deze speling klein kan worden gehouden, zal hierdoor toch een minder stabiele verbinding tussen een platform 4 en een korteling 3 worden verkregen.

5 Om dit te voorkomen kan gebruik gemaakt worden van een klauw 18, zoals deze is weergegeven in fig.9.

De klauw 18 is samengesteld uit het inloopdeel 19, het deel 20 met een buigingsradius R overeenkomend met de straal van de korteling 3, het deel 21, dat een bui-10 gingsstraal S bezit, overeenkomend met de straal van een korteling met een kleinere diameter, een deel 22 met weer de kromtestraal R en een nagenoeg recht deel 23.

Een op deze wijze gevormde klauw 18 kan gemakkelijk op de korteling 3 worden aangebracht, terwijl daarna 15 de klauw niet meer in horizontale richting ten opzichte van de korteling kan worden verplaatst.

De klauw 18 kan ook worden toegepast wanneer kortelingen met een geringere diameter worden gebruikt.

In fig.9 is met streeplijnen het naast het plat-20 form 4 liggende platform aangeduid en de daarmee verbonden klauw 18. Ter wille van de duidelijkheid is uit fig.9 de vergrendeling 8 weggelaten.

Het zal duidelijk zijn, dat'slechts enkele mogelijke uitvoeringsvormen van de uitvinding in de 25 tekening zijn weergegeven en in het bovenstaande beschreven en dat vele wijzigingen -kunnen worden aangebracht zonder buiten de uitvindingsgedachte te vallen.

-conclusies- 8702026

Claims

1. Steigerconstructie bestaande uit staanders en met de staanders verbonden en deze op afstand van elkaar houdende kortelingen, op welke kortelingen van bovenaf de open einden van in hoofdzaak U-vormige klauwen kunnen 5 worden gelegd, welke klauwen zijn verbonden met een platform, waarbij na het aanbrengen van de klauwen deze automatisch ten opzichte van de kortelingen zijn vergrendeld, met het kenmerk, dat voor het tot stand brengen van de vergrendeling (8) een pal (12) 10 aanwezig is die verplaatsbaar is opgenomen binnen een U-vormige, met het platform (4) verbonden, beugel (11) en die zodanig is gevormd dat, bij het naar beneden toe brengen van een klauw (5) van een platform (4). over een korteling (3) heen, de pal (12) door de korteling (3) 15 uit de vergrendelstand wordt opgetild en wanneer de klauw (5) zich op de korteling (3) bevindt de vergrendelstand weer inneemt.

2. Steigerconstructie volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat de pal (12) onder invloed van 20 zijn eigen gewicht de vergrendelstand weer in gaat nemen.

3. Steigerconstructie volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de pal (12) wordt gevormd door een tweemaal omgezette strip met in hoofdzaak de vorm van een U, waarvan de poten (14,15) een 25 stompe hoek maken met het lijf (13), terwijl de strip aan beide einden is voorzien van uitstekende delen (16,17) zodat de pal (12) niet uit de met het platform (4) verbonden beugel (11) kan worden verwijderd.

4. Steigerconstructie volgens conclusie 3, m e t 30 het kenmerk, dat de pal (12) en de beugel (11) waarin hij is opgenomen zodanig zijn uitgevoerd, dat de pal (12) in de ontgrendelde stand kan blijven staan zo lang geen kantelbeweging of een slag op het platform (4) wordt uitgeoefend. 870 2 02 6 - » ' - 8 -

5. Steigerconstructie volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de klauw (18) een op de ronde vorm van de korteling (3) aangepaste inwendige vorm heeft, zodanig dat de klauw (18) een 5 verwijde inloopopening bezit maar er in de eindstand geen of nagenoeg geen speling tussen de klauw (18) en de korteling (3) aanwezig is.

6. Steigerconstructie volgens conclusie 5, m e t het kenmerk, dat de klauw (18) een holte bezit, 10 die is aangepast op de grootste toegepaste diameter van de korteling (3), in welke holte een uitsparing is aangebracht voor het daarin opnemen van een korteling met een diameter die aanmerkelijk kleiner is dan de eerstgenoemde diameter. 8702026