NL8701263A - Stapelbare ladehouder. - Google Patents

Stapelbare ladehouder. Download PDF

Info

Publication number
NL8701263A
NL8701263A NL8701263A NL8701263A NL8701263A NL 8701263 A NL8701263 A NL 8701263A NL 8701263 A NL8701263 A NL 8701263A NL 8701263 A NL8701263 A NL 8701263A NL 8701263 A NL8701263 A NL 8701263A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
holder
coupling element
drawer
coupling
holders
Prior art date
Application number
NL8701263A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Atlanta Hoogezand Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Atlanta Hoogezand Bv filed Critical Atlanta Hoogezand Bv
Priority to NL8701263A priority Critical patent/NL8701263A/nl
Priority to DK286488A priority patent/DK286488A/da
Priority to EP88201062A priority patent/EP0293056B1/en
Priority to DE8888201062T priority patent/DE3864191D1/de
Priority to US07/198,900 priority patent/US4896926A/en
Priority to ES88201062T priority patent/ES2024009B3/es
Priority to AT88201062T priority patent/ATE66118T1/de
Priority to JP63129425A priority patent/JPH01259806A/ja
Publication of NL8701263A publication Critical patent/NL8701263A/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B42BOOKBINDING; ALBUMS; FILES; SPECIAL PRINTED MATTER
    • B42FSHEETS TEMPORARILY ATTACHED TOGETHER; FILING APPLIANCES; FILE CARDS; INDEXING
    • B42F7/00Filing appliances without fastening means
    • B42F7/10Trays
    • B42F7/12Stacked trays
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A47FURNITURE; DOMESTIC ARTICLES OR APPLIANCES; COFFEE MILLS; SPICE MILLS; SUCTION CLEANERS IN GENERAL
    • A47BTABLES; DESKS; OFFICE FURNITURE; CABINETS; DRAWERS; GENERAL DETAILS OF FURNITURE
    • A47B87/00Sectional furniture, i.e. combinations of complete furniture units, e.g. assemblies of furniture units of the same kind such as linkable cabinets, tables, racks or shelf units
    • A47B87/02Sectional furniture, i.e. combinations of complete furniture units, e.g. assemblies of furniture units of the same kind such as linkable cabinets, tables, racks or shelf units stackable ; stackable and linkable
    • A47B87/0284Cabinet systems consisting of stacked-and-linked uniform casings, each being a cabinet or drawer-holder, e.g. lockers, mail/file boxing systems
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16BDEVICES FOR FASTENING OR SECURING CONSTRUCTIONAL ELEMENTS OR MACHINE PARTS TOGETHER, e.g. NAILS, BOLTS, CIRCLIPS, CLAMPS, CLIPS OR WEDGES; JOINTS OR JOINTING
    • F16B12/00Jointing of furniture or the like, e.g. hidden from exterior
    • F16B12/10Jointing of furniture or the like, e.g. hidden from exterior using pegs, bolts, tenons, clamps, clips, or the like
    • F16B12/12Jointing of furniture or the like, e.g. hidden from exterior using pegs, bolts, tenons, clamps, clips, or the like for non-metal furniture parts, e.g. made of wood, of plastics
    • F16B12/20Jointing of furniture or the like, e.g. hidden from exterior using pegs, bolts, tenons, clamps, clips, or the like for non-metal furniture parts, e.g. made of wood, of plastics using clamps, clips, wedges, sliding bolts, or the like
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A47FURNITURE; DOMESTIC ARTICLES OR APPLIANCES; COFFEE MILLS; SPICE MILLS; SUCTION CLEANERS IN GENERAL
    • A47BTABLES; DESKS; OFFICE FURNITURE; CABINETS; DRAWERS; GENERAL DETAILS OF FURNITURE
    • A47B87/00Sectional furniture, i.e. combinations of complete furniture units, e.g. assemblies of furniture units of the same kind such as linkable cabinets, tables, racks or shelf units
    • A47B87/02Sectional furniture, i.e. combinations of complete furniture units, e.g. assemblies of furniture units of the same kind such as linkable cabinets, tables, racks or shelf units stackable ; stackable and linkable
    • A47B87/0276Stackable modular units, each consisting of a closed periphery
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
    • Y10STECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10S206/00Special receptacle or package
    • Y10S206/821Stacking member
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
    • Y10STECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10S24/00Buckles, buttons, clasps
    • Y10S24/30Separable-fastener or required component thereof
    • Y10S24/31Separable-fastener or required component thereof with third, detached member completing interlock
    • Y10S24/32And linking cavities in adjacent parallel panels
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
    • Y10TTECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER US CLASSIFICATION
    • Y10T24/00Buckles, buttons, clasps, etc.
    • Y10T24/44Clasp, clip, support-clamp, or required component thereof
    • Y10T24/44017Clasp, clip, support-clamp, or required component thereof with specific mounting means for attaching to rigid or semirigid supporting structure or structure-to-be-secured
    • Y10T24/44026Clasp, clip, support-clamp, or required component thereof with specific mounting means for attaching to rigid or semirigid supporting structure or structure-to-be-secured for cooperating with aperture in supporting structure or structure-to-be-secured
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
    • Y10TTECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER US CLASSIFICATION
    • Y10T24/00Buckles, buttons, clasps, etc.
    • Y10T24/45Separable-fastener or required component thereof [e.g., projection and cavity to complete interlock]
    • Y10T24/45005Separable-fastener or required component thereof [e.g., projection and cavity to complete interlock] with third detached member completing interlock [e.g., hook type]
    • Y10T24/45099Resilient element [e.g., snap type]

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Drawers Of Furniture (AREA)
  • Basic Packing Technique (AREA)
  • Pens And Brushes (AREA)
  • Stackable Containers (AREA)
  • Load-Engaging Elements For Cranes (AREA)
  • Bending Of Plates, Rods, And Pipes (AREA)
  • Combinations Of Kitchen Furniture (AREA)

Description

♦ * VO 9182
Titel: Stapelbare ladehouder.
De uitvinding heeft betrekking op een stapelbare ladehouder, in het bijzonder geschikt voor laden voor het opbergen van kettingformulieren, alsmede op een ladenkast bestaande uit een aantal gestapelde en met 5 elkaar gekoppelde ladehouders, en op een koppelelement voor ladehouders.
Het is uit de praktijk bekend om een aantal ladehouders, die elk één lade kunnen opnemen, op elkaar te stapelen teneinde een ladenkast te vormen, die geschikt 10 is om documenten, zoals bijvoorbeeld kettingformulieren, op te bergen. De laden kunnen hiertoe zijn voorzien van opsteekpennen, die samenwerken met perforaties in de documenten, en/of van klemorganen en dergelijke voor het vastklemmen van de documenten.
15 De bekende stapelbare ladehouders zijn veelal voorzien van een profilering in boven- en ondervlak, waarbij de profilering van het ondervlak van een ladehouder in of om de profilering van het bovenvlak van de onderliggende ladehouder grijpt, zodat onderlinge 20 verschuiving wordt voorkomen.
De uitvinding beoogt een stapelbare ladehouder, die op eenvoudige doch betrouwbare en stevige wijze gekoppeld kan worden met soortgelijke ladehouders, teneinde een stabiele ladenkast te vormen.
25 Een ladehouder van de beschreven soort wordt hiertoe gekenmerkt door een op tenminste twee der wanden aangebrachte houder voor een koppelelement, waarbij de houder en het koppelelement zijn voorzien van samenwerkende nokorganen en aanslagen, die zijn ingericht om een 870 126 3 -2- verschuiving van het koppelelement in een houder mogelijk te maken vanuit een niet werkzame positie, waarin het koppelelement zich in hoofdzaak binnen een houder van een enkele ladehouder bevindt, tot in een koppelstand, 5 waarin het koppelelement met de houders van twee op elkaar geplaatste ladehouders samenwerkt, en waarin een relatieve verschuiving van het koppelelement ten opzichte van beide houders door de in die stand samenwerkende nokorganen en aanslagen van het koppel-10 element en de houders wordt geblokkeerd.
In het volgende zal de uitvinding nader worden toegelicht met verwijzing naar de bijgevoegde tekening van een uitvoeringsvoorbeeld.
Figuur 1 toont in vooraanzicht een uit gestapelde 15 en gekoppelde ladehouders volgens de uitvinding opgebouwde ladenkast; figuur 2 illustreert in perspectief de wijze waarop volgens de uitvinding ladehouders met elkaar en met een bovendeel van een ladenkast gekoppeld kunnen worden; 20 figuur 3 toont een voorbeeld van een koppelelement volgens de uitvinding; . figuur 4 toont een aantal ladehouders in gekoppelde toestand; figuur 5 toont een ladehouder met een daarin aan-25 gebracht koppelelement in de niet werkzame toestand; en figuur 6 toont schematisch een modificatie van de uitvinding.
Figuur 1 toont in vooraanzicht een uit gestapelde 30 ladehouders la t/m le opgebouwde ladenkast K. De ladenkast is getoond zonder laden. Voorts zijn aan beide vertikale zijwanden van de ladenkast koppelelementen 2 getoond, die de ladehouders met elkaar verbinden, maar die normaliter niet zichtbaar zijn in een vooraanzicht.
8701263 -3- i
De ladehouders la t/m le zijn identiek. De ladenkast K omvat naast de ladehouders nog een bovendeel 3/ dat de bovenste ladehouder afdekt. Het bovendeel 3 is bij voorkeur zodanig ontworpen, dat het op dezelfde wijze 5 als de ladehouders onderling en met behulp van een zelfde koppelelement met een ladehouder kan worden verbonden. Opgemerkt wordt in dit verband, dat de getoonde ladehouders aan de bovenzijde open zijn. In beginsel kunnen de ladehouders echter elk zijn voorzien van 10 een bovenwand. In dat geval is het niet noodzakelijk om een afzonderlijk bovendeel toe te passen.
De getoonde ladehouders hebben elk een bodem 4, die een lade kan ondersteunen. De bodem 4 kan echter geheel of gedeeltelijk open zijn uitgevoerd.
15 In het getoonde voorbeeld is tenslotte een voetstuk 5 getoond, dat identiek kan zijn aan de ladehouders doch ook anders gevormd kan zijn. Wel is het voetstuk 5 bij voorkeur zodanig uitgevoerd dat het op dezelfde wijze als een ladehouder met de ladehouders kan worden 20 gekoppeld.
Figuur 2 toont in perspectief op welke wijze ladehouders volgens de uitvinding met elkaar gekoppeld kunnen worden. Een ladehouder la met een vertikale (linker) zijwand 10a, een gedeeltelijk getoonde bodem 11a en 25 een gedeeltelijk getoonde achterwand 12a, is geplaatst op een in hoofdzaak identieke ladehouder lb met een linker zijwand 10b, een gedeeltelijk getoonde bodem 11b en een gedeeltelijk getoonde achterwand 12b.
De ladehouders la en lb zijn elk voorzien van 30 tenminste twee houders 13 voor een koppelelement 2. De houders van de ladehouders la en lb bevinden zich in het getoonde voorbeeld aan de binnenzijde van de zijwanden 8701263 -4- 10a en 10b. Bij voorkeur zijn ook de in figuur 2 niet getoonde tegenover de wanden 10a en 10b liggende zijwanden van soortgelijke houders voorzien, zoals getoond in figuur 1. De houders zouden echter als alternatief 5 bijvoorbeeld op de achterwand en een zijwand van een ladehouder kunnen zijn aangebracht. Voorts kunnen de houders in beginsel ook aan de buitenzijde van de ladehouders zijn aangebracht.
De houders zijn zodanig ingericht, dat een koppelelement 10 in twee discrete standen kan worden vastgehouden, en wel een niet werkzame stand en een koppelstand. De houders zijn voorts zodanig ingericht, dat een zich in een houder bevindend koppelelement 2 in de koppelstand deels in de houder van een boven liggende of onder 15 liggende ladehouder grijpt om de gewenste koppeling tot stand te brengen. In het getoonde uitvoeringsvoorbeeld werken de koppelelementen in de koppelstand telkens samen met de houder van een onderliggende ladehouder.
Elke houder omvat in het getoonde voorbeeld twee 20 op afstand van elkaar geplaatste, op de desbetreffende wand aangebrachte vertikale stroken 14, 15. De stroken 14, 15 hebben naar elkaar gekeerde oppervlakken, waartussen een koppelelement 2 kan worden aangebracht. De naar elkaar gekeerde oppervlakken zijn voorzien van nokorganen, 25 die kunnen samenwerken met corresponderende nokorganen van een koppelelement.
In het getoonde uitvoeringsvoorbeeld is elke strook aan de van de bijbehorende wand afgekeerde rand voorzien van een omgebogen flens 16, 17, waarbij de vrije randen 30 van de flenzen 16 en 17 naar elkaar gekeerd zijn. De flenzen sluiten op effectieve wijze de koppelelementen zodanig in de houder op, dat de koppelelementen slechts in vertikale richting bewogen kunnen worden.
8701263 i -5-
Ter plaatse van de houder 13 is in de bodem van de ladehouder een opening 18 aangebracht, via welke een koppelelement met een houder van een onderliggende ladehouder in samenwerking kan worden gebracht. Indien 5 de ladehouders een bovenwand hebben, dient in de bovenwand een corresponderende uitsparing te zijn aangebracht.
In figuur 2 is duidelijkheidshalve slechts het koppelelement 2 van de ladehouder la getoond en wel in de niet werkzame toestand. Zoals nog nader zal worden 10 toegelicht kan het koppelelement in de werkzame toestand, dat wil zeggen de koppelstand, worden gebracht door op het koppelelement een volgens een pijl 19 gerichte kracht uit te oefenen, zodat het koppelelement zich in benedenwaartse richting verplaatst.
15 Opgemerkt wordt, dat de ladehouders bij voorkeur compleet met het koppelelement in de niet werkzame stand verpakt en in voorraad gehouden worden. Een voet-stuk behoeft geen eigen koppelelement te hebben. Indien in figuur 2 de ladehouder lb als voetstuk dient, 20 bevindt zich in de houder van de ladehouder lb geen koppelelement. Bovendien kan dan de uitsparing 18 achterwege blijven.
Figuur 2 toont voorts een bovendeel 3 voor een ladenkast. Het bovendeel heeft in dit voorbeeld een 25 vertikale (linker) zijwand 20 alsmede een niet getoonde achterwand en rechter zijwand, en een deels getoonde bovenwand 21.
De bovenwand 21 is ter hoogte van de houders 13 van de ladehouders voorzien van een uitsparing 22, 30 via welke een koppelelement 2 in de houder van de bovenste ladehouder geduwd kan worden, zoals aangegeven met een pijl 23.
8701263 -6-
Het bovendeel 3 kan voorts onder de uitsparing(en) 22 zijn voorzien van met de houders 13 corresponderende houders, doch strikt noodzakelijk is dit niet.
De werking van de koppelelementen zal thans nader 5 worden beschreven met verwijzing naar de figuren 3 t/m 5 .
Figuur 3 toont een voorkeursuitvoeringsvorm van een koppelelement volgens de uitvinding. Het getoonde koppelelement heeft bij benadering een (omgekeerde) 10 U-vorm met twee benen 30, 31 en een verbindingsdeel 32. De benen 30, 31 zijn verend uitgevoerd en kunnen enigszins binnenwaarts worden gebogen onder invloed van met pijlen 33 symbolisch aangegeven krachten, zoals met onderbroken lijnen is getoond. De benen hebben 15 in het getoonde voorbeeld elk ongeveer halverwege een buitenwaarts uitstekende neus 34, die aan de bovenzijde, dat wil zeggen de van het vrije uiteinde van de benen afgekeerde zijde, begrensd wordt door een zich dwars op de benen uitstrekkend bovenvlak 35, en aan de onderzijde 20 door een schuin naar het bijbehorend been toelopend vlak 36.
Vanaf elk bovenvlak 35 van de neus strekt zich in bovenwaartse richting in hoofdzaak evenwijdig met de benen 30, 31 een vinger 37, 38 uit. Tussen de benen 25 30, 31 en de vingers 37, 38 is een tussenruimte. De vingers laten voorts het buitenste deel van de neuzen 34 vrij.
Het verbindingsdeel 32 vormt in het getoonde uit-voeringsvoorbeeld een enigszins verbrede bodem van 50 de U-vorm, die zich tot buiten de aanhechtingsplaats van de benen uitstrekt en daardoor tevens de vingers 37, 38 overkapt. De vingers 37, 38 eindigen op korte afstand onder het verbindingsdeel 32, en zijn evenals de 8701263 -7- benen 30, 31 verend, uitgevoerd. Derhalve kunnen de vingers 37, 38 onder invloed van symbolisch door pijlen 39 aangegeven krachten binnenwaarts worden gebogen, zoals met onderbroken lijnen is getoond.
5 De vingers hebben elk nabij het vrije uiteinde een eerste nokvormige dwarsribbe 40 en een op korte afstand onder de eerste nokvormige dwarsribbe gevormde tweede nokvormige dwarsribbe 41. De nokvormige dwars-ribben 2ijn bij voorkeur voorzien van oploopvlakken, 10 die bij op en neer bewegen van het koppelelement het passeren van op de binnenvlakken van de stroken 14, 16 van een houder aangebrachte nokken vereenvoudigt.
In figuur 3, en ook in figuur 2, is voorts nog te zien, dat in het getoonde voorbeeld aansluitend cp 15 het verbindingsdeel 32 tussen de benen 30 en 31 een verstevigingsschot 42 is aangebracht. De onderzijde van dit schot dient tevens op nog te beschrijven wijze als aanslag.
Figuur 4 toont schematisch deels drie op elkaar 20 bevestigde ladehouders, die op een voetstuk zijn aangebracht en die voorts zijn voorzien van een bovendeel.
Alle delen zijn met elkaar gekoppeld middels koppelelementen 2, die zich in figuur 4 in de koppelstand bevinden.
In figuur 5 is een enkele ladehouder (deels) getoond, 25 die voorzien is van een koppelelement, dat zich in de niet werkzame toestand bevindt.
De figuren 4 en 5 tonen beide dat gedeelte van de ladehouders, dat voorzien is van een houder voor een koppelelement. De flenzen 16 en 17 (figuur 2) zijn 30 echter weggelaten, zodat de werking van de koppelelementen goed zichtbaar is. Soortgelijke opmerkingen gelden ten aanzien van het in figuur 4 eveneens zichtbare bovendeel, respectievelijk het voetstuk.
De ladehouder van figuur 5 is identiek aan de 8701263 -8- in de andere figuren getoonde ladehouders, althans voor zover van belang voor de beschrijving van de uitvinding, en is aangegeven met 50. Op een wand 51 van de ladehouder zijn weer evenwijdige vertikale stroken 5 14, 15 aangebracht, waartussen zich een koppelelement 2 bevindt. Ter hoogte van de stroken 14, 15 is in de bodem 52 van de ladehouder een opening 18 gevormd, via welke de benen van het koppelelement neerwaarts kunnen worden bewogen tot in de in figuur 4 getoonde 10 koppelstand.
In de in figuur 5 getoonde stand grijpen de nokvormige ribben 40, 41 van elke vinger 37, 38 gezamenlijk om een op het binnenvlak 53, respectievelijk 54 aangebrachte nok 55, respectievelijk 56, die de vorm van een dwarsribbe 15 kan hebben. In deze stand ligt de bovenzijde van het verbindingsdeel 32 van het koppelelement 2 bij voorkeur in één vlak met de bovenrand van de zijwand van de ladehouder, terwijl de vrije uiteinden van de benen 30, 31 bij voorkeur juist gelijk liggen met het door . 20 de onderzijde van de bodem 52 bepaalde vlak.
Het koppelelement kan in de in figuur 5 getoonde positie worden gebracht door dit in de getoonde stand van bovenaf in de houder 13 te drukken. Daarbij worden de benen 30, 31 door de werking van de oploopvlakken 25 36 en de nokken 55, 56 automatisch binnenwaarts gebogen, zoals in figuur 3 getoond. Nadat op deze wijze de neuzen 34 de nokken· 55, 56 zijn gepasseerd veren de benen weer buitenwaarts, waarbij de neuzen 34 in hoofdzaak tegen de vlakken 53, 54 komen te liggen. Vervolgens 30 wordt het koppelelement verder neerwaarts geduwd tot de nokvormige ribben 41 tegen de nokken 55, 56 stuiten.
Door de onderste oploopvlakken van de nokvormige ribben 870 1 2.6 3 -9- zullen bij het voortzetten van de drukkracht de vingers 37, 38 automatisch binnenwaarts veren en na het passeren van de nokken weer terugklikken, zodat de nokken 55, 56 tussen de ribben 40 en 41 opgesloten worden en, indien 5 geen verdere drukkracht wordt uitgeoefend, ook opgesloten blijft. Deze niet werkzame stand van de koppelelementen is dus een stabiele stand en zoekraken van een eenmaal op de beschreven wijze gemonteerd koppelelement behoeft niet gevreesd te worden.
10 Indien op het bovenvlak van een koppelelement, dat zich in de in figuur 5 getoonde positie bevindt, een drukkracht wordt uitgeoefend, kan het koppelelement verder in de houder 13 worden geschoven. Daartoe is aan het andere uiteinde van de houder 13 een opening 15 aanwezig is, zoals de opening 18, om de uiteinden van de benen 30, 31 van het koppelelement door te laten.
Indien zich nu onder de houder 13 van een ladehouder een corresponderende houder van een onderliggende ladehouder bevindt, kunnen de benen 30, 31 van een koppelelement 20 vanuit de in figuur 5 getoonde positie tot in de houder 13 van de onderliggende ladehouder worden geduwd.
Zodra de neuzen 34 zich in de houder van een onderliggende ladehouder bevinden, is reeds een borging tegen verschuiving van de ladehouders ten opzichte van elkaar 25 verkregen.
. Een koppeling die krachten, die een dwars op het onder- of bovenvlak van de ladehouders gericht component hebben, dat wil zeggen een koppeling, die het mogelijk maakt een uit een aantal gekoppelde ladehouders opgebouwde 30 ladenkast als één geheel te manipuleren, wordt verkregen met behulp van de nokken 55, 56, de neuzen 34, het schot 42 en een nog niet beschreven aanslag 57 (figuur 5).
8701263 -10-
Figuur 4 toont schematisch een plaatselijke doorsnede van een uit ladehouders la, lb, lc, een bovendeel 3 en een voetstuk 5 samengestelde ladenkast. De koppel-elementen 2 bevinden zich in de koppelstand. Deze is 5 bereikt door uitgaande van de in figuur 5 getoonde positie de koppelelementen zover neerwaarts tot in een houder van een onderliggende ladehouder of het voetstuk te drukken, dat de neuzen 34 op de reeds beschreven wijze de nokken 55, 56 passeren en achter de nokken vast 10 klikken.
De koppelelementen kunnen nu niet meer omhoog worden bewogen, doordat het bovenvlak van elke neus en het ondervlak van de nokken 55, 56 zich dwars op de enige door de houders toegestane bewegingsrichting 15 van de koppelelementen uitstrekken.
Slechts door de benen 30, 31 van een koppelelement naar elkaar toe te buigen, bijvoorbeeld met de hand of met een geschikte tang, kan het koppelelement weer ontkoppeld worden.
20 De koppelelementen kunnen ook niet verder neerwaarts worden bewogen als gevolg van de aanwezigheid van een zich tussen de stroken 14, 15 bevindende, op de wand van de ladehouder aangebrachte, aanslag 57. De aanslag 57 is zodanig geplaatst, dat de benen van een koppelelement 25 ongehinderd kunnen passeren, doch het verbindingsdeel 32 en/of het schot 42 niet.
De vertikale afstand tussen het bovenvlak van de aanslag 57 en het ondervlak van de nokken 55, 56 van een onderliggende ladehouder in een stapel ladehouders 30 is in hoofdzaak gelijk aan de afstand tussen het bovenvlak 35 van de neuzen 34 en het ondervlak van het verbindingsdeel 32 of het schot 42 van een koppelelement.
8701263 -11-
Op deze wijze wordt bewerkstelligd, dat de koppelelementen 2 in de koppelstand de ladehouders respectievelijk een ladehouder en een voet stevig met elkaar koppelen.
De aanslag 57 kan met voordeel, zoals in de figuren 5 getoond, in hetzelfde vlak liggen als de bodem van een ladehouder. üit overwegingen van efficiency kan het voetstuk identiek zijn aan een ladehouder en dan ook van een opening 18 en een nok 57 zijn voorzien, zoals getoond in figuur 4. Nodig is dit echter niet.
10 Met betrekking tot het bovendeel 3 wordt opgemerkt, dat dit ook met behulp van een koppelelement 2 op een ladehouder kan worden vastgezet. Het bovendeel is hiertoe, zoals reeds vermeld, voorzien van een opening ter hoogte van elke houder 13 van een ladehouder. Het bovendeel 15 heeft voorts een aanslag 57 die met het verbindingsdeel 32 of het schot 42 van een koppelelement kan samenwerken op dezelfde wijze als reeds werd beschreven voor twee gekoppelde ladehouders. Het bovendeel heeft in de getoonde uitvoering ook een met de houders 13 van de ladehouders 20 vergelijkbare houder 60, doch noodzakelijk is dit niet.
Bij voorkeur omsluit de opening 22 in het bovendeel nauw het bovenvlak van een koppelelement in de koppelstand en ligt het bovenvlak van het koppelelement in hetzelfde vlak als het bovenvlak van het bovendeel.
25 Het ophouwen van een ladekast met behulp van ladehouders volgens de uitvinding kan als volgt plaats vinden.
Men plaatst op een voetstuk een ladehouder, waarin reeds koppelelementen 2 in de in figuur 5 getoonde positie zijn aangebracht, of uien brengt als-30 nog koppelelementen in die positie aan, en men drukt vervolgens de koppelelementen neerwaarts tot de neuzen 34 achter de nokken 55, 56 klikken. Öp dezelfde wijze brengt men vervolgens op het verkregen samenstel van voetstuk en ladehouder één voor één verdere ladehouders 8701263 -12- aan en tenslotte dekt men het geheel af met een bovendeel, dat met bijbehorende koppelelementen wordt bevestigd-Het is ook mogelijk eerst de gewenste stapeling van voetstuk, ladehouders en bovendeel te vormen en 5 vervolgens door een voldoend grote kracht uit de oefenen op het bovenste koppelelement in één handeling alle koppelelementen in de koppelstand te brengen. Dit laatste is echter slechts mogelijk als de hoogte van de koppelelementen gelijk is aan de hoogte van de ladehouders.
10 Opgemerkt wordt, dat na het voorgaande diverse modificaties voor de deskundige voor de hand liggen.
Zo zou bij een aangepaste plaatsing en/of vorm van de aanslag 57 het schot 42 geheel of gedeeltelijk weggelaten kunnen worden of een andere vorm kunnen hebben. Ook 15 zouden in beginsel de onderste secties van de benen 30, 31 weggelaten kunnen worden. Voorts zouden de nokken 40, 41 van de vingers 37, 38 door een enkele nok kunnen worden vervangen, die tussen twee nokken van de houder 13 kan klikken. Voorts zou de arretering van de koppel-20 elementen in de niet werkzame toestand ook geheel of deels met behulp van de neuzen 34 en bijbehorende nokken van de houder 13 kunnen worden bewerkstelligd. Figuur 6 toont bij wijze van voorbeeld een mogelijke modificatie van een koppelelement volgens de uitvinding. Het belang-25 rijkste verschil met de in het voorgaande beschreven koppelelementen is, dat het verbindingsdeel 32' nu zodanig is uitgevoerd dat het in een complementaire uitsparing van het bovendeel 3' kan worden geschoven waarbij de wanden van het bovendeel geheel gesloten kunnen blijven. Het verbin-30 dingsdeel 32' is in deze uitvoeringsvorm relatief smal en wordt tesamen met het bovenste gedeelte van de benen 30', 31' opgenomen tussen twee onder de bovenwand van het bovendeel tegen een zijwand 20' aangebrachte schotten 70, 71. De schotten 70, 71 vallen elk tussen een been 8701263 r -13- 30* of 31' en de zich langs dat been uitstrekkende vinger 37' respectievelijk 38'. Aan de op de bovenwand 21' van het bovendeel 3' aansluitende delen van de schotten zijn uitsparingen aangebracht, die de voorbij de benen reikende 5 einden van het verbindingsdeel 32' opnemen- Als gevolg hiervan kan de aanslag 57 van het in figuur 4 getoonde bovendeel vervallen. Het koppelelement van figuur 6 verschilt voorts van de eerder beschreven koppelelementen in hoofdzaak doordat de benen 30', 31' in hoofdzaak recht 10 zijn en doordat de nokvormige dwarsribben 40', 41' en de neuzen 34' smaller zijn dan de vingers waarop de nok-organen respectievelijk neuzen zijn aangebracht. Deze en soortgelijke modificaties worden geacht binnen het kader van de uitvinding te vallen.
8701263

Claims (18)

1. Stapelbare ladehouder, in het bijzonder geschikt voor laden voor het opbergen van kettingformulieren, omvattende een aantal zijwanden, gekenmerkt door een op tenminste twee der wanden aangebrachte 5 houder voor een koppelelement, waarbij de houder en het koppelelement zijn voorzien van samenwerkende nokorganen en aanslagen, die zijn ingericht om een verschuiving van het koppelelement in een houder mogelijk te maken vanuit een niet werkzame positie, waarin het koppel-10 element zich in hoofdzaak binnen een houder van een enkele ladehouder bevindt, tot in een koppelstand, waarin het koppelelement met de houders van twee op elkaar geplaatste ladehouders samenwerkt, en waarin een relatieve verschuiving van het koppelelement ten 15 opzichte van beide houders door de in die stand samen-« werkende nokorganen en aanslagen van het koppelelement en de houders wordt geblokkeerd.
2. Stapelbare ladehouder volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat de houder twee evenwijdige, 20 dwars op het vlak van een zijwand geplaatste en zich in de hoogterichting van de zijwand uitstrekkende stroken omvat, die naar elkaar gekeerde oppervlakken hebben, waartussen een koppelelement kan worden opgenomen, en die elk van tenminste één nokorgaan zijn voorzien, 25 waarbij zich voorts tussen de stroken een aanslag bevindt.
3. Stapelbare ladehouder volgens conclusie 1 of 2 gekenmerkt door een omgekeerd U-vormig koppelelement met twee verende benen en een verbindingsdeel, 8701263 * * -15- waarbij de benen elk aan de buitenzijde zijn voorzien van een neus, die althans in de koppelstand van het koppelelement achter corresponderende nokvlakken van nokorganen van de houder van één van twee gekoppelde 5 ladehouders grijpt, waarbij het verbindingsdeel van het koppelelement in de houder van de andere ladehouder gearreteerd is.
4. Stapelbare ladehouder volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat elk verend been 10 van het U-vormige koppelelement een verende vinger draagt, die nabij het vrije uiteinde is voorzien van tenminste één nokorgaan, dat samenwerkt met tenminste één nokorgaan van de houder om het koppelelement in de niet werkzame positie vast te houden.
5. Stapelbare ladehouder volgens conclusie 3 of 4, met het kenmerk, dat het verbindingsdeel in de koppelstand van het koppelelement tegen een zich in de houder bevindende aanslag ligt.
6. Stapelbare ladehouder volgens conclusie 3 of 4, 20 met het kenmerk, dat tussen de benen van het U-vormige koppelelement nabij het verbindingsdeel een schot uitstrekt.
7. Stapelbare ladehouder volgens conclusie 6,m e t het kenmerk, dat het schot in de koppelstand 25 van het koppelelement tegen een zich in de houder bevindende aanslag ligt.
8. Stapelbare ladehouder volgens conclusie 3, 5 of 7,met het kenmerk, dat de aanslag op de de houder dragende zijwand is aangebracht en aan 30 weerszijden ruimte vrijlaat voor de benen van het koppelelement.
9. Stapelbare houder volgens conclusie 8, m et het kenmerk, dat de aanslag in het bodemvlak van de ladehouder ligt. 8701263 5 -16-
10. Stapelbare ladehouder volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de norkorganen en aanslagen van de houder bestaan uit een op elk van twee tegenover elkaar liggende oppervlakken van de 5 houder, waartussen het koppelelement in gebruik is opgenomen, zich dwars ten opzichte van de zijwand van de ladehouder uitstrekkende ribben met een in hoofdzaak rechthoekige dwarsdoorsnede, en uit een tussen de genoemde oppervlakken aangebrachte aanslag; en dat het koppel-10 element in hoofdzaak omgekeerd ü-vormig is met twee verende benen, die elk een buitenwaarts gekeerde neus hebben met een zich dwars op de benen uitstrekkend bovenvlak en een schuin ondervlak waarbij zich vanaf elke neus een verende vinger in hoofdzaak evenwijdig 15 aan de benen van de U-vorm bovenwaarts uitstrekt, die nabij het uiteinde twee op onderlinge afstand aangebrachte nokvormige dwarsribben heeft met schuine oploopvlakken, waarbij het koppelelement een de bodem van de ü-vorm vormend gedeelte heeft, waarbij in de 20 niet werkzame positie van het koppelelement de nokvormige dwarsribben van elke verende vinger grijpen om de corresponderende rechthoekige ribbe van de houder, terwijl in de koppelstand het de bodem van de U-vorm vormende gedeelte met het tussen de verende benen gelegen deel 25 tegen de aanslag van de houder ligt en de bovenvlakken van de neuzen van de verende benen onder de rechthoekige ribben van een onderliggende ladehouder grijpen.
11. Stapelbare ladehouder volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het 30 koppelelement een lengte heeft die even groot is als de hoogte van de ladehouder.
12. Ladenkast omvattende een aantal op elkaar gestapelde en met elkaar gekoppelde ladehouders volgens één of meer der conclusies 1 t/m 11. 9701263 * -17-
13. Ladenkast volgens conclusie 12, gekenmerkt door een voetstuk, dat is voorzien van tenminste één met de houder van de ladehouders corresponderende houder, die het onderste gedeelte van een koppelelement van een op 5 het voetstuk geplaatste ladehouder kan opnemen en die is voorzien van nokorganen voor het vergrendelen van een koppelelement.
14. Ladenkast volgens conclusie 12 of 13, gekenmerkt door een bovendeel dat een bovenwand heeft en 10 dat op de bovenste ladehouder kan worden geplaatst, waarbij de bovenwand is voorzien van tenminste één opening, via welke een koppelelement in een houder van een bovenste ladehouder kan worden geschoven, waarbij het koppelelement identiek is aan de voor de onderlinge koppeling van de lade-15 houders gebruikte koppelelementen en waarbij het bovendeel een aanslag heeft, die met het koppelelement in de koppel-stand samenwerkt.
15. Ladenkast volgens conclusie 14, m e t h e t kenmerk, dat de opening in het bovenvlak van het boven- 20 deel juist het bovenvlak van een koppelelement omsluit.
16. Ladenkast volgens conclusie 12 of 13, gekenmerkt door een bovendeel met een bovenwand en van de bovenwand afhangende wanden, waarbij op tenminste één plaats onder de bovenwand en tegen een afhangende wand 25 een houder is gevormd, die het verbindingsdeel en het bovenste deel van de benen van een koppelelement kan opnemen.
17. Ladenkast volgens conclusie 16, met het kenmerk, dat de houder twee zich dwars op de bovenwand en een afhangende wand uitstrekkende schotten omvat, 30 die in bedrijf elk tussen een been en een vinger van een koppelelement grijpen en die uitsparingen hebben voor het opnemen van het verbindingsdeel van een koppelelement. 8701263 -18-
18. Koppelelement voor het koppelen van stapelbare lade-houders volgens één der conclusies 1 t/m 11 of voor het vormen van een ladenkast volgens één der conclusies 12 t/m 17. 8701263
NL8701263A 1987-05-27 1987-05-27 Stapelbare ladehouder. NL8701263A (nl)

Priority Applications (8)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8701263A NL8701263A (nl) 1987-05-27 1987-05-27 Stapelbare ladehouder.
DK286488A DK286488A (da) 1987-05-27 1988-05-25 Stablekassette
EP88201062A EP0293056B1 (en) 1987-05-27 1988-05-26 A stackable drawer box
DE8888201062T DE3864191D1 (de) 1987-05-27 1988-05-26 Stapelbare schubladenhalter.
US07/198,900 US4896926A (en) 1987-05-27 1988-05-26 Stackable drawer box
ES88201062T ES2024009B3 (es) 1987-05-27 1988-05-26 Cajon apilable.
AT88201062T ATE66118T1 (de) 1987-05-27 1988-05-26 Stapelbare schubladenhalter.
JP63129425A JPH01259806A (ja) 1987-05-27 1988-05-26 段積み可能な引き出しボックス

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8701263 1987-05-27
NL8701263A NL8701263A (nl) 1987-05-27 1987-05-27 Stapelbare ladehouder.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8701263A true NL8701263A (nl) 1988-12-16

Family

ID=19850073

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8701263A NL8701263A (nl) 1987-05-27 1987-05-27 Stapelbare ladehouder.

Country Status (8)

Country Link
US (1) US4896926A (nl)
EP (1) EP0293056B1 (nl)
JP (1) JPH01259806A (nl)
AT (1) ATE66118T1 (nl)
DE (1) DE3864191D1 (nl)
DK (1) DK286488A (nl)
ES (1) ES2024009B3 (nl)
NL (1) NL8701263A (nl)

Families Citing this family (14)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US5236098A (en) * 1992-03-13 1993-08-17 Thomas & Betts Corporation Socket and header electrical connector assembly
DE59308293D1 (de) * 1992-04-21 1998-04-30 Ejot Kunststofftechnik Dozwil Koffer
US5539599A (en) * 1994-08-01 1996-07-23 Blue Ridge Group, L.L.C. Fastener for flexible disk cartridges
US5544751A (en) * 1995-05-03 1996-08-13 Flambeau Products Corp. Stacking connector for storage container
US5733025A (en) * 1996-03-29 1998-03-31 Jesse, Sr.; Michael D. Computer monitor stand
US5806942A (en) * 1996-12-26 1998-09-15 White Consolidated Industries, Inc. Dishwasher door and decorator panel assembly
AUPO617097A0 (en) * 1997-04-09 1997-05-08 Harcor Security Seals Pty Limited Security seal
GB2335840B (en) * 1998-04-03 2002-01-09 United Biscuits Ltd Stackable display system and panel for use therein
JP2002236512A (ja) * 2001-02-13 2002-08-23 Sony Corp ロット管理方式の生産方法と被処理体搬送容器
US20060033407A1 (en) * 2004-08-10 2006-02-16 Inventec Corporation Combined casing assembly
US7117927B2 (en) * 2004-09-14 2006-10-10 Delphi Technologies, Inc. Snap-on mounting bracket for heat exchangers
KR100766941B1 (ko) * 2005-06-16 2007-10-17 한국비엠씨 (주) 싱크대 상판의 연결 조립용 고정구
US10172484B2 (en) 2015-06-24 2019-01-08 Edward L. Maldonado Stackable/wall mountable headwear storage and display cabinet system with variable lighting (CapPalace)
CN112263102B (zh) * 2020-10-16 2022-04-26 北京国林***家具有限公司 一种可自由组装的模块化收纳柜

Family Cites Families (13)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2561561A (en) * 1949-06-07 1951-07-24 Joseph F Cella Stacking guide for crates, boxes, and cases
US3432216A (en) * 1967-02-13 1969-03-11 Peter Quay Yang Sectional cabinet
US3552579A (en) * 1968-11-25 1971-01-05 Safco Products Co Tile case assembly and stacking clip therefor
DE6913118U (de) * 1969-04-01 1969-08-07 Wacker Chemie Gmbh Verpackung fuer epitaktisch beschichtete halbleiterscheiben
CH565047A5 (nl) * 1973-05-17 1975-08-15 Neher Ag
GB1508916A (en) * 1975-08-22 1978-04-26 Brown Ltd F Connectors for cabinets
FR2451175A1 (fr) * 1979-03-13 1980-10-10 Sappey Dauphinoise Boucle pour l'assemblage de deux extremites de sangles
DE3003367C2 (de) * 1980-01-31 1983-11-17 Weyel Kg Visuelle Einrichtungen, 6342 Haiger Bausatz für die Herstellung von Zargen für Korpusse
US4620636A (en) * 1981-08-24 1986-11-04 Mcdonald Products Corporation Office accessory system for use on both horizontal and vertical surfaces
GB2117038B (en) * 1982-03-23 1985-09-04 Nippon Notion Kogyo Buckle
DE3214528C2 (de) * 1982-04-20 1984-07-26 Atmos Fritzsching & Co Gmbh, Zweigniederlassung Lenzkirch Im Schwarzwald, 7825 Lenzkirch Vorrichtung zur Festlegung von Instrumentengehäusen in einer Trägerplatte
US4701984A (en) * 1982-08-05 1987-10-27 Illinois Tool Works Inc. Printed circuit board support
AU595404B2 (en) * 1986-12-02 1990-03-29 William Malcolm Hoskins Corner fastening device

Also Published As

Publication number Publication date
EP0293056A1 (en) 1988-11-30
DE3864191D1 (de) 1991-09-19
ES2024009B3 (es) 1992-02-16
JPH01259806A (ja) 1989-10-17
EP0293056B1 (en) 1991-08-14
DK286488A (da) 1988-11-28
US4896926A (en) 1990-01-30
ATE66118T1 (de) 1991-08-15
DK286488D0 (da) 1988-05-25

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8701263A (nl) Stapelbare ladehouder.
US11279518B2 (en) Stackable system container and transport system
US4760921A (en) Stackable storage receptacle and modular storage system made therefrom
US8708433B2 (en) Storage and organization system and components thereof
US4960223A (en) Box crate container
US4634001A (en) Box for holding thin objects
EP1655232B1 (en) Folding container
EP1174060A1 (en) Product carrier tray with support member
US4173289A (en) Steel wire stackable upsettable-wall container
JPS6226016A (ja) 写真の積層容器
JPH0744186Y2 (ja) 仕分けボックス
JP3805796B2 (ja) 特に果物や野菜を輸送するための容器
US4155484A (en) Napkin holder and dispenser
US5630658A (en) Hemmed edge file holder
US3895715A (en) Nesting-stacking carrier having hinged side walls
US5797665A (en) File holders with folder retention
EP3456648B1 (en) Stackable crate provided with slidingly extractable shelves
KR100748998B1 (ko) 이탈 방지 수단을 갖는 고 밀도 배송 행거
EP0577668B1 (en) File box closure catch
JP4703064B2 (ja) カード差しの取付構造
JP4111292B2 (ja) 商品陳列箱
US20020125162A1 (en) Wrap dispenser holder
KR200142431Y1 (ko) 서류 보관함
JP3074841U (ja) 折畳式箱
JP3019486U (ja) ハンギングホルダー等の収納ボックス

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
BV The patent application has lapsed