NL8701074A - Meetmerkinrichting. - Google Patents

Meetmerkinrichting. Download PDF

Info

Publication number
NL8701074A
NL8701074A NL8701074A NL8701074A NL8701074A NL 8701074 A NL8701074 A NL 8701074A NL 8701074 A NL8701074 A NL 8701074A NL 8701074 A NL8701074 A NL 8701074A NL 8701074 A NL8701074 A NL 8701074A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
measuring
triangular
marker device
mark
conductor
Prior art date
Application number
NL8701074A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Optische Ind De Oude Delft Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Optische Ind De Oude Delft Nv filed Critical Optische Ind De Oude Delft Nv
Priority to NL8701074A priority Critical patent/NL8701074A/nl
Priority to JP63503824A priority patent/JP2783391B2/ja
Priority to EP88903842A priority patent/EP0348437B1/en
Priority to IN361/CAL/88A priority patent/IN169051B/en
Priority to DE8888903842T priority patent/DE3873758T2/de
Priority to PCT/EP1988/000391 priority patent/WO1988008953A1/en
Priority to CA000565744A priority patent/CA1311636C/en
Priority to US07/424,265 priority patent/US5013925A/en
Priority to IL8630488A priority patent/IL86304A/en
Priority to DD88315495A priority patent/DD272354A5/de
Priority to CN88102626.3A priority patent/CN1032388C/zh
Publication of NL8701074A publication Critical patent/NL8701074A/nl
Priority to SU894742312A priority patent/RU1809917C/ru

Links

Classifications

    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F41WEAPONS
    • F41GWEAPON SIGHTS; AIMING
    • F41G3/00Aiming or laying means
    • F41G3/32Devices for testing or checking
    • F41G3/323Devices for testing or checking for checking the angle between the muzzle axis of the gun and a reference axis, e.g. the axis of the associated sighting device

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Photometry And Measurement Of Optical Pulse Characteristics (AREA)
  • Investigating Or Analysing Materials By Optical Means (AREA)
  • Length Measuring Devices By Optical Means (AREA)
  • Radiation Pyrometers (AREA)

Description

*9- VO 9150
Titel:_Meetmerkinrichting.
De uitvinding heeft betrekking op een meetmerkinrichting voorzien van een infrarood meetmerk, bestemd om door een richtkijker te worden waargenomen.
Het is bekend om de schietrichting van een kanon, dat 5 wil zeggen de richting van het uiteinde van de schietbuis van het kanon, en de kijkrichting van een richtkijker met elkaar in overeenstemming te brengen, door een extern gegenereerd lichtbeeld (meetmerk), bijvoorbeeld een stip of een kruis, via een op het uiteinde van de schietbuis geplaatste 10 spiegel in de richtkijker te spiegelen en de aldus in de richtkijker verkregen afbeelding van het meetmerk in dekking te brengen met een vast richtmerk.
Een soortgelijke techniek kan worden toegepast in andere situaties waarin de hartlijnen van twee organen even-15 wijdig aan elkaar of in lijn moeten worden ingesteld. Als voorbeeld kan genoemd worden het in lijn brengen van de centers van een lange draaibank.
Teneinde de afbeelding van het meetmerk in de richtkijker in dekking te kunnen brengen met het vaste richtmerk 20 is de stand van de richtkijker instelbaar.
Op deze wijze kan op elk gewenst moment de uitlijning van de richtkijker ten opzichte van de schietrichting gecontroleerd en zonodig gecorrigeerd worden, en kunnen mechanische en thermische invloeden, die zowel de schietrichting 25 als de kijkrichting van de richtkijker kunnen doen variëren, gecompenseerd worden. Dit is van groot belang, omdat reeds een kleine afwijking uit de ideale stand leidt tot een groot verschil tussen het werkelijke trefpunt en het gewenste trefpunt van een afgeschoten projectiel.
30 Door de controle bij verschillende elevaties van de schietbuis uit te voeren kan ook de gelijkloop tussen de kijkrichting van de richtkijker en de schietbuis gejusteerd worden.
De bekende systemen voldoen goed zolang met zichtbaar 8701074 * · » -2- licht gewerkt wordt. Bij toepassing van infrarood richt-kijkers, die een infrarood camera omvatten, en van een met infrarood licht gevormd meetmerk, onstaan echter problemen, doordat het niet goed mogelijk is om een infrarood meetmerk 5 scherp in de richtkijker af te beelden. Als gevolg hiervan is het ook niet goed mogelijk het onscherp afgebeelde meet-werk na omzetting in zichtbare vorm nauwkeurig in dekking te brengen met het vaste richtmerk.
De onscherpte van een met infrarood licht gevormd en 10 in de richtkijker in zichtbare vorm afgebeeld meetmerk heeft verschillende oorzaken. Een eerste oorzaak is het feit, dat infrarood licht een relatief grote golflengte heeft, waardoor eerder dan bij zichtbaar licht buigingsverschijnselen een rol gaan spelen. Deze buigingsverschijnselen spelen een grote-15 re rol naarmate de in de infrarood lichtweg toegepaste optische elementen kleiner zijn. Bij een veldjustage-inrichting dient in elk geval de op de schietbuis geplaatste spiegel of collimator kleine afmetingen te hebben, in de orde van 2 k 3 cm. doorsnede, teneinde de op de spiegel of collimator 20 bij de soms heftige bewegingen van de loop optredende massa-traagheidskrachten zo klein mogelijk te houden.
Een andere oorzaak van de onscherpte van een met infrarood licht gevormd meetmerk na de omzetting daarvan in een zichtbaar meetmerk, is dat deze omzetting in de normaliter 25 in I.R. richtsystemen gebruikte infrarood camera's geschiedt door aftasting van het aangeboden infrarood beeld met discrete detectoren, die vólgens een vooraf bepaald patroon het aangeboden beeld aftasten. De breedte van de beeldlijnen van het beeld, dat zo wordt opgebouwd is niet verwaarloosbaar 30 ten opzichte van de lijnen van het meetmerk.
Als gevolg van beide boven genoemde oorzaken onstaat een onscherp zichtbaar meetmerk, dat lastig nauwkeurig in dekking is te brengen met het vaste richtmerk. Het resultaat is, dat verschillende personen de richtkijker en de 35 schietrichting veelal in verschillende standen ten opzichte 8701074 «* -3- van elkaar instellen, ofschoon slechts één stand de juiste is.
Dit probleem wordt nog versterkt, indien het vaste richt-merk zelf wordt verkregen door in vooraf bepaalde posities van de aftastende infrarood detectoren electronisch een sig-5 naai te genereren. Het vaste richtmerk kan dan immers niet scherper zijn dan overeenkomt met de afmetingen van de detectoren. In dat geval dient voor het uitlijnen derhalve een relatief onscherp meetmerk nauwkeurig in dekking te worden gebracht met een relatief onscherp vast richtmerk, hetgeen 10 een nauwkeurige uitlijning zeer bemoeilijkt.
De uitvinding beoogt de geschetste bezwaren te ondervangen en een infrarood meetmerk ter beschikking te stellen, dat ondanks een na omzetting in een zichtbaar meetmerk relatief onscherpe afbeelding toch op reproduceerbare en 15 betrouwbare wijze in dekking kan worden gebracht met een vast richtmerk.
Volgens de uitvinding wordt hiertoe een meetmerkinrich-ting voorzien van een infrarood meetmerk daardoor gekenmerkt, dat de meetmerkinrichting zodanig is ingericht, dat het in-20 frarood meetmerk tenminste twee in hoofdzaak V-vormige inten-siteitsverdelingen omvat, waarbij de punten van de V-vormen naar elkaar zijn gekeerd.
Opgemerkt wordt, dat een meetmerkinrichting volgens de uitvinding kan worden toegepast in alle situaties waarin een infrarood 25 camera met behulp van een meetmerk uitgelijnd of ingesteld dient te worden. Als voorbeeld kan genoemd worden de toepassing van een meetmerk volgens de uitvinding in een inrichting voor het justeren van de gelijkloop in een vertikaal vlak van een (infrarood) vizierinrichting en een zwenkbaar orgaan vallet type als beschreven in de 30 Nederlandse octrooiaanvrage 8402659.
Het meetwerk volgens de uitvinding kan voorts met voordeel toepassing vinden in een veldjustage-inrichting, die geschikt is voor infrarood licht.
In het volgende zal de uitvinding nader worden toege-35 licht met verwijzing naar de bijgevoegde tekening.
8701074 ·* (* -4-
Figuur 1 toont schematisch de relatieve posities van de schietbuis van een kanon van een gevechtstank en van de richtcamera van de gevechtstank; figuur 2 illustreert schematisch een scherp respec-5 tievelijk een onscherp afgebeeld lijnvormig meetmerk en de bijbehorende intensiteitsverdelingen; figuur 3 illustreert schematisch een onscherp afgebeeld kruisvormig meetmerk; figuur 4 toont schematisch in vooraanzicht een 10 eerste uitvoeringsvoorbeeld van een meetmerk volgens de uitvinding; figuur 5 toont het meetmerk van figuur 4 in zijaanzicht ; figuur 6, figuur 7, figuur 8 en figuur 9 tonen 15 schematisch gemodificeerde uitvoeringsvoorbeelden van een meetmerk volgens de uitvinding; figuren 10 t/m 12 illustreren enkele nog andere uitvoeringsvoorbeelden van een meetmerk volgens de uitvinding; en fig. 13 toont nog een ander uitvoeringsvoorbeeld.
20 Figuur 1 toont schematisch in bovenaanzicht een koepel 1 van een niet verder getoonde gevechtstank, die is voorzien van een kanon, waarvan de schietbuis 2 zichtbaar is. Voorts is schematisch een infrarood richtcamera 3 getoond, die op gebruikelijke wijze deels 25 door de koepel reikt, zodat de omgeving kan worden waargenomen en afgebeeld op een zich binnen de koepel bevindend scherm.
Om de schietbuis van het kanon nauwkeurig te kunnen richten dient tussen de stand van de richtcamera 30 en die van de schietbuis, ofwel tussen de kijkrichting van de richtcamera en de schietrichting een zo nauwkeurig mogelijk bepaalde vaste relatie te bestaan. In figuur 1 is de kijkrichting schematisch aangegeven met een 870 ΐ 074 * -5- hartlijn 4, terwijl de schietrichting is aangegeven met een hartlijn 5. Veelal wordt de instelling van de richtcamera zodanig gekozen, dat beide hartlijnen evenwijdig zijn, doch het is ook mogelijk op een bepaalde afstand 5 een punt te kiezen waar de hartlijnen elkaar snijden.
Daar de hartlijnen 4 en 5 slechts abstracte lijnen zijn, wordt voor het bepalen van de kijkrichting van de richtcamera gebruik gemaakt van een richtmerk, dat veelal uit twee elkaar snijdende lijnen bestaat, waarvan 10 het snijpunt het richtpunt aangeeft. Het richtmerk kan, zoals bij richtkijkers voor zichtbaar licht, op het scherm zijn aangebracht, bijvoorbeeld door etsen, tekenen of graveren, doch kan ook-, zoals reeds eerder beschreven, elektronisch worden gegenereerd. Om de kijkrichting 15 in overeenstemming te brengen met de schietrichting wordt gebruik gemaakt van een meetmerk, dat eveneens bijvoorbeeld uit twee elkaar snijdende lijnen kan bestaan en dat vanaf de schietbuismonding op het ingangsvenster van de richtcamera wordt geprojecteerd, zoals aangegeven 20 met een pijl 6. Het meetmerk kan hiertoe zelf op de schietbuismond geplaatst zijn en via een collimator op de richtcamera geprojecteerd worden. Dikwijls ook is het meetmerk op of nabij het begin van de schietbuis geplaatst, zoals bij 7 aangegeven in figuur 1 en wordt 25 het via een spiegel 8 (autocollimator) op de schietbuismond in de richtcamera gespiegeld. Als nu op het beeldscherm van de richtcamera het richtmerk en het meetmerk elkaar op een vooraf bepaalde wijze dekken, bijvoorbeeld, in het geval dat het richtmerk en het meetmerk elk bestaan 30 uit twee elkaar snijdende lijnen, doordat de kruispunten van deze lijnen samenvallen, is de richtcamera juist uitgelijnd.
Na een initiële uitlijning van de richtcamera 6701074 -6- dient de uitlijning tijdens gebruik telkens gecontroleerd te worden, omdat door mechanische en thermische invloeden de stand van de richtcamera ten opzichte van de schietbuis en in het bijzonder de schietbuismond, die de schiet-5 richting bepaalt, tijdens bedrijf kan variëren.
De boven beschreven uitlijntechniek, veelal aangeduid met de term veldjustage, wordt op zichzelf reeds met goed resultaat toegepast voor met zichtbaar licht werkende richtsysternen.
10 Zoals reeds opgemerkt, kan deze bekende techniek niet zonder meer met even goede resultaten worden gebruikt, indien een infrarood richtcamera wordt toegepast. Dit is een gevolg van de grotere golflengte van infrarood licht, waardoor eerder buigingsverschijnselen de scherpte 15 van het beeld beïnvloeden, en voorts van het feit, dat in de richtcamera het ontvangen infrarode beeld omgezet dient te worden in een zichtbaar beeld. Dit laatste geschiedt veelal door aftasting volgens een rasterpatroon met behulp van discrete infrarooddetectoren, die het 20 aangeboden beeld als het ware bemonsteren, waardoor extra onscherpte (bemonsterruis) wordt geïntroduceerd.
Eén en ander is nader geïllustreerd in figuur 2 en figuur 3.
Figuur 2a toont een duidelijkheidshalve breed 25 getekende lijn 10, die bijvoorbeeld een lijn van een meetmerk kan zijn. Figuur 2b toont de bijbehorende licht-intensiteitsverdeling langs de lijn 11 in figuur 2a, indien wordt aangenomen dat de lijn 10 lichter is dan de omgeving.
30 Figuur 2c toont het beeld 10' van de lijn 10, zoals dit op het beeldscherm van de infrarood camera zichtbaar wordt, terwijl figuur 2d weer de bijbehorende intensiteits- 8701074 ♦ -7- verdeling toont. Duidelijk is, dat de afbeelding 10’ onscherper is dan het aangeboden beeld 10.
Figuur 3a toont twee elkaar snijdende lijnen 12, 13 en figuur 3b toont het bijbehorende beeld op het 5 beeldscherm van de infrarood camera, uit het in figuur 3b getoonde beeld is niet meer nauwkeurig op te maken op welke plaats precies het snijpunt van de lijnen 12 en 13 ligt, terwijl bij toepassing van elkaar snijdende lijnen als meetmerk nu juist de ligging van het kruispunt 10 van groot belang is voor een nauwkeurige instelling van de richtcamera.
Als gevolg van de boven beschreven en in figuur 2 en figuur 3 geïllustreerde verschijnselen is het bij toepassing van een infrarood richtcamera niet goed mogelijk 15 om de richtcamera nauwkeurig in te stellen, althans niet met behulp van dezelfde technieken als bij voor zichtbaar licht ontworpen richtsystemen worden toegepast.
Uit onderzoekingen en experimenten van aanvraagster is echter gebleken, dat de nadelige effecten van een 20 onscherpe afbeelding van een infrarood meetmerk op het beeldscherm van een infrarood richtcamera in hoofdzaak kunnen worden opgeheven, indien het infrarood meetmerk in de vorm van een speciale ruimtelijke intensiteitsverdeling wordt aangeboden.
25 Figuur 4 toont in vooraanzicht een eerste uitvoerings vorm van een meetmerkinrichting volgens de uitvinding, alsmede de daarmee verkregen intensiteitsverdeling, en figuur 5 toont de meetmerkinrichting van figuur 4 in zijaanzicht.
De afgebeelde meetmerkinrichting omvat een in dit voorbeeld 30 rechthoekige plaat 15, die in bedrijf wordt verwarmd voor het verschaffen van een met een infrarood camera waarneembaar beeld. De plaat 15 kan verwarmd worden 8701074 -8- door een elektrische stroom door de plaat te voeren, die dan van geleidend materiaal vervaardigd dient te zijn, of, zoals afgebeeld in figuur 5, door de plaat te verwarmen middels een of meer schematisch aangegeven 5 warmtebronnen 16, die bijvoorbeeld in een tevens als vatting voor de plaat dienend huis 17 kunnen zijn geplaatst.
Aan de in bedrijf naar de richtcamera gekeerde zijde van de plaat 15 zijn op enige afstand van de plaat 15 twee ongeveer driehoekige, vlakke, afschermorganen 10 18,19 in hoofdzaak evenwijdig aan de plaat 15 geplaatst.
De bases van de beide driehoekige organen bevinden zich ter hoogte van twee overliggende zijden van de plaat 15, terwijl de tegenover de bases liggende hoeken of punten 20, 21 van de afschermorganen naar elkaar gekeerd 15 zijn en zich nabij het centrum van de plaat bevinden, doch op geringe afstand van elkaar liggen. Rechts in figuur 4 zijn twee intensiteitsverdelingen langs de lijnen p-q en r-s aangegeven, die optreden indien de plaat 15 verwarmd wordt.
Gebleken is, dat ofschoon de intensiteitsverdelingen 20 geen scherpe overgangen bevatten het menselijk oog uit de aldus verkregen tweedimensionale intensiteitsverdeling, die ook na omzetting in zichtbaar licht op het beeldscherm van de infrarood richtcamera van de richtkijker geen scherpe lijnen of punten bevat, toch twee scherpe lijnen met een goed 25 gedefinieerd snijpunt construeert en wel op reproduceerbare wijze.
Deze door het menselijk oog waargenomen lijnen zijn in figuur 4 aangegeven met 23 en 24, terwijl het snijpunt is aangegeven met 25. De door het menselijk 30 oog waargenomen lijnen lopen evenwijdig aan de zijden van de driehoekige afschermorganen op enige afstand daarvan, en het snijpunt bevindt zich tussen de twee punten 20, 21 van de driehoekige afschermorganen. Dit 8701074 -9- Η snijpunt kan nu voor het instellen van de richtcamera op voldoende nauwkeurige wijze in dekking worden gebracht met het vaste richtmerk.
De scherpte van de lijnen 23, 24 en in het bijzonder 5 van het snijpunt 25 kan worden ingesteld door de afstand tussen de punten 20, 21 van de driehoekige organen instelbaar te maken. Hiertoe kunnen de driehoekige organen verschuifbaar, zoals aangegeven met pijlen 26, 27 in de meetmerkinrichting zijn gemonteerd.
10 De scherpte van het snijpunt 25 kan voorts worden ingesteld met behulp van de helderheids- en contrastregeling van de infrarood camera.
Opgemerkt wordt, dat de bij de punten van de driehoekige organen samenwerkende zijden niet noodzakelijker-15 wijze recht behoeven te zijn, doch ook enigszins gebogen zouden kunnen zijn. Van belang is slechts dat twee ongeveer V-vormige intensiteitsverdelingen worden verkregen, die bij een juiste instelling zodanig op elkaar aansluiten, dat het menselijk oog twee elkaar snijdende, al dan 20 niet gebogen, lijnen waarneemt met een scherp snijpunt.
De figuren 6 en 7 tonen alternatieve uitvoeringsvormen van de driehoekige organen met convexe respectievelijk concave zijden. De snijpunten zijn aangegeven met 30 respectievelijk 31.
25 De tophoeken van de driehoekige organen zijn bij voorkeur 90° doch andere waarden zijn mogelijk.
Desgewenst kan de grootte van de tophoek worden aangepast aan de resolutie van de infrarood camera, indien bijvoorbeeld de horizontale resolutie niet gelij.k is aan de 30 verticale resolutie.
Ook is het niet strikt noodzakelijk, dat de driehoekige organen symmetrisch zijn ten opzichte van een uit de tophoek op de basis neergelaten loodlijn, dat wil zeggen 8701074 -loin het geval van figuur 4 dat de driehoekige organen niet gelijkbenig zijn, doch een symmetrische vorm heeft de voorkeur.
Een andere mogelijke uitvoeringsvorm is getoond 5 in figuur 8. In deze uitvoeringsvorm zijn de driehoekige organen uitgevoerd als brede V-vormige platen 32 en 33. Deze uitvoeringsvorm is in beginsel ook bruikbaar, doch leidt door het ontbreken van afschermmateriaal aan de bases van de organen tot een minder prettig waar 10 te nemen beeld.
Voorts is het mogelijk om in plaats van twee driehoekige organen vier van dergelijke organen toe te passen zoals getoond in figuur 9, waarin twee extra organen 34, 35 zijn getoond, zodat slechts twee stroken 15 langs de diagonalen van de plaat 15 niet worden afgedekt. Deze uitvoeringsvorm biedt echter praktisch nauwlijks verbetering ten opzichte van de uitvoeringsvormen met twee driehoekige organen, doch vergt wel een zeer nauwkeurige instelling van de twee extra organen 34, 35 20 ten opzichte van de andere twee organen 18, 19. Derhalve heeft een uitvoeringsvorm met twee afdekorganen de voorkeur.
Opgemerkt wordt dat in het voorgaande steeds is uitgegaan van een verwarmde plaat 15, die door koelere afdekorganen deels is afgeschermd. Het gewenste effect 25 kan echter ook worden verkregen door juist de driehoekige organen te verwarmen. De plaat 15 blijft dan koeler, al dan niet door speciale koelmiddelen voor de plaat 15 te voorzien, zodat weer twee in hoofdzaak V-vormige intensiteitsverdelingen worden verkregen. De plaat 15 30 zou in dat geval in beginsel zelfs geheel weggelaten kunnen worden.
De in hoofdzaak driehoekige organen, al dan niet met gebogen zijden, kunnen op geschikte wijze uit dunne 8701074 -11- metaalplaat, bijvoorbeeld een dunne stalen plaat zijn vervaardigd. In een proefopstelling werden met succes uit scheermesjes geknipte driehoekige plaatjes toegepast.
Zoals in het voorgaande aangegeven is het voor 5 de uitvinding essentieel, dat een zodanige tweedimensionale intensiteitsverdeling wordt opgewekt, dat het menselijk oog daaruit, na omzetting in een zichtbaar beeld, twee scherpe elkaar snijdende lijnen met een scherp snijpunt kan construeren. Volgens de in het voorgaande beschreven 10 uitvoeringsvoorbeelden werden daartoe tenminste twee met de punten naar elkaar gekeerde in hoofdzaak driehoekige organen toegepast, die zich uitstrekken in een vlak dat in hoofdzaak dwars op de waarneemrichting, dat wil zeggen dwars op de met 36 in figuur 5 aangegeven 15 denkbeeldige verbindingslijn tussen het centrum van het meetmerk en het centrum van het ingangsvenster van de richtcamera dan wel van de spiegel of collimator op de loop, ligt.
Op deze manier wordt de zich in ditzelfde vlak 20 uitstrekkende gewenste tweedimensionale intensiteitsverdeling automatisch verkregen. Het is echter ook mogelijk om een zich in een dwars op de verbindingslijn 36 staand dwarsvlak uitstrekkende, geschikte tweedimensionale intensiteitsverdeling op te wekken met behulp van organen 25 die zich niet in het dwarsvlak bevinden.
Hiertoe kan bijvoorbeeld gebruik gemaakt worden van een elektrische geleider, die in bedrijf een elektrische stroom voert en die in hoofdzaak in een de verbindingslijn 36 omvattend vlak ligt en de verbindingslijn in 30 hoofdzaak loodrecht snijdt, om op deze wijze een X-vormige intensiteitsverdeling te verkrijgen, dient de geleider een koudste punt te hebben van waaruit naar beide uiteinden toe de temperatuur toeneemt. Dit kan worden bewerkstelligd door de geleider zodanig uit te 8701074 -12- voeren dat de weerstand daarvan aan de uiteinden het hoogst is en vanaf de uiteinden naar een tussen de uiteinden gelegen punt geleidelijk tot een minimale waarde afneemt.
Het principe is getoond in figuur 10. Een geleider 5 40 voert in bedrijf een elektrische stroom I. Het weerstands-verloop van de geleider over de lengte daarvan is naast de geleider aangegeven. De weerstand R is het hoogst aan de uiteinden 41, 42 van de geleider en het laagst in het midden van de geleider bij punt 43. Derhalve neemt de hoeveelheid in 10 de geleider opgewekte warmte vanaf de uiteinden 41, 42 naar het punt 43 af, zodat de geleider ten gevolge van de geringe numerieke apertuur van de gebruikte infrarood optiek een zandlopervormige ruimtelijke warmteverdeling veroorzaakt, die in een vlak door de geleider een soortgelijke intensiteitsverdeling 15 verschaft als werd verkregen in de eerder beschreven uitvoeringsvormen.
Een dergelijke geleider kan worden gevormd met behulp van een vlakke metalen plaat, die zodanig is uitgesneden, dat het dwarsdoorsnedeoppervlak daarvan aan de uiteinden klein is en in het middengebied groot 20 is. Een voorbeeld is getoond in figuur 11.
Figuur 11 toont een plaatvormige geleider 44 met een ruitvorm, die ligt in een de verbindingslijn 36 bevattend vlak. Eén van de diagonalen (45) strekt zich dwars op de lijn 36 uit, en de andere diagonaal 25 valt samen met de lijn 36. Een elektrische energiebron is verbonden tussen de uiteinden van de diagonaal 45.
De plaatvormige geleider kan ook gebogen zijden hebben, zoals met onderbroken lijnen getoond in figuur 11.
Voorts zou de plaat in het middengebied, nabij 30 de lijn 36 behalve breder ook, althans deels, dikker kunnen zijn uitgevoerd dan bij de uiteinden.
Als alternatief kunnen twee afzonderlijke geleiders 8701074 -13- van ongeveer driehoekige vorm worden toegepast, die het gebied nabij de lijn 36 vrijlaten. Een dergelijke uitvoeringsvorm is getoond in fig. 12. Fig. 12 toont een eerste ongeveer driehoekige geleider 50, die in bedrijf een stroom I voert en een tweede congruente geleider 51, die in bedrijf 5 eveneens een stroom I voert. Beide geleiders liggen in één en hetzelfde vlak dat tevens de verbindingslijn 36 omvat en zijn symmetrisch ten opzichte van de verbindingslijn 36 geplaatst, waarbij tussen beide geleiders een tussenruimte aanwezig is.
In fig. 12 is één der zijden van beide geleiders gebogen. De 10 andere zijden zouden eveneens gebogen kunnen zijn uitgevoerd. Ook kunnen de naar de andere geleider toe gekeerde randen van beide geleiders een hoek met elkaar insluiten, evenals de in fig. 12 in het verlengde van elkaar getekende randen. Voorts kunnen de geleiders ter hoogte van de naar elkaar gekeerde einden weer dikker zijn dan nabij de tegenoverliggen-15 de tophoeken.
In fig. 13 is een eenvoudige uitvoeringsvorm weergegeven, waarbij geen externe warmtebron nodig is.
Op een plaat 60 van een eerste materiaal is met een tweede materiaal een patroon aangebracht van twee driehoeken 61 en 62. De materialen zijn zoda-20 nig gekozen dat zij in het infrarood een verschillende zichtbaarheid hebben. Het verschil in zichtbaarheid wordt bijvoorbeeld verkregen door de plaat 60 van germanium te vervaardigen waarop de driehoeken 61 en 62 op op zich bekende wijze zijn aangebracht als reflexcoatingen van afwisselende lagen ZnS en Ge, zodat een reflektie in het betreffende infrarood-25 gebied van ± 97 o/o wordt bereikt. Op dezelfde op zich bekende wijze zijn de resterende driehoeken 63 en 64 voorzien van een antireflexcoating van afwisselende lagen ZnS en Ge, zodat een transmissie van ± 98 o/o wordt bereikt. Door het verschil in zichtbaarheid in het infrarood is het patroon zichtbaar zonder dat er sprake is van een verschil in temperatuur 30 tussen de beide materialen.
Deze uitvoeringsvorm heeft bijzondere voordelen in die gevallen, waarin een externe warmtebron ongewenst of niet mogelijk is.
Bij wijze van voorbeeld zij vermeld dat een infrarood detektor een aantal detektorelementen omvat op een drager. De afmetingen van de 35 drager zijn ongeveer 0 10 mm. Op de drager zijn verbindingspunten naar buiten aangebracht. Elk verbindingspunt is met één of meer detektorelementen verbonden. Een dergelijke detector kan worden gebruikt in een infra- 8701074 - 14- rood waarneemsysteem om met behulp van autokollimatie de kijkrichting van de infraroodkijker te laten samenvallen met de schietrichting van een kanon, zoals reeds eerder beschreven. Het beeldscherm van de richt-kamera vertoont dan het spiegelbeeld van de detektor, waarop de detektor-5 elementen en verbindingspunten zichtbaar zijn. De kijk- en de schietrichting vallen samen indien één specifiek punt van het getoonde beeld van de detektor samenvalt met een specifiek punt van het richtmerk. Dergelijke detektoren bestaan echter in het algemeen uit een matrix van identieke, niet onderscheidbare elementen. Uit het beeld van de detektor is niet af 10 te leiden welk deel van de detektor zichtbaar is bij het instellen van de kijkrichting en/of de schietrichting. Door verschuiving zal weliswaar een ander deel van de detektor zichtbaar worden, doch de waarnemer van het beeld op het beeldscherm is niet in staat het nieuwe beeld van het oude beeld te onderscheiden. In deze situatie is het bijzonder voordelig 15 als een enkel merkteken op de detektor is aangebracht, dat precies in dekking is te brengen met een specifiek punt van het richtmerk. Bijvoorbeeld wordt daartoe op de drager van de detektor een meetmerk aangebracht zoals hiervoor beschreven, bestaande uit een patroon van twee met goud opgedampte driehoeken met afmetingen in de orde van 0,1 mm. Door het ver-20 schil in emissiecoëfficiënt van goud en drager zal het patroon zichtbaar zijn voor het infrarood waarneemsysteem ondanks dat er geen temperatuurverschil aanwezig is.
Opgemerkt wordt, dat na het voorgaande diverse modificaties van de beschreven uitvoeringsvormen voor de deskundige voor de hand liggen.
25 Zo zou in de configuratie van fig. 10 ook gebruik gemaakt kunnen worden van twee elkaar kruisende, doch overigens identieke geleiders. Op analoge wijze zouden twee ruitvormige geleiders als getoond in fig. 11 kunnen worden toegepast, die achter elkaar in elkaar loodrecht snijdende vlakken zijn geplaatst. Evenzo kunnen vier driehoekige geleiders als getoond in 30 fig. 12 worden toegepast. Dergelijke modificaties worden geacht binnen het kader van de uitvinding te vallen.
8701074

Claims (22)

1. Meetmerkinrichting voorzien van een infrarood meetmerk, bestemd om door een richtkijker te worden waargenomen, met het kenmer k, dat de meetmerkinrichting zodanig is ingericht, dat het infrarood meetmerk tenminste '5 twee in hoofdzaak V-vormige intensiteitsverdelingen omvat, waarbij de punten van de V-vormen naar elkaar zijn gekeerd.
2. Meetmerkinrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de in hoofdzaak
10 V-vormige intensiteitsverdelingen worden verkregen met behulp van tenminste twee in hoofdzaak driehoekige plaatvormige organen, waarvan de tophoeken naar elkaar zijn gekeerd, en die in een zich dwars op de optische verbindingslijn tussen de richtkijker 15 en de meetmerkinrichting strekkend vlak liggen.
3. Meetmerkinrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat driehoekige organen afschermorganen zijn, die voor een verwarmde plaat zijn geplaatst.
4. Meetmerkinrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de naar elkaar gekeerde tophoeken van de driehoekige organen op enige afstand van elkaar liggen.
5. Meetmerkinrichting volgens conclusie 2, 25met het kenmerk, dat de driehoekige organen verwarmde organen zijn. 8701074 -16-
6. Meetmerkinrichting volgens één der conclusies 2 t/m 5/inet het kenmerk, dat tenminste de bij de tophoeken samenkomende zijden van de driehoekige organen gebogen zijn. 5 7, Meetmerkinrichting volgens één der conclusies 2 t/m 6,met het kenmerk, dat de driehoekige organen elk zijn voorzien van een uitsparing in de tegenover de tophoek liggende zijde.
8. Meetmerkinrichting volgens één der conclusies 10. t/m 7, met het kenmerk, dat de meetmerk-inrichting vier in één vlak liggende en twee aan twee met de tophoeken naar elkaar gekeerde in hoofdzaak driehoekige organen omvat.
9. Meetmerkinrichting volgens conclusie 1, 15 met het kenmerk, dat de in hoofdzaak V-vormige intensiteitsverdelingen worden verkregen met behulp van tenminste één elektrische geleider, die zich in hoofdzaak dwars op de optische verbindingslijn tussen de richtkijker en de meetmerkinrichting uitstrekt, in 20 een de optische verbindingslijn uitstrekkend vlak, en die in bedrijf een elektrische stroom voert, waarbij de weerstand van de geleider vanaf de uiteinden van de geleider naar een tussen de uiteinden gelegen punt afneemt.
10. Meetmerkinrichting volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat de elektrische geleider zich in een de optische verbindingslijn omvattend vlak uitstrekt, en de vorm van een ruitvormige plaat heeft, waarbij de eerste diagonaal van de ruitvorm evenwijdig 30 is met de optische verbindingslijn of daarmee samenvalt, 8701074 -17- terwijl de tweede diagonaal zich dwars op de optische verbindingslijn uitstrekt/ en waarbij de elektrische aansluitingen van de geleider zich aan de beide uiteinden van de tweede diagonaal bevinden.
11. Meetmerkinrichting volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat de zijden van de ruitvorm gebogen zijn.
12. Meetmerkinrichting volgens conclusie 10 of 11, gekenmerkt door een tweede ruitvormige 10 geleider, die in een vlak loodrecht op het vlak van de eerste geleider ligt en waarvan de eerste diagonaal in het verlengde ligt van de eerste diagonaal van de eerste geleider.
13. Meetmerkinrichting volgens conclusie 9, 15 met het kenmerk, dat de tenminste ene geleider bestaat uit twee in eikaars verlengde liggende geleiders, waarbij tussen de naar elkaar gekeerde uiteinden van de geleiders enige tussenruimte aanwezig is, en beide geleiders in bedrijf elk een elektrische stroom 20 voeren, waarbij de weerstand van elke geleider in de richting van het naar de andere geleider gekeerde uiteinde afneemt.
14. Meetmerkinrichting volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat beide geleiders in 25 hoofdzaak de vorm van een driehoekige plaat hebben en in één vlak liggen, waarbij de naar elkaar toe gekeerde uiteinden telkens door één zijde van een driehoeksvorm worden gevormd en elk zijn voorzien van een elektrische aansluiting, terwijl de andere elektrische aansluiting 30 van elke geleider zich aan de tegenover de naar elkaar gekeerde zijden liggende tophoeken van de driehoeksvormen bevinden.
15. Meetmerkinrichting volgens conclusie 14, 8701074 r -18- met het kenmerk, dat tenminste één der zijden van beide driehoekvormige geleiders gebogen is.
16. Meetmerkinrichting volgens conclusies 13 t/m 15, met het kenmerk, dat twee stellen in eikaars verlengde liggende geleiders zijn toege- 5 past, waarbij het ene stel in een vlak ligt dat het vlak van het andere stel in hoofdzaak loodrecht snijdt en waarbij de snijlijn van beide vlakken evenwijdig is aan de optische verbindingslijn of daarmee samenvalt.
17. Meetmerkinrichting volgens één der conclusies 10 t/m 13, met het kenmerk, dat de ruitvormige plaat ter hoogte van de tweede diagonaal 10 althans deels dikker is dan ter hoogte van de elektronische aansluitingen.
18. Meetmerkinrichting volgens één der conclusies 14 t/m 16, met het kenmerk, dat tenminste één der driehoekige platen ter hoogte van de naar een andere driehoekige plaat gekeerde zijde althans deels dikker is dan ter hoogte van de van de andere driehoekige af gekeerde tophoek.
19. Meetmerkinrichting volgens conclusie 1 of 2, gekenmerkt door een plaatvormige drager waarop een patroon van twee met de toppen naar elkaar gerichte driehoeken is aangebracht, waarbij de drager een sterk infrarode straling absorberend oppervlak heeft, terwijl de driehoeken een sterk infrarode straling reflecterend oppervlak hebben.
20. Meetmerkinrichting volgens conclusie 19, met het kenmerk, dat de drager uit germanium is vervaardigd en buiten de gebieden van de driehoeken is voorzien van een anti-reflexcoating voor infrarode straling, terwijl ter plaatse van de driehceten een infrarode straling reflecterende coating is aangebracht.
21. Meetmerkinrichting volgens conclusie 19, met het kenmerk, dat de driehoeken door opdampen van goud zijn gevormd.
22. Justage-inrichting voor het uitlijnen van de richtlijn van een infrarood richtkijker en de schietrichting van een kanon, waarbij de justage-inrichting een meetmerkinrichting omvat, die in bedrijf een de 30 schietrichting van het kanon representerend infrarood meetmerk genereert, alsmede middelen om het meetmerk in de richtkijker in zichtbare vorm af te beelden, en middelen om de richtkijker zodanig in te stellen, dat het af geheelde meetmerk in dekking is met een vast richtmerk in de richtkijker, gekenmerkt door een meetmerkinrichting volgens één of meer der voorgaande 35 conclusies. 8701074
NL8701074A 1987-05-07 1987-05-07 Meetmerkinrichting. NL8701074A (nl)

Priority Applications (12)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8701074A NL8701074A (nl) 1987-05-07 1987-05-07 Meetmerkinrichting.
PCT/EP1988/000391 WO1988008953A1 (en) 1987-05-07 1988-05-03 Collimating mark device
EP88903842A EP0348437B1 (en) 1987-05-07 1988-05-03 Collimating mark device
IN361/CAL/88A IN169051B (nl) 1987-05-07 1988-05-03
DE8888903842T DE3873758T2 (de) 1987-05-07 1988-05-03 Messmarkeneinrichtung.
JP63503824A JP2783391B2 (ja) 1987-05-07 1988-05-03 照準マーク装置
CA000565744A CA1311636C (en) 1987-05-07 1988-05-03 Collimating mark device
US07/424,265 US5013925A (en) 1987-05-07 1988-05-03 Collimating mark device
IL8630488A IL86304A (en) 1987-05-07 1988-05-06 Adjust tuning device
DD88315495A DD272354A5 (de) 1987-05-07 1988-05-06 Kollimationsmarkierungsvorrichtung
CN88102626.3A CN1032388C (zh) 1987-05-07 1988-05-07 瞄准标记装置
SU894742312A RU1809917C (ru) 1987-05-07 1989-11-03 Инфракрасный коллиматор прицельной марки

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8701074 1987-05-07
NL8701074A NL8701074A (nl) 1987-05-07 1987-05-07 Meetmerkinrichting.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8701074A true NL8701074A (nl) 1988-12-01

Family

ID=19849968

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8701074A NL8701074A (nl) 1987-05-07 1987-05-07 Meetmerkinrichting.

Country Status (12)

Country Link
US (1) US5013925A (nl)
EP (1) EP0348437B1 (nl)
JP (1) JP2783391B2 (nl)
CN (1) CN1032388C (nl)
CA (1) CA1311636C (nl)
DD (1) DD272354A5 (nl)
DE (1) DE3873758T2 (nl)
IL (1) IL86304A (nl)
IN (1) IN169051B (nl)
NL (1) NL8701074A (nl)
RU (1) RU1809917C (nl)
WO (1) WO1988008953A1 (nl)

Families Citing this family (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR2623901B1 (fr) * 1987-11-30 1990-05-04 Aerospatiale Source lumineuse pour detecteur optique et dispositif optique de mesure mettant en oeuvre cette source
US5279061A (en) * 1992-07-15 1994-01-18 Progenics Corporation Sight apparatus for firearms
JPH08149280A (ja) * 1994-11-18 1996-06-07 Canon Inc 画像処理装置
US9562743B1 (en) * 2011-02-09 2017-02-07 Michael Mansfield Gun sight apparatus
US9360278B2 (en) 2011-02-09 2016-06-07 Michael Mansfield Sight apparatus and related methods
US20150192390A1 (en) * 2014-01-06 2015-07-09 Questech Unlimited Small-arms weapon sight
KR20240032165A (ko) * 2015-08-10 2024-03-08 퍼스모바일 인코포레이티드 영상 유도형 고강도 초음파 치료 디바이스 및 조준 장치

Family Cites Families (10)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2553540A (en) * 1946-02-08 1951-05-22 Harry N Beckerman Gun sight
US2700318A (en) * 1951-10-03 1955-01-25 Snyder James Gun muzzle blast azimuth indicator
SE325494B (nl) * 1969-04-22 1970-06-29 Bofors Ab
US3974585A (en) * 1974-10-24 1976-08-17 Dunham Charles W Gun sight night lighting attachment
GB2074754B (en) * 1980-04-26 1983-10-12 Barr & Stroud Ltd Infrared radiation detecting systems with reflective graticule
US4383474A (en) * 1980-05-09 1983-05-17 The United States Of America As Represented By The Secretary Of The Army Muzzle position sensor
US4588253A (en) * 1984-05-23 1986-05-13 Brunson Instrument Company Infrared collimator
NL8402659A (nl) * 1984-08-31 1986-03-17 Optische Ind De Oude Delft Nv Werkwijze en inrichting voor het justeren van de gelijkloop van een vizierinrichting en een zwenkbaar orgaan.
US4832451A (en) * 1986-06-09 1989-05-23 The United States Of America As Represented By The Secretary Of The Army Collimator targets
CH671455A5 (nl) * 1986-07-23 1989-08-31 Mb Microtec Ag

Also Published As

Publication number Publication date
DE3873758D1 (de) 1992-09-17
EP0348437B1 (en) 1992-08-12
IL86304A (en) 1994-08-26
DD272354A5 (de) 1989-10-04
CA1311636C (en) 1992-12-22
DE3873758T2 (de) 1992-12-24
JP2783391B2 (ja) 1998-08-06
WO1988008953A1 (en) 1988-11-17
US5013925A (en) 1991-05-07
IN169051B (nl) 1991-08-24
CN1032388C (zh) 1996-07-24
RU1809917C (ru) 1993-04-15
EP0348437A1 (en) 1990-01-03
CN88102626A (zh) 1988-11-16
IL86304A0 (en) 1988-11-15
JPH02503346A (ja) 1990-10-11

Similar Documents

Publication Publication Date Title
CN104954666B (zh) 光电设备和用于拍摄清晰图像的方法
EP3497423B1 (en) Apparatus and method for multi configuration near eye display performance characterization
EP0420196A2 (en) Display apparatus
US3447854A (en) Three-dimensional viewer
EP1617164B1 (en) Method and device for the alignment of a weapon with a weapon simulator mounted on the weapon
WO1997002507A1 (en) Speckle averaging system for laser raster-scan image projection
NL8701074A (nl) Meetmerkinrichting.
US5572368A (en) Light projecting device with cylindrical lens
JP2002523790A (ja) 投影システム
US8558861B2 (en) Device and method for recording information in a data carrier
US5416317A (en) Visual line detecting device
US3754828A (en) Balanced needle focusing system
US4714321A (en) Optical viewing apparatus
TWI314219B (nl)
US4593322A (en) Autofocus system for infrared imaging device
CN113853543A (zh) 包括用于产生深度图的多孔径成像设备的设备
JP2022527960A (ja) ヘッドマウントディスプレイ
GB2056634A (en) Improved collimator gun sight
CN109073371B (zh) 倾斜检测的设备及方法
Zumbrunn Systematic pointing errors with retroreflective targets
CN219122497U (zh) 一种拍摄装置
US8416493B1 (en) Optical systems
JPS60155912A (ja) 広視野測距装置
RU2210794C2 (ru) Зеркало для получения действительного изображения
GB2279154A (en) Optical viewing apparatus

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
BV The patent application has lapsed