NL8700940A - Werkwijze voor het vervaardigen van een schoen. - Google Patents

Description

*' «

A

-1- VO 9113

Werkwijze voor het vervaardigen van een schoen.

De uitvinding heeft betrekking op het vervaardigen van een schoen, meer in het bijzonder van een veiligheidsschoen, waarbij het bovenwerk en het loopvlak over een gevormd textielweefsel gespoten worden en daarna,bij voorkeur na het inbrengen van een stalen binnenwerk, de zool aan-5 gespoten wordt.

Dergelijke werkwijzen voor het vervaardigen van kunststofschoenen zijn bekend. Zoals ook algemeen bekend, worden veiligheidsschoenen, voordat ze die benaming mogen dragen, onderworpen aan bepaalde keuringen. Eén van deze keuringen houdt in, dat bij een stootbelasting, met de zool 10 een dempingseffect van 30 Joules moet worden bereikt. Om dit dempings-effect te bereiken, werd tot nu toe een speciaal zoolprofiel toegepast.

Een nadeel daarvan is echter, dat bij normaal lopen een kwasie zwem-gevoel te bemerken was.

Het dempingseffect dient bij normaal lopen niet op te treden, maar 15 alleen bij belastingen, zoals bijvoorbeeld bij het omlaag op een betonnen oppervlak springen. Daarbij moeten blessures, in het bijzonder kneuzingen van het hielbéen, worden vermeden.

De uitvinding beoogt een werkwijze voor het vervaardigen van een schoen - en zodoende een schoen - te verschaffen, die de nadelen van de 20 bekende bovenbeschreven schoenen, vermijdt en die tevens tegen lage kosten vervaardigd kan worden.

De werkwijze overeenkomstig de uitvinding voor het vervaardigen van een schoen wordt gekenmerkt, doordat, bij voorkeur na het inbrengen van het stalen binnenwerk, in het hakgedeelte nauwkeurig een wig geposi-25 tioneerd wordt, die voor het aanspuiten van de zool met lijm bestreken wordt, waardoor middels een chemische reactie een verbinding van het wigmateriaal met het zoolmateriaal wordt verkregen.

Met de werkwijze overeenkomstig de uitvinding is het voor het eerst mogelijk, een veiligheidsschoen te vervaardigen, waarvan de elas-30 ticiteit bij stootbelastingen ook na langdurig gebruik nog aanwezig is.

De schoen van elastomeer materiaal met weefselbekleding,die in het zoolgedeelte bij voorkeur is voorzien van een stalen binnenwerk en waarvan de kunststof zool aangespoten is en die volgens de bovenstaande werkwijze overeenkomstig de uitvinding is vervaardigd, is gekenmerkt, 35 doordat in de hak van de zool een naar de weefselbekleding respectieve- 87 0 0 0 i j ·-? Λ.

-2- lijk het stalen binnenwerk toe gekeerde uitsparing is aangebracht en doordat deze uitsparing opgevuld is met een wig, die uit een materiaal bestaat, dat aanzienlijk elastischer is dan het zoolmateriaal.

Overeenkomstig de uitvinding is het van wezenlijk belang, dat het 5 materiaal, waar de wig uit bestaat, enerzijds aanzienlijk elastischer is dan het materiaal waar de zool uit bestaat en anderzijds ook tegen warmte en druk bestand is.

Volgens een verder kenmerk van de uitvinding is de wig vóór het aanspuiten van de zool nauwkeurig gepositioneerd middels fijne naalden, 10 die, wanneer de zool in deegachtige toestand verkeert, te verwijderen zijn. Aangezien dë poriën, die door de naalden ontstaan zijn, in de deegachtige toestand van de zool direct weer dicht gaan, wordt een absolute waterdichtheid verkregen.

Overeenkomstig een verder kenmerk van de uitvinding bestaat de 15 wit uit robber, of iets dergelijks. Dergelijke materialen hebben bij. tests de beste resultaten opgeleverd.

Volgens een bijzonder kenmerk van de uitvinding bestaat het wig-materiaal uit een rubbermengsel, dat is samengesteld uit een rubber-aandeel met 60 - 80 % butadieen-styreenrubber en 20 - 40 % hoog-styreen-20 hars, waarbij aan het rubberaandeel 20 - 60 massadelen vulstof respectievelijk vulcanisatiemiddel worden toegevoegd, en lijm uit een eencom-ponent-polyurethaanlijm bestaat.

Met het materiaal overeenkomstig de uitvinding, is het voor het eerst mogelijk, een veiligheidsschoen te vervaardigen, waarvan de elas-25 ticiteit bij stootbelastingen ook na lang gebruik nog aanwezig is.

De volgens de uitvinding vervaardigde wig heeft een hardheid in het gebied van 50 - 80 shA en een dichtheid van 0,3 - 0,7 g/cm3. Bij . voorkeur wordt voor de veiligheidsschoen een materiaal toegepast met een hardheid van 63 shA en een dichtheid van 0,5 g/cm3 .

30 Overeenkomstig een uitvoeringsvorm van de uitvinding wordt een met polygecondenseerd ureum reukloos gemaakte dinitrosopentamethyl-tetra-amine bijgemengd. Met deze bijmenging wordt een micro-poreuze atructuur van het wigmateriaal bereikt.

De dikte van de wig overeenkomstig de uitvinding dient zich in 35 het gebied van 10 - 16 mm te bevinden. Rekening houdend met het zool-profiel wordt meestal een dikte van 14 mm gekozen. De grootte van het 8 / -i3 Ü -j -7 v' -3- appervlak en de plaatsing in het hakgedeelte worden daarmee in overeenstemming gekozen.

.De wig is voorzien van een eencomponent-polyurethaanlijm, die via een chemische reactie een verbinding met het zoolmateriaal waar-5 borgt. Bovendien sluiten de openingen van de naalden zich daardoor vanzelf.

De uitvinding wordt aan de hand van een in de tekening afgebeeld uitvoeringsvoorbeeld nader beschreven en toegelicht.

Fig. 1 toont een doorsnede van een hak van een schoen; en 10 fig. 2 toont een aanzicht daarvan.

In de figuren 1 en 2 is een schoen weergegeven met een kunststof bovenwerk 1, dat inwendig voorzien is van een weefselbekleding. Daarna wordt het stalen binnenwerk 2 aangebracht. Vervolgens wordt de wig 3 nauwkeurig in de hak 5 gepositioneerd. De positionering van de wig 3 ge-15 schiedt via fijne naalden. Hierna wordt de wig 3 met een lijm bestreken. Na deze speciale behandeling wordt de zool 4 aangespoten.

Door het bestrijken van de wig 3 met de lijm, ontstaat via een chemische reactie een verbinding met het zoolmateriaal.

De uitsparing 6 in de hak 5 van de zool 4 neemt zodoende de wig 20 3 op en omhult deze volkomen. Daardoor is ook de elastische wig 3 door het onelastische materiaal van de zool 4 beschermd.

8700040

Claims (7)

1. Werkwijze voor het vervaardigen van een schoen, meer in het bijzonder een veiligheidsschoen, waarbij over een gevormd textielweefsel een bovenwerk en een loopvlak worden gespoten en daarna, bij voorkeur na het inbrengen van een stalen binnenwerk, een zool wordt aangespoten, 5 met het kenmerk, dat bij voorkeur na het inbrengen van het stalen binnenwerk in het hakgedeelte nauwkeurig een wig wordt gepositioneerd, die vdór het aanspuiten van de zool met lijm wordt bestreken, waardoor via een chemische reactie een verbinding van het wigmateriaal met het zool-materiaal wordt verkregen.

2. Schoen, van elastomeer materiaal, met weefselbekleding, die in het zoolgebied van een stalen binnenwerk is voorzien, en met een aangespoten kunststofzool, volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat in de hak (5) van de zool (4) een naar de weefselbekleding respectievelijk het stalen binnenwerk (2) toe gekeerde uitsparing (6) is aangebracht, 15 en dat deze uitsparing (6) is opgevuld met een wig (3), die uit een materiaal bestaat, dat aanzienlijk elastischer is dan het zoolmateriaal.

3. Schoen volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de wig (3) voor het aanspuiten van de zool (4) nauwkeurig is gepositioneerd middels fijne naalden, die, wanneer de zool (4) zich in de deegachtige toestand 20 bevindt,te verwijderen zijn.

4. Schoen volgens een der conclusies 1-3, met het kenmerk, dat de wig (3) bestaat uit rubber of iets dergelijks.

5. Schoen volgens ten minste één der conclusies 1-4, met het kenmerk, dat het wigmateriaal bestaat uit een rubbermengsel, samengesteld 25 uit een rubberaandeel met 60 - 80 % butadieen-styreenrubber en 20 - 40 % hoog-styreenhars, waarbij aan het rubberaandeel 20 - 60 massadelen vulstof respectievelijk vulcanisatiemiddel is toegevoegd, en dat de lijm een eencomponent-polyurethaanlijm is.

6. Schoen volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat een met poly-30 gecondenseerd ureum reukloos gemaakte dinitrosopentamethyltetra-amine is bijgemengd.

^ 7 Π λ ’ f;