NL8700900A - Chassis voor een invalidenhefinrichting. - Google Patents

Description

-1- ‘ p a c

W 5631-18 Ned.dB/LdB

Korte aanduiding: Chassis voor een invalidenhefinrichting.

De uitvinding betreft het chassis van een beweegbare invalidenhefinrichting en in het bijzonder een chassis van de soort dat is gemonteerd op zwenkwielen voor het verschaffen van een grote mate van manoevreerbaarheid bij het transporteren van een invalide, hangende aan de hefinrichting.

5 Een dergelijk chassis, dat gewoonlijk vier zwenkwielen heeft, die zijn gemonteerd nabij de hoeken van een rechthoekig chassis, is zeer goed manoevreerbaar, maar dit wordt bereikt ten koste van de stabiliteit bij het rechtuit bewegen, die wordt verkregen met een chassis dat gedeeltelijk is gemonteerd op zwenkwielen en gedeeltelijk op steunwielen met 10 vaste as. Het gebrek aan stabiliteit bij rechtuit bewegen is in het bijzonder merkbaar wanneer bijvoorbeeld een hefinrichting met zijn last wordt geduwd over een hoogpolig tapijt of over een hellende vloer.

Voor het bereiken van de manoevreerbaarheid van de totale ondersteuning door zwenkwielen, met vergrote stabiliteit bij rechtuit bewegen 15 wanneer dit nodig is, is voorgesteld een extra steunwiel met vaste as aan te brengen, dat in en buiten aanraking met de grond kan worden gebracht door besturing met een handbediende stuurhefboom. Bij dit voorstel wordt het wiel in de normale toestand door veerbelasting in aanraking met de grond gedrukt, uit welke stand het wiel omhoog wordt 20 gebracht door middel van de stuurhefboom, welke een grendelpal heeft, die de hefboom in de stand voor geheven wiel houdt.

Het voorgaande voorstel heeft twee ernstige nadelen: ten eerste is het wiel normaal in werkzame aanraking met de grond en dus kan de bestuurder nalaten het omhoog te brengen wanneer de maximale manoevreer-25 baarheid nodig is om over een obstakel heen te komen, waarmee de invalide in botsing kan komen en ten tweede is, wanneer het wiel zich in de geheven onwerkzame stand bevindt, het loslaten van de grendelpal een handeling die vertraging veroorzaakt en ook de aandacht van de bestuurder afleidt van het geleiden van de hefinrichting terwijl de grendel wordt losgelaten.

30 Ook bestaat een verleiding voor de bestuurder niet de moeite te nemen de pal te lossen in situaties waar werkelijk stabiliteit bij rechtuit bewegen nodig is.

Het doel van de uitvinding is het verschaffen van een chassis voor een hefinrichting, met het voordeel van een naar keuze bedienbaar steun-35 wiel met vaste as, zonder de bovengenoemde nadelen.

Daartoe heeft een op zwenkwielen gesteund chassis voor een hefinrichting volgens de uitvinding een naar keuze bedienbaar steunwiel met vaste as, dat draaibaar is gemonteerd aan een steunorgaan, dat is aangebracht 8700000

V

S '* aan een zij-chassisdeel en veerbelast is naar een geheven onwerkzame stand, waarbij het steunwiel vrij is van de grond, welk steunorgaan met een Bowdenkabel is verbonden met een handbediende stuurhefboom, waarbij beweging van de hefboom het wiel laat zakken tot aanraking met de grond 5 tegen de veerbelasting in.

De uitvinding verschaft dus een veilige inrichting, zoals van een dodemanskruk en het loslaten van de hefboom, wanneer de volle manoevreer-baarheid van het chassis nodig is, maakt onmiddellijk het steunwiel vrij van aanraking met de grond. Verder kan de gronddruk op het steunwiel worden 10 gewijzigd door de bestuurder, afhankelijk van de door hem op de stuurhefboom uitgeoefende kracht, terwijl bij het bekende voorstel steeds de maximale gronddruk wordt uitgeoefend en het wiel in hoofdzaak alleen een aan/uit besturing heeft.

Bij voorkeur is de Bowdenkabel met het wielsteunorgaan gekoppeld door 15 een trekveer, zodat voor de maximale gronddruk de stuurhefboom over zijn maximale bewegingsslag kan worden bewogen en aan het einde daarvan vastgehouden, waarbij de trekveer meegeeft om de beweging van het steunwiel ten gevolge van onregelmatigheden in de grond toe te laten. De stuurhefboom is bij voorkeur gelijk aan een remhefboom, zoals deze wordt gebruikt aan 20 een fiets en de hefboom kan zijn gemonteerd aan een stuur dat wordt vastgehouden door de bestuurder bij het vooruit duwen en manoevreren van de hefinrichting met het chassis.

Het wielsteunorgaan kan zwenkbaar zijn gemonteerd aan de binnenzijde vaü het zijchassisdeel, hoewel het de voorkeur kan hebben het steunorgaan 25 binnen in het zijdeel te monteren, dat dan een onderste zij opening heeft, waar doorheen het wiel uitsteekt voor de aanraking met de grond. In dit laatste geval is het wielsteunorgaan bij voorkeur gemonteerd op een draai-pen die verloopt tussen de zijwanden van een omgekeerd U-profiel als montage-orgaan, dat is geplaatst in het zijchassisdeel en blokvormig of 30 doosvormig kan zijn, met geschikte wanddikte voor het behouden van de vereiste sterkte van het chassisdeel ter plaatse van de onderste zij-opening.

De uitvinding zal hieronder nader worden toegelicht aan de hand van de tekening, waarin een voorbeeld is weergegeven, evenals een variant, van de hefinrichting voor invaliden met het chassis volgens de uitvinding.

35 Fig. 1 is een perspectiefaanzicht van een onderste deel van de hefinrichting.

Fig. 2 en 3 zijn details in perspectief en zij-aanzicht van een steunwiel met vaste as aan het hefinrichtingchassis.

Fig. 4 is een detail van een stuurhefboom.

40 Fig. 5 is een detaildoorsnede van de variant.

8700300...................

____________ a * - -3- ------------

Het buisvormige stalen chassis 1 heeft een rechthoekige H-vorm, die open is aan de voorzijde en is gemonteerd op vier zwenkwielen 2 aan de hoeken.

Aan een achterste dwarsdeel 3 van het chassis is een rechthoekige steunbus 4 gelast, waarin een kolom en een hefarmeenheid 5 voor de hefinrichting 5 worden gesteund. De eenheid 5 is van bekende constructie en slechts een onderste deel van een rechthoekige steunkolom 6, die losneembaar wordt gesteund in de bus 4, is in fig. 1 weergegeven.

Een stuur 7, dat zijwaarts uitsteekt aan beide zijden van de kolom 6, is aangebracht en kan worden vastgegrepen door een bestuurder voor het 10 vooruit duwen en manoevreren van de hefinrichting.

Het chassis 1 wordt normaal geheel gesteund op de vier zwenkwielen 2 in de hoeken, die een grote mate van manoevreerbaarheid bij het transport van een invalide verschaffen. Een steunwiel 8 met vaste as, dat vrij zwenkbaar is om een horizontale dwarsas A, is gemonteerd in het 15 midden aan de binnenzijde van een rechter chassiszijdeel 9. Het wiel 8 is draaibaar gemonteerd aan een steunorgaan in de vorm van een blok· 10, dat draaibaar is gesteund aan het zijdeel 9 om een horizontale dwarsas B en het blok 10 wordt naar omhoog gedrukt door een torsieveer 11 naar een uitstekende aanslagschroef 12. De aanraking van het blok 10 met de aanslag-20 schroef 12 bepaalt de normale onwerkzame geheven stand van het wiel 8, waarin dit vrij is van de grond.

Wanneer de bestuurder stabiliteit voor rechtuit bewegen nodig heeft bij het geleiden van de inrichting, in plaats van de maximale manoevreerbaarheid, verschaft door de normale uitsluitende ondersteuning door de 25 zwenkwielen 2, kan hij het steunwiel 8 met vaste as laten zakken tot aanraking met de grond door bediening van een stuurhefboom 13, gemonteerd aan het rechter einde van het stuur 7. Het wiel 8 is in fig. 2 en 3 weergegeven in de werkzame, met de grond in aanraking zijnde, gezakte stand en de hefboom 13 is door een Bowdenkabel 14 en een trekveer 15 verbonden met 30 het blok 10 onder de zwenkas B voor dit blok.

Wanneer een lichte aanrakingskracht tussen de grond en het wiel 8 voldoende is wordt de hefboom 13 slechts over een corresponderende kleine afstand bewogen door de bestuurder, terwijl voor maximaal stuureffekt de hefboom 13 wordt aangetrokken tegen het stuur 7, waarbij de veer 15 35 meegeeft om de volle beweging van de hefboom toe te laten waarmee het wiel in aanraking komt met de grond. De veer 15 neemt dan de beweging op van het wiel 8 over onregelmatigheden in de grond, waarbij fig. 3 met gebroken lijnen aangeeft, hoe het wiel 8 deze onregelmatigheden kan volgen.

Fig. 5 toont een variant van de constructie, waarbij het wiel 8 met 40 vaste as is gemonteerd binnen het chassiszijdeel 9.

8700000 -4- < * 'v

Deze figuur is een aanzicht van de rechter zijde van het chassis 1 met gedeeltelijke doorsnede. Het wiel 8 is gemonteerd op een draaipen 20, die verloopt tussen de zijbenen van een U-vormige beugel 21 van geperst staal, die het steunorgaan voor het wiel 8 vormt, De beugel 21 is 5 zelf draaibaar gemonteerd op een draaipen 22, die verloopt tussen de zijwanden, zoals 23a, van een hol doosvormig montageorgaan 23. Heforgaan 23 heeft een onderste zij-opening, waardoor het wiel 8 uitsteekt en is in het algemeen omgekeerd U-vormig in dwarsdoorsnede over het grootste deel van zijn lengte en het wordt geplaatst binnen het chassisdeel 9, zodanig 10 dat het in feite een deel daarvan vormt. Het heeft eindringdelen 23b, 23c, die respectievelijk passen in de buisvormige stalen delen 9a en 9b van het chassisdeel 9, waarbij het orgaan 23 over de omtrek aan deze beide ringen is vastgelast.

Een torsieveer 24 rond de pen 22 drukt de wielsteunbeugel 21 in 15 de normale ruststand, waarin het wiel 8 zich vrijwel geheel binnen het orgaan 23 en goed vrij van de grond bevindt. De Bowdenkabel 14 is verbonden met de wielsteun 21 via de veer 15, welke veer is vastgehaakt aan het tussenbeen van de steunbeugel 21.

Een opsnapbaar afwerkorgaan 25 van kunststof past over het chassis-20 deel 9 en omsluit een groot deel van de lengte daarvan nauw. Het afwerkorgaan 25 bedekt de lassen aan de einden van het montageorgaan 23 en dient ook als buffer bij aanraking met een rolstoel, bijvoorbeeld als het chassis 1 wordt gereden rond de rolstoel om de gebruiker van de rolstoel op te nemen of daarin te plaatsen.

25 8700300

Claims (10)

1. Chassis van een beweegbare hefinrichting voor invaliden, welk chassis is gesteund op een aantal zwenkwielen en een naar keuze bedienbaar steunwiel met vaste as heeft, bestuurd door een handbediende stuurhefboom, met het kenmerk, dat het steunwiel (8) draaibaar is gemonteerd aan een 5 steunorgaan (10, 21), dat is aangebracht aan een zijdeel (9) van het chassis (1) en dat veerbelast is naar een geheven onwerkzame stand, waarbij het steunwiel (8) vrij is van de grond, welk steunorgaan (10, 21) door een Bowdenkabel (14) is verbonden met de stuurhefboom (13), zodanig dat door beweging van deze hefboom het wiel (8) omlaag wordt gebracht naar een 10 werkzame stand in aanraking met de grond, tegen de veerberlasting in.

2. Chassis volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het steunorgaan (10, 21) draaibaar is gemonteerd aan het zijchassisdeel (9).

3. Chassis volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de Bowdenkabel (14) is gekoppeld met het steunorgaan (10, 21) door middel van een 15 trekveer (15).

4. Chassis volgens een der voorgaande conclsuies, met het kenmerk, dat de stuurhefboom (13) soortgelijk is aan een remhefboom van een rijwiel.

5. Chassis volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de stuurhefboom (13) is gemonteerd aan een stuur (7) van de hefinrichting met het chassis 20 (1), welk stuur (7) zodanig is geplaatst dat het wordt vastgehouden door een bestuurder bij het voortduwen en manoevreren van de hefinrichting.

6. Chassis volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het steunorgaan (10) draaibaar is gemonteerd aan de binnenzijde van het zij-chassisdeel (9).

7. Chassis volgens een der conclusies 1-5, met het kenmerk, dat het steunorgaan (21) is gemonteerd binnen het chassis-zijdeel (9) en dit deel een onderste zij-opening heeft, waar doorheen het steunwiel (8) uitsteekt bij aanraking met de grond.

8. Chassis volgens conclsuie 7, met het kenmerk, dat het steunorgaan 30 (21) is gemonteerd op een draaipen(22), die verloopt tussen zijwanden (23a) van een omgekeerd U-vormig montageorgaan (23), dat in het zij-chassisdeel (9) is aangebracht.

9. Chassis volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de veerbelasting wordt verschaft door een torsieveer (11, .24), die de 35 draaipen van het steunorgaan (10, 21) omgeeft.

10. Chassis volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, 8700900 £ ' O *v dat er vier zwenkwielen (2) zijn, aangebracht in de vier hoeken van een rechthoek en het steunwiel (8) is aangebracht nabij het midden van een lange zijde van de rechthoek. 5 ----------------- 8 "7 λ η „·» .. 7 μ ü j u \j