NL8700390A

NL8700390A - Verpakking.

Info

Publication number: NL8700390A
Application number: NL8700390A
Authority: NL
Original assignee: Zedek Bv
Priority date: 1987-02-17
Filing date: 1987-02-17
Publication date: 1988-09-16
Also published as: ATE71336T1; DE3867497D1; EP0279488B1; JPS63307042A; EP0279488A1; US4856706A

Description

* 60.77.949

Zedek B.V. te Deventer VERPAKKING

De uitvinding heeft betrekking op een verpakking met door een bodem, een bovenvlak, ten minste ëën kopwand en zijwanden gevormde elementen die althans in hoofdzaak langs langsranden van hun bodems tot een aaneengeschakelde elemen-5 tenrij scharnierend met elkaar zijn verbonden.

De uitvinding heeft tevens betrekking op een plano voor het vervaardigen van de verpakking.

Een dergelijke verpakking is bekend uit de Nederlandse octrooiaanvrage NL 78.10935. Bij deze bekende verpakking 10 bezitten de als houders fungerende elementen zodanig aan elkaar aangepaste dwarsprofielen, dat de elementenrij vanuit de vlakke, gestrekte stand vanaf één einde spiraalsgewijs tot een gesloten, prismatisch blok kan worden opgerold. In zo'n blok sluiten de elementen met hun schuine zijwanden 15 tegen elkaar aan, en past de bodem van een binnenliggend element op de bovenzijde van een radiaal, buitenwaarts daarvan liggend element. In de uit een kunststof vervaardigde elementen van deze bekende op- en uitrolbare verpakking kunnen kleine voorwerpen, zoals schroeven, moeren, 20 knopen, sigaren en sigaretten e.d. worden opgeborgen.

Een bezwaar van deze bekende verpakking is dat deze fabri-cage-technisch ingewikkeld te vervaardigen is, en daardoor relatief duur is. Tevens blijkt in de praktijk als bezwaar te gelden dat de van scharnierassen voorziene scharnierver-25 bindingen bij herhaald op- en uitrollen van de verpakking door overbelasting een beperkte levensduur hebben. Bovendien is de bekende verpakking niet geschikt voor het opbergen van grotere voorwerpen, zoals flessen, glazen, zakjes met snoep e.d.

870 0 3 SO

r -2-

Het is het doel van de uitvinding een goedkoop, fabricage-technisch eenvoudig te vervaardigen verpakking met een lange levensduur te verschaffen, welke verpakking tevens geschikt is voor het verpakken van grotere voorwerpen, zoals flessen, 5 glazen of kleinverpakkingen voor bijvoorbeeld snoep.

Een verpakking van de in de aanhef vermelde soort heeft daartoe volgens de uitvinding het kenmerk dat de verpakking uit één plano is vervaardigd, en dat de elementenrij vanuit de vlakke, gestrekte stand tot een gesloten, veelhoekig blok 10 oprolbaar is, waarin de aaneengesloten bodems, respectieve- lijk de samenwerkende zijwanden van de elementen, de mantel respectievelijk de eindwanden van het blok vormen. Door het uit één plano vervaardigd zijn van de verpakking is deze fabricage-technisch eenvoudiger, en dus goedkoper te ver-15 vaardigen. Tevens geldt als voordeel dat de verpakking in planovorm efficiënter in grote aantallen kan worden vervoerd en kan worden opgeslagen. De onderhavige verpakking bezit bovendien als voordeel dat deze geen kwetsbare schar-nierverbindingen met een korte levensduur tussen naburige 20 elementen bezit. Bij de onderhavige verpakking kan zowel de door de zijwanden en de kopwand(en) van ieder element begrensde ruimte alsook de tussen de kopwanden van naburige elementen aanwezige ruimte voor een te verpakken voorwerp worden benut.

25 Een uitvoeringsvorm van een verpakking volgens de uitvinding heeft het kenmerk dat deze zes elementen bevat die zijn voorzien van zijwanden die in aanzicht een gelijkbenig-trapeziumvorm bezitten en die in opgerolde stand van de verpakking tegen elkaar aansluiten. Het blok heeft dan in 30 dwarsdoorsnede het aantrekkelijk uiterlijk van een regelmatige zeshoek.

810 0 S 9 0 4 ί.

-3-

Een verdere uitvoeringsvorm van een verpakking volgens de uitvinding heeft het kenmerk dat ten minste êën element door een scheidingswand is verdeeld in subelementen. Hierdoor is het mogelijk de door de zijwanden en de kopwand(en) van 5 ieder subelement begrensde ruimte en/of de tussen de kop- wanden van naburige subelementen aanwezige ruimte te benutten voor een te verpakken voorwerp.

Een verdere uitvoeringsvorm van een verpakking volgens de uitvinding heeft het kenmerk dat deze vier elementen bevat 10 die zijn voorzien van zijwanden die in aanzicht een recht-hoekig-trapeziumvorm bezitten. Aldus wordt een verpakking met een zeer aantrekkelijk uiterlijk verkregen, die in opgerolde stand een zeer compacte blokvorm met een vierkante dwarsdoorsnede heeft. Door deze compacte blokvorm wordt een 15 goede opstapelbaarheid van dé verpakking verkregen.

Een verdere uitvoeringsvorm van een verpakking volgens de uitvinding heeft het kenmerk dat deze vier elementen bevat die om en om zijn voorzien van in aanzicht gelijkbenig-trapèziumvormige en rechthoekige zijwanden. Hierdoor ver-20 krijgt men een goed opstapelbare verpakking met een aantrekkelijk uiterlijk, die een zeer compacte blokvorm met een rechthoekige dwarsdoorsnede heeft.

De uitvinding zal vérder worden toegelicht aan de hand van in een tekening weergegeven figuren, waarvan 25 figuur 1 een opgerolde verpakking toont die in dwarsdoorsnede de vorm heeft van een regelmatige zeshoek; 8700390 -4- figuur 2 de verpakking van figuur 1 in gestrekte stand weergeeft, waarbij de zijwanden van de elementen in aanzicht een gelijkbenig-trapeziumvorm bezitten; 5 figuur 3 een opgerolde verpakking toont die in dwarsdoorsnede de vorm heeft van een vierkant; figuur 4 de verpakking van figuur 3 in gestrekte stand weergeeft, waarbij de zijwanden van de elementen in aanzicht een rechthoekig-trapeziumvorm bezit-10 ten; figuur 5 een opgerolde verpakking toont die in dwarsdoor snede de vorm heeft van een rechthoek; figuur 6 de verpakking van figuur 5 in gestrekte stand weergeeft, waarbij de elementen om en om zijn 15 voorzien van in aanzicht gelijkbenig-trapezium- vormige en rechthoekige zijwanden; figuur 7 een plano voor de verpakking van figuur 1 met een sluiting toont; figuur 8 een plano voor de verpakking van figuur 3 20 met een sluiting weergeeft; figuur 9 een plano voor de verpakking van figuur 5 met een sluiting toont.

In figuur 1 is een opgerolde verpakking 1 weergegeven die zes elementen 2 bevat. Deze elementen 2 zijn voorzien van 870 0 3 5 0 -5- tegen elkaar aansluitende zijwanden 3 die in aanzicht een gelijkbenig-trapeziumvorm bezitten. De elementen 2 omsluiten een inwendige holte 4.

Figuur 2 toont de verpakking van figuur 1 in gestrekte 5 stand. Elk element 2 wordt gevormd door eeh bodem 5, een bovenvlak 6, ten minste één kopwand 7 en zijwanden 3. De elementen 2 zijn langs langsranden 8 van hun bodems 5 tot een aaneengeschakelde elementenrij scharnierend met elkaar verbonden. Deze aaneengesloten bodems 5 en de zijwanden 3 10 vormen in opgerolde stand van de verpakking de mantel respectievelijk de eindwanden daarvan. Een aan een uiteinde van de elementenrij zich bevindend element 2 is aan zijn bodem 5 voorzien van een lip 9 die in opgerolde stand van de verpakking 1 tussen de zijwanden 3 van hét element 2, dat 15 zich aan het andere uiteinde van de elementenrij bevindt, dient te worden gestoken.

In de figuren 3 en 4 zijn onderdelen, die met die van de figuren 1 en 2 corresponderen, met overeenkomstige ver-wijzingscijfers aangegeven. De zijwanden 3 zijn hier in 20 aanzicht rechthoekig-trapeziumvormig. Deze zijwanden 3 zullen bij het oprollen van de elementenrij niet tegen elkaar aansluiten, doch elkaar enigszins overlappen.

In de figuren 5 en 6 zijn onderdelen, die met die van de figuren 1 tot en met 4 corresponderen, wederom met overeen-25 komstige verwijzingscijfers aangegeven. De vier elementen 2 zijn hier om en om voorzien van gelijkbenig-trapeziumvormige en rechthoekige zijwanden 3 respectievelijk 3'. Hierbij zullen de gelijkbenig-trapeziumvormige zijwanden 3 bij het oprollen van de elementenrij de rechthoekige zijwanden 3' 30 enigszins overlappen, of andersom.

8/0 0 5 -9 0 i * -6-

Opgemerkt wordt dat bij alle verpakkingen van de figuren 1 tot en met 6 een te verpakken voorwerp zowel in de ruimte, gevormd door de zijwanden 3 en de kopwand(en) 7 van een element 2, alsook in de ruimte, gevormd tussen de kopwanden 5 7 van naburige elementen 2, kan worden geplaatst. De kop- wand(en) 7 zal/zullen dan steeds als zijdelingse steun voor het te verpakken voorwerp dienen.

Figuur 7 geeft een plano 10 weer voor het vervaardigen van de verpakking 1 van figuur 1. Het plano 10 is door eerste, 10 onderling evenwijdige vouwrillen 11 in subgrondvlakken 12 onderverdeeld. Deze subgrondvlakken 12 zijn ieder aan hun tegenover elkaar liggende, vrije zijden door tweede vouwrillen 13 verbonden met vleugels 14. Deze vleugels 14 zijn op hun beurt door derde vouwrillen 15 met stroken 16 ver-15 bonden, welke stroken 16 vierde vouwrillen 17 bevatten. Elk subgrondvlak 12, respectievelijk elke vleugel 14, vormt een bodem 5 respectievelijk een zijwand 3 van een element 2. Een strookdeel 18 respectievelijk 19 vormt een kopwand 7 respectievelijk een bovenvlak 6 van een element 2. Een strook 16 20 kan eventueel nog zijn voorzien van een substrook 22 voor het vormen van een scheidingswand ter verdeling van het betreffende element in subelementen. De substrook 22 dient met zijn hechtgedeelte 27 op een subgrondvlak 12 te worden geplakt. De subgrondvlakken 12, die zich aan een uiteinde 25 van het plano 10 bevinden, zijn beide voorzien van een eerste respectievelijk een tweede lip 20, 21. De tweede lip 21 dient in een uitsparing 23 van de eerste lip 20 te worden gestoken. De eerste lip 20 bevat tevens een derde lip 24 die in een uitsparing 25 van de tweede lip 21 dient te worden 30 gestoken. De eerste lip 20 zelf moet tussen de zijwanden 3 van het element 2 met de tweede lip 21 worden gestoken. De 8 ? 0 Ö 3 9 0 ί.

.-7- bodem 5 van het subgrondvlak 12 met de tweede lip 21 kan tevens een handvat 26 bevatten. De stroken 16 zijn onderling van elkaar gescheiden door snijlijnen 28. Bij het vouwen van het plano 10 tot de verpakking 1 dienen de stroken 16 langs 5 deze snijlijnen 28 van elkaar te worden losgesneden, zodat de twee aan weerszijden van ieder subgrondvlak 12 liggende stroken 16 naar elkaar toe gevouwen en op elkaar vast geplakt kunnen worden. Dit op elkaar vast plakken van twee op elkaar liggende stroken 16 kan zonder drukbeschadigingen 10 van het gebruikte materiaal plaatsvinden door een van de twee aan weerszijden van ieder subgrondvlak 12 liggende stroken 16 te voorzien van een uitsparing 29.

In de figuren 8 en 9 zijn onderdelen, die met die van figuur 7 overeenkomen, met overeenkomstige verwijzingscijfers 15 aangegeven.

6 7 0 C ? 5 t)

Claims

1. Verpakking met door een bodem, een bovenvlak, ten minste één kopwand en zijwanden gevormde elementen die althans in hoofdzaak langs langsranden van hun bodems tot een aaneengeschakelde elementenrij scharnierend met 5 elkaar zijn verbonden, met het kenmerk dat de verpak- king uit één plano is vervaardigd, en dat de elementenrij vanuit de vlakke, gestrekte stand tot een gesloten, veelhoekig blok oprolbaar is, waarin de aaneengesloten bodems, respectievelijk de samenwerkende zijwanden van 10 de elementen, de mantel respectievelijk de eindwanden van het blok vormen.

2. Verpakking volgens conclusie 1, met het kenmerk dat deze zes elementen bevat die zijn voorzien van zijwanden die in aanzicht een gelijkbenig-trapeziumvorm 15 bezitten en die in opgerolde stand van de verpakking tegen elkaar aansluiten.

3. Verpakking volgens conclusie 2, met het kenmerk dat ten minste één element door een scheidingswand is verdeeld in subelementen.

4. Verpakking volgens conclusie 1, met het kenmerk dat deze vier elementen bevat die zijn voorzien van zijwanden die in aanzicht een rechthoekig-trapeziumvorm bezitten. 87CC?90 -9-

5. Verpakking volgens conclusie 1, met het kenmerk dat dat deze vier elementen bevat die om en om zijn voorzien van in aanzicht gelijkbenig-trapeziumvormige en rechthoekige zijwanden.

6. Verpakking volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de respectieve bodems van de twee elementen, die ieder zich aan een uiteinde van de elementenrij bevinden, zijn voorzien van een eerste respectievelijk een tweede lip, waarbij de eerste lip 10 in een uitsparing van de tweede lip kan worden gesto ken, en waarbij de tweede lip tussen de zijwanden van het element met de eerste lip kan worden gestoken.

7. Verpakking volgens conclusie 6, met het kenmerk dat de tweede lip is voorzien van een derde lip die in een 15 uitsparing van de eerste lip kan worden gestoken.

8. Verpakking volgens conclusie 6 of 7, met het kenmerk dat de bodem van het element met de eerste lip tevens een handvat bevat.

9. Plano voor het vervaardigen van een verpakking volgens 20 een der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het plano een grondvlak bevat dat door eerste vouwrillen is onderverdeeld in subgrondvlakken die ieder aan tegenover elkaar liggende, vrije zijden door tweede vouwrillen zijn verbonden met vleugels die elk met evenwijdig 25 aan de tweede vouwrillen liggende zijden door derde vouwrillen zijn verbonden met stroken, welke stroken vierde vouwrillen bevatten die loodrecht staan op de tweede en derde vouwrillen. S 7 0 0 λ b. ü -10-

10. Plano volgens conclusie 9, met het kenmerk dat de vleugels in aanzicht een gelijkbenig-trapeziumvorm bezitten.

11. Plano volgens conclusie 10, met het kenmerk dat ten 5 minste één strook aan zijn van de betreffende vleugel afgekeerde zijde door een vijfde, evenwijdig aan de tweede en derde vouwrillen zijnde vouwril is verbonden met een substrook.

12. Plano volgens conclusie 9, met het kenmerk dat de 10 vleugels in aanzicht een rechthoekig-trapeziumvorm bezitten.

13. Plano volgens conclusie 9, met het kenmerk dat de vleugels om en om in aanzicht een gelijkbenig-trapeziumvormige en rechthoekige vorm bezitten. b f ij u 51 U