NL8700248A - Veerpakket voor een voertuig en werkwijze voor de montage van een dergelijk veerpakket. - Google Patents

Veerpakket voor een voertuig en werkwijze voor de montage van een dergelijk veerpakket. Download PDF

Info

Publication number
NL8700248A
NL8700248A NL8700248A NL8700248A NL8700248A NL 8700248 A NL8700248 A NL 8700248A NL 8700248 A NL8700248 A NL 8700248A NL 8700248 A NL8700248 A NL 8700248A NL 8700248 A NL8700248 A NL 8700248A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
spring
cup
vehicle
coil spring
frame
Prior art date
Application number
NL8700248A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Ir Gerrit Schmidt
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Ir Gerrit Schmidt filed Critical Ir Gerrit Schmidt
Priority to NL8700248A priority Critical patent/NL8700248A/nl
Priority to EP88200175A priority patent/EP0281173B1/en
Priority to DE88200175T priority patent/DE3880351T2/de
Priority to AT88200175T priority patent/ATE88421T1/de
Publication of NL8700248A publication Critical patent/NL8700248A/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B60VEHICLES IN GENERAL
    • B60GVEHICLE SUSPENSION ARRANGEMENTS
    • B60G11/00Resilient suspensions characterised by arrangement, location or kind of springs
    • B60G11/14Resilient suspensions characterised by arrangement, location or kind of springs having helical, spiral or coil springs only
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B60VEHICLES IN GENERAL
    • B60GVEHICLE SUSPENSION ARRANGEMENTS
    • B60G17/00Resilient suspensions having means for adjusting the spring or vibration-damper characteristics, for regulating the distance between a supporting surface and a sprung part of vehicle or for locking suspension during use to meet varying vehicular or surface conditions, e.g. due to speed or load
    • B60G17/02Spring characteristics, e.g. mechanical springs and mechanical adjusting means
    • B60G17/027Mechanical springs regulated by fluid means
    • B60G17/0272Mechanical springs regulated by fluid means the mechanical spring being a coil spring
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16FSPRINGS; SHOCK-ABSORBERS; MEANS FOR DAMPING VIBRATION
    • F16F1/00Springs
    • F16F1/02Springs made of steel or other material having low internal friction; Wound, torsion, leaf, cup, ring or the like springs, the material of the spring not being relevant
    • F16F1/04Wound springs
    • F16F1/12Attachments or mountings
    • F16F1/128Attachments or mountings with motion-limiting means, e.g. with a full-length guide element or ball joint connections; with protective outer cover
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16FSPRINGS; SHOCK-ABSORBERS; MEANS FOR DAMPING VIBRATION
    • F16F3/00Spring units consisting of several springs, e.g. for obtaining a desired spring characteristic
    • F16F3/02Spring units consisting of several springs, e.g. for obtaining a desired spring characteristic with springs made of steel or of other material having low internal friction
    • F16F3/04Spring units consisting of several springs, e.g. for obtaining a desired spring characteristic with springs made of steel or of other material having low internal friction composed only of wound springs

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Vehicle Body Suspensions (AREA)
  • Springs (AREA)
  • Fluid-Damping Devices (AREA)

Description

4 · -1- 26219/cv/tl
Korte Aanduiding: Veerpakket voor een voertuig en werkwijze voor de montage van een dergelijk veerpakket.
De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor de montage van 5 een een tweetal elkaar concentrisch omgevende schroefveren omvattend veerpakket tussen een gestel van een voertuig en een een wiel van het voertuig ondersteunende wieldrager.
Gebruikelijk worden in de standaard uitvoering voertuigen,in het bijzonder personenauto’s en motorrijwielen uitgerust met een enkele 10 schroefveer tussen het gestel en een wieldrager resp. met twee naast elkaar opgestelde schroefveren.
Voor de verandering van de aard van het voertuig, in het bijzonder om een lagere ligging van het gestel van het voertuig te verkrijgen gaan echter vele gebruikers ertoe over een dergelijke veer te vervangen door 15 een korter progressief werkende schroefveer. Dit effect kan echter op betere wijze met behulp yan twee'vervangende schroefveren worden bereikt.
Het aanbrengen van een dergelijk uit een tweetal elkaar omgevende veren bestaand veerpakket kan echter op eenvoudige en doelmatige wijze geschieden met de tot nu toe gebruikelijke gereedschappen voor het 20 aanbrengen van een enkele schroefveer.
Met de uitvinding wordt dan ook beoogd een eenvoudige en veilige werkwijze te verkrijgen voor het aanbrengen yan een dergelijk veerpakket.
Volgens de uitvinding kan dit worden bereikt doordat men op nabij elkaar gelegen uiteinden van de beide schroefveren een eerste veerschotel 25 plaatst en men verder nabij het van deze eerste veerschotel afgekeerde einde van de buitenste schroefveer een tweede veerschotel tussen de windingen van de buitenste schroefveer schuift,zodanig,dat deze tweede veerschotel aan komt te liggen tegen een tussenwinding van de buitenste schroefveer en althans de laatste,van de eerste veerschotel afgekeerde 3Ö winding van de buitenste schroefveer vrij aan de van de eerste veerschotel afgekeerde zijde van de tweede veerschotel is gelegen ,terwijl de binnenste schroefveer tussen de beide veerschotels wordt opgesloten, waarna men door in het hart van de veerschotel aangebrachte gaten een bout steekt op het vrije uiteinde waarvan een moer wordt gedraaid voor 35 het zodanig spannen van het veerpakket, dat het tussen het gestel en de wieldrager op zijn plaats kan worden gebracht ,waarna de bout en de moer en
* ·. ' V
-2- 26219/CV/tl vervolgens de tweede veerschotel worden verwijderd.
Om daarbij te voorkomen,dat de bout ongewenst lang is en men na het voorspannen van het veerpakket met behulp van de bout een uitstekend deel van de bout moet verwijderen voor montage kan plaatsvinden wordt volgens 5 een verder kenmerk van de uitvinding de buitenste schroefveer met een hulpgereedschap vanuit de ongespannen toespannen over een deel van zijn lengte samengedrukt voor het aanbrengen van de moer en de bout.
Om (verder een gemakkelijke verwijdering van de tweede veerschotel na het monteren van het veerpakket mogelijk te maken wordt het veer-10 pakket voor de montage zodanig voorgespannen,dat de binnenste schroefveer nog los tussen de veerschotels ligt.
Een verder aspect van de uitvinding heeft betrekking op een veerpakket voor montage tussen een gestel van een voertuig en een een wiel van het voertuig ondersteunende en met het gestel van het 15 voertuig gekoppelde drager .waarbij het veerpakket een tweetal elkaar althans nagenoeg concentrisch omgevende schroefveren omvat,onder gebruikmaking van de hierboven beschreven werkwijze.
In het algemeen hebben werkplaatsen,waar een dergelijk veerpakket moet worden gemonteerd niet de geschikte middelen om een dergelijk 20 veerpakket voor te spannen.
Volgens de uitvinding wordt dan ook voorzien in een pakket,dat een tweetal veerschotels omvat,waarbij beide schroefveren ieder met een uiteinde aanliggen tegen een eerste veerschotel,terwijl de tweede veerschotel tussen opeenvolgende windingen van de buitenste schroefveer 25 is gelegen,zodanig, dat althans de laatste winding van de met een tus-senwinding op de tweede veerschotel rustende buitenste schroefveer aan de van de eerste veerschotel afgekeerde zijde van de tweede veerschotel is gelegen en de binnenste schroefveer tussen beide veerschotels is opgesloten, terwijl de beide veerschotels bijeen worden gehouden door een 30 bout,die door in het hart van de veerschotels aangebrachte gaten is gestoken en waarop de moer is verdraaid.
Een dergelijk veerpakket kan in een speciaal daarvoor uitgeruste werkplaats worden samengesteld en als compacte,gemakkelijk te monteren eenheid aan de afnemers worden geleverd.
35 Een derde aspect van de uitvindingheeft betrekking op een voertuig voorzien van een door wielen ondersteund gestel-,waarbij tussen een een ό·?Λ A * /. £ § ! ; O- * -3- 26219/CV/tl ύ wiel ondersteunendewieldrager en het gestel een een tweetal‘elkaar concentrisch omgevende schroefveren omvattend veersysteem is aangebracht.
Zoals reeds hierboven uiteengezet worden dergelijke veersystemen in het bijzonder gebruikt om de ligging van het gestel ten opzichte van 5 het wegdek omlaag te brengen.
Bij normale vlakke wegen zal een dergelijle verlaagde wegligging in het algemeen geen problemen met zich meebrengen,maar in andere gevallen, zoals op ruw terrein ,bij sneeuwval of dergelijke kan een dergelijke lage ligging van het gestel ongewenst bodemcontact tot gevolg hebben.
10 Er bestaat dan ook behoefte aan middelen om op eenvoudige wijze bij dergelijke voertuigen de hoogteligging te kunnen beïnvloeden.
Volgens de uitvinding kan dit worden bereikt doordat op een uiteinde van de binnenste schroefveer een door een onder druk staand fluidum bedienbaar » ' verstelorgaan aangrijpt,welk vèrstelorgaan is aangebracht tussen de bin- 15 nenste schroefveer en het gestel resp. de wieldrager.
Bij toepassing van . een dergelijke constructie kan met behulp van een eenvoudige compact in het veerpakket op te nemen verstelorgaan op effectieve wijze een beïnvloeding van de hoogteligging van het gestel boven de grond worden bewerkstelligd.
20 De uitvinding zal hieronder nader worden uiteengezet aan de.hand van enige in bijgaande figuren schematisch weergegeven uitvoeringsvoor-beelden van de constructie volgens de uitvinding.
Fig. 1 toont een doorsnede over een een tweetal elkaar concentrisch omgevende schroefveren omvattend veerpakket tijdens de montage.
25 Fig. 2 toont een bovenaanzicht op een veerschotel,
Fig. 3 toont een met fig.1 overeenkomende doorsnede na verwijdering van de het veerpakket spannende bout.
Fig. 4 toont een met fig.2 overeengekomende doorsnede na aanbrenging van een hydraulisch bedienbaar verstelorgaan.
30 Fig. 5 toont een verdere mogelijke uitvoeringsvorm van een hydrau lisch verstelorgaan in doorsnede.
Fig. 6 toont een verdere mogelijke opstelling van een veerpakket . met verstelorgaan.
Fig. 7 toont een verdere mogelijke opstelling van een veerpakket 35 met verstelorgaan.
8 / (> t ... i t; -4- 26219/CV/tl
Fig. 8 toont een verdere mogelijke opstelling van een vêerpakket met verstelorgaan.
Het in fig.1 weergegeven veerpakket omvat een tweetal elkaar concentrisch- omgevende schroefveren 1 en 2.Bij voorkeur heeft de binnenveer een gelijke óf hogere veerconstante dan de buitenveer,terwijl in ongespannen toestand de lengte van de buitenste'veer bij voorkeur langer is dan de lengte van de binnenste veer.
In het in fig.1 weergegeven uitvoeringsvoorbeeld rusten de boveneinden van de beide schroefveren 1 en 2 tegen een bovenste veerschotel 3.
10 Tegen de onderzijde van deze bovenste veerschotel liet een naar buiten gerichte flens 4 van een bekervormig orgaan 5 los aan. . Zoals uit de fig.1 blijkt strekt dit bekervormige orgaan zich naar beneden uit in de binnenste schroefveer,terwijl de bovenste winding van deze schroefveer 2 tegen de flens 4 aanligt.
15 Aan de bovenzijde van de vuurschotel 3 is een ring 7 bevestigd,welke aan zijn tegen de schotel 3 liggende einde is voorzien van een naar binnen uitstekende rondlopende borst 8. Op enige afstand boven deze borst is in de binnenomtrek van de ring 7 een rondlopende groef 9 aangebracht voor een hieronder nog nader te omschrijven doel.
20 Zoals verder uit fig.1 blijkt is tussen de windingen van de buiten ste schroefveer en nabij (gezien in fig.1)het ondereinde van de schroefveer een tweede veerschotel 10 tussen de windingen geschoven,zodanig, dat althans een winding van de buitenste schroefveer 1 aan de van de tweede veerschotel 10 afgekeerde zijde van de veerschotel 3 is gelegen, 25 terwijl de binnenste schroefveer 2 geheel tussen de beide veerschotels 3 en 10 is opgesloten. De buitenrand 11 van de veerschotel 10 is omhoog omgezet voor het op zijn plaats houden van de buitenste schroefveer 1, terwijl, zoals in het bijzonder uit fig.2 blijkt,een sectorvormig deel van de overigens in bovenaanzicht gezien in hoofdzaak ronde schijfvormige 30 schotel is weggenomen om een ongestoord doorlopen van de windingen van de schroefveer niet te hinderen. Het zal duidelijk zijn,dat de tweede veerschotel of hulpveerschotel 10 in zijn vorm is aangepast aan de vorm van de buitenste .schroefveer 1.
Tegen de onderzijde van de veerschotel 10 rust een vulstuk 12,dat 35 is voorzien van een uitstekende flens 13. Op de ring 7 rust een schijf 14. Een bout 15 is gestoken door in het vulstuk 13 ,de veerschotel 10, ·* - _ V s.-v * -te -5- 26219/CV Γ·1 de bodem 16 van het bekervormige orgaan 5 en de schijf 14 aahgebrachte gaten,terwijl op het bóven de schijf 14 uitstekende uiteinde van de bout 15 een moer 17 is gedraaid.
Het hierboven beschreven veerpakket kan worden gevormd door de 5 beide veren 1 en 2 in elkaar te plaatsen,de veerschotels aan te brengen, de buitenste schroefveer 1 te spannen met een geschikt gereedschap en vervolgens de bout 15 en de moer 17 aan te brengen.
Bij voorkeur wordt daarbij het geheel zodanig samengesteld,dat de schroefveer 2 nog los tussen de beide schotels 3 en 10 is gelegen. Een 10 dergelijk veerpakket kan in·, een speciaal hiertoe uitgerustë werkplaats . gereed worden gemaakt en zo in gemonteerde toestand naar de afnemers worden verzonden.
Daar kan een dergelijk veerpakket worden gemonteerd door ,zoals schematisch in fig.1 weergegeven,plaatsing tussen een aan het gestel 18 15 van het voertuig bevestigde voor het opnemen van de veerschotel geschikte kom 19 en een wieldrager 20 ,die is voorzien van een geschikt gat 21 voor het opnemen van het vulstuk 12,zodanig,dat de uitstekende flens 13 op de bovenzijde van de wieldrager 20 komt te rusten.
Het gestel 18 zal daarbij zodanig zijn ondersteund,dat de wieldra-20 ger 20 ,die bij een personenwagen veelal met behulp van een scharnieras scharnierend met het gestel is gekoppeld,vrij onder het voertuig hangt, zodat de afstand tussen de kom 19 en de wieldrager 20 zo groot mogelijk is. Het op boven beschreven wijze samengestelde veerpakket kan dan op de in fig.1 weergegeven wijze tussen gestel en wieldrager worden 25 aangebracht,waarna men het gestel laat zakken,zodat het veerpakket onder invloed van het gewicht van het gestel tussen de kop 19 en de wieldrager 20 zal worden opgesloten. Vervolgens kan men de bout 15 met de moer 17 en de hulpschijf 14 verwijderen waarna veerschotel 10 tussen de veer-windingen wordt uitgetrokken. Dit doet men bij voorkeur nog in een zo-30 danige stand,waarin de veer 2 nog niet is belast. Indien men vervolgens het gestel 18 in zijn definitieve stand laat zakken ten opzichte van de wieldrager 20 zal ook de veer 2 enigzins worden gespannen en bevindt het veerpakket zich in zijn juiste stand tussen gestel 19 en wieldrager 20, zodals afgebeeld in fig.2.
35 Volgens een verder aspect van de uitvinding kan nu in een dergelijk veerpakket een verstelorgaan worden aangebracht. Een uitvoeringsvoor- t) 7 λ. r *> ? ft -6- 26219/CV/tl beeld van een dergelijk verstelorgaan is weergegeven in fig’.4.
Zoals uit deze figuur blijkt omvat het verstelorgaan een bus 22, die aan zijn boveneinde is voorzien van een uitstekende kraag 23,die rust op de schotel 3. Daarbij is de bus 22 tegen verschuiving in zijn 5 lengterichting geborgd met behulp van een borgring 24,die is opgenomen in de groef 9·
In het ondereinde van de bus 22 is een ringvormig orgaan 25 geschroefd waarvan het verdikte ondereinde een grotere uitwendige diameter heeft dan de bus 22. In de binnenomtrek van het ringvormige or-10 gaan 25 is een rondlopende groef aangebracht,waarin een 0-ring 26 is opgenomen. Deze ring 26 werkt samen met een verschuifbaar in de bus 22 en het ringvormige orgaan opgenomen plunjer 27,die aan zijn boveneinde is voorzien van een uitstekende flens 28 ,die in de in fig.4 weergegeven onderste stand van de plunjer 27 aanligt tegen de bovenrand van het 15 ringvormige orgaan 25 ter begrenzing van de neerwaartse beweging van de plunjer 27.
Zoals verder uit fig.4 duidelijk zal zijn grijpt het ondereinde.van de plunjer 27 aan op de bodem 16 van het bekervormige orgaan 5.
Het boveneinde van de bus 22 is afgesloten met een deksel 28,waarop 20 een leiding 29 voor de toevoer van vloeistof onder druk is aangesloten.
Tijdens normaal bedrijf zal het boveneinde van de plunjer 27 aanliggen tegen het deksel 28 en het bekervormige orgaan de in fig.2 weergegeven stand innemen. Dit komt dus overeen met de lage stand van het gestel van het voertuig.
25 Indien het gewenst is om het gestel van het voertuig ten opzichte van het bodemoppervlak omhoog te bewegen kan vloeistof onder druk aan het inwendige van de cilinder 22 worden toegevoerd,zodat de plunjer 27 met behulp van deze onder druk staande vloeistof naar beneden zal worden gedrukt naar de in fig.4 weergegeven stand. Dientengevolge zal de bin-30 nenste schroefveer 2 worden samengedrukt.
Aannemende,dat de veerconstanten van beide veren gelijk zijn zal bijvoorbeeld bij een indrukking van de binnenste schroefveer over een afstand van bijvoorbeeld 50 mm het gestel van de wagen over een afstand van 25 mm omhoog worden bewogen.
35 Daar slechts het ringvormige orgaan 25 wordt gebruikt voor geleiding van zowel de plunjer 27 als het bekervormige orgaan 5 behoeft slechts "· i'i r- Λ /. * ’ β -7- 26219/CV/tl dit ringvormige orgaan met de nodige nauwkeurigheid te worden bewerkt, terwijl bijvoorbeeld de bus 22 uit een pijpstuk kan worden vervaardigd.
Verder is het hydraulisch werkende verstelorgaan gevormd door de onderdelen 22- 28 nagenoeg geheel in het inwendige van het veerpakket 5 opgenomen ,zodat het verstelorgaan geen hinderlijk uitsteeksel vormt, maar zonder problemen in een bestaande constructie kan worden ingebouwd.
Fig. 5 toont een verdere mogelijkheid van de uitvoering van een verstelorgaan. Die onderdelen ,die overeenkomen met de hierboven beschreven onderdelen zijn in fig.5 van dezelfde verwijzingscijfers voorzien als 10 gebruikt in de voorgaande figuren.
In deze uitvoeringsvorm vormt het met gesloten bodem uitgevoerde bekervormige orgaan 5 een cilinderruimte,waarin een zuiger 30 is gelegen.
De zuiger 30 is met behulp van een pijpstuk 31 vast met de veerschotel 3 van het voertuig verbonden . Op de zuiger 30 is een leiding 32 aange-15 sloten voor de toevoer van onder druk staande vloeistof.
In de normale werkstand zal de bodem van het bekervormige orgaan 5 nabij de onderzijde van de zuiger 30 zijn gelegen,terwijl bij toevoer van onder druk staande vloeistof via de leiding 31 onder de zuiger 30 het bekervormige orgaan 5 naar beneden zal worden gedrukt en zodoende 20 de binnenste schroefveer 2 zal worden samengedrukt op soortgelijke wijze als hierboven beschreven.
Zoals verder nog uit de fig.5 blijkt is in het open boveneinde van het bekervormige orgaan nog een ring 33 geschroefd,welke dient als met de zuiger 30 samenwerkende aanslag ter begrenzing van de gezien in 25 fig.5 naar beneden gerichte beweging van het bekervormige orgaan*
Bij het in fig.6 weergegeven uitvoeringsvoorbeeld is het veerpakket aangebracht in combinatie met een schokdemper 34. Ook hier hebben die onderdelen,die overeenkomen met aan de hand van de voorgaande figuren beschreven onderdelen dezelfde verwijzingscijfers gekregen als gebruikt 30 in de voorgaande figuren.
Het huis 35 van de schokdemper 34 is aan zijn onderzijde voorzien van een oog 36 met behulp waarvan de schokdemper 34 aan een niet nader weergegeven wieldrager zal zijn gekoppeld.
De buitenste schroefveer 1 ligt opgesloten tussen een aan het huis 35 35 bevestigde veerschotel 37 en de tegen het gestel 18 rustende veerschotel 3'
f " '·· Λ ·· C
-8- 26219/CV/tl
Het ondereinde van de binnenste schroefveer 2 rust op een op het boveneinde van het huis 35 rustende veerschotel 38,terwijl het boveneinde van de veer 2 weer rust tegen de naar buiten uitstekende flens 4 van het komvormige orgaan 5.
5 De buiten het huis 35 van de schokdemper 34 uitstekende zuigerstang 39 van de schokdemper is gevoerd door het in de bodem 16 van het komvormige orgaan aangebrachte gat alsmede door een in het komvormige orgaan gelegen zuiger 40. Aan de bovenzijde van de zuiger 40 is een de stang 39 omgevende bus 41 bevestigd. Aan de bovenzijde van de bus 41 is een 10 naar binnen uitstekende flens 42 bevestigd die aanligt tegen een borst 43 gevormd bij de overgang tussen een tweetal in diameter met elkaar verschillende delen van de zuigerstang 39.
Het boveneinde van de zuigerstang 39 zal op niet nader weergegeven en op zich bekende wijze zijn bevestigd aan het gestel van het voertuig. 15 In de zuigerstang 39 is een boring 44 aangebracht via welke onder druk staand fluïdum kan worden toegevoerd in de ruimte gelegen tussen de onderzijde van de zuiger 40 en de bovenzijde van de bodem 16 van het bekervormige orgaan 5.
Zoals verder nog uit de figuur blijkt zijn rondom de zuigerstang 20 in de bodem 16 van het bekervormige orgaan 5 en in de zuiger 40 0-ringen 45 resp. 46 aangebracht,terwijl in de buitenomtrek van de zuiger nog een 0-ring 47 is aangebracht voor afdichtdoeleinden.
Verder kan aan de onderzijde van het bekervormige orgaan nog een de zuigerstang 39 omgevende buffer 48 zijn aangebracht.
25 Het zal duidelijk zijn,dat ook bij deze uitvoering door het toelaten van onder druk staand fluidum weer een samendrukken van de binnenste schroefveer 2 kan worden bewerkstelligd op soortgelijke wijze en met het zelfde doel als hierboven beschreven voor de voorgaande uitvoeringsvoor-beelden.
30 Een verdere variant voor het bewerkstelligen van een samendrukken van de binnenste schroefveer 2 van het veerpakket is weergegeven in fig.7. In dit uitvoeringsvoorbeeld is op het huis 35 van de schok-breker een ringvormig huis 49 geschoven,dat aan zijn boveneinde is voorzien van een naar binnen uitstekende flens 49’,die op het boveneinde van 35 het huis 35 rust.
ü “? ft A /. €; v « V 4 ^ * -9- 26219/CV/tl
Het ringvormige huis begrenst een ringvormige kamer 50 waarin een eveneens ringvormige zuiger 51 is gelegen,welke aan zijn boven het huis 49 uitstekende uiteinde is voorzien van een rondlopende flens 52, die in de in fig.7 weergegeven stand op de bovenrand van het huis 49 rust.
5 Déze flens 52 dient tevens ter ondersteuning van het ondereinde van de binnenste veer 2,die met zijn boveneinde tesamen met het boveneinde van de buitenste veer 1 rust tegen een veerschotel 3. Het ondereinde van de buitenste veer 1 rust op een aan het huis 35 van de schokdemper bevestigde veerschotel 37.
10 Op het ondereinde van het huis 50 is een leiding 53 aangesloten voor de toevoer van onder druk staand fluidum in het bijzonder vloeistof in het inwendige van het huis 49 onder de zuiger 50. Het zal duidelijk zijn, dat ook hier door toevoeren van onder druk staand fluidum in het huis 1 49 een samendrukken van de binnenste schroef veer 2 zal worden bewerk- 15 stelligd met hetzelfde effect en tot · hetzelfde doel als hierboven omschreven met betrekking tot de voorgaande uitvoeringsvoorbeelden.
Bij de diverse hierboven beschreven uitvoeringsvoorbeelden kan bij motorvoertuigen uitgerust met bekrachtigde besturing het onder druk staande fluidum op geschikte wijze worden afgetapt van de pomp,welke 20 onder druk staande vloeistof voor de hydraulische besturing levert.
Bij bet in fig.8 weergegeven uityoeringsvoorbeeld rust het ondereinde van de binnenste schroefveer 2 op een naar buiten uitstekende flens 54 van een het boveneinde van het huis 35 van de schokbreker 34 omgevende bus 55- Aan zijn boveneinde is de bus 55 voorzien van een naar 25 binnen uitstekende op het boveneinde van het huis 35 van de schokbreker rustende flens 56. De buitenste schroefveer 1 ligt weer opgesloten tussen een bovenste veerschotel 3 en een aan het huis 35 van de schokbreker 34 bevestigde veerschotel 37·
Met behulp van een bij voorkeur uit veerkrachtig materiaal bestaand 30 verbindingsstuk 57 is een aan zijn boveneinde door een bodemplaat 58 afgesloten cilinder 59 bevestigd, waarbij de bodem 58 is voorzien van een gat voor de doorvoer van het verdunde uiteinde van de zuigerstang 39 van de schokbreker 34. De zuigerstang 39 is tevens gevoerd door een gat aangebracht in een in de cilinder 59 opgestelde zuiger 60 aan de onderzijde 35 waarvan een uit veerkrachtig materiaal bestaande buffer 61 is bevestigd.
7 u Γ: " * C
'V * */'.··»' ’Kr -10- 26219/cv/tl
Zoals uit de fig.8 blijkt zijn in de zuiger 60 groeven aangebracht voor het opnemen van op de buitenomtrek van de zuigerstang 39 resp.op de binnenwand van de cilinder 59 afdichtende i 0-ringen 62 resp. 63.
Aan zijn open ondereinde is de cilinder 59 voorzien van een naar 5 binnen uitstekende flens 64 ter begrenzing van de neerwaartse beweging van de zuiger 60.
De zuiger 60 en de cilinder 59 zijn met een zodanig grote diameter uitgevoerd,dat,zoals weergegeven in fig.8,het boveneinde van de binnenste schroefveer kan worden opgenomen in de cilinder 59 en kan worden afge-10 steund op de onderzijde van de zuiger 60.
In het boveneinde van de zuigerstang 39 van de schokbreker is verder nog een boring 65 aangebracht welke dienst doet als leiding voor de toevoer van onder druk staand fluidum.
Gezien de verhoudingsgewijs grote diameter van de zuiger 60,die 15 bij deze uitvoeringsvorm van de uitvinding kan worden verkregen,kan hier voor het bewerkstelligen van een verstelling van de zuiger 60 ook doelmatig gebruik worden gemaakt van onder druk staande lucht. Het zal duidelijk zijn,dat bij toevoer van onder druk staande lucht een neerwaartse beweging van de zuiger 60 en daarmede een samendrukken van de 20 middelste schroefveer zal worden bewerkstelligd op soortgelijke wijze en met hetzelfde oogmerk als hierboven beschreven voor de voorgaande uit-voeringsvoorbeelden. De bij toevoer van onder druk staance lucht in de cilinderruimte 59 gevormde luchtbuffer zal tevens nog als extra veeror-gaan werken.
25 Het zal duidelijk zijn,dat op de boven beschreven uitvoeringsvormen van de constructie volgens de uitvinding verdere aanvullingen en/of wijzigingen denkbaar zijn binnen de geest en beschermingsomvang van de uitvinding.
Zo is bijvoorbeeld bij de weergegeven uitvoeringsvoorbeelden het 30 verstelorgaan voor het samendrukken van de binnenste schroefveer steeds nabij het boveneinde van het veerpakket aan de met het gestel van het voertuig verbonden zijde weergegeven.
Het zal echter duidelijk zijn,dat een dergelijk verstelorgaan ook aan de zijde van de wieldrager kan zijn aangebracht. Daarbij is de con-35 structie volgens de uitvinding zowel toepasbaar bij motorvoertuigen zoals personenauto’s, als bij motorfietsen en dergelijke.
t*: **.- Λ·. r* / β
,, V

Claims (17)

1. Werkwijze voor de montage van een een tweetal elkaar concentrisch omgevende schroefveren omvattend veerpakket tussen een gestel van een voertuig en een een wièl van het voertuig ondersteunende wieldrager, met het kenmerk,dat men op nabij elkaar gelegen uiteinden van de beide 5 schroefveren een eerste veerschotel plaatst,men verder nabij het van deze eerste veerschotel afgekeerde einde van de buitenste schroefveer een tweede veerschotel tussen de windingen van de buitenste schroefveer schuift, zodanig,dat deze tweede veerschotel aan komt te liggen tegen een tussenwinding van de buitenste schroefveer en althans de laatste 10 van de eerste veerschotel afgekeerde winding van de buitenste schroefveer vrij.aan de van de eerste veerschotel afgekeerde zijde van de tweede veerschotel is gelegen,terwijl de binnenste schroefveer tussen de beide veerschotels wordt opgesloten ,waarna men door in het hart van de veer-schotels aangebrachte gaten een bout steekt op het vrije uiteinde waarvan 15 een moer wordt gedraaid voor het zodanig spannen .van het veerpakket, dat het tussen het gestel en de wieldrager op zijn plaats kan worden gebracht, waarna de bout en de moer en vervolgens de tweede veerschotel worden verwijderd.
2. Werkwijze volgens conclusie 1,met het kenmerk,dat de buitenste 20 schroefveer met een hulpgereedschap vanuit de ongespannen stand over een deel van zijn lengte wordt samengedrukt voor het aanbrengen van de moer en de bout.
3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2,met het kenmerk,dat men voor het aanbrengen het veerpakket zodanig voorspant,dat de binnenste schroef- 25 veer nog los tussen de veerschotels ligt.
4. Veerpakket voor montage tussen een gestel van een voertuig en een een wiel van het voertuig ondersteunende en met het gestel van het voertuig gekoppelde drager,waarbij het veerpakket een tweetal elkaar althans nagenoeg concentrisch omgevende schroefveren om-30 vat,met het kenmerk,dat het pakket een tweetal veerschotels omvat,waarbij beide schroefveren ieder met een uiteinde aanliggen tegen een eerste veerschotel,terwijl de tweede veerschotel tussen opeenvolgende windingen van de buitenste schroefveer is gelegen,zodanig,dat althans de laatste winding van de met een tussenwinding op de tweede veerschotel rustende 35 buitenste schroefveer aan de van de eerste veerschotel afgekeerde zijde van de tweede veerschotel is gelegen en de binnenste schroefveer tussen J* I «-· f’ -- -12- 26219/CV/tl beide veerschotels is opgesloten,terwijl de beide veerschotels bijeen worden gehouden door een bout,die door in het hart van de veerschotels aangebrachte gaten is gestoken en waarop een moer is gedraaid.
5. Veerpakket volgens conclusie 4,met het kenmerk,dat de tweede veeris schotel,gezien in de lengterichting van de bout althans in hoofdzaak cirkelvormig is,terwijl een deel in de vorm van een cirkelsegment is weggelaten.
6. Veerpakket volgens conclusie 4 of 5,met het kenmerk,dat in de eerste veerschotel een uitsparing is aangebracht voorzien van middelen voor het 10 vastzetten van een cilindervormig orgaan in de veerschotel.
7. Voertuig voorzien van een door wielen ondersteund gestel,waarbij tussen een een wiel ondersteunende wieldrager en het gestel een tweetal schroefveren omvattend veersysteem is aangebracht,met het kenmerk, dat op een uiteinde van de binnenste schroefveer een door onder druk staand fluïdum bedienbaar versteloreaan aangrijpt,welk verstelorgaan is aangebracht tussen de binnenste schroefveer en het gestel resp. de wieldrager.
8. Voertuig volgens conclusie 7,met het kenmerk,dat het verstelorgaan èlthans grotendeels binnen de buitenste schroefveer is opgesteld.
9. Voertuig volgens conclusie 7 of 8, met het kenmerk,dat de uit wendige diameter van het verstelorgaan kleiner is dan de inwendige diameter van de binnenste schroefveer.
10. Voertuig volgens een der conclusies 7- 9, met het kenmerk, dat het verstelorgaan is bevestigd aan een veerschotel waarop de buitenste 25 schroefveer zich met een uiteinde afsteunt.
11. Voertuig volgens conclusie 7 of 8, met het kenmerk,dat een uiteinde van de binnenste schroefveer aanligt tegen een naar buiten uitstekende flens ,die is aangebracht nabij het open boveneinde van een een deel van het verstelorgaan vormend bekervormig orgaan,dat concen- 30 trisch door de binnenste schroefveer is omgeven.
12. Voertuig volgens een der voorgaande conclusies,met het kenmerk, dat het verstelorgaan is voorzien van een een vaste stand ten opzichte van een veerschotel innemende cilinder met een daarin gelegen zuigervormig orgaan waarvan het buiten de cilinder uitstekende uiteinde aan- 35 grijpt op de bodem van het de cilinder omgevende bekervormige orgaan. 87 0 0 ? 4 δ -13- 26219/CV/tl
13. Voertuig volgens conclusie 12, met het kenmerk,dat de cilinder aan een uiteinde is voorzien van een uitstekende flens die ligt opgesloten tussen een kraag van een aan de veerschotel bevestigd ringvormig deel en een borgring, die is geplaatst in een in.dit ringvormige deel aangebrach-5 te groef. IA. Voertuig volgens conclusie 12 of 13,met het kenmerk,, dat aan het uiteinde van de cilinder een ringvormig orgaan is aangebracht voor de geleiding van de door dit ringvormige orgaan afdichtend omgeven plunjer en voor de.geleiding van het dit ringvormige orgaan omgevende bekervor-10 mige orgaan.
15. Voertuig volgens een der voorgaande conclusie 11,met het kenmerk, dat het bekervormige orgaan een cilinder vormt waarin een zuigervormig orgaan is gelegen,dat vast met een veerschotel is verbonden.
16. Voertuig volgens een der voorgaande conclusies,met het kenmerk,dat 15 de beide schroefveren zich aan een uiteinde afsteunen op hét huis van een schokdemper.terwijl de zuigerstang van de schokdemper door het ver-i stelorgaan is geleid.
17. Voertuig volgens een der voorgaande conclusies 7 of 8, of conclusie 16 voor zover afhankelijk van conclusie 7 of 8, met het kenmerk,dat een 20 uiteinde van de binnenste schroefveer rust tegen een zuiger,die is opgenomen in een aan een uiteinde open cilinder,welke is bevestigd aan een veerschotel.
18 Voertuig volgens een der voorgaande conclusies 7 of 8, met het kenmerk,dat het verstelorgaan wordt gevormd door een ringvormige zuiger, 25 die is opgenomen in een ringvormige ,rondom een schokdemper aangebrachte kamer. i. ; :* ïi v*
NL8700248A 1987-02-02 1987-02-02 Veerpakket voor een voertuig en werkwijze voor de montage van een dergelijk veerpakket. NL8700248A (nl)

Priority Applications (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8700248A NL8700248A (nl) 1987-02-02 1987-02-02 Veerpakket voor een voertuig en werkwijze voor de montage van een dergelijk veerpakket.
EP88200175A EP0281173B1 (en) 1987-02-02 1988-02-02 Vehicle suspension with height adjustment means
DE88200175T DE3880351T2 (de) 1987-02-02 1988-02-02 Fahrzeugaufhängung mit Höhenverstellungsmöglichkeit.
AT88200175T ATE88421T1 (de) 1987-02-02 1988-02-02 Fahrzeugaufhaengung mit hoehenverstellungsmoeglichkeit.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8700248A NL8700248A (nl) 1987-02-02 1987-02-02 Veerpakket voor een voertuig en werkwijze voor de montage van een dergelijk veerpakket.
NL8700248 1987-02-02

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8700248A true NL8700248A (nl) 1988-09-01

Family

ID=19849505

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8700248A NL8700248A (nl) 1987-02-02 1987-02-02 Veerpakket voor een voertuig en werkwijze voor de montage van een dergelijk veerpakket.

Country Status (4)

Country Link
EP (1) EP0281173B1 (nl)
AT (1) ATE88421T1 (nl)
DE (1) DE3880351T2 (nl)
NL (1) NL8700248A (nl)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN115076275A (zh) * 2021-03-10 2022-09-20 广东博智林机器人有限公司 一种减震***及建筑室内机器人

Families Citing this family (17)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE4104904A1 (de) * 1991-02-18 1992-08-20 Bilstein August Gmbh Co Kg Regelbares federungssystem fuer radaufhaengungen an kraftfahrzeugen
DE9307004U1 (de) * 1993-05-10 1993-07-29 MAN GHH Schienenverkehrstechnik GmbH, 90461 Nürnberg Radsatzführung eines Drehgestells
US5441129A (en) * 1993-06-08 1995-08-15 P. L. Porter Co. Precision linear mechanical lock
FR2714644B1 (fr) * 1994-01-03 1996-04-12 Arbel Fauvet Rail Sa Dispositif de maintien d'un ensemble élastique d'une suspension d'un matériel ferroviaire, suspension et matériel ferroviaire comprenant ce dispositif de maintien.
DE19632805C2 (de) * 1996-08-16 1999-02-04 Daimler Benz Ag Vorrichtung zur höhenveränderlichen Abstützung einer Rad- oder Achsfederung am Aufbau eines Kraftfahrzeugs
DE10122542C5 (de) * 2000-07-26 2017-01-12 Continental Teves Ag & Co. Ohg Vorrichtung zur Regelung von Bewegungen des Aufbaus von Kraftfahrzeugen sowie Federbein für Kraftfahrzeuge
DE10106915C2 (de) * 2001-02-15 2003-02-13 Benteler Automobiltechnik Gmbh Federungsanordnung
DE10114989B4 (de) * 2001-03-26 2005-08-18 ZF Lemförder Metallwaren AG Vorrichtung zur Federung und Niveauregulierung für Kraftfahrzeuge
DE102009010571A1 (de) 2009-02-14 2010-08-19 Dr. Ing. H.C. F. Porsche Aktiengesellschaft Vorrichtung und Verfahren zur Montage einer Feder
US9290074B2 (en) 2013-10-14 2016-03-22 Agco Corporation Machine suspension and height adjustment
US9180747B2 (en) 2013-10-14 2015-11-10 Agco Corporation System and method of adjusting the chassis height of a machine
US9079470B2 (en) 2013-10-14 2015-07-14 Agco Corporation Vehicle with chassis height adjustment
US9296273B2 (en) 2013-10-14 2016-03-29 Agco Corporation Machine suspension and height adjustment
US9259986B2 (en) 2013-10-14 2016-02-16 Agco Corporation Machine suspension and height adjustment
CN104847824B (zh) * 2015-02-05 2017-05-17 东莞市昭浩精密五金制品有限公司 一种可调型弹簧
FR3098151B1 (fr) * 2019-07-03 2023-03-17 Renault Sas Butoir de ressort de train arrière pour véhicule automobile
DE102021201119A1 (de) 2021-02-08 2022-02-24 Zf Friedrichshafen Ag Federträger mit zwei parallelgeschalteten Tragfedern

Family Cites Families (14)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US1486295A (en) * 1923-04-16 1924-03-11 Charles M Mullen Vehicle spring
US2571449A (en) * 1948-12-22 1951-10-16 Oliver K Hobbs Resilient mounting for chassis of motor vehicles
FR1006768A (fr) * 1952-07-04 1952-04-28 Système d'attache ou de fixation des ressorts hélicoïdaux
US2927801A (en) * 1956-06-25 1960-03-08 Gen Motors Corp Hydraulically actuated trim height control
FR80847E (fr) * 1957-05-30 1963-06-21 Armstrong Patents Co Ltd Perfectionnements aux systèmes de suspension de véhicules
DE1125290B (de) * 1958-12-19 1962-03-08 Daimler Benz Ag Federung fuer Kraftfahrzeuge mit stufenloser Hoehenverstellung des Fahrzeugaufbaues
FR1241007A (fr) * 1959-11-23 1960-09-09 Suspension de véhicule à élasticité corrigée automatiquement par l'action de l'amortisseur
FR2252509A1 (en) * 1973-11-22 1975-06-20 Cousin Maurice Vehicle suspension jack with stabilised extension - working fluid is transferred by pumping action to expansion chamber
US3936039A (en) * 1974-06-21 1976-02-03 Tropic Industries, Inc. Load-levelling shock absorber
US4030713A (en) * 1975-01-20 1977-06-21 Monroe Auto Equipment Company Vehicle suspension device
US4118020A (en) * 1977-08-10 1978-10-03 Caterpillar Tractor Co. Spring assembly and method of assembly thereof
DE3304321C2 (de) * 1983-02-09 1985-02-21 Horst 7730 Villingen-Schwenningen Klann Federnspanner
JPH0612136B2 (ja) * 1984-11-07 1994-02-16 日野自動車工業株式会社 キャブの弾性支持装置
DE3502579A1 (de) * 1985-01-26 1986-07-31 Audi Nsu Auto Union Ag, 7107 Neckarsulm Hoehenverstellvorrichtung

Cited By (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN115076275A (zh) * 2021-03-10 2022-09-20 广东博智林机器人有限公司 一种减震***及建筑室内机器人
CN115076275B (zh) * 2021-03-10 2023-11-10 广东博智林机器人有限公司 一种减震***及建筑室内机器人

Also Published As

Publication number Publication date
ATE88421T1 (de) 1993-05-15
DE3880351T2 (de) 1994-01-27
EP0281173B1 (en) 1993-04-21
EP0281173A3 (en) 1988-12-07
EP0281173A2 (en) 1988-09-07
DE3880351D1 (de) 1993-05-27

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8700248A (nl) Veerpakket voor een voertuig en werkwijze voor de montage van een dergelijk veerpakket.
US3954257A (en) Suspension strut
CA1264768A (en) Air spring suspension system
CA1291489C (en) Air spring for vehicle
US5123671A (en) Method and apparatus for controlling shock absorbers
US5351790A (en) Hydraulic suspension device for automobile
US2735589A (en) Portable device for
US4747587A (en) Low profile suspension strut
WO2015040078A1 (en) Suspension strut for a motor vehicle with a height-adjustment device
CN108602409B (zh) 机动车底盘
US5664848A (en) Apparatus for absorbing shocks in a vehicle braking system
US9581217B2 (en) Shock absorber
US3893702A (en) Vehicle suspension system
US3627348A (en) Leveling unit with integral motor-driven fluid pump
JPH0371310B2 (nl)
US4633983A (en) Strut damper with base valve and cup retention
US5016911A (en) Automotive suspension system
NL8005779A (nl) Compressor.
US5328005A (en) Valve in an air shock absorber
US3285617A (en) Vehicle suspension system
JPH05505993A (ja) 車高調整装置用油圧アクチュエータ
US3979134A (en) Vehicle suspension system
CN107107700B (zh) 用于调整机动车辆的离地间隙的液压装置以及包括这种装置的悬架与减振***
JP4718995B2 (ja) 油圧緩衝器
FR2515580A1 (fr) Dispositif amortisseur pour vehicule

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
A1Y An additional search report has been drawn up
BT A notification was added to the application dossier and made available to the public
BV The patent application has lapsed