NL8700237A - Stapelbare houder. - Google Patents

Stapelbare houder. Download PDF

Info

Publication number
NL8700237A
NL8700237A NL8700237A NL8700237A NL8700237A NL 8700237 A NL8700237 A NL 8700237A NL 8700237 A NL8700237 A NL 8700237A NL 8700237 A NL8700237 A NL 8700237A NL 8700237 A NL8700237 A NL 8700237A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
drawer
holder
base
container
waardoor
Prior art date
Application number
NL8700237A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Zing Int Ltd
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Zing Int Ltd filed Critical Zing Int Ltd
Publication of NL8700237A publication Critical patent/NL8700237A/nl

Links

Classifications

    • GPHYSICS
    • G11INFORMATION STORAGE
    • G11BINFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
    • G11B23/00Record carriers not specific to the method of recording or reproducing; Accessories, e.g. containers, specially adapted for co-operation with the recording or reproducing apparatus ; Intermediate mediums; Apparatus or processes specially adapted for their manufacture
    • G11B23/02Containers; Storing means both adapted to cooperate with the recording or reproducing means
    • GPHYSICS
    • G11INFORMATION STORAGE
    • G11BINFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
    • G11B23/00Record carriers not specific to the method of recording or reproducing; Accessories, e.g. containers, specially adapted for co-operation with the recording or reproducing apparatus ; Intermediate mediums; Apparatus or processes specially adapted for their manufacture
    • G11B23/02Containers; Storing means both adapted to cooperate with the recording or reproducing means
    • G11B23/023Containers for magazines or cassettes

Landscapes

  • Stackable Containers (AREA)
  • Packaging Of Annular Or Rod-Shaped Articles, Wearing Apparel, Cassettes, Or The Like (AREA)
  • Closures For Containers (AREA)
  • Drawers Of Furniture (AREA)
  • Automatic Tape Cassette Changers (AREA)

Description

V * * t
Korte aand.: Stapelbare houder.
Deze uitvinding heeft betrekking op houders en in het bijzonder op stapelbare houders voor audiobandcassettes.
In het verleden bestonden cassettehouders uit complexe vormen, waarvoor uit ten minste vier delen bestaande 5 gietvormen noodzakelijk waren. De benodigde apparatuur hiervoor was dan ook kostbaar en als gevolg hiervan waren de resulterende produkten eveneens kostbaar. In het algemeen bestond de houder uit een ondiepe rechthoekige doos, die geschikt was voor een cassette. Aan één zijde was de doos open 10 om plaats te bieden aan een onder veerdruk staande lade. Deze houders waren voorzien van uitsparingen aan de onderzijde, waarin op de bovenzijde van een andere houder aangébrachte uitsteeksels werden opgenomen, zodat het mogelijk was de houders geleidbaar op elkaar te stapelen. De twee houders 15 werden dan op de juiste wijze op hun plaats gehouden door zowel aan de onder- als aan de bovenzijde aangebrachte stuit-nokken. Deze stuitnokken zijn in het algemeen niet voldoende voor het aan elkaar vergrendelen van de houders, behalve in de rusttoestand. Dit betekent, dat wanneer de stapel werd ge-20 kanteld of wanneer deze viel, het mogelijk was, dat de houders van elkaar af kwamen.
Elke houder vormde samen met de lade een volledige doos. Dit betekent, dat wanneer de houders boven elkaar waren gestapeld, er zich twee wanden, namelijk de bovenwand van één 25 houder en de bodemwand van de andere houder zich tussen de respectieve laden bevonden. Deze duplicatie van materiaal leidde niet alleen naar een meer gecompliceerd ontwerp, maar vanzelfsprekend naar een kostbaarder artikel.
De lange uitsparingen aan de onderzijde van de hou-30 der, die de uitsteeksels aan de bovenzijde aangrijpen veroorzaken moeilijkheden bij de vervaardiging. Om deze uitsparingen tijdens het spuitgietproces te vormen, was het noodzakelijk lange, smalle, relatief instabiele vormvingers in de gietvorm aan te brengen. Dit deed de vervaardigingskosten 35 toenemen als gevolg van de grote nauwkeurigheid bij het gieten en als gevolg van de grote hoeveelheid afgekeurde artike- 8700237 ί· ϊ - 2 - len, waardoor de prijzen stegen en tevens de nauwkeurigheid kleiner werd en de waarschijnlijkheid dat de uitsteeksels en ‘de uitsparingen in elkaar paste eveneens kleiner werd.
De laden van de tot de stand van de techniek beho-5 rende houders hebben geen middelen, waarmee de cassette stevig op zijn plaats kan worden gehouden. De cassettes zouden dan ook kunnen bewegen en kunnen rammelen, hetgeen de cassettes zou kunnen beschadigen, en hetgeen de gebruiker zou kunnen ergeren.
10 De in de houders onder veerdruk staande laden wor den gesloten gehouden door een gegoten veergrendel aan de buitenzijde van de lade of door een kogellager bij een mechanisme van het groeftype. De lade wordt binnen de houder geleid door geleidekanalen en binnen vastgehouden door stuit-15 nokken op de lade, die zich langs op de onderzijde van de lade aangebrachte kanalen bewegen.
Bij deze tot de stand van de techniek behorende houders zijn geen middelen verschaft voor het ofwel aan de houder ofwel aan de lade aanbrengen van de veer. Het op zijn 20 plaats brengen van de veer bij deze systemen verhoogt dan ook de vervaardigingstijd en de vervaardigingskosten. Wanneer dan ook de stuitnokken, die de laden binnen de houders houden zouden slijten als gevolg van het feit dat de lade niet steeds via de veer in de houder werd gehouden, dan zou de 25 kracht van de veer de lade tot uit de houder kunnen bewegen, hetgeen zowel schade als verwondingen zou kunnen veroorzaken.
Tevens zijn in het midden van de boven- en van de onderzijden van de houders middelen aangebracht, waardoor de tot de stand van de techniek behorende houders aan elkaar 30 kunnen worden vergrendeld en trapsgewijze kunnen worden gestapeld. Het geschikte oppervlak voor het aanbrengen van etiquetten of voor reclame was dan ook beperkt tot de voorzijde van de laden en de twee kleinere, en verbroken delen van de bodem en van de bovenzijde.
35 Er zijn dan ook diverse verbeteringen uitgevoerd aan bestaande cassettehouders, met inbegrip van het aanbrengen van een spoor in de onderzijde van de lade, die plaats biedt aan een kogellager, dat aan de binnenzijde van de bodem 8700237 V * - 3- van de houder is aangebracht. Om het assembleren te vereenvoudigen is tevens een veer bevestigd aan de lade. De middelen voor het trapsgewijze stapelen zijn veranderd om de ruimte voor etiquetten te optimaliseren.
5 Deze verbeterde houders hebben echter nog steeds enige nadelen, zoals de extra kosten voor het aanbrengen van het kogellager. Tevens is de houder een complex spuitgiet-werkstuk van starre kunststof. Er zijn evenmin middelen, waarmee de cassette vast op zijn plaats in de lade kan worden 10 gehouden. De lade heeft evenmin extra middelen, waarmee hij aan de houder wordt bevestigd, om te voorkomen, dat de lade uit de houder wordt bewogen door de veerkracht, wanneer het kogellager of het spoor, waarin het kogellager rust, slijt.
Bestaande houders zijn beperkt tot een enkel ge-15 bruikt, en zijn niet geschikt voor de vele doeleinden, waarvoor zij zouden kunnen worden gebruikt. Wat dit betreft zijn houders voor het opslaan van audiobandcassettes geconstrueerd voor specifieke doeleinden. De onderling vergrendelbare, stapelbare houders kunnen gebruikt worden in de stilstaande 20 omgeving van de huishouding en er zijn enige van meerdere compartimenten voorziene constructies verkrijgbaar voor motorvoertuigen of voor boten. Alhoewel enige onderlinge verwisselbaarheid verschaft is, is deze in het algemeen beperkt. In houders voor in de huishouding bewaarde cassettes 25 kunnen vaak niet naar het voertuig worden overgebracht, zonder dat zijn uit hun houder worden verwijderd en in de voer-tuighouder worden geplaatst. Daarom is dan ook behoefte aan een inrichting, die de stapelbare eigenschap van deze houders gebruikt, maar die de toegevoegde bevestigingsmiddelen, die 30 noodzakelijk zijn voor het verschaffen van een draagbare opslagmogelijkheid, vermindert.
Er bestaan nu behuizingen, die geschikt op dashboards van auto’s te worden geplaatst voor het opslaan van cassettes voor het auto-audiosysteem. Deze behuizingen vormen 35 echter een complete eenheid, die tevens laden omvat, waardoor de cassettes uit de laden moeten worden verwijderd en in andere houders moeten worden geplaatst, wanneer één of een aantal cassettes ergens anders moeten worden gebruikt. Deze 8700237 £ Ί - 4 - behuizingen dienen tevens als warmte-isolatoren, en zij zijn geschikt om verwijderbaar aan het dashboard te worden bevestigd. Zelfs deze inrichting leidt tot problemen, omdat op dit moment sprake is van een wrijvingspassing, die slijt en die 5 moeilijkheden veroorzaakt bij het verwijderen van het huis.
Het doel van deze uitvinding is het vermijden of in aanzienlijke mate verminderen van ten minste enige van de bovengenoemde nadelen.
De onderhavige uitvinding wordt dan ook belichaamd 10 door een stapelbare cassettehouder, die voorzien is van een voor glijdende beweging tussen een gesloten en een geopende stand bevestigde lade, waarbij de houder omvat: een basis; twee zich van de basis uitstrekkende zijwanden; een de zijwanden verbindende achterwand; een zich parallel aan de zij-15 wanden op de onderzijde van de basis uitstrekkend paar eerste geleiders; een aan de binnenzijde van de bovenrand van de zijwanden aangebracht, zich parallel aan de eerste geleiders uitstrekkend paar tweede geleiders; een derde geleiders omvattend deksel voor het aangrijpen van de tweede geleiders en 20 voor het verwijderbaar op de houder bevestigen van het deksel, waarbij de tweede geleiders geschikt zijn de respectieve eerste geleiders van een gelijke container aan te grijpen na verwijdering van het deksel; en middelen voor het losmakelijk aan elkaar vergrendelen van twee in elkaar grijpende houders. 25 Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm omvatten de middelen voor het losmakelijk aan elkaar vergrendelen van twee in elkaar grijpende houders aan de onderzijde van de basis en op de bovenrand van de achterwand aangebrachte, complementaire snapverbindingslippen. Bij voorkeur wordt de lip 30 op het basisdeel gevormd door een deel van de basis uitmakende flexibele arm, waarbij de arm omgebogen kan worden om tot in aangrijping met of tot uit aangrijping van de complementaire lip op de achterwand van een zelfde container te brengen tijdens het glijdend tot in aangrijping brengen met of 35 het uit aangrijping brengen van de respectieve eerste en tweede geleiders. Het heeft verder de voorkeur dat de arm niet om kan buigen en dat als gevolg daarvan de lippen niet uit eikaars aangrijping kunnen worden gebracht, wanneer 870023? * Λ - 5 - de lade zich in de gesloten stand bevindt. Om onderling verbonden houders uit aangrijping te brengen, wordt eenvoudigweg de lade van de bovenste houder geopend om de houders glijdend uit eikaars aangrijping te brengen.
5 Volgens eén andere voorkeursuitvoeringsvorm omvat de houder verder in de nabijheid van de zijwanden op de bovenzijde van de basis aangebrachte geleidekanalen om de lade aan te grijpen en hierin te passen om de lade glijdbaar in de houder aan te brengen.
10 Het heeft tevens de voorkeur dat de lade een ver- grendelarm omvat, die zich langs een in de basis van de houder aangebracht spoor beweegt en tot in een vasthoudgroef komt om de laden in de gesloten stand te vergrendelen. Het spoor omvat bij voorkeur een helling, waarbij het spoor zo-15 danig is gevormd dat de vergrendelarm langs de helling beweegt om de vasthoudgroef te verlaten. Het heeft verder de voorkeur, dat de houder veerkrachtige organen omvat om de lade naar de geopende stand te brengen.
Een ander voorkeurskenmerk is het verschaffen van 20 blokken aan de achterzijde, die, wanneer de lade de open stand bereikt, stuiten tegen op de basis aangebrachte arre-teerorganen.
Door deze constructie is het mogelijk een reeks onderling verwisselbare bases en deksels te verschaffen, 25 afhankelijk van de gewenste situatie, en waarbij steeds de basishouder wordt gebruikt, zonder dat de cassette behoeft te worden verwijderd.
Volgens een andere voorkeursuitvoeringsvorm kunnen de vergrendelmiddelen voor het binnen de houder vergrendelen 30 van de lade gevormd worden door een aan de voorzijde van de lade aangebracht grijpmechanisme, waarbij dit grijpmechanisme tijdens het gieten in de houder en aan de lade is aangebracht.
Bij voorkeur wordt de lade vervaardigd door middel 35 van het spuitgietproces, en is de gietvorm voorzien van een reeks wiggen met hoeken van 45“ + 10“ voor het vormen van de geleidekanalen. Door deze wiggen kan dan een eenvoudiger, uit twee delen bestaande gietvorm worden gebruikt voor het con- 8700237'
r S
- 6 - strueren van de houder.
Nu zullen slechts bij wijze van voorbeeld enige voorkeursuitvoeringsvormen worden beschreven met betrekking tot de bijgaande tekeningen, waarin voorstellen; 5 Pig. 1; een perspectivisch aanzicht van een stapel houders;
Pig. 2; een onderaanzicht van de basis van de houder volgens deze uitvinding;
Fig. 3; een bovenaanzicht van de basis van de hou- 10 der;
Fig. 4: een bovenaanzicht van de lade voor gebruik in de houder;
Pig. 5; een onderaanzicht van de lade;
Fig. 6; een verticaal doorsnedeaanzicht van de 15 lade;
Fig. 7: een onderaanzicht van het deksel;
Fig. 8: een bovenaanzicht van het deksel;
Fig. 9; een gedeeltelijk doorsnedeaanzicht langs de lijn 9-9 van fig. 3; 20 Fig. 10: een gedeeltelijk doorsnedeaanzicht langs de lijn 10-10 van fig. 3;
Fig. 11; een eerste deeldoorsnedeaanzicht langs de · lijn 11-11 van fig. 7;
Fig. 12: een tweede deeldoorsnedeaanzicht langs de 25 lijn 12-12 van fig. 7; en
Fig. 13: een deeldoorsnedeaanzicht langs de lijn 13-13 van fig. 3.
Figuur 1 toont een reeks gestapelde houders. Elke stapelbare cassettehouder 11 wordt gevormd door een gietstuk 30 van een starre kunststof en omvat een basis 12, twee zich van de basis uitstrekkende zijwanden 13 en een de zijwanden verbindende achterwand 14. De houders 11 omvatten een glijdbare lade 15, die bevestigd is voor beweging tussen een gesloten stand, zoals getoond is bij de bovenste houders 11 en een 35 geopende stand·, zoals die getoond is voor de onderste houder 11. De houders 11 zijn tevens voorzien van een verwijderbaar deksel 16, dat getoond is, zoals dit op de bovenste houder 11 is aangebracht. De houders 11 kunnen boven op elkaar zijn 8700237 * t - 7 - gestapeld door het verwijderen van het deksel 16 en door dit te vervangen door het onderste deel 12 van de volgende houder 11, zoals hierna meer in detail zal worden beschreven.
Het basisdeel 12 van de houder 11 wordt afgebeeld 5 in de figuren 2 en 3. Figuur 2 toont de onderzijde van het basisdeel 12. De houder 11 wordt gegoten in een uit twee delen bestaande gietvorm en is aan de onderzijde van het basisdeel 12 voorzien van een reeks op onderlinge afstand geplaatste uitsteeksels 17, die zich onder een hoek van onge-10 veer 45°+ 10° ten opzichte van het basisdeel uitstrekken.
Deze uitsteeksels 17 vormen zich parallel aan de zijwanden uitstrekkende kanalen 18 en omvatten een paar eerste geleiders. Een paar sleuven 19 vormen tweede geleiders en deze sleuven zijn enigszins aan de binnenzijde van de bovenranden 15 van de zijwanden 13 en parallel aan de kanalen 18 aangebracht. De uitsteeksels 17 en de sleuven 19 worden tijdens het spuitgietproces gevormd. Tevens worden andere geleiders 20 gevormd tijdens het spuitgietproces, waarbij deze geleiders 20 aan de bovenrand van het basisdeel 12 zijn gevormd 20 voor het aangrijpen met en passen in sleuven 21 (figuren 4 en 5) van de laden 15, om de laden glijdbaar binnen de houders 11 te bevestigen.
Om het basisdeel 12 bovenop dezelfde houder 11 te vergrendelen is een reeks snapvergrendellippen 22 op de 25 onderzijde van het basisdeel 12 aangebracht. Deze lippen nemen complementaire lippen 23 op, die aangebracht zijn op de bovenrand van de achterwand 14 van de houder 11. De lippen 22 en 23 vormen middelen om twee met elkaar in aangrijping gebrachte houders aan elkaar te vergrendelen.
30 De lippen 22 worden gevormd door flexibele armen, die deel uitmaken van het basisdeel 12, en welke armen omgebogen kunnen worden om tot in aangrijping met of tot uit aangrijping van de lippen 23 te kunnen worden gebracht tijdens een glijdende aangrijping of loskoppeling van kanalen 18 en 35 sleuven 19 op respectieve houders 11. Zoals hierna zal worden beschreven, wordt voorkomen dat de lippen 22 ombuigen, waardoor eveneens wordt voorkomen dat zij losgekoppeld worden van de lippen 23, wanneer de lade 15 zich in de gesloten stand 8700237 .-8-
. J
f » bevindt.
Er wordt opgemerkt dat de aan de voorzijde van de houder 11 uitstekende armen 24 de zijranden van de lade 15 omringen wanneer de lade zich binnen de houder 11 bevindt 5 voor het aan het samenstel verlenen van een veilig en net uiterlijk.
De binnenzijde van het basisdeel 12 is in figuur 3 getoond. De ladegeleider 20, sleuven 19 en de zijbescher-mingsarmen 24 zijn duidelijk getoond. In het midden van het 10 basisdeel 12 is een spoor 25 aangebracht. Een starre, maar flexibele vergrendel- en geleidearm 26, die langs het spoor 25 beweegt is op de lade 15 aangebracht. Het spoor 25 heeft de functie de arm 26 te geleiden, zodat de lade 15, wanneer deze in de houder 11 wordt bewogen en wanneer de gesloten 15 stand wordt bereikt, de arm 26 de vasthoudgleuf 27 bereikt voor het in de gesloten stand vergrendelen van de lade 15.
Een (niet getoonde) aan de lade 15 en de houder 11 bevestigde veer omvat een veerkrachtig orgaan, dat de lade 15 naar de geopende stand dringt. De veer dient om de arm 26 binnen de 20 groef 27 vast te houden.
Om de arm 26 los te maken, en om daarmede de lade 15 vrij te geven, wordt de buitenzijde van de lade licht naar binnen gedrukt, waardoor de veer verder wordt samengedrukt, en waardoor de arm 26 de gleuf 27 doet verlaten. De hoeken 25 van het spoor 25 voorkomen dat de arm 26 langs hetzelfde traject terugkeert en dwingt de arm langs een terugkeertraject 28. Bij de aanvang van dit traject 28 naast de vasthoudgleuf 27 is een helling 29 aangebracht. De arm 23 beweegt gemakkelijk langs de helling 29 voor het verlaten van de gleuf 27 30 maar, omdat de tegenoverliggende rand van de helling verticaal is, wordt voorkomen, dat de arm 26 naar de gleuf 27 terugkeert. Dat wil zeggen, dat het ontwerp van het spoor 25 zodanig is, dat er slechts één traject is dat de arm kan afleggen wanneer een kracht op de lade 15 is uitgeoefend. Aldus 35 wordt, wanneer de druk van de voorzijde van de lade 15 wordt weggenomen, de lade 15 door de veer uit de houder gedrongen, totdat arreteerorganen 30 in de basis 12 bij de geopende stand in aangrijping komen met blokken 31 op de lade 15. Op 8700237 -9-.
deze wijze wordt voorkomen dat de lade 15 verder naar buiten beweegt als gevolg van de veerdruk. Een behuizing 32 bevestigt de veer aan de houder 11. In het spoor 25 kunnen andere hellingen worden aangebracht om de arm 26 bijvoorbeeld te ge-5 leiden bij de aansluiting van het terugkeertraject 28, om te voorkomen, dat de arm het terugkeertraject aflegt in plaats van na gleuf 27 het spoor 25 af te leggen.
In figuren 4, 5 en 6 is de lade 15 afgeheeld.
Figuur 4 toont de bovenzijde van de lade 15. In het midden is 10 de arm 26 aangebracht. Aan het einde van de lade 15 houdt een andere behuizing 33 het andere einde van de veer vast, en deze inrichting werkt als een ander systeem om te voorkomen dat de lade 15 tot uit de houder 11 wordt bewogen. Tevens zijn de geleidesleuven 21 getoond, die binnen de geleiders 20 15 van de basis 12 passen, en de blokken 31, die de arreteeror-ganen 30 stuiten om te voorkomen dat de lade 15 uit de houder 11 wordt verwijderd. Hellende, halfbolvormige elementen 34 zijn aangebracht voor het opnemen van de spillen van een audiocassette. Deze halfbolvormige elementen 34 hebben hel-20 lende achterbovenvlakken om het gemakkelijke insteken en het gemakkelijke verwijderen van de cassette mogelijk te maken. Aan de achterzijde van de lade 15 zijn een flens 35 en veerkrachtige tongen 36 aangebracht om te voorkomen dat de bovenzijde van de cassette naar boven beweegt, waarbij de tongen 25 36 de cassette naar voren dringen om te voorkomen, dat deze in de houders rammelt. Figuur 5 toont de onderzijde van de lade 15, terwijl figuur 6 een zijdelings dwarsdoorsnedeaan-zicht toont van de lade 15. Het buitenvoorvlak 37 van de lade 15 is geschikt voor het aanbrengen van etiguetten.
30 Het deksel 16 van de houder 11 is in figuren 7 en 8 getoond.
In figuur 7 is de onderzijde van het deksel 16 getoond. Langs de zijranden van het deksel 16 zijn geleidekana-len 38 aangebracht, welke voorzien zijn van derde geleiders 35 om de tweede geleiders of sleuven 19 van de houder 11 aan te grijpen en om het deksel 16 losmakelijk aan de houder te bevestigen. De kanalen 38 hebben in dwarsdoorsnede een vorm, die gelijk is aan die van kanalen 18 op de houder, met inbe- 8700237 4 £' - 10 - grip van één wand, die bepaald is door op onderlinge afstand geplaatste uitsteeksel 39, die met ongeveer 45° ten opzichte van de bodem van het kanaal 38 hellen. Aan de achterzijde van deksel 16 zijn nokken 40 aangebracht voor het aangrijpen van 5 op de achterwand van de houder 11 aangebrachte lippen 23 voor het losmakelijk op de houder 11 bevestigen van het deksel 16. Tevens zijn versterkingsribben 41 getoond. Tijdens het gieten worden de geleidekanalen 38, de uitsteeksels 39 en de nokken 40 in het deksel 16 geïncorporeerd.
10 Figuur 8 beeldt het bovenaanzicht af, waaruit blijkt, dat het deksel 16 een vlak oppervlak heeft, dat geschikt is voor het aanbrengen van etiquetten.
De houder 11 wordt op de volgende wijze samengesteld. De basis 12 neemt door middel van geleiders 20 en 15 sleuven 21 de lade 15 op. De lade 15 wordt onder veerdruk tot in de houder 11 bewogen, waarbij de veer aan de houder 11 is bevestigd en aan het einde van de lade door de behuizing 33 op zijn plaats wordt gehouden. De arm 26 van de lade 15 past binnen en wordt geleid langs het spoor 25. In de gesloten 20 stand rust de arm in de sleuf 27 en is de veer samengedrukt. Het deksel 16 wordt op de houder 11 bevestigd door de sleuven 19 binnen de kanalen 38 te schuiven. Het deksel 16 wordt losmakelijk vergrendeld op de houder 11 door de nokken 40 van het deksel, die passen in de lippen 23 van de houder 11.
25 Voor het op een eerste houder 11 stapelen van een zelfde houder 11, wordt ten eerste het deksel 16 verwijderd door voldoende grote druk uit te oefenen op het deksel 16 om de nokken 40 uit aangrijping te brengen van de lippen 23 en door dan de sleuven 19 uit aangrijping te brengen van de 30 kanalen 38. De sleuven 19 van de eerste houder 11 worden dan glijdbaar in aangrijping gebracht met de kanalen 18 van een zelfde houder 11 en de twee houders worden in tegengestelde richting bewogen totdat de snapvergrendellippen 22 lippen 23 aangrijpen en de twee houders aan elkaar vergrendelen. Om 35 dezelfde houder 11 van de bovenzijde van de eerste houder 11 te verwijderen, moeten de lippen 22 licht naar boven worden bewogen voor het vrijmaken van de lippen 23. Wanneer de lade 15 gesloten is, voorkomt de basis van de lade dat de lippen 8700237 - 11 - *» .
22 naar boven bewegen. Deze eigenschap voorkomt ongewenste desintegratie van een stapel houders.
Om de lade 15 uit de gesloten stand vrij te maken, wordt op de voorzijde van de lade 15 gedrukt, waardoor de 5 veer verder wordt samengedrukt en de arm 26 vrijgemaakt wordt van de gleuf 25 en deze over de helling 29 wordt gedrongen.
De veer dringt de arm 26 langs het terugkeertraject 28 van het spoor 25. Door het mechanisme, dat gevormd wordt door het blok 31 en de arreteerinrichting 30, en door de bevestiging 10 van de veer aan zowel de houder 11 als aan de lade 15, wordt voorkomen, dat de lade 15 uit de houder 11 wordt bewogen.
Het zal duidelijk zijn, dat de houder volgens deze uitvinding geschikt is voor gebruik met een handgreep, een draagband, een riem of een autobevestigingsorgaan. Aldus ver-15 schaft de houder een gemakkelijk stapelbare houder, die gemakkelijk uit een stapel kan worden verwijderd en in een andere kan worden geplaatst.
8700237

Claims (12)

1. Stapelbare cassettehouder, die voorzien is van een voor glijdende beweging tussen een gesloten en een geopende stand bevestigde lade, waarbij de houder omvat: een basis? twee zich van de basis uitstrekkende zijwanden; een de 5 zijwanden verbindende achterwand; een zich parallel aan de zijwanden op de onderste van de basis uitstrekkend paar eerste geleiders? een aan de binnenzijde van de bovenrand van de zijwanden aangebracht, zich parallel aan de eerste geleiders uitstrekkend paar tweede geleiders; een derde geleiders om-10 vattend deksel voor het aangrijpen van de tweede geleiders en voor het verwijderbaar op de houder bevestigen van het deksel, waarbij de tweede geleiders geschikt zijn de respectieve eerste geleiders van een gelijke container aan te grijpen na verwijdering van het deksel; en middelen voor het losmakelijk 15 aan elkaar vergrendelen van twee in elkaar grijpende houders.
2. Houder volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de middelen voor het losmakelijk aan elkaar vergrendelen van twee in elkaar grijpende houders aan de onderzijde van de basis en op de bovenrand van de achterwand aangebrachte, com- 20 plementaire snapverbindingslippen omvatten.
3. Houder volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de lip op de basis gevormd wordt door een deel van de basis uitmakende flexibele arm, waarbij de arm omgebogen kan worden om tot in aangrijping met of tot uit aangrijping van de com- 25 plementaire lip op de achterwand van een zelfde container te brengen tijdens het glijdend tot in aangrijping brengen met of het uit aangrijping brengen van de respectieve eerste en tweede geleider.
4. Houder volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat 30 de arm niet om kan buigen en dat als gevolg daarvan de lippen niet uit eikaars aangrijping kunnen worden gebracht, wanneer de lade zich in de gesloten stand bevindt.
5. Houder volgens één van de conclusies 1-4, gekenmerkt door in de nabijheid van de zijwanden op de bovenzijde 35 van de basis aangebrachte geleidekanalen om de lade aan te grijpen en hierin te passen om de lade glijdbaat in de houder te plaatsen. 8700237 > ·♦ -13-.
6. Houder volgens één van de conclusies 1-5/ met het kenmerk, dat de lade voorzien is van een vergrendelarm, die zich langs een in de basis van de houder aangebracht spoor beweegt en tot in een vasthoudgroef komt om de laden in 5 de gesloten stand te vergrendelen.
7. Houder volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat het in de basis aangebrachte spoor bij de vasthoudgroef een helling omvat, waarbij het spoor zodanig is gevormd dat de vergrendelarm langs de helling beweegt om de vasthoudgroef te 10 verlaten.
8. Houder volgens één van de conclusies 1-7, gekenmerkt door een veerkrachtig orgaan om de lade naar de geopende stand te brengen.
9. Houder volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat 15 aan de achterzijde van de lade blokken zijn aangebracht, die, wanneer de lade de open stand bereikt, stuiten tegen op de basis aangebrachte arreteerorganen.
10. Houder volgens één van de conclusies 1-9, met het kenmerk, dat de tweede geleider gevormd worden door kana- 2& len, die ten minste gedeeltelijk gevormd worden door een reeks met onderlinge tussenruimte langs de lengte van de geleiders aangebrachte uitsteeksels.
11. Houder volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat de uitsteeksels hellend zijn met een hoek van 45° + 10* 25 ten opzichte van de bodem van het kanaal.
12. Houder volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat de houder vervaardigd is door middel van een spuitgiet-proces, en dat de uitsteeksels worden gevormd door een reeks onder hoeken van 45* + 10* in de gietvorm aangebrachte wig- 30 gen. 8700237
NL8700237A 1986-01-31 1987-01-30 Stapelbare houder. NL8700237A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
AUPH439786 1986-01-31
AUPH439786 1986-01-31

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8700237A true NL8700237A (nl) 1987-08-17

Family

ID=3771453

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8700237A NL8700237A (nl) 1986-01-31 1987-01-30 Stapelbare houder.

Country Status (14)

Country Link
JP (1) JPS62182043A (nl)
KR (1) KR900008095B1 (nl)
CN (1) CN87100722A (nl)
DE (1) DE3702628A1 (nl)
DK (1) DK47987A (nl)
ES (1) ES2003674A6 (nl)
FR (1) FR2593783A1 (nl)
GB (1) GB2185965A (nl)
GR (1) GR870148B (nl)
IE (1) IE870218L (nl)
IT (1) IT1205862B (nl)
LU (1) LU86751A1 (nl)
NL (1) NL8700237A (nl)
SE (1) SE8700370L (nl)

Families Citing this family (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE3904787A1 (de) * 1989-02-17 1990-08-23 Fischer Artur Werke Gmbh Behaelter mit magnetbandkassette
DE4020163A1 (de) * 1990-06-25 1992-01-02 Fischer Artur Werke Gmbh Behaelter fuer magnetbandkassetten
JPH11328476A (ja) * 1998-05-08 1999-11-30 Nippon Conlux Co Ltd 硬貨処理装置
JP4124384B2 (ja) 1998-05-15 2008-07-23 富士フイルム株式会社 磁気テープカートリッジ
DE10155361A1 (de) * 2001-11-10 2003-05-22 Hans Roericht Möbel aus Zargen und Schubkästen
CN104037651B (zh) * 2014-06-10 2017-01-04 国家电网公司 一种适用于10kV配电线路杆塔用抢修材料箱
CN107499644A (zh) * 2017-07-06 2017-12-22 安徽禄讯电子科技有限公司 一种射频通信无源器件用存储装置

Family Cites Families (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
AT355830B (de) * 1977-01-17 1980-03-25 Iisi Products Ag Behaelter fuer tonbandkassetten

Also Published As

Publication number Publication date
IT1205862B (it) 1989-03-31
LU86751A1 (de) 1987-06-02
KR900008095B1 (ko) 1990-10-31
JPS62182043A (ja) 1987-08-10
DK47987D0 (da) 1987-01-29
KR870007506A (ko) 1987-08-19
GB2185965A (en) 1987-08-05
FR2593783A1 (fr) 1987-08-07
IE870218L (en) 1987-07-31
DK47987A (da) 1987-08-01
SE8700370L (sv) 1987-08-01
ES2003674A6 (es) 1988-11-01
IT8747587A0 (it) 1987-01-30
GR870148B (en) 1987-06-05
SE8700370D0 (sv) 1987-01-30
GB8701851D0 (en) 1987-03-04
CN87100722A (zh) 1987-08-12
DE3702628A1 (de) 1987-08-06

Similar Documents

Publication Publication Date Title
CN111406026B (zh) 可堆叠的***容器和运输***
US3899229A (en) Container for tape cassettes
US4838422A (en) Data storage container
US4399913A (en) Cassette container with flexible and hinged drawers
US5097946A (en) Storage unit for compact discs and the like
US4191292A (en) Container for interchangeable tape cassette
JP3459882B2 (ja) 物品取出装置
US11993418B2 (en) Module articulation system
US4275943A (en) Container for a cassette
US3862787A (en) Storage container
US5901840A (en) Security case for a recorded media container
NL9301616A (nl) Opbergdoos voor compactdisc.
KR20150099346A (ko) 카드 트레이를 포함하는 전자 장치
US5464091A (en) Protective covers
US5709300A (en) Slide tray package for recording medium
US4512468A (en) Cassette storage device
EP0535978B1 (en) Magnetic tape cassette casing
NL8700237A (nl) Stapelbare houder.
US4218107A (en) Battery pack connection
US4549775A (en) Tape cassette holder
US4436355A (en) Modular storage system
KR960013178B1 (ko) 동전보관함
US5139320A (en) Tape storage device and system
JPH0741935B2 (ja) 記録媒体の収容器
US10655657B2 (en) Connecting apparatus

Legal Events

Date Code Title Description
BV The patent application has lapsed