NL8700047A - Laadbord. - Google Patents

Description

£ VO 9004 *

Uitvinder :-Sytze Arnold Kuipers Titel: Laadbord. ' ~

De uitvinding heeft betrekking op een laadbord dat met name geschikt is voor kratten en dat een bovendek en een daarmee middels afstandhouders verbonden onderdek omvat.

Dergelijke laadborden zijn bekend en worden onder 5 andere veelvuldig toegepast in de voedings- en genotsmiddelenindustrie voor bijvoorbeeld de opslag en het transport van kratten.

De bekende laadborden hebben een aantal bezwaren die zeer duidelijk naar voren treden bij het gebruik van 10 de laadborden voor kratten. Een eerste bezwaar is dat een snelle en goede positionering van de kratten in één of meer lagen op een laadbord niet mogelijk is. Veelvuldig reiken één of meer kratten over de rand van het laadbord waardoor het totale draagvlak van de kratten en de onderlinge zijde-15 lingse steun van de kratten niet optimaal is. De stabiliteit van het samenstel is dan onvoldoende en de voor transport gewenste optimale pakkingsgraad wordt niet bereikt. Bovendien zijn uitstekende kratten vaak een oorzaak van storing bij de mechanische verwerking van de volgestapelde laadborden.

20 Veelal wordt op een bovenste laag kratten die deel uitmaakt van meerdere lagen op een laadbord gestapelde kratten een volgend laadbord geplaatst waarop opnieuw een aantal lagen met kratten zijn of worden gestapeld. Een tweede bezwaar van de bekende laadborden is in dit kader dat de bekende 25 laadborden niet op de onderliggende laag kratten aansluiten en de instabiliteit van het geheel in belangrijke mate versterken. De bekende laadborden veroorzaken als gevolg van beide bezwaren relatief veel schade en breuk. De bekende laadborden zijn vaak uit hout vervaardigd hetgeen als derde 30 bezwaar heeft dat de laadborden snel beschadigen en erg gevoelig zijn voor de inwerking van vocht. Ondanks dat hout een relatief hoge wrijvingscoëfficient bezit kan daarmee niet worden voorkomen dat de kratten bijvoorbeeld bij een noodstop van het laadbord schuiven. De hoge wrijvings- f. '0 0 4 7 -2- coëfficient van de houten laadborden heeft als vierde bezwaar van de bekende laadborden dat de kratten bij het laden van de laadborden zwaar over dat laadbord schuiven waardoor het laden wordt bemoeilijkt.

5 De uitvinding beoogt met name de geschetste bezwaren te ondervangen.

Hiertoe wordt volgens de uitvinding een laadbord van de boven beschreven soort daardoor gekenmerkt, dat het bovendek aan de bovenzijde is voorzien van een profi-10 lering die aansluit op de contour van op het bovendek stapel-bare eenheden. Door de profilering op het bovendek kunnen de eenheden, bijvoorbeeld de kratten snel en zeker op het laadbord worden gepositioneerd met een maximale stabiliteit en een optimale krachtverdeling op het draagvlak van het 15 laadbord.

Volgens een nadere uitwerking van de uitvinding omvat de profilering van het bovendek nabij de omtrek daarvan een opstaande rand waardoor de kratten zelfs bijvoorbeeld bij een noodstop niet ten opzichte van het laadbord kunnen 20 verschuiven.

Volgens een andere uitwerking van de uitvinding is ook het onderdek aan de onderzijde voorzien van een profilering die aansluit op de contour van in een laag gestapelde eenheden, bijvoorbeeld kratten, waarop het laadbord 25 plaatsbaar is. Deze maatregel waarborgt bij het stapelen van twee of meer beladen laadborden een nauwkeurige en stabiele stapeling. Het profiel op het onderdek kan zodanig zijn gevormd dat dit aansluit op het profiel van het bovendek zodanig dat ook de lege laadborden volgens de uitvinding 30 in tegenstelling tot de bekende laadborden stabiel en nauwkeurig kunnen worden gestapeld.

De laadborden worden volgens weer een nadere uitwerking van de uitvinding bij voorkeur uit kunststof vervaardigd. Door de relatief lage wrijvingscoëfficient van 35 de kunststof wordt de positionering van de kratten ver- f. l·. 0 n h 1 · ' *.· V i / -3- eenvoudigd. De kunststof is bovendien relatief elastisch zodat beschadiging van de laadborden in sterke mate wordt voorkomen terwijl vrijwel geen inwerking van vocht is te verwachten. Het laadbord kan daarbij volgens de uitvinding 5 bij voorkeur middels extrusie worden vervaardigd.

In het volgende zal de uitvinding nader worden beschreven met verwijzing naar de bijgevoegde tekening van een uitvoeringsvoorbeeld.

Figuur 1 toont een bovenaanzicht van een laadbord 10 volgens de uitvinding; figuur 2 toont een dwarsdoorsnede van het laadbord volgens figuur 1; figuur 3 toont een onderaanzicht van het laadbord volgens figuur 1 en 2; 15 figuur 4 toont een zijaanzicht van het laadbord volgens figuur 3.

Het laadbord 1 is bestemd voor kratten en bestaat uit een bovendek 2, een onderdek 3 en tussen het bovendek 2 en onderdek 3 geplaatste afstandhouders 4. Het bovendek 20 2, het onderdek 3 en de op onderlinge afstand aangebrachte afstandhouders omsluiten insteekholtes 5 waarin draagrarmen van een laadbordwagen of steekwagen kunnen worden gebracht voor het van de grond af heffen en transporteren van het laadbord 1. Bij voorkeur zijn alle de insteekholtes 5 van 25 het laadbord begrenzende delen enigszins afgerond of afgeschuind om het insteken van de draagarmen van de steekwagen te vereenvoudigen. De afstandhouders 4 zijn ten opzichte van de buitenomtrek van het bovendek 2 en het onderdek 3 enigszins binnenwaarts aangebracht. Dit heeft als voor-30 deel dat indien een krimpfolie om een gedeelte van het laadbord en de daarop gestapelde kratten wordt aangebracht dit folie zich tijdens het krimpen om de rand van het bovendek 2 met de afstandhouders 4 kan grijpen.

Het bovendek 2 is langs de buitenomtrek voorzien 35 van een opstaande rand 6. De tegenoverliggende randen f ~ Λ η n / 7 -4- 6 van het bovendek 2 zijn op een zodanige onderlinge afstand aangebracht dat tussen deze randen precies één of meer kratten passen. De omtreksrand van de buitenste kratten van een volgens een bepaald patroon in een laag tegen elkaar 5 geplaatste kratten sluit daarbij aan op de rand 6 van het bovendek 2. De rand 6 waarborgt een zekere en stabiele positionering van de op het bovendek aan te brengen kratten en tevens van de op de onderste krattenlaag te plaatsen verdere lagen met kratten zodat een algeheel stabiele sta-1 10 peling wordt verkregen. De rand 6 voorkomt tevens dat de op het bovendek 2 geplaatste kratten bijvoorbeeld bij een noodstop van het bovendek kunnen afglijden.

Hoewel niet getoond kan het bovendek 2 naast de opstaande rand 6 of in plaats van de opstaande rand 6 van 15 andere profilering zijn voorzien die de algehele stabiliteit en positionering versterken. Een optimale stabiliteit en positionering wordt verkregen indien de profilering segments-gewijs is opgebouwd en ieder segment aansluit op de contour van de op het bovendek plaatsbare eenheden, bijvoorbeeld 20 kratten. Een verregaande op specifieke eenheden aangepaste profilering beperkt echter in belangrijke mate de algemene toepasbaarheid van het laadbord. Bij voorkeur is de profi-ering zodanig dat de profilering de stabiliteit en de juiste positionering van meerdere eenhedentypes bijvoorbeeld 25 kratten met verschillende steken, waarborgt. Zo kunnen op het laadbord 1 volgens de figuren 1 t/m 4 waarbij het bovendek 2 slechts is voorzien van de opstaande rand 6 op stabiele wijze zowel bijvoorbeeld bierkratten als fris-drankkratten worden gepositioneerd zolang de som van de 30 steken van de tussen de overstaande randdelen 6 geplaatste kratten maar gelijk is aan de onderlinge afstand van die randdelen 6.

i': y- 0 0 4 ? -5- *

Het zal verder duidelijk zijn dat ook voor verschillende specifieke eenheden bestemde profileringen gecombineerd kunnen worden zonder dat deze elkaar bij gebruik belemmeren zodat een multifunctionele profilering op het bovendek 5 van het laadbord ontstaat. Het onderdek 3 is eveneens voorzien van profilering. Deze profilering is zodanig dat langs de omtrek van het onderdek een sleuf 11 is ontstaan. Indien twee lege laadborden worden gestapeld valt de opstaande rand 6 van het bovendek 2 van het onderste laadbord in 10 de sleuf 11 van het onderdek van het bovenste laadbord zodat een vormgesloten verbinding tussen beide laadborden ontstaat en een stabiele stapeling van de lege laadborden is verzekerd.

De profilering van het onderdek 3 is segmentsgewijs 15 opgebouwd en wordt gevormd door een aantal profileringssegmenten 12, 13, 14, 15, 16, 17 en 18 die zodanig zijn gevormd, gepositioneerd en gecombineerd dat de segmentsgewijze opbouw van de profilering aansluit op de bovenzijde van een volgens een bepaald patroon in een laag gestapelde 20 kratten- De profileringssegmenten zijn bij dit uitvoerings-voorbeeld zodanig gevormd dat de profileringssegmenten 12-18 binnen de omtreksrand van de opstaande wanden 20, 20'... van de kratten vallen. Het laadbord wordt zo enigszins verzonken in de kratten zodat een stabiele vormgesloten 25 verbinding tussen het laadbord en de krattenlaag ontstaat.

De kratten steunen daarbij zijdelings tegen elkaar zodat het verband in de krattenlaag blijft behouden. De aangrenzende omtreksranden van de opstaande wanden 20, 20', 20'' . · . van de verschillende kratten vallen daarbij gezamenlijk 30 in door de profileringssegmenten begrensde sleuven 21.

De omtreksranden van de opstaande wanden van de buitenste kratten die de krattenlaag begrenzen vallen daarbij in de sleuf 11. Een dergelijke profilering waarborgt een goede en stabiele aansluiting van een laadbord op een krattenlaag r — f\ Γ- e\ \ ~ï i y v t - ' f1

V

-6- indien het laadbord op die krattenlaag wordt geplaatst.

De geprofileerde laadborden waarborgen een stabiele en nauwkeurige positionering van de kratten op het laadbord en van al of niet beladen laadborden onderling. Door de 5 stabiele en nauwkeurige positionering van de kratten en van de beladen laadborden onderling is er minder gevaar voor beschadiging of breuk van de lading en ontstaat een gelijkmatige verdeling van de belasting op de laadborden.

De laadborden behoeven daarom niet meer te worden overge-10 dimensioneerd terwijl anderzijds de pakkingsgraad van de laadborden kan worden opgevoerd. De geprofileerde laadborden voorkomen bovendien een trapsgewijs verschuiven van de op elkaar gestapelde beladen laadborden zodat de stapel laadborden minder snel topzwaar wordt en dus meer beladen 15 laadborden op elkaar kunnen worden geplaatst.

Bij voorkeur zijn de laadborden uit kunststof vervaardigd. De toepassing van kunststof is mogelijk gezien de verkregen gelijkmatige verdeling van de belasting van de laadborden en heeft als voordeel dat de laadborden relatief 20 licht zijn en niet gevoelig voor de inwerking van vocht.

Een ander voordeel van kunststof is de in het algemeen lage wrijvingscoëfficient waardoor bij het beladen van de laadborden de te laden eenheden, bijvoorbeeld kratten licht over het laadbord kunnen glijden. Het bezwaar dat 25 de lading bijvoorbeeld bij een noodstop makkelijk over het laadbord verschuift is daarbij al door de aangebrachte profilering ondervangen. Een geschikte kunststof is verder enigszins elastisch zodat het laadbord minder snel beschadigt dan een laadbord uit bijvoorbeeld hout. In het bovendek 30 2 zijn doorlopende boringen 25 aangebracht voor de ventilatie door het laadbord van de op het laadbord gestapelde kratten. Dergelijke ventilatieboringen zijn ook zeer bruikbaar wanneer op de laadborden diepgevroren of juist verwarmen- £700047 3 ? -7- de produkten worden vervoerd zodat de gekoelde c.q. verwarmde lucht optimaal door de laadruimte langs de produkten kan circuleren. De boringen leveren bovendien een aanzienlijke gewichtsbesparing op. Bij vervaardiging van de laadborden 5 uit kunststof hebben de boringen nog een positieve krimp-beperkende invloed.

De afstandhouders 4 zijn in samenhang met de boringen 25 hol uitgevoerd waardoor tevens de wanddikte van de afstandhouders beperkt kan blijven hetgeen gewichts-10 besparing betekent en tevens gunstig is bij het afkoelproees indien de laadborden uit kunststof worden vervaardigd.

De laadborden kunnen door spuitgieten uit kunststof worden vervaardigd maar gezien de daarvoor noodzakelijk lange afkoeltijd in de spuitgietinrichting waardoor slechts 15 een lage produktiecapaciteit haalbaar is, heeft vervaardiging middels extrusie de voorkeur.

Opgemerkt wordt dat na het voorgaande diverse modificaties van de beschreven laadborden voor de deskundige voor de hand liggen. Dergelijke modificaties worden geacht 20 binnen het kader van de uitvinding te vallen.

¢70 0 04 7

Claims (14)

1. Laadbord dat een bovendek en een daarmee middels afstandhouders verbonden onderdek omvat, met het kenmerk, dat het bovendek aan de bovenzijde is voorzien van een profilering die aansluit op de contour van op het 5 bovendek stapelbare eenheden.

2. Laadbord volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat het bovendek nabij de omtrek is voorzien van een opstaande profielrand.

3. Laadbord volgens conclusie 2, m e t het kenmerk, dat de tegenoverliggende opstaande randen op een afstand van elkaar zijn aangebracht die gelijk is aan of een veelvoud is van de steek van de omtrek van de op het bovendek stapelbare eenheden.

4. Laadbord volgens één of meer van de conclusies 1 t/m 3,met het kenmerk, dat de profilering segmentsgewijs is opgebouwd en ieder segment aansluit op de contour van de op het bovendek stapelbare eenheden.

5. Laadbord volgens één of meer van de voorgaande 20 conclusies, met het kenmerk, dat het onderdek aan de onderzijde is voorzien van een profilering die aansluit op de contour van in een laag gestapelde eenheden waarop het laadbord plaatsbaar is.

6. Laadbord volgens conclusie 5, m e t het 25. e n m e r k, dat de profilering van het onderdek segments-gewijs is opgebouwd en ieder segment aansluit op de contour van in een laag gestapelde eenheden waarop het laadbord plaatsbaar is.

7. Laadbord volgens conclusie 5 of 6, m e t 30 het kenmerk, dat het laadbord middels de profilering de onderliggende eenheden tenminste gedeeltelijk omvat. pt 1 f? η η /· *? •-1 / V V V f ? -9-

8. Laadbord volgens één of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het onderdek aan de onderzijde is voorzien van een profilering die aansluit op de profilering van de bovenzijde van het bovendek.

9. Laadbord volgens één of meer van de voorgaande conclu sies, met het kenmerk, dat in het bovendek doorlopende openingen zijn aangebracht.

10. Laadbord volgens één of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat in het onderdek 10 doorlopende openingen zijn aangebracht.

11. Laadbord volgens één of meer van de voorgaande conclusies, met het kenme rk, dat de afstand-houders tussen het onderdek en het bovendek ten opzichte van de omtreksrand van beide dekken enigszins binnenwaarts 15 zijn aangebracht.

12. Laadbord volgens één of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het laadbord uit kunststof is vervaardigd.

13. Laadbord volgens conclusie 12, met het 20. e n m e r k, dat het laadbord door spuitgieten uit kunststof is vervaardigd.

14. Laadbord volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat het laadbord door extrusie uit kunststof is vervaardigd. ζ - Λ ^ f -* f * /' v; y ƒ