NL8620210A - Werkwijze voor het omzetten van organisch en anorganisch afval in materialen, die vast zijn, inert, en onoplosbaar in water. - Google Patents

Werkwijze voor het omzetten van organisch en anorganisch afval in materialen, die vast zijn, inert, en onoplosbaar in water. Download PDF

Info

Publication number
NL8620210A
NL8620210A NL8620210A NL8620210A NL8620210A NL 8620210 A NL8620210 A NL 8620210A NL 8620210 A NL8620210 A NL 8620210A NL 8620210 A NL8620210 A NL 8620210A NL 8620210 A NL8620210 A NL 8620210A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
temperature
waste
bodies
mass
quicklime
Prior art date
Application number
NL8620210A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Loma Finance Inc
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Loma Finance Inc filed Critical Loma Finance Inc
Publication of NL8620210A publication Critical patent/NL8620210A/nl

Links

Classifications

    • CCHEMISTRY; METALLURGY
    • C10PETROLEUM, GAS OR COKE INDUSTRIES; TECHNICAL GASES CONTAINING CARBON MONOXIDE; FUELS; LUBRICANTS; PEAT
    • C10BDESTRUCTIVE DISTILLATION OF CARBONACEOUS MATERIALS FOR PRODUCTION OF GAS, COKE, TAR, OR SIMILAR MATERIALS
    • C10B53/00Destructive distillation, specially adapted for particular solid raw materials or solid raw materials in special form
    • CCHEMISTRY; METALLURGY
    • C04CEMENTS; CONCRETE; ARTIFICIAL STONE; CERAMICS; REFRACTORIES
    • C04BLIME, MAGNESIA; SLAG; CEMENTS; COMPOSITIONS THEREOF, e.g. MORTARS, CONCRETE OR LIKE BUILDING MATERIALS; ARTIFICIAL STONE; CERAMICS; REFRACTORIES; TREATMENT OF NATURAL STONE
    • C04B18/00Use of agglomerated or waste materials or refuse as fillers for mortars, concrete or artificial stone; Treatment of agglomerated or waste materials or refuse, specially adapted to enhance their filling properties in mortars, concrete or artificial stone
    • C04B18/02Agglomerated materials, e.g. artificial aggregates
    • CCHEMISTRY; METALLURGY
    • C04CEMENTS; CONCRETE; ARTIFICIAL STONE; CERAMICS; REFRACTORIES
    • C04BLIME, MAGNESIA; SLAG; CEMENTS; COMPOSITIONS THEREOF, e.g. MORTARS, CONCRETE OR LIKE BUILDING MATERIALS; ARTIFICIAL STONE; CERAMICS; REFRACTORIES; TREATMENT OF NATURAL STONE
    • C04B18/00Use of agglomerated or waste materials or refuse as fillers for mortars, concrete or artificial stone; Treatment of agglomerated or waste materials or refuse, specially adapted to enhance their filling properties in mortars, concrete or artificial stone
    • C04B18/04Waste materials; Refuse
    • CCHEMISTRY; METALLURGY
    • C04CEMENTS; CONCRETE; ARTIFICIAL STONE; CERAMICS; REFRACTORIES
    • C04BLIME, MAGNESIA; SLAG; CEMENTS; COMPOSITIONS THEREOF, e.g. MORTARS, CONCRETE OR LIKE BUILDING MATERIALS; ARTIFICIAL STONE; CERAMICS; REFRACTORIES; TREATMENT OF NATURAL STONE
    • C04B18/00Use of agglomerated or waste materials or refuse as fillers for mortars, concrete or artificial stone; Treatment of agglomerated or waste materials or refuse, specially adapted to enhance their filling properties in mortars, concrete or artificial stone
    • C04B18/04Waste materials; Refuse
    • C04B18/0427Dry materials
    • CCHEMISTRY; METALLURGY
    • C04CEMENTS; CONCRETE; ARTIFICIAL STONE; CERAMICS; REFRACTORIES
    • C04BLIME, MAGNESIA; SLAG; CEMENTS; COMPOSITIONS THEREOF, e.g. MORTARS, CONCRETE OR LIKE BUILDING MATERIALS; ARTIFICIAL STONE; CERAMICS; REFRACTORIES; TREATMENT OF NATURAL STONE
    • C04B40/00Processes, in general, for influencing or modifying the properties of mortars, concrete or artificial stone compositions, e.g. their setting or hardening ability
    • C04B40/02Selection of the hardening environment
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y02TECHNOLOGIES OR APPLICATIONS FOR MITIGATION OR ADAPTATION AGAINST CLIMATE CHANGE
    • Y02WCLIMATE CHANGE MITIGATION TECHNOLOGIES RELATED TO WASTEWATER TREATMENT OR WASTE MANAGEMENT
    • Y02W30/00Technologies for solid waste management
    • Y02W30/50Reuse, recycling or recovery technologies
    • Y02W30/91Use of waste materials as fillers for mortars or concrete

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Ceramic Engineering (AREA)
  • Materials Engineering (AREA)
  • Organic Chemistry (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Environmental & Geological Engineering (AREA)
  • Oil, Petroleum & Natural Gas (AREA)
  • Health & Medical Sciences (AREA)
  • Toxicology (AREA)
  • Processing Of Solid Wastes (AREA)
  • Separation, Recovery Or Treatment Of Waste Materials Containing Plastics (AREA)
  • Curing Cements, Concrete, And Artificial Stone (AREA)

Description

V
_ , - 8 6 2 0 2 1 0
Werkwijze voor het omzetten van organisch en anorganisch afval in materialen, die vast zijn, inert, en onoplosbaar in water.
De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het omzetten van organisch en anorganisch afval met een gehalte van tenminste 30 gew.% aan cellulose-achtig materiaal in produkten, die vast zijn, inert, 5 en onoplosbaar in water.
In het bijzonder kan deze werkwijze worden toegepast op het omzetten van huisvuil of afval afkomstig uit de industrie, dat bestaat uit mengsels van organisch en anorganisch materiaal van verschillende samenstellingen, 10 in materialen, die kunnen worden gebruikt in de bouw- industrie en in de weg- en waterbouw. Tot nog toe worden huisvuil en industrieel afval algemeen of eenvoudig af-gezet op stortgronden, of verast of gepyrolyseerd. Deze twee methoden van behandeling bieden ernstige nadelen, 15 die welbekend zijn. In beide gevallen is er een vrij groot gevaar voor verontreiniging. In het bijzonder zijn in het geval, waar verbranding of pyrolyse wordt toegepast, bepaalde materialen, die vaak worden aangetroffen in huisvuil en afval van verschillende oorsprong, in staat 20 om giftige gassen af te geven, die zich verspreiden in de atmosfeer. Gechloreerde en gefluoreerde kunststof-materialen zijn bijvoorbeeld in staat om dampen af te geven van chloor of zoutzuur, of fluor of fluorwater-stofzuur respectievelijk. Als gevolg zijn de mogelijkheden 25 om een dergelijk type behandeling voor huisvuil of afval te gebruiken, zeer beperkt.
Aan de andere kant geeft de toenemende accumulatie van aanzienlijke hoeveelheden onbehandeld afval of verbrandingsresten, die niet kunnen worden ingezet voor-\ 30 eventueel later gebruik, eveneens ernstige problemen.
De onderhavige uitvinding heeft tot doel het opheffen van deze nadelen door het verschaffen van een werkwijze voor het omzetten van organisch en anorganisch afval in inerte materialen, die bijvoorbeeld kunnen worden 35 gebruikt in de bouwnijverheid en in de weg- en waterbouw,
Cl p fsi o Ί 1% ^ y 4 y ï ** - 2-i' waarbij deze werkwijze handelingen omvat, gedurende welke behandeld afval een aanzienlijke volumereductie ondergaat en wordt getransformeerd in een inert, vast produkt zonder enig risico van giftige gassen of andere schadelijke 5 stoffen, die zich ontwikkelen gedurende of na het uitvoeren van de werkwijze.
Hiertoe heeft de werkwijze volgens de uitvinding het kenmerk, dat de metalen lichamen, die omvat kunnen zijn in het afval, worden geelimineerd, vervolgens de 10 afval wordt onderworpen aan maal- en homogeniserings-stappen voor het vormen van een homogene verpulverde massa, welke massa wordt geperst in de vorm van een aantal vaste lichamen, en tenslotte deze lichamen worden onderworpen aan een warmtebehandeling in aanwezigheid van 15 ongebluste kalk, welke warmtebehandeling omvat een beginverhittingsfase, gedurende welke een plotselinge stijging van de kerntemperatuur van de lichamen van een begintemperatuur lager dan 100°c tot een temperatuur tenminste gelijk aan 250°C, maar lager dan de thermische 20 afbreektemperatuur van de kunststofmaterialen, die omvat kunnen zijn in het uitgangsafval, wordt veroorzaakt.
Bij voorkeur wordt het vochtgehalte van genoemde vaste lichamen vastgesteld op een waarde van 27 tot 30 gew.% 25 voorafgaand aan de warmtebehandeling. Hiertoe kan men de hoeveelheid poederachtige afvalsmassa alsook de hoeveelheden vulstoffen en/of additieven, die geïncorporeerd kunnen zijn in deze massa, regelen, alvorens haar te onderwerpen aan de persstap, en, indien nodig, 30 water toevoegen, of waterige oplossingen van enig ander soort waterig medium zoals een waterige suspensie.
Bij voorkeur wordt verder genoemde poederachtige massa van afvalsmateriaal geperst onder een druk in het gebied van 150 tot 900 bar.
35 Volgens een voorkeursuitvoering van de werkwijze wordt de poederachtige massa afvalsmateriaal geperst in de vorm van cilindrische lichamen of pellets met een diameter van 4 tot 20 mm en een lengte van 6 tot 30 mm.
Volgens een voorkeursuitvoering van de werkwijze 40 wordt verder één additief geïncorporeerd in de poeder- I § 2 0 2 1 6 - 3 - achtige massa afvalsmateriaal op zijn laatst direct voor het onderwerpen van deze massa aan de persstap.
Genoemd additief kan bijvoorbeeld worden gekozen uit de volgende stoffen: monobasisch calciumfosfaat, 5 fosforzuur, calciumsulfaat, ureum, ammoniumzout, waterige ammoniakoplossing, borax, natriumbicarbonaat, natrium-chloride, droog extract van gelatine, manioczetmeel of stijfsel, natriumalginaat, carboxymethylcellulose, methyl-cellulose, gemodificeerd methylcellulose, polyvinyl-10 acetaat, polyvinylalcohol,melamineformaldehydehars, fenolhars, onoplosbaar makend middel voor melamine-formaldehydehars, onoplosbaar makend middel voor polyvinylalcohol, cumaronhars, ureum-formaldehydehars, kalium-silicaat, natriumsilicaat, waarbij deze stof in de 15 toestand van poeder of vloeistof is of in de vorm van een oplossing of een waterige dispersie, wanneer zij wordt geïncorporeerd in het poederachtige afvalsmateriaal.
Naar keuze kan een bepaalde hoeveelheid fijn gemaakte ongebluste kalk, corresponderende bijvoorbeeld 20 met 0,3 tot 10% van het poederachtige afvalsmateriaal, worden geïncorporeerd in de massa poederachtig afvalsmateriaal voorafgaand aan het onderwerpen van deze massa aan de persstap. Het doel van een dergelijke toevoeging ongebluste kalk is het verhogen van de temperatuur van 25 de massa tot een optimale waarde voor een efficient persproces, bijvoorbeeld tot ongeveer 80°C, als gevolg van de reactie van ongebluste kalk met het vocht, aanwezig in de poederachtige massa afvalsmateriaal. De ongebluste kalk kan worden geïncorporeerd in de massa 30 afvalsmateriaal hetzij alleen hetzij met een toemenging van een bepaalde hoeveelheid van tenminste één calcium-zout, bijvoorbeeld calciumcarbonaat, bijvoorbeeld in een gewichtsverhouding CaO/CO^Ca, gelegen tussen 2 : 1 en 1 : 5.
35 Volgens een voorkeursuitvoering wordt gedurende de beginverhittingsfase van de warmtebehandeling van de vaste lichamen van afvalsmateriaal de kerntemperatuur van de lichamen verhoogd tot een waarde in het gebied van 250 tot 300°C en worden de blokken gehouden gedurende 40 een bepaald tijdsverloop op deze temperatuur, waarbij ifè Λ ifii Λ Λ «Λ « s b £ 0 i. 1 ü - 4 - genoemde beginverhittingsfase wordt gevolgd door een tussengelegen verhittingsfase, waarbij de temperatuur geleidelijk daalt tot 60 tot 80°C, en een eindfase met een temperatuur in het gebied van 60 tot 80°C.
5 Bij voorkeur ligt de totale verhittingstijd gedurende de warmtebehandeling van de blokken afvals-materiaal in het traject van 20 tot 45 minuten.
Tevens correspondeert bij voorkeur de duur van de eerste verhittingsfase met ongeveer een derde van de 10 totale verhittingstijd.
Volgens een voorkeursuitvoering van de werkwijze wordt de warmtebehandeling uitgevoerd door de lichamen of pellets te verplaatsen bij een constante snelheid van een eerste verhittingszone met een temperatuur in het 15 gebied van 250 tot 300°C naar een eindverhittingszone met een temperatuur in het gebied van 60 tot 80°C via een tussengelegen zone, waar is gezorgd voor een temperatuur-gradient, welke correspondeert met een graduele verandering in temperatuur in de richting van het verplaatsen 20 van pellets van de temperatuur van de eerste verhittingszone naar die van de eindverhittingszone, waarbij de pellets worden toegevoerd tegelijk als de ongebluste kalk of het poederachtige mengsel van ongebluste kalk en tenminste één calciumzout in poedervorm aan het 25 begin van de eerste verhittingszone.
Bij voorkeur is het calciumzout calciumcarbonaat.
Eveneens bij voorkeur is de verhouding van ongebluste kalk of het mengsel van ongebluste kalk en calciumzout, dat wordt toegevoegd aan de vaste lichamen, 30 alvorens ze eerst te onderwerpen aan de warmtebehandeling, zodanig, dat dit correspondeert met 0,3 tot 0,5 gew.% calciumzout op basis van het totale gewicht van genoemde lichamen.
Volgens een voorkeursuitvoering wordt de 35 warmtebehandeling uitgevoerd door de vaste lichamen of pellets te verplaatsen door een roterende tunneloven, waarvan de rotatieas nagenoeg in een horizontale stand is, welke oven is voorzien van een schroeftransporteur, die integraal is met het inwendige oppervlak van de zijwand 40 ervan en welke het mogelijk maakt, dat de blokken worden 8620210 - 5 - getransporteerd op nagenoeg constante snelheid van het ene einde van de oven naar het tegenover gelegen einde daarvan.
De materialen, die kunnen worden onderworpen 5 aan de werkwijze volgens de uitvinding, kunnen aanzienlijk variëren in oorsprong en samenstelling.
Zij kunnen bijvoorbeeld bestaan uit huisvuil, alsook uit industrieafval of -residuen.
Indien men de aard van deze materialen in 10 beschouwing neemt, die in de praktijk bestaan uit mengsels van produkten van verschillende oorsprong, is het duidelijk, dat de samenstelling ervan aanzienlijk kan fluctueren en op een meer of minder toevallige wijze.
In het algemeen is het evenwel bijzonder voordelig, dat 15 de gemiddelde samenstelling van het behandelde materiaal gelegen ligt binnen de volgende marges (gegeven in gew.%): celluloseachtig materiaal: 50 tot 60% zetmeelachtig materiaal (zoals stijfsel en zet-20 meel): 6 tot 7% kunststofmateriaal (synthetische polymere harsen): 6 tot 7%, kiezelhoudend materiaal: 3 tot 4%.
Alvorens de werkwijze wordt uitgevoerd, worden 25 het huisvuil en de afval, gebracht van hun verzamelplaats, onderworpen aan het gebruikelijke sorteren en zeven voor het scheiden van materiaal, dat kan worden teruggewonnen en/of opnieuw in omloop gebracht, zoals in het bijzonder metaallichamen van groot formaat.
30 De bereiding van het afvalsmateriaal voor het verkrijgen van een poedervormig mengsel, dat in wezen vrij is van metalen stoffen, meer in het bijzonder van ijzer, kan worden uitgevoerd door malen en door mengen, en deze twee bewerkingen kunnen gelijktijdig of separaat 35 worden uitgevoerd, en kunnen worden gecombineerd met één of meer sorteringsbewerkingen, bedoeld voor het scheiden van metaallichamen, en meer in het bijzonder op ijzer gebaseerde elementen. Dit afvalsmateriaal kan bijvoorbeeld worden onderworpen aan een eerste ruwe 40 maalbewerking voor het verkrijgen van een gemiddelde 8620210 - 6 - deeltjesgrootte van ongeveer 50 mm, waarbij dit malen wordt uitgevoerd vóór of na een magnetische scheiding van de deeltjes van ijzer en van andere ferromagnetische materialen, en wordt gevolgd door een tweede maalbewer-5 king, uitgevoerd bijvoorbeeld met behulp van een zwaai-hamermolen teneinde het materiaal te reduceren tot deeltjes met een afmeting niet groter dan 5 tot 8 mm.
Naar keuze kan men aan het afvalsmateriaal, bij voorkeur na de bereiding van het poederachtige mengsel, 10 een aanvullende anorganische vulstof toevoegen, teneinde de totale samenstelling van de massa te modificeren, in het bijzonder, teneinde de samenstelling en de eigenschappen van het eindprodukt te beïnvloeden, bijvoorbeeld om dit om te zetten tot een gewenste dichtheid. De 15 toevoeging van deze complementaire anorganische vulstof kan worden uitgevoerd of vóór de incorporatie van het bindmiddel in gemalen afvalsmateriaal, of gelijktijdig met deze bewerking. Men kan als component van de complementaire anorganische vulstof bijvoorbeeld één of een 20 aantal materialen gebruiken, gekozen uit de volgende: calciumcarbonaat, gips, pleistermateriaal, vliegas van blaasovens, magnesiumoxyde, bariumsulfaat, lithopoon, dolomiet, kleihoudende materialen, fijn gemaakte kool.
Bij voorkeur is het totale gehalte van de 25 materialen, welke deze complementaire vulstof opmaken zodanig, dat zij van 20 tot 40 gew.% bedragen van de totale hoeveelheid van het mengsel van het afvalsmateriaal en vulmateriaal.
De incorporatie van het additief in het gemalen 30 afvalsmateriaal, dat naar keuze complementaire vulstof bevat, wordt op voordelige wijze uitgevoerd in een mengapparaat (bijvoorbeeld een vertikale menger) en wordt gevolgd door een doorvoer in een ander mengapparaat (bijvoorbeeld een horizontale menger), waar de impregnering 35 van het gemalen materiaal door het additief wordt voortgezet, bijvoorbeeld gedurende een tijdslengte van de orde van 15 tot 20 minuten, teneinde een homogeen mengsel te verkrijgen van het gemalen materiaal en van het additief, waarbij dit laatste dit materiaal volmaakt impregneert.
40 Men kan als additief elke verbinding gebruiken, y d, vf L B j^r - 7 - al dan poederachtig, vloeibaar of deegachtig, die in staat is om innig te worden geïncorporeerd en op een homogene wijze in het gemalen materiaal voor het geven van eigenschappen, zoals in het bijzonder de plasticiteit en 5 de Theologische eigenschappen, welke het mogelijk maken, dat het mengsel vervolgens wordt gevormd in vaste lichamen of pellets, in staat om hun samenhang te bewaren gedurende de eindbewerking van thermo-chemische behandeling.
10 Men kan bijvoorbeeld als additief een produkt gebruiken, verkregen door verwarming in water bij een temperatuur niet hoger dan 90°C van tenminste één van de volgende verbindingen (bij voorkeur in de hieronder aangegeven verhoudingen in gew.%, gebaseerd op de hoe-15 veelheid gebruikt water): monobasisch calciumfosfaat: 0,2 tot 1,5% fosforzuur: 0,2 tot 1,5% calciumsulfaat: 2,5 tot 7,5% ureum: 0,5 tot 2% 20 ammoniumzout: 1,0 tot 3,0 % waterige ammoniakoplossing, 40° Baumé: 1,0 tot 3,0% borax (bijvoorbeeld het produkt bekend onder de handelsnaam "néobore"): 0,3 tot 2,0% 25 natriumbicarbonaat of natriumchloride: 0,3 tot 1,5% droog extract van gelatine (bijvoorbeeld beendergelatine): 1,8 tot 3,0% manioczetmeel: 2,0 tot 6,0% 30 maniocstijfsel: 4,0 tot 12,0% natriumalginaat: 2,0 tot 8,0% carboxymethylcellulose: 1,5 tot 4,0% methylcellulose: 1,0 tot 3,0% gemodificeerd methylcellulose (bijvoorbeeld het 35 produkt bekend onder de handelsnaam "thylose"): 1,5 tot 5,0% geplastificeerd polyvinylacetaat: 2,0 tot 8,0% polyvinylalcohol: 2,5 tot 8,0% ureum-formaldehydehars: 0,5 tot 3,0% 40 fenolhars: 1,0 tot 2,0% 86 2 0 2 1 0 - 8 - insolubiliseringsmiddel voor polyvinylalcohol, insolubiliseringsmiddel voor melamine-formaldehydehars cumaronhars kalium of natriumsilicaten, enz.
5 In het bijzonder kan men bij wijze van additief een poederachtig produkt gebruiken, bestaande uit een mengsel, in gewichtsverhouding gelegen tussen 1 : 2 en 2 : 1, van een eerste poeder bevattende: 0,3 tot 1,2 gew.dln calciumsulfaat 10 0,3 tot 1,2 gew.dln monobasisch calciumfosfaat 0,5 tot 2 gew.dln borax 0,5 tot 2 gew.dln ureum 0,5 tot 3 gew.dln beendergelatine 0,1 tot 1 gew.dln carboxymethylcellulose 15 10 tot 50 gew.dln calciumcarbonaat en van een tweede poeder, dat wordt verkregen door het drogen van maniocmeel, dat is geexpandeerd door verhitting, tot aan het kookpunt, in een waterig medium, bevattende formol en ammoniak (bijvoorbeeld gebruikende 20 0,5 tot 2 gew.dln formol en 0,5 tot 2 gew.dln ammoniak met een sterkte van 40° Baumé voor 10 tot 40 gew.dln maniocmeel).
De gewichtsverhouding van additief ten opzichte van het gepoederde afvalsprodukt kan zijn gelegen 25 bijvoorbeeld tussen 0,5 tot 5%.
De persbewerking van het mengsel van het afvals-materiaal (dat naar keuze een complementaire vulstof bevat) en additief, alsook een fijn gemaakte ongebluste kalk of mengsel van ongebluste kalk en tenminste één 30 calciumzout, in het geval van toevoeging van ongebluste kalk aan het gepoederde afvalsmateriaal voorafgaand aan de persstap daarvan, kan worden uitgevoerd op een op zichzelf bekende wijze, in afhankelijkheid van de vorm, die gewenst is voor het materiaal, waaruit het eind-35 produkt van de omzetting bestaat. Teneinde een korrelig materiaal te verkrijgen, bijvoorbeeld kleine cilinders met een lengte van 6 tot 30 mm en een diameter van 4 tot 20 mm, is het voordelig om een granuleringsapparaat te gebruiken van een industrieel type, waar de granulering kan 40 worden uitgevoerd onder een druk van 150 tot 900 bar.
8620210 - 9 -
Het mengsel van afvalsmateriaal, complementaire vulstof en additief, indien aanwezig, kan verder worden geperst in de vorm van een gevormd blok, dat een grootte heeft van verschillende centimeters, en dat kan worden 5 gebruikt als een bouwelement voor wanden of in wegenbestrating, of in de vorm van een plaat of een paneel, dat bijvoorbeeld kan worden gebruikt als een wandbekledings-element.
Het gehalte aan ongebluste kalk of mengsel van 10 ongebluste kalk en calciumcarbonaat, dat in contact gebracht wordt met de vaste lichamen geperst afvalsmateriaal, dat de vulstof en het additief, indien aanwezig, bevat, en wordt onderworpen aan de warmtebehandeling, bedraagt bij voorkeur 0,3 tot 0,5 gew.% aan CaO en van 0,3 tot 15 0,5 gew.% aan calciumcarbonaat. Bij voorkeur is de totale verhittingstijd tussen 20 en 45 minuten, waarbij de lengte van de eerste verhittingsfase bij voorkeur overeenkomt met een derde van de totale verhittingstijd.
Volgens één uitvoering van de uitvinding, die 20 bijzonder voordelig is, wordt de warmtebehandeling uitgevoerd door de vaste lichamen of pellets te bewegen met een constante snelheid van een eerste verhittingszone bij een temperatuur in het gebied van 250 tot 300°C naar een eindverhittingszone bij een temperatuur in het 25 gebied van 60 tot 80°C over een tussengelegen verhittingszone, waar gezorgd wordt voor een temperatuurgradient, die correspondeert met een geleidelijke verandering in temperatuur in de richting van de bewegende lichamen van de temperatuur van de eerste verhittingszone naar die 30 van de eindverhittingszone, waarbij de vaste lichamen, die onderworpen worden aan de warmtebehandeling, tegelijk worden toegevoerd als de ongebluste kalk of het mengsel van ongebluste kalk en calciumzout, bijvoorbeeld calciumcarbonaat, aan het begin van de eerste verhittingszone, 35 bijvoorbeeld door de fijn gemaakte ongebluste kalk of mengsel van ongebluste kalk en calciumzout te gieten op de vaste lichamen onmiddellijk voorafgaand aan het inbrengen daarvan in de eerste verhittingszone.
Het is voordelig om voor het uitvoeren van de 40 warmtebehandeling gebruik te maken van een buisvormige,
y ij L· y l 1 U
- 10 - roterende oven, waarvan de as nagenoeg geplaatst in een horizontale positie, waarbij het materiaal, dat onderworpen wordt aan de warmtebehandeling, wordt ingevoerd aan het einde van deze oven, corresponderende met de 5 eerste verhittingszone, en het materiaal, dat de warmtebehandeling heeft ondergaan, uit de oven wordt gevoerd in de nabijheid van het tegenover gelegen einde daarvan. Het eindprodukt is in de vorm van inerte, onoplosbare, vaste lichamen, bijvoorbeeld cilindrische pellets, 10 die vrijwel uitsluitend bestaan uit anorganisch materiaal en een structuur hebben overeenkomstig aan die van kalkstenen. Dit produkt kan worden ingezet voor tal van toepassingen, in het bijzonder als bouwelementen, bekle-dingselementen of vulmiddel in de bouwnijverheid en in de 15 weg- en waterbouw.
Het uitvoeren van de werkwijze zal nu worden toegelicht aan de hand van niet beperkende voorbeelden:
Voorbeeld 1
Stadsafval, in hoofdzaak bestaande uit afval 20 van huishoudens, wordt rechtstreeks opgenomen in een ontladingshopper, die continu en met een constante snelheid een primaire maler voedt, voorzien van een 5 meter hoge ballistische schoorsteen voor het uitwerpen van de blokken vast materiaal, die zouden kunnen ontstaan in het 25 afval, en in het bijzonder stukken schrootmetaal, wegende van 50 gram tot 3 kilogram, en met een explosie-bescherminrichting (wapenplaat)..
Aan de uitgang van de maler, wordt het afval gericht naar een trommel voor zeven en selecteren van 30 de stukken met een grootte tot 6 cm, waarbij de zeef- overloop wordt teruggericht naar de primaire opneempunt.
De afval, die aldus is geselecteerd, wordt gericht naar een transportriem, geassocieerd met een magnetische ijzerscheider en een magnetische riemschijf, gelegen 35 aan het vooreinde van de riem voor het wegnemen van alle deeltjes van ferromagnetisch materiaal, die achterblijven in het afval, ontvangen van de primaire maler.
Het afval, dat aldus behandeld is, valt dan terug in een tweede maler, waar het wordt verkleind tot deeltjes met 40 een gemiddelde grootte van 2 tot 30 mm. Het gemalen ft & L1 fï « <1 ft t? éL it l 1 1/ - 11 - afval wordt dan gevoerd naar een bandmenger, waar men een bindmiddel inbrengt, bereid door het mengen van 10 gew.dln maniocmeel, 2,5 gew.dln waterige oplossing van kaustische soda 32° Baumé en 2,5 gew.dln van een 5 waterige oplossing van chloorwaterstofzuur 32° Baumé in 100 dln water, verhitten op 90°C gedurende een kwartier, en drogen van het uiteindelijke mengsel, teneinde een nagenoeg droog, poederachtig produkt te verkrijgen. Aldus wordt een homogeen, poederachtig mengsel verkregen, 10 dat wordt toegevoerd aan een roterende granulator, waar cilindrische granules met een lengte van 15 mm en een diameter van 5 mm worden gevormd door het mengsel te comprimeren onder een druk van 600 bar. De aldus gevormde granules bevatten ongeveer 30 gew.% vocht.
15 De granules worden continu toegevoerd samen met een mengsel van ongebluste kalk en calciumcarbonaat in hoeveelheden corresponderende met 0,35% fijn gemaakte ongebluste kalk (gemiddelde deeltjesgrootte: 50 tot 100 micron) en 0,35% gepoederd calciumcarbonaat 20 van technische kwaliteit) gemiddelde deeltjesgrootte: 80 tot 150 micron), dat tenminste 20 gew.% calcium bevat, in de invoer van een buisvormig roterende oven, die 10 meter lang is en 1 meter in diameter, waarbij de rotatiesnelheid wordt ingesteld volgens de verblijfstijd, 25 die niet minder mag zijn dan 25 minuten.
De as van de oven is nagenoeg horizontaal en wordt verhit door middel van een gasbrander, opgesteld aan het laagste einde daarvan, waar de granules en het mengsel van ongebluste kalk en calciumcarbonaat worden inge-30 voerd. De granules worden geleidelijk door. de. oven gevoerd met behulp van een schroef zonder einde, die daarin is aangebracht, en worden uitgevoerd aan het einde tegenover gelegen aan de invoer, waarbij de totale verblijfstijd van de granules binnen de oven 40 minuten is. In de loop van hun doorvoer 35 door de oven verplaatsen de granules zich opeenvolgend in een eerste verhittingszone, waar zij gedurende 15 minuten blijven bij een temperatuur in het gebied van 280°C tot 260°C, vervolgens 15 minuten in een tussengelegen zone, waar de temperatuur afneemt op nagenoeg 40 lineaire wijze van 260 tot 80°C, en tenslotte in een 8620210 - 12 - eindverhittingszone, waar zij worden gehouden tussen 80°C en 60°C.
Voorbeeld 2
Dezelfde procedure als in voorbeeld 1 wordt 5 gebruikt, uitgezonderd dat tegelijk met het bindmiddel een hoeveelheid bouwpleisterafval wordt geïncorporeerd in het gemalen afval, teneinde een gehalte aan pleister te hebben in de totale samenstelling bevattende het afval en het complementaire vulmiddel, geleverd door het pleister, dat gelijk is aan 30 gew.%.
-conclusies- 8820210

Claims (18)

1. Werkwijze voor het omzetten van vast afval met een gehalte van tenminste 30 gew.% cellulose-achtig materiaal in produkten, die vast zijn, inert en onoplosbaar in water, met het kenmerk, dat de 5 metalen lichamen, die omvat kunnen zijn in het afval, worden geelimineerd, het afval vervolgens wordt onderworpen aan maal- en homogeniseringsstappen voor het vormen van een homogene poederachtige massa, de massa wordt geperst in de vorm van een aantal vaste lichamen, en, 10 tenslotte, deze lichamen worden onderworpen aan warmtebehandeling in aanwezigheid van ongebluste kalk, welke warmtebehandeling omvat een beginverhittingsfase, gedurende welke gezorgd wordt voor een plotselinge stijging van de kerntemperatuur van de lichamen vanaf een uitgangs-15 temperatuur lager dan 100°C tot een temperatuur tenminste gelijk aan 250°C, maar lager dan de thermische afbraak-temperatuur van de kunststofmaterialen, die omvat kunnen zijn in het uitgangsafval.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, m e t het 20 kenmerk, dat het vochtgehalte van genoemde vaste lichamen wordt ingesteld op een waarde van 27 tot 30 gew.%, voorafgaand aan de warmtebehandeling.
3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2,met het kenmerk, dat de poederachtige massa-afval wordt 25 geperst onder een druk in het gebied van 150 tot 900 bar.
4. Werkwijze volgens één der conclusies 1 tot 3, met het kenmerk, dat de poederachtige massa-afval wordt geperst in de vorm van cilindrische lichamen met een diameter van 4 tot 20 mm en een lengte 30 van 6 tot 30 mm.
5. Werkwijze volgens één der conclusies 1 tot 4, met het kenmerk, dat tenminste één additief wordt geïncorporeerd in de poederachtige massa-afval op zijn laatst direct voor het onderwerpen van deze massa aan IS 2 0 2 1 0 - 14 - de persstap.
6. Werkwijze volgens conclusie 5, m e t het kenmerk, dat het additief gekozen is uit de volgende stoffen: monobasisch calciumfosfaat, fosforzuur, 5 calciumsulfaat, ureum, ammoniumzout, waterige oplossing van ammoniak, borax, natriumbicarbonaat, natriumchloride, droog extract van gelatine, manioczetmeel of stijfsel, natriumalginaat, carboxymethylcellulose, methylcellulose, gemodificeerd methylcellulose, polyvinylacetaat, polyvinyl-10 alcohol, melamine-formaldehydehars, fenolhars, insolubili-seringsmiddel voor melamine-formaldehydeharsen, insolu-biliseringsmiddel voor polyvinylalcohol, cumaronhars, ureum-formaldehydehars, kaliumsilicaat, natriumsilicaat, waarbij deze stof in de toestand is van een poeder, 15 een oplossing of een waterige dispersie, wanneer zij wordt geïncorporeerd in het poederige afvalsmateriaal.
7. Werkwijze volgens één der conclusies 1 tot 6, met het kenmerk, dat een complementair vulmiddel, bestaande uit tenminste één anorganisch 20 materiaal, wordt geïncorporeerd in het afvalsmateriaal.
8. Werkwijze volgens conclusie 7, m e t het kenmerk, dat het anorganische materiaal gekozen is uit de volgende verbindingen: calciumcarbonaat, gips, pleister, vliegas van blaasovens, magnesiumoxyde, 25 bariumsulfaat, lithopoon, dolomiet, kleihoudende materialen, fijn gemaakte kool.
9. Werkwijze volgens één der conclusies 7 en 8, met het kenmerk, dat het gehalte aan complementair vulmiddel zodanig is, dat dit vulmiddel 30 20 tot 40 gew.% vormt van het totale mengsel van afvals materiaal en dit complementaire vulmiddel.
10. Werkwijze volgens één der conclusies 5 tot 9, met het kenmerk, dat een hoeveelheid ongebluste kalk corresponderende met van 0,3 tot 10% van het 35 poederachtige afvalsmateriaal wordt geïncorporeerd in © & n ί #1 s μ - 15 - de massa poederachtig afvalsmateriaal voorafgaand aan het onderwerpen van genoemde massa aan de persstap.
11. Werkwijze volgens één der conclusies 1 tot 10, met het kenmerk, dat gedurende de begin- 5 verhittingsfase de kerntemperatuur van de vaste lichamen wordt verhoogd tot een temperatuur in het gebied van 250 tot 300°C en de lichamen worden gehouden gedurende een bepaald tijdsverloop op deze temperatuur, welke beginverhittingsfase wordt gevolgd door een tussenverhit-10 tingsfase, waarbij de temperatuur geleidelijk afneemt tot 60-80°C, en een eindfase met een temperatuur in het gebied van 60 tot 80°C.
12. Werkwijze volgens conclusie 1 of 11, m e t het kenmerk, dat de totale verhittingstijd ligt in het 15 gebied van 20 tot 45 minuten.
13. Werkwijze volgens één der conclusies 1, 11 of 12, met het kenmerk, dat de duur van de eerste verhittingsfase overeenkomt met ongeveer een derde van de totale verhittingstijd.
14. Werkwijze volgens één der conclusies 1 tot 13, met het kenmerk, dat de warmtebehandeling wordt uitgevoerd door de vaste lichamen te bewegen met een constante snelheid van een eerste verhittingszone met een temperatuur in het gebied van 250 tot 300°C 25 naar een eindverhittingszone met een temperatuur in het gebied van 60 tot 80°C via een tussenzone, waar er gezorgd wordt voor een temperatuurgradient, corresponderende met een geleidelijke verandering in temperatuur in de richting van de bewegende lichamen van de temperatuur van 30 de eerste verhittingszone naar die van de eindverhittingszone, waarbij de lichamen tegelijk worden toegevoerd met de ongebluste kalk of het mengsel ongebluste kalk en tenminste één calciumzout aan het begin van de eerste verhittingszone.
15. Werkwijze volgens conclusie 14, m e t het 882021B 16 - kenmerk, dat het genoemde calciumzout calcium-carbonaat is.
16. Werkwijze volgens één der conclusies 1 tot 15,met het kenmerk, dat het gehalte aan 5 ongebluste kalk of aan een mengsel van ongebluste kalk en calciumzout, dat in contact gebracht wordt met de vaste lichamen voorafgaand aan de warmtebehandeling, zodanig is, dat dit overeenkomt met 0,3 tot 0,5 gew.% CaO en 0,3 tot 0,5 gew.% calciumzout op basis van het totale 10 gewicht van genoemde lichamen.
17. Werkwijze volgens één der conclusies 1 tot 16, met het kenmerk, dat de warmtebehandeling wordt uitgevoerd door de vaste lichamen te transporteren door een roterende tunneloven, waarvan de rotatieas 15 nagenoeg in een horizontale stand is, welke oven is voorzien van een schroeftransporteur, die één geheel vormt met het binnenoppervlak van de zijwand ervan en welke het mogelijk maakt, dat de lichamen worden getransporteerd met nagenoeg constante snelheid van het ene 20 einde van de oven naar het tegenover gelegen einde daarvan.
18. Werkwijze volgens één der conclusies 1, 2 of 5 tot 10,met het kenmerk, dat de massa poederachtig afvalsmateriaal wordt geperst in de vorm van gevormde voorwerpen zoals bakstenen en panelen. 1020210
NL8620210A 1985-06-19 1986-06-11 Werkwijze voor het omzetten van organisch en anorganisch afval in materialen, die vast zijn, inert, en onoplosbaar in water. NL8620210A (nl)

Applications Claiming Priority (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
CH260185 1985-06-19
CH2601/85A CH665785A5 (fr) 1985-06-19 1985-06-19 Procede de transformation de dechets organiques et mineraux en materiaux solides, inertes et insolubles dans l'eau.
PCT/CH1986/000084 WO1986007589A1 (fr) 1985-06-19 1986-06-11 Procede de transformation de dechets organiques et mineraux en materiaux solides, inertes et insolubles dans l'eau
CH8600084 1986-06-11

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8620210A true NL8620210A (nl) 1987-05-04

Family

ID=4237429

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8620210A NL8620210A (nl) 1985-06-19 1986-06-11 Werkwijze voor het omzetten van organisch en anorganisch afval in materialen, die vast zijn, inert, en onoplosbaar in water.

Country Status (29)

Country Link
EP (1) EP0227706A1 (nl)
JP (1) JPS63500237A (nl)
KR (1) KR870700581A (nl)
CN (1) CN1004336B (nl)
AR (1) AR244115A1 (nl)
AU (1) AU583635B2 (nl)
BE (1) BE904902A (nl)
BR (1) BR8606734A (nl)
CH (1) CH665785A5 (nl)
DE (1) DE3690328T1 (nl)
DK (1) DK81487A (nl)
ES (2) ES8700644A1 (nl)
FI (1) FI870637A (nl)
FR (1) FR2583742A1 (nl)
GB (1) GB2187183B (nl)
GR (1) GR861553B (nl)
HU (1) HUT47875A (nl)
IL (1) IL79102A0 (nl)
IT (1) IT1190587B (nl)
JO (1) JO1488B1 (nl)
NL (1) NL8620210A (nl)
NZ (1) NZ216586A (nl)
OA (1) OA08676A (nl)
PT (1) PT82773B (nl)
SE (1) SE459236B (nl)
TN (1) TNSN86092A1 (nl)
WO (1) WO1986007589A1 (nl)
YU (1) YU100686A (nl)
ZA (1) ZA864479B (nl)

Families Citing this family (9)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE1166601B (de) * 1958-06-10 1964-03-26 Oil Seed Products Inc Verfahren zur Herstellung eines Futtermittels durch Entgiften der Extraktionsrueckstaende von Senf- oder Rapssaat
CH672309A5 (nl) * 1987-03-19 1989-11-15 Catrel Sa
AT388315B (de) * 1987-06-05 1989-06-12 Simmering Entsorgungsbetriebe Verfahren und einrichtung zur herstellung wasserunloeslicher granulate, formkoerper od.dgl.
CH673454A5 (nl) * 1987-11-02 1990-03-15 Catrel Sa
EP0427899A1 (fr) * 1989-11-16 1991-05-22 Société GOMACRIS S.A. Procédé de valorisation de déchets solides notamment d'ordures ménagères et dispositif pour sa mise en oeuvre
GB9208479D0 (en) * 1992-04-16 1992-06-03 Cpis Limited Method of making refuse-derived fuel and fuel made by the method
DE69220673T2 (de) * 1992-12-07 1998-02-12 Blangy Gerard De Verfahren und Anlage zur Behandlung und Verwertung von Abfallstoffen durch Veränderung dieser in wiederverwertbare, nicht verunreinigte Materialien
AU667659B3 (en) * 1995-06-19 1996-03-28 Petemic Technology Pty Ltd A waste recycling process and apparatus
KR100940345B1 (ko) * 2007-12-20 2010-02-04 최용규 섬유 분말을 이용한 섬유 겔의 제조방법, 이의 활용방법 및제조된 종이

Family Cites Families (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR2286116A1 (fr) * 1974-09-26 1976-04-23 Ponnier Andre Procede pour fabrication, a partir d'ordures menageres, d'agregats destines a substituer les graviers naturels
FR2409242A1 (fr) * 1977-11-22 1979-06-15 Ponnier Andre Procede de fabrication destine a la fabrication de panneaux, de cloisons ou de granulats
FR2472421A1 (fr) * 1979-03-13 1981-07-03 Geronimo Hilaire Procede de transformation des ordures menageres en graviers artificiels
US4333909A (en) * 1980-05-09 1982-06-08 Foster Wheeler Energy Corporation Fluidized bed boiler utilizing precalcination of acceptors
DE3226798C2 (de) * 1982-07-17 1994-02-03 Willibald Juergens Verfahren zum Beseitigen und Verwerten von Abfallstoffen
DE3226851A1 (de) * 1982-07-17 1984-01-19 Skw Trostberg Ag, 8223 Trostberg Verfahren zur herstellung von reinem branntkalk

Also Published As

Publication number Publication date
ZA864479B (en) 1988-02-24
BR8606734A (pt) 1987-08-11
GR861553B (en) 1986-09-05
CH665785A5 (fr) 1988-06-15
CN1004336B (zh) 1989-05-31
AR244115A1 (es) 1993-10-29
GB2187183B (en) 1989-02-22
FI870637A0 (fi) 1987-02-16
JO1488B1 (en) 1988-03-10
TNSN86092A1 (fr) 1990-01-01
KR870700581A (ko) 1987-12-30
FI870637A (fi) 1987-02-16
IT1190587B (it) 1988-02-16
WO1986007589A1 (fr) 1986-12-31
ES551578A0 (es) 1986-11-16
ES555969A0 (es) 1987-02-16
FR2583742A1 (fr) 1986-12-26
GB2187183A (en) 1987-09-03
DK81487D0 (da) 1987-02-18
HUT47875A (en) 1989-04-28
PT82773B (en) 1987-10-13
PT82773A (en) 1986-07-01
YU100686A (en) 1988-06-30
JPS63500237A (ja) 1988-01-28
IT8667480A1 (it) 1987-12-11
IL79102A0 (en) 1986-09-30
DE3690328T1 (nl) 1987-08-27
BE904902A (fr) 1986-10-01
SE8700625D0 (sv) 1987-02-16
NZ216586A (en) 1989-05-29
SE459236B (sv) 1989-06-19
SE8700625L (sv) 1987-02-16
ES8703132A1 (es) 1987-02-16
CN86104053A (zh) 1986-12-17
IT8667480A0 (it) 1986-06-11
OA08676A (fr) 1989-03-31
DK81487A (da) 1987-02-18
EP0227706A1 (fr) 1987-07-08
AU5953786A (en) 1987-01-13
AU583635B2 (en) 1989-05-04
GB8702398D0 (en) 1987-03-11
ES8700644A1 (es) 1986-11-16

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8800513A (nl) Werkwijze voor het vervaardigen van een korrelvormig bouwmateriaal uit afval.
CA2634189A1 (en) Method and system for processing waste materials
NL8620210A (nl) Werkwijze voor het omzetten van organisch en anorganisch afval in materialen, die vast zijn, inert, en onoplosbaar in water.
JP4515865B2 (ja) 無機質系廃材の処理方法
EP2129705A1 (en) Method of making cellulose/plastic pellets having a low plastic content
EP0127351B1 (en) Fuel briquettes and their preparation
US20220389344A1 (en) Formula and process for making fuel pellets
HUT69461A (en) Method and apparatous for recycling of solid waste, particularly hosuehold garbage
CN112521175A (zh) 一种利用固体废弃物制备高强陶粒的工艺
JPH10501569A (ja) 廃棄物から固体燃料を製造する方法
CA1125941A (en) Building material element and its preparation
US20220411708A1 (en) Process for forming a fuel pellet
AU7566296A (en) Method for preparing hardened granules from a particulate material
Borowski An overview of particle agglomeration techniques to waste utilization
EP0784035A1 (en) Method for processing particulate materials into hardened granules
NO870628L (no) Fremgangsmaate for aa omvandle organisk og mineralsk avfall til faste, inerte og vannopploeselige materialer.
RU131664U1 (ru) Линия по производству керамического кирпича методом полусухого прессования
CH667603A5 (fr) Procede de transformation de dechets organiques et mineraux en materiaux solides, inertes et insolubles dans l&#39;eau.
JPH05294692A (ja) 建設汚泥からの人工軽量骨材の製造方法
JPH06218394A (ja) 建設汚泥を原料とする土壌改良材の焼結方法
JP3054187U (ja) 焼却灰、飛灰のセラミックボール化処理装置
JPH0527581B2 (nl)
DD247891A5 (de) Verfahren zur Umwandlung feste Abfälle
WO2006003409A1 (en) Artificial aggregate comprising plastic material
PL189425B1 (pl) Sposób obróbki mułowych odpadów poflotacyjnych z procesów wzbogacania miałów węgli kamiennych