NL8601844A - Demodulatorschakeling. - Google Patents

Demodulatorschakeling. Download PDF

Info

Publication number
NL8601844A
NL8601844A NL8601844A NL8601844A NL8601844A NL 8601844 A NL8601844 A NL 8601844A NL 8601844 A NL8601844 A NL 8601844A NL 8601844 A NL8601844 A NL 8601844A NL 8601844 A NL8601844 A NL 8601844A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
input
output
coupled
signal
phase
Prior art date
Application number
NL8601844A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Philips Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Philips Nv filed Critical Philips Nv
Priority to NL8601844A priority Critical patent/NL8601844A/nl
Priority to AT87201226T priority patent/ATE72077T1/de
Priority to DE8787201226T priority patent/DE3776217D1/de
Priority to EP87201226A priority patent/EP0254339B1/en
Priority to US07/071,006 priority patent/US4835622A/en
Priority to KR1019870007493A priority patent/KR880002392A/ko
Priority to JP62174984A priority patent/JPS6330023A/ja
Publication of NL8601844A publication Critical patent/NL8601844A/nl

Links

Classifications

    • HELECTRICITY
    • H04ELECTRIC COMMUNICATION TECHNIQUE
    • H04NPICTORIAL COMMUNICATION, e.g. TELEVISION
    • H04N5/00Details of television systems
    • H04N5/76Television signal recording
    • H04N5/78Television signal recording using magnetic recording
    • HELECTRICITY
    • H03ELECTRONIC CIRCUITRY
    • H03DDEMODULATION OR TRANSFERENCE OF MODULATION FROM ONE CARRIER TO ANOTHER
    • H03D3/00Demodulation of angle-, frequency- or phase- modulated oscillations
    • H03D3/02Demodulation of angle-, frequency- or phase- modulated oscillations by detecting phase difference between two signals obtained from input signal
    • H03D3/24Modifications of demodulators to reject or remove amplitude variations by means of locked-in oscillator circuits
    • H03D3/241Modifications of demodulators to reject or remove amplitude variations by means of locked-in oscillator circuits the oscillator being part of a phase locked loop
    • H03D3/244Modifications of demodulators to reject or remove amplitude variations by means of locked-in oscillator circuits the oscillator being part of a phase locked loop combined with means for obtaining automatic gain control

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Power Engineering (AREA)
  • Multimedia (AREA)
  • Signal Processing (AREA)
  • Stabilization Of Oscillater, Synchronisation, Frequency Synthesizers (AREA)
  • Television Signal Processing For Recording (AREA)
  • Transmission Systems Not Characterized By The Medium Used For Transmission (AREA)
  • Color Television Systems (AREA)
  • Ultra Sonic Daignosis Equipment (AREA)

Description

* PHN 11.817 1 N.V. Philips' Gloeilampenfabrieken, Eindhoven Demodulatorschakeling.
De uitvinding heeft betrekking op een inrichting bevattende een ingangsklem voor het ontvangen van een elektrisch ingangssignaal, gekoppeld met een ingang van een fase-vergrendelde lus (phase locked loop), met een uitgang gekoppeld met een ingang van een 5 houdschakeling, een uitgang waarvan is gekoppeld met een uitgangsklem van de inrichting, voor het afgeven van een elektrisch uitgangssignaal, de fase-vergrendelde lus bevattende een fasevergelijker met een eerste ingang gekoppeld met de ingang van de fase-vergrendelde lus, een tweede ingang en een uitgang, een laagdoorlaatfilter met een ingang en een 10 uitgang gekoppeld met de uitgang van de fasevergelijker respektievelijk de uitgang van de fase-vergrendelde lus, een spannings-gestuurde oscillator met een ingang en een uitgang gekoppeld met de uitgang van het laagdoorlaatfilter respektievelijk de tweede ingang van de fasevergelijker, de inrichting verder bevattende detektiemiddelen voor 15 het detekteren van een momentane storing in het ingangssignaal van de fase-vergrendelde lus en voor het vervolgens genereren van een stuursignaal en voor het toevoeren van dit stuursignaal aan een uitgang, die is gekoppeld met een stuuringang van de houdschakeling, en waarbij de houdschakeling is ingericht voor het vasthouden van het signaal 20 toegevoerd aan zijn ingang onder invloed van het stuursignaal.
Een dergelijke inrichting kan bijvoorbeeld zijn opgenomen in een videorecorder voor het, na het uitlezen van een registratiedrager, demoduleren van een audiosignaal dat FM-gemoduleerd op de registratiedrager is ingeschreven, welke inrichting daartoe verder 25 bevat: - twee of meer op een roteerbare koptrommel aangebrachte leeskoppen, - schakelmiddelen, met twee of meer ingangen, een uitgang en een stuuringang, welke schakelmiddelen zijn ingericht voor het koppelen van één van de ingangen met de uitgang onder invloed van een aan de 30 stuuringang toe te voeren stuursignaal, waarbij een uitgang van elk van de twee of meer leeskoppen is gekoppeld met een bijbehorende ingang van de twee of meer ingangen van de schakelmiddelen, en de 860 1 8 4-4 t
V
PHN 11.817 2 ï ·'» uitgang van de schakelmiddelen is gekoppeld met een ingang van - een limiter, waarvan een uitgang is gekoppeld met de ingang van de fase-vergrendelde lus.
De inrichting is bedoeld voor het ondervangen van 5 momentane storingen in het ingangssignaal van de fase-vergrendelde lus. Dit ingangssignaal is in de toepassing bij videorecorders een FM-gemoduleerd signaal. De momentane storingen zijn die storingen die de regelmaat in het voornoemde signaal'beïnvloeden. Men kan daarbij bijvoorbeeld denken aan drop outs of drop ins in het ingangssignaal van 10 de fase-vergrendelde lus, of aan fasesprongen in dit ingangssignaal die ontstaan tengevolge van het overschakelen van het uitlezen van de registratiedrager met de ene leeskop, naar het uitlezen met een andere leeskop. Deze momentane verstoringen hebben tot gevolg dat de fase-vergrendelde lus ontregeld wordt, zodat de spanningsgestuurde oscillator 15 in de fase-vergrendelde lus (in het vervolg zal de fase-vergrendelde lus met “PLL" worden aangeduid) het ingangssignaal van de PLL niet meer (goed) kan volgen. Dit heeft weer tot gevolg dat (hoorbare) storingen optreden in het door de PLL gedemoduleerde audiosignaal.
Het is bekend om tijdens de kopovername de houdschakeling 20 te bekrachtigen, waardoor het audiosignaal dat juist vóór de kopovername aan de uitgang van de PLL· aanwezig was wordt vastgehouden. Deze oplossing werkt goed voor laagfrekwente audiosignalen. Bij hoogfrekwente audiosignalen kan echter een kontinuiteitsfout optreden die bijzonder storend kan zijn. Bovendien levert het zuiver periodieke 25 karakter van de bekrachtiging van de houdschakeling met de frekwentie van de. kopovername, een extra storende bijdrage in het uitgangssignaal van de inrichting.
De uitvinding beoogt een inrichting te verschaffen die beter in staat is momentane storingen in het ingangssignaal van de PLL 30 te ondervangen. De inrichting is daartoe gekenmerkt doordat de detektiemiddelen zijn ingericht voor het bepalen van een fasevolgfout tussen het ingangssignaal van de fase-vergrendelde lus en het uitgangssignaal van de spanningsgestuurde oscillator en voor het genereren van het stuursignaal indien deze fasevolgfout een zekere 35 waarde overschrijdt.
Bij een nauwkeurige volging van het ingangssignaal door de PLL is er tussen de signalen die aan de eerste en de tweede ingang 86 0 1 3 4 4 * *t PHN 11.817 3 van de fasevergelijker worden aangeboden een faseverschil van 90° aanwezig. Volgt de PLL het ingangssignaal minder nauwkeurig dan ontstaat er een afwijking ten opzichte van dit faseverschil van 90°. Deze afwijking wordt de fasevolgfout genoemd. Overschrijdt de fasevolgfout de 5 voornoemde zekere waarde, <Pq, die bij voorbeeld gelijk is aan ± 45°, dan wordt door de detektiemiddelen een stuursignaal afgegeven.
Dit betekent dus dat, indien het faseverschil (of de fasefout) tussen de signalen aangeboden aan de eerste en de tweede ingang van de fasevergelijker, kleiner is dan 90°-φ0 of groter is dan 90°+φ0, 10 de detektiemiddelen het stuursignaal afgeven.
De genoemde waarde φ0 moet daarbij zodanig gekozen worden dat de detektiemiddelen niet reageren op de variaties in de fasefout tussen de twee bovengenoemde signalen die ten gevolge van de modulatie van het ingangssignaal van de PLL, altijd al aanwezig zijn.
15 Dit betekent dat de waarde ipq niet te klein mag zijn. Te denken valt daarbij aan een waarde die bij voorkeur niet beneden 45° ligt.’
De uitvinding is gebaseerd op het volgende inzicht.
Storingen in het ingangssignaal van de PLL leiden tot faseverschillen tussen dit ingangssignaal en het uitgangssignaal van de 20 spanningsgestuurde oscillator (in het vervolg VCO genoemd) die groter zijn, naarmate de storing in het ingangssignaal van de PLL groter is.
Kleine storingen in het ingangssignaal van de PLL zijn bovendien onhoorbaar, zodat in dat geval geen bekrachtiging van de houdschakeling nodig is. Het periodieke karakter in de bekrachtiging van de 25 houdschakeling kan dus verdwijnen, terwijl bovendien de mogelijkheid ontstaat om de lengte van de bekrachtigingstijd van de houdschakeling aan de lengte van de storing aan te passen.
Het is uit de literatuur bekend om drop-outs te detekteren door gebruik te maken van een automatische volumeregeling 30 (AGC) met een relatief grote tijdkonstante gevolgd door een niveaudetektor. Bij een storingsvrij ingangssignaal voor de AGC zal de AGC een op een zeker niveau liggend signaal aanbieden aan de niveaudetektor. Indien er een plotselinge niveauval (drop-out) optreedt ' in het ingangssignaal van de AGC, dan zal het ingangssignaal van de 35 niveaudetektor eveneens plotseling dalen en zal de niveaudetektor een stuursignaal afgeven aan de houdschakeling. Een dergelijke regeling maakt dus gebruik van de amplitude-informatie in het ingangssignaal van SS0 1 8 4 4
V
PHN 11.817 4 f. % de AGC, terwijl in de inrichting volgens de uitvinding juist gebruik gemaakt wordt van een detektie van de fasevolgfout tussen het ingangssignaal van de PLL en het uitgangssignaal van de VCO voor de bepaling of een momentane storing aanwezig is in het ingangssignaal of 5 niet. Bij voorkeur is in het ingangssignaal van de PLL dan ook geen amplitude-informatie meer aanwezig, hetgeen bereikt wordt door .voorschakeling van de eerder genoemde limiter. Men verkrijgt dan uit het FM gemoduleerde signaal een blokvormig signaal.
In een eerste uitvoeringsvorm heeft de inrichting het 10 kenmerk, dat de detektiemiddelen bevatten een tijdvensterschakeling en een flankdetektorschakeling, de uitgang van de spanningsgestuurde oscillator is gekoppeld met een ingang van de tijdvensterschakeling, een uitgang waarvan is gekoppeld met een eerste ingang van de flankdetektorschakeling, dat de ingang van de fase-vergrendelde lus is 15 gekoppeld met een tweede ingang van de flankdetektorschakeling, een uitgang waarvan is gekoppeld met de uitgang van de detektiemiddelen, en dat de flankdetektorschakeling is ingericht voor het leveren van een detektiesignaal aan zijn uitgang indien er tenminste één niveau-overgang optreedt in het signaal toegevoerd aan zijn tweede ingang, 20 binnen het tijdvenster bepaald door de tijdvensterschakeling.
Het tijdvenster bepaald door de tijdvensterschakeling wordt zodanig gekozen, dat bij een fasevolgfout van maximaal de eerder genoemde waarde, er nog geen niveau-overgang binnen dit tijdvenster optreedt in het signaal toegevoerd aan de tweede ingang van de 25 flankdetektorschakeling. Het tijdvenster neemt men bijvoorbeeld gelijk aan een kwart van de periodeduur van het ingangssignaal van de PLL. Verder legt men het tijdvenster bovendien bij voorkeur midden in het tijdinterval tussen twee opvolgende niveau-overgangen in het niet gestoorde ingangssignaal van de PLL. In dat geval zullen de 30 detektiemiddelen een stuursignaal afgeven indien er een fasevolgfout ontstaat groter dan 45°.
De inrichting kan verder zijn gekenmerkt, doordat de flankdetektorschakeling is ingericht voor het leveren van een detektiesignaal in de vorm van een impuls, en dat een impulsverlenger is 35 gekoppeld tussen de uitgang van de flankdetektorschakeling en de uitgang van de detektiemiddelen, voor het verlengen van de impuls van de flankdetektorschakeling tot een impuls met een zekere nominale 8601844
Jr i PHN 11.817 5 impulsbreedte. Hiermee wordt bereikt, dat de houdschakeling zo lang geaktiveerd wordt totdat de PIiL na het optreden van de storing een (kleine) fasevolgfout heeft, zodat er geen niveauovergang meer binnen het tijdvenster valt.
5 De impulsverlenger kan verder zijn ingericht voor het verlengen van deze impuls met nominale pulsbreedte met tenminste een waarde overeenkomende met het tijdinterval tussen de impuls van de flankdetektorschakeling en een opvolgende impuls van de flankdetektorschakeling, indien dit tijdinterval kleiner is dan de 10 genoemde nominale impulsbreedte. Hiermee wordt bereikt dat bij een langdurige storing of bij een opnieuw optredende storing de aktivering van de houdschakeling gehandhaafd blijft.
Tussen de uitgang van de flankdetektorschakeling en de ingang van de impulsverlenger kan een integrator zijn opgenomen.
15 Hiermee wordt bereikt dat de zekerheid van de detektie verhoogd wordt.
In een tweede uitvoeringsvorm heeft de inrichting het kenmerk, dat de detektiemiddelen een eenheid bevatten voor het afleiden van een signaal dat in fase ongeveer 90° verschilt van het signaal aanwezig aan de tweede ingang van de fasevergelijker, dat een uitgang 20 van de eenheid is gekoppeld met een eerste ingang van een tweede fasevergelijker, een tweede ingang waarvan is gekoppeld met de ingang van de fase-vergrendelde lus en een uitgang waarvan is gekoppeld met een ingang van een integrator, een uitgang waarvan is gekoppeld met een ingang van een drempeldetektor, de uitgang van de drempeldetektor zijnde 25 gekoppeld met de uitgang van de detektiemiddelen. In dit geval zijn, indien er geen storingen zijn in het ingangssignaal van de PLL, de signalen toegevoerd aan de twee ingangen van de tweede fasevergelijker gelijk aan elkaar. De tweede fasevergelijker levert dan een zodanig uitgangssignaal dat na integratie in de integrator de drempelwaarde in 30 de drempeldetektor niet wordt overschreden. Treedt er een storing op in het ingangssignaal van de PLL dan zal de tweede fasevergelijker een groot signaal afgeven aan de integrator. Afhankelijk van de grootte van de storing, zal het door de integrator geïntegreerde signaal van de tweede fasevergelijker een in de drempeldetektor aanwezige drempel al 35 dan niet overschrijden. Zo ja, dan levert de drempeldetektor het stuursignaal voor de houdschakeling.
Is de VCO afgestemd op dezelfde frekwentie als de 8601844
« V
PHN 11.817 6 frekwentie van het ingangssignaal van de PLL dan kan de eenheid een fasedraaier zijn, met een ingang gekoppeld met de uitgang van de spanningsgestuurde oscillator.
Een andere mogelijkheid is dat de VCO is afgestemd op 5 twee maal de frekwentie van het ingangssignaal van de PLL. Tussen de uitgang van de VCO en de tweede ingang van de eerstgenoemde fasevergelijker bevindt zich dan een tot de VCO behorende deelschakeling, die de frekwentie van het uitgangssignaal van de VCO door twee deelt. De eenheid is in dit geval dan eveneens een 10 deelschakeling, met een ingang gekoppeld met de geïnverteerde uitgang van de VCO, welke tweede deelschakeling de frekwentie van het uitgangssignaal aan de geïnverteerde uitgang van de VCO door twee deelt. Het uitgangssignaal van deze tweede deelschakeling is dan eveneens 90° uit fase ten opzichte van het uitgangssignaal van de 15 eerstgenoemde deelschakeling.
Tussen de uitgang van de PLL en de ingang van de houdschakeling is bij voorkeur een vertraging opgenomen. Deze vertraging wordt aangebracht om te kompenseren voor de vertraging ontstaan in de detektieliddelen.
20 De uitvinding zal hierna, aan de hand van een aantal uitvoeringsvoorbeelden in de figuurbeschrijving nader worden uiteengezet. In de figuurbeschrijving toont: figuur 1 een eerste uitvoeringsvoorbeeld, figuur 2 een nadere uitwerking van de detektiemiddelen 25 uit het uitvoeringsvoorbeeld van figuur 1, figuur 3 een aantal signalen als funktie van de tijd aanwezig op punten in de inrichting van figuur 1, figuur 4 eveneens een aantal signalen aanwezig op punten in de inrichting van figuur 1, 30 figuur 5 een andere uitwerking van de detektiemiddelen, figuur 6 een tweede uitvoeringsvoorbeeld, figuur 7 een aantal signalen als funktie van de tijd aanwezig op punten in de inrichting van figuur 6, figuur 8 eveneens een aantal signalen aanwezig op punten 35 in de inrichting van figuur 6.
Er zij vooraf vermeld dat elementen in de verschillende figuren die hetzelfde referentienummer bezitten, dezelfde zijn.
8601844 é- * PHN 11.817 7
Figuur 1 toont een uitvoeringsvoorbeeld van de inrichting in een toepassing bij een videorecorder. Een aantal (in dit geval twee) op een roteerbare koptrommel (niet getekend) aangebrachte leeskoppen 1 en 2 zijn gekoppeld met ingangen 3 respektievelijk 4 van schakelmiddelen 5 5. De uitgang 6 van de schakelmiddelen is gekoppeld met de ingangsklem 7 van de inrichting. De schakelmiddelen 5 zijn ingericht voor het koppelen van één van de ingangen 3,4 met de uitgang 6 onder invloed van een aan een stuuringang 8 toe te voeren stuursignaal. Dit stuursignaal kan worden geleverd door een besturingseenheid (niet getekend) die dit 10 stuursignaal kan afleiden uit een interne klok in de besturingseenheid, die op de een of andere manier kan worden gesynchroniseerd met het door de leeskoppen van een magnetische registratiedrager (niet getekend) uitgelezen signaal.
De ingangsklem 7 is via een limiter 9 gekoppeld met een 15 ingang 10 van een fase-vergrendelde lus (phase locked loop of PLL) 11.
De 'ingang 10 van de PLL is gekoppeld met een ingang 12 van een fasevergelijker 13, de uitgang 14 waarvan is gekoppeld met de ingang 15 van een laagdoorlaatfilter LPF 16. De uitgang 17 van het laagdoorlaatfilter, zijnde de uitgang van de PLL· 11, is gekoppeld met de 20 ingang 18 van een spanningsgestuurde oscillator (VCO) 19, de uitgang 20 waarvan is gekoppeld met de tweede ingang 21 van de fasevergelijker 13.
De uitgang 17 van de PLL 11 is gekoppeld met de ingang 23 van de houdschakeling 24. De uitgang 25 van de houdschakeling 24 vormt de uitgangsklem van de inrichting. De inrichting bevat verder 25 detektiemiddelen 27 voor het detekteren van een momentane storing in het ingangssignaal van de PLL 11 en voor het vervolgens genereren van een stuursignaal aan een uitgang 28, dat wordt toegevoerd aan de stuuringang 29 van de houdschakeling 24. Het stuursignaal bedient een schakelaar 30 in de houdschakeling 24, Bij afwezigheid van het stuursignaal is de 30 schakelaar 30 gesloten en is de kondensator 31 van de houdschakeling 24 opgeladen tot het niveau van het elektrische signaal dat aan de ingang 23 wordt aangeboden en dat dus aanwezig is aan de uitgang 26. Wordt een stuursignaal aan de stuuringang 29 aangeboden, dan wordt de schakelaar geopend. Het niveau van het elektrisch signaal aan de ingang 23, vlak 35 voor het moment van openen van de schakelaar 30 wordt nu door de kondensator 31 vastgehouden.
De detektiemiddelen 27 bevatten een tijdvensterschakeling S 6 018 4 4 PHN 11.817 8 32 waarvan een ingang 33 is gekoppeld met de uitgang 20 van de VCO, en een uitgang 34 is gekoppeld met een eerste ingang 35 van een flankdetektorschakeling 36. De ingang 10 van de PLL 11 is gekoppeld met een tweede ingang 37 van de flankdetektorschakeling 36. De uitgang 38 5 van de flankdetektorschakeling 36 is gekoppeld met een ingang 39 van een impulsverlenger 40, de uitgang waarvan de uitgang 28 van de detektiemiddelen 27 vormt.
Het door één van de leeskoppen 1, 2 uit de registratiedrager uitgelezen FM-gemoduleerde (audio)signaal, met een 10 draaggolf van bijvoorbeeld 1,5 MHz en een frekwentiezwaai van bij voorbeeld 100 kHz, wordt in de limiter 9 in zijn amplitude begrensd. Aan de ingang 10 wordt bijgevolg een blokgolf aangeboden, zie figuur 3b.
Het begrenzerniveau is voor de eenvoud met een logische "1" niveau in figuur 3 aangegeven. Indien men dit begrenzerniveau 15 inderdaad in deze orde van grootte kiest, kan de fasevergelijker 13 als een "exclusive-or" (EX0R) worden uitgevoerd.
De bandbreedte van de PLL 11 is ongeveer 300 kHz. De PLL 11 funktioneert als FM-demodulator, zodat aan de uitgang 17 een a gedemoduleerd analoog (audio) signaal wordt afgegeven.
20 Is de PLL 11 "in lock", dan is, aangenomen dat het signaal aan de ingang 10 storingsvrij is, aan de uitgang 20 van de VCO 19 eveneens een blokgolf aanwezig, zie figuur 3a. Het signaal aan de uitgang 20 is echter 90° uit fase ten opzichte van het signaal aan de ingang 10, zie figuren 3a en b.
25 Figuur 3c toont het tijdvenster T2 dat wordt gerealiseerd door de tijdvensterschakeling 32 van figuur 1. Een manier om dit tijdvenster af te leiden is weergegeven in figuur 2. De tijdvensterschakeling 32 is daarin opgebouwd uit twee monostabiele multivibratoren (MMV) 41 en 42. De MMV 41 genereert een impuls met 30 lengte op het optreden van een opgaande flank in het uitgangssignaal van de VCO 19, en de MMV 42 genereert een impuls met lengte T2 op het optreden van een neergaande flank van de impuls van de MMV 41. T.j en T2 worden zodanig gekozen dat het tijdvenster ligt in een gebied waarbinnen het ingangssignaal 10, indien het storingsvrij 35 is, geen niveau-overgang (dus bijvoorbeeld een opgaande of een neergaande flank) bezit. In figuur 3 is duidelijk dat T2 ongeveer gelijk is aan een kwart van de periodeduur T en dat T1 ongeveer *r * 860184 4
ƒ V
PHN 11.817 9 gelijk is aan 3/8 Tp. Dit betekent dat de detektieraiddelen een stuursignaal genereren indien de fasevolgfout tussen de signalen in figuren 3a en 3b groter is dan ± 45°.
De flankdetektorschakeling 36 in figuur 1 levert een 5 impuls aan zijn uitgang 38 indien het een niveau-overgang binnen het tijdvenster T2 detekteert in het signaal aan zijn ingang 37. De flankdetektorschakeling 36 kan zijn uitgevoerd, zoals in figuur 2 is aangegeven. De ingangen 35 en 37 zijn gekoppeld met respektievelijke ingangen van een EN-poort 43, de uitgang waarvan is gekoppeld met de set-10 ingang s van een D-flipflop 44. De ingang 35 is bovendien gekoppeld met de clock-ingang cl van de D-flipflop 44. Aan de D-ingang ervan wordt een logische "0" toegevoerd. De Q-uitgang is de uitgang 38 van de flankdetektorschakeling 36. Wordt er een flank gedetekteerd door de detektorschakeling 36, dan levert deze een impuls, die door de 15 impulsver1enger 40 wordt verlengd tot een impuls met een nominale impulsbreedte van T^. Dit is in figuur 4 uiteengezet.
Tengevolge van, bijvoorbeeld de kopovername (headswitch) op het tijdstip t = tQ, ontstaat in het uitgangssignaal van de limiter 9 een fasesprong, zie figuur 4b. De flankdetektorschakeling 36 20 detekteert de opgaande flank in het signaal van figuur 4b dat binnen het tweede tijdvenster in het signaal van figuur 4c valt en levert daarop een impuls, zie figuur 4d, aan zijn uitgang 38.
Tengevolge van de fasesprong in het ingangssignaal van de PLIi 11 ten tijde t = tQ, raakt deze PLL "uit lock*. Het 25 uitgangssignaal van de VCO 19 is dan ook gedurende een zekere tijd na t = tQ niet goed gedefinieerd. Dit is door middel van de onderbroken lijn in figuur 4a aangegeven. Ook de uitgangssignalen van de tijdvensterschakeling 32, figuur 4c, en de flankdetektorschakeling 36, figuur 4d, kunnen gedurende die tijd eventueel niet gedefinieerd zijn.
30 Na een zekere tijd t^ - tQ is de PLL· 11 weer "in lock". Dit is in figuren 4a en 4b zichtbaar, doordat beide signalen weer 90° uit fase zijn ten opzichte van elkaar. Figuur 4e toont het uitgangssignaal van de impulsverlenger 40. Heeft de flankdetektorschakeling één impuls afgegeven ten tijde t = tQ, zie figuur 4c, dan is de lengte van de 35 impuls geleverd door de impulsverlenger 40 gelijk aan T3, zoals uit figuur 4d blijkt.
De werking van de flankdetektorschakeling 36 ter 3601844 PHN 11.817 10 verkrijging van de impuls in figuur 4d is als volgt. Op het moment dat beide ingangen van de EN-poort 43 logisch "1" worden, wordt aan de set-ingang van de flipflop 44 een opgaande flank aangeboden waardoor de logische T, aanwezig aan de D-ingang, in de flipflop wordt geschoven 5 en de Q-uitgang van logisch "0" naar logisch "1" gaat. De neergaande flank aan het einde van het tijdvenster, die aan de clear ingang van de flipflop 44 wordt aangeboden, veroorzaakt een teruggaan van de Q-uitgang van logisch "1" naar logisch “O".
Figuur 5 toont een ander uitvoeringsvoorbeeld van de 10 detektiemiddelen 27 van figuur 1. De schakeling van figuur 5 toont nog een integrator, in de vorm van een laagdoorlaatfilter 50 geschakeld tussen de uitgang 38 van de flankdetektorschakeling 36 en de ingang van de impulsverlenger 40. Door de toevoeging van de integrator 50 wordt bereikt dat de nauwkeurigheid van de detektie verhoogd wordt.
15 Figuur 6 toont een tweede uitvoeringsvoorbeeld. De detektiemiddelen 55 bevatten hier een eenheid 56 voor het afleiden van een signaal dat in fase ongeveer 90° verschilt van het signaal aan de uitgang 20 van de VCO, zodanig dat, indien er geen storingen zijn in het » signaal aan de ingang 10 van de PLL 11, het signaal aan de uitgang 57 20 van de eenheid 56, zie figuur 7c, grotendeels in fase is met het signaal aan de ingang 10 van de PLL 11, zie figuur 7b. Uit figuur 7a, die het signaal aan de uitgang 20 van de VCO 19 toont, en figuur 7c is duidelijk dat de eenheid 56 een 90° fasedraaier is.
De uitgang 57 van de eenheid 56 is gekoppeld met de 25 eerste ingang 58 van een tweede fasevergelijker 59, bijvoorbeeld weer in de vorm van een exclusive-OR (EXOR). De tweede ingang 60 van de fasevergelijker 59 is gekoppeld met de ingang 10 van de PLL 11. De uitgang 61 is via een integrator 62, in de vorm van een laagdoorlaatfilter LPF, en een drempeldetektor 63 gekoppeld met de 30 uitgang 28 van de detektiemiddelen 55.
Üit figuur 7d, die het uitgangssignaal van de fasevergelijker 59 toont, is duidelijk dat, bij afwezigheid van storingen in het signaal aan de ingang 10 van de PLL 11, deze fasevergelijker 59 een uitgangssignaal levert dat praktisch altijd 35 logisch "0" is.
Alleen ten gevolge van de modulatie in de signalen van figuren 7b en 7c zullen de opgaande flanken van beide signalen niet 8801844 * PHN 11.817 11 precies in (3e tijd samenvallen. Evenzo zullen de neergaande flanken van beide signalen niet precies in de tijd samenvallen. Het gevolg is dat het uitgangssignaal van de fasevergelijker 59 toch kortdurende impulsen vertoont, zie de in figuur 7d slechts schematisch aangegeven impulsen.
5 De integrator 62 zal deze impulsen integreren, doch het uitgangssignaal van de integrator 62 blijft dan zo laag dat een in de drempeldetektor 63 aanwezige drempel Vq, zie daarvoor figuur 8e, niet wordt overschreden, zodat er geen stuursignaal wordt gegenereerd.
Figuur 8 toont de situatie, indien er in het 10 ingangssignaal van de PLL 11, zie figuur 8b, een momentane storing, te weten een fasesprong, optreedt tengevolge van de kopovername op het tijdstip t = t . De uitgang van de fasevergelijker 59 wordt "hoog" op dit moment, zie figuur 8d. Bovendien levert de integrator 62 nu een signaal af, aangegeven in figuur 8e, dat de drempelwaarde VQ in de 15 drempeldetektor overschrijdt, waardoor deze wordt getriggered en een stuursignaal aflevert, zie figuur 8f, dat wordt aangeboden aan de stuuringang 29 van de houdschakeling, zodat de schakelaar 30 geopend wordt.
De breedte van de impuls 70 in figuur 8d is in feite een 20 maat voor de grootte van de fasevolgfout. De hoogte van de drempelwaarde Vq geeft in feite de maat aan voor de genoemde zekere waarde (Pq. Er wordt alleen een stuursignaal afgegeven door de drempeldetektor 63 indien de breedte van de impuls 70, en daarmee de fasevolgfout, groot genoeg is, zodat de drempelwaarde Vq, en daarmee de genoemde zekere 25 waarde ïiq, wordt overschreden.
Om ervoor te zorgen dat voor de signaalvertraging in de detektormiddelen 55 gekompenseerd wordt, zodat het stuursignaal vóór dat de storing de houdschakeling bereikt heeft, de schakelaar 30 geopend wordt, kan een vertraging 64 tussen de uitgang 17 van de PLL 11 en de 30 ingang 23 van de houdschakeling 24 geplaatst worden.
De hiervoor besproken schakelingen zijn niet alleen bruikbaar voor het ondervangen van storingen, veroorzaakt door de kopovername, doch zijn ook bruikbaar voor het ontvangen van storingen tengevolge van drop-outs of drop-ins.
35 Daar de fasevolgfout tussen de ingangssignalen aan de twee ingangen 12 en 21 van de fasevergelijker 13, natuurlijk zijn invloed heeft op het uitgangssignaal van de fasevergelijker 13, is het 860 1 3 ; ·> * ΡΗΝ 11.817 12 -* “ν'
V
ook raogelijk deze fasevolgfout uit het uitgangssignaal van de fasevergelijker 13 af te leiden. De ingang van de detektiemiddelen is dan gekoppeld met de uitgang 14 van de fasevergelijker 13.
o 8601844

Claims (9)

1. Inrichting bevattende een ingangsklem voor het ontvangen van een elektrisch ingangssignaal, gekoppeld met een ingang van een fase-vergrendelde lus (phase locked loop), met een uitgang gekoppeld met een ingang van een houdschakeling, een uitgang waarvan is gekoppeld met een 5 uitgangsklem van de inrichting, voor het afgeven van een elektrisch uitgangssignaalr de fase-vergrendelde lus bevattende een fasevergelijker met een eerste ingang gekoppeld met de ingang van de fase-vergrendelde lus, een tweede ingang en een uitgang, een laagdoorlaatfilter met een ingang en een uitgang gekoppeld met de uitgang van de fasevergelijker I 10 respektievelijk de uitgang van de fase-vergrendelde lus, een spannings-gestuurde oscillator met een ingang en een uitgang gekoppeld met de uitgang van het laagdoorlaatfilter respektievelijk de tweede ingang van de fasevergelijker, de inrichting verder bevattende detektiemiddelen voor het detekteren van een momentane storing in het ingangssignaal van 15 de fase-vergrendelde lus en voor het vervolgens genereren van een stuursignaal en voor het toevoeren van dit stuursignaal aan een uitgang die is gekoppeld met een stuuringang van de houdschakeling, en waarbij de houdschakeling is ingericht voor het vasthouden van het signaal toegevoerd aan zijn ingang onder invloed van het stuursignaal, met het 20 kenmerk, dat de detektiemiddelen zijn ingericht voor het bepalen van een fasevolgfout tussen het ingangssignaal van de fase-vergrendelde lus en het uitgangssignaal van de spanningsgestuurde oscillator en voor het genereren van het stuursignaal indien deze fasevolgfout een zekere waarde overschrijdt.
2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de detektiemiddelen bevatten een tijdvensterschakeling en een flankdetektorschakeling, de uitgang van de spanningsgestuurde oscillator is gekoppeld met een ingang van de tijdvensterschakeling, een uitgang waarvan is gekoppeld met een eerste ingang van de 30 flankdetektorschakeling, dat de ingang van de fase-vergrendelde lus is gekoppeld met een tweede ingang van de flankdetektorschakeling, een uitgang waarvan is gekoppeld met de uitgang van de detektiemiddelen, en dat de flankdetektorschakeling is ingericht voor het leveren van een detektiesignaal aan zijn uitgang indien er tenminste één niveau-35 overgang optreedt in het signaal toegevoerd aan zijn tweede ingang, binnen het tijdvenster bepaald door de tijdvensterschakeling.
3. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de 88 0 1 $ A 4 > PHN 11.817 14 flankdetektorschakeling is ingericht voor het leveren van een detektiesignaal in de vorm van een impuls, en dat een impulsverlenger is gekoppeld tussen de uitgang van de flankdetektorschakeling en de uitgang van de detektiemiddelen, voor het verlengen van de impuls van de 5 flankdetektorschakeling tot een impuls met een zekere nominale impulsbreedte.
4. Inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de impulsverlenger is ingericht voor het verlengen van deze impuls met nominale pulsbreedte met tenminste een waarde overeenkomende met het 10 tijdinterval tussen de impuls van de flankdetektorschakeling en een opvolgende impuls van de flankdetektorschakeling, indien dit tijdinterval kleiner is dan de genoemde nominale impulsbreedte.
5. Inrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat tussen de uitgang van de flankdetektorschakeling en de ingang van de 15 impulsverlenger een integrator is geschakeld.
6. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de detektiemiddelen een eenheid bevatten voor het afleiden van een signaal dat in fase ongeveer 90° verschilt van het signaal aanwezig aan de tweede ingang van de fasevergelijker, dat een uitgang van de eenheid is 20 gekoppeld met een eerste ingang van een tweede fasevergelijker, een tweede ingang waarvan is gekoppeld met de ingang van de fase-vergrendelde lus en een uitgang waarvan is gekoppeld met een ingang van een integrator, een uitgang waarvan is gekoppeld met een ingang van een drempeldetektor, de uitgang van de drempeldetektor zijnde gekoppeld met 25 de uitgang van de detektiemiddelen.
7. Inrichting volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de eenheid een fasedraaier is, met een ingang gekoppeld met de uitgang van de spanningsgestuurde oscillator.
8. Inrichting volgens één der conclusies 1 tot en met 7, 30 met het kenmerk, dat tussen de uitgang van de fase-vergrendelde lus en de ingang van de houdschakeling een vertraging is opgenomen.
9. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de inrichting is opgenomen in een videorecorder voor het, na het uitlezen van een registratiedrager, demoduleren van een 35 audiosignaal dat FM-gemoduleerd op de registratiedrager is ingeschreven, dat de inrichting daartoe verder bevat: - twee of meer op een roteerbare koptrommel aangebrachte leeskoppen, 8601844 % - f 4 PHN 11.817 15 - schakelmiddelen, met twee of meer ingangen, een uitgang en een stuur-ingang, welke schakelmiddelen zijn ingericht voor het koppelen van één van de ingangen met de uitgang onder invloed van een aan de stuuringang toe te voeren stuursignaal, waarbij een uitgang van elk 5 van de twee of meer leeskoppen is gekoppeld met een bijbehorende ingang van de twee of meer ingangen van de schakelmiddelen, en de uitgang van de schakelmiddelen is gekoppeld met een ingang van - een limiter, waarvan een uitgang is gekoppeld met de ingang van de fase-vergrendelde lus. 860 1 344
NL8601844A 1986-07-15 1986-07-15 Demodulatorschakeling. NL8601844A (nl)

Priority Applications (7)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8601844A NL8601844A (nl) 1986-07-15 1986-07-15 Demodulatorschakeling.
AT87201226T ATE72077T1 (de) 1986-07-15 1987-06-25 Demodulatoranordnung.
DE8787201226T DE3776217D1 (de) 1986-07-15 1987-06-25 Demodulatoranordnung.
EP87201226A EP0254339B1 (en) 1986-07-15 1987-06-25 Demodulator arrangement
US07/071,006 US4835622A (en) 1986-07-15 1987-07-07 Demodulator arrangement
KR1019870007493A KR880002392A (ko) 1986-07-15 1987-07-13 복조기장치
JP62174984A JPS6330023A (ja) 1986-07-15 1987-07-15 位相ロックル−プを具える回路

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8601844 1986-07-15
NL8601844A NL8601844A (nl) 1986-07-15 1986-07-15 Demodulatorschakeling.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8601844A true NL8601844A (nl) 1988-02-01

Family

ID=19848317

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8601844A NL8601844A (nl) 1986-07-15 1986-07-15 Demodulatorschakeling.

Country Status (7)

Country Link
US (1) US4835622A (nl)
EP (1) EP0254339B1 (nl)
JP (1) JPS6330023A (nl)
KR (1) KR880002392A (nl)
AT (1) ATE72077T1 (nl)
DE (1) DE3776217D1 (nl)
NL (1) NL8601844A (nl)

Families Citing this family (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US5140424A (en) * 1987-07-07 1992-08-18 Canon Kabushiki Kaisha Image signal processing apparatus with noise reduction
FI80172C (fi) * 1988-05-25 1990-04-10 Nokia Mobile Phones Ltd Fm-mellanfrekvenskrets.
JPH0770925B2 (ja) * 1989-05-16 1995-07-31 三洋電機株式会社 Fm復調回路
US5430551A (en) * 1990-11-07 1995-07-04 Nokia Unterhaltungselektronik Gmbh Video recorder with distortion corrector circuit
US5465071A (en) * 1992-07-13 1995-11-07 Canon Kabushiki Kaisha Information signal processing apparatus
MXPA06013286A (es) * 2004-05-21 2007-07-19 Pressco Tech Inc Interfaz de configuracion de usuario de re-inspeccion grafica.

Family Cites Families (14)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3397360A (en) * 1966-02-18 1968-08-13 Nippon Electric Co Reception system using carrier detection for angularly modulated signals
JPS522789B2 (nl) * 1972-05-23 1977-01-24
JPS4979762A (nl) * 1972-12-09 1974-08-01
US3932821A (en) * 1974-11-08 1976-01-13 Narco Scientific Industries, Inc. Out of lock detector for phase lock loop synthesizer
US4117410A (en) * 1977-10-13 1978-09-26 Motorola, Inc. Phase locked loop signal demodulator and squelch circuit
JPS567213A (en) * 1979-06-27 1981-01-24 Hitachi Ltd Noise eliminating circuit
JPS57176888A (en) * 1981-04-22 1982-10-30 Hitachi Ltd Voice signal noise removing circuit
CA1157939A (en) * 1980-07-14 1983-11-29 Yoshizumi Watatani Noise elimination circuit in a magnetic recording and reproducing apparatus
JPS5721188A (en) * 1980-07-14 1982-02-03 Hitachi Ltd Audio signal noise rejecting circuit
JPS5746306A (en) * 1980-09-03 1982-03-16 Hitachi Ltd Aural signal muting circuit of magnetic recorder and reproducer
US4692914A (en) * 1983-05-31 1987-09-08 Canon Kabushiki Kaisha Reproducing device for frequency modulated signals
JPS6087469A (ja) * 1983-10-19 1985-05-17 Hitachi Ltd ドロップアウト補償装置
DE3510263A1 (de) * 1984-03-21 1985-09-26 Pioneer Electronic Corp., Tokio/Tokyo Pal-farbsignalverarbeitungseinrichtung
JPS6239917A (ja) * 1985-08-14 1987-02-20 Mitsubishi Electric Corp 位相同期発振回路

Also Published As

Publication number Publication date
KR880002392A (ko) 1988-04-30
JPS6330023A (ja) 1988-02-08
EP0254339B1 (en) 1992-01-22
ATE72077T1 (de) 1992-02-15
EP0254339A1 (en) 1988-01-27
DE3776217D1 (de) 1992-03-05
US4835622A (en) 1989-05-30

Similar Documents

Publication Publication Date Title
CA1175930A (en) Phase tolerant bit synchronizer for digital signals
US20010024142A1 (en) Lock detector for phase locked loops
EP0502739A2 (en) NRZ clock and data recovery system employing phase lock loop
US7397881B2 (en) Erroneous phase lock detection circuit
NL8601844A (nl) Demodulatorschakeling.
US4297650A (en) Phase locked loop carrier recovery circuit with false lock prevention
US6255858B1 (en) Phase-frequency detector and phase-locked loop circuit incorporating the same
US4628271A (en) Differential phase shift keying demodulator
US4341964A (en) Precision time duration detector
US5465277A (en) Device for the synchronization of digital data bursts and read apparatus comprising the device
US5892631A (en) Method and an arrangement for detecting state transitions in a read signal during a bit cell timing window
JPH09512379A (ja) 記録担体上のn個の隣接トラックからのn個のディジタル信号を再生する装置
US4564823A (en) Fractional-cycle time/amplitude modulation
US4000511A (en) Device for the compensation of drop-outs in a angle-velocity modulated signal
KR100221885B1 (ko) 클럭 추출 회로
US5166836A (en) Digital signal detecting apparatus
US6114889A (en) Phase locked loop for recovering clock
US20040001566A1 (en) Method and apparatus for phase detection
US4410817A (en) Precision time duration detector
JP2675096B2 (ja) 再生信号補正方法
US4777450A (en) Circuit for demodulating a frequency-modulated signal
KR100654274B1 (ko) 위상-동기 루프용의 위상 검출기 및 위상 검출기를 사용하는 방법
JPH09147499A (ja) データ検出装置
JPH118656A (ja) スライスレベル評価方法、2値化方法、それを用いた回路及びそれを用いた装置
CA1177143A (en) Device for the recovery of a clock signal from a binary signal

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
BV The patent application has lapsed