NL8601536A - Combinatiebus van composietmateriaal. - Google Patents

Description

P & C r «»

W 6173-2 Ned.dB/LdB

Korte aanduiding: Combinatiebus van composietmateriaal.

De uitvinding betreft een combinatiebus van composietmateriaal, waarvan de romp bestaat uit tenminste eén buitenste kartonlaag, een de 5 binnenzijde daarvan bedekkende blokkeerfoelie, bijvoorbeeld van aluminium, en een binnenste, lasbare kunststofbekleding, waarvan de sluiting bestaat uit een eventueel openscheurbare laag met een binnenste lasbare kunststofbekleding en waarvan de na het inbrengen van het vulmateriaal aan te brengen, diepgetrokken bodem bestaat uit tenminste een 10 kartonlaag, een metalan blokkeerfoelie en een aan de binnenzijde aangebrachte lasbare kunststofbekleding, waarbij de bodem met zijn rand naar buiten over de eindrand van de romp naar omhoog is getrokken en aan de binnen- en aan de buitenzijde ten opzichte van de romp is afgedicht.

Combinatiebussen met de genoemde constructie hebben in het 15 bijzonder bij het verpakken van voedingsmiddelen grote betekenis gekregen, daar zij ten opzichte van de gebruikelijke metalen bussen geodkoper zijn. De vloeistof- en gasdichtheid en ook de waterdampdiffusie-dichtheid van dergelijke combinatiebussen wordt in eerste instantie bereikt door de gewoonlijk metalen blokkeerfolies, maar geeft 20 ter plaatse van de verbindingspunten tussen sluiting en bodem met de romp bijzondere moeilijkheden. Deze dichtheid wordt bereikt door de afdichting door middel van de kunststofbekledingen. In de praktijk is het bekend de diepgetrokken bodem van kartoncomposietmateriaal alleen gelijkliggend met de romp aan te brengen. Dit heeft het nadeel dat de 25 snijrand van de romp open ligt, zodat vocht in het kartoncomposietmateriaal van de romp kan binnendringen en deze kan doen opzwellen. In plaats daarvan is ook reeds voorgesteld de snijrand van de romp te bedekken doordat de diepgetrokken hodem met zijn rand gelijkliggend met het buitenmantelvlak van de romp ophoudt. Daarbij moeten echter de maten van de bodem zeer 30 nauwkeurig zijn om de rand niet aan de buitenzijde te laten uitsteken, waardoor deze gemakkelijk kan worden afgenomen. Deze juiste maatvoering kan vaak niet worden aangehouden daar de romp niet absoluut cirkelrond is.

Nog kritischer is dit bij niet ronde bussen met bijvoorbeeld een rechthoekige dwarsdoorsnede, met afgeronde hoeken. Tenslotte is reeds voor-35 gesteld de romp iets langer dan nodig uit te voeren en op de diepgetrokken, binnen ingezette bodem om te kralen. Deze werkwijze vraagt een groot materiaalverbruik, is duur en voert bij grote wanddikten en in het bijzonder bij niet ronde bussen tot een niet fraai uiterlijk, in het bijzonder door de vorming van plooien. Deze plooivorming kan vooral bij niet 40 ronde bussen praktisch niet worden vermeden. Hierdoor valt deze wijze 8 δ 01 53? - 2 - van bevestiging van de bodem af.

Alle bovengenoemde pogingen konden daarom niet tot een geheel bevredigende oplossing voeren. Dit is de reden waarom tot nu toe praktisch nog steeds de bodem bestaat uit diepgetrokken vertind blik en 5 dit na het inbrengen van het vulmateriaal op de romp wordt omgekraald.

Bij de in de aanhef genoemde bekende combinatiebus (Amerikaans octrooischrift 3.434.651) wordt weliswaar de bodem van vertind blik vervangen door een bodem van kartoncomposietmateriaal, maar deze constructie eist een warm vastlassen van de bodem aan de romp. Door de 10 noodzakelijke warmteoverdracht, die een zekere tijd vraagt totdat de kunststofbekleding zijn smelttemperatuur bereikt, kan een dergelijke combinatiebus niet met de bekende bussen met blikbodem concurreren, daar de machinecyclustijden veel te lang zijn. Met andere woorden: het prijsvoordeel van de bodem van karton-composietmateriaal ten opzichte 15 van een blikbodem wordt praktisch weer teniet gedaan door het duurdere sluiten.

Het zelfde geldt voor een andere bekende constructie (Duits octrooischrift 1163130), waarbij eerst een aan de buitenzijde met kunststof bekleed vormdeel van aluminium met naar beneden omgebogen 20 rand in de houderromp wordt geplaatst en vervolgens een deel uit kartoncomposietmateriaal met kunststofbekleding aan de binnenzijde wordt opgezet en met zijn rand aan de buitenzijde over het mantel-vlak van de romp wordt gevormd..Ook hier vindt tussen het sluitingdeel van aluminium en de binnenzijde van de houderrand, evenals tussen de buitenzijde 25 daarvan en de binnenzijde van de rand van het onderdeel van karton~ composietmateriaal, een warmlassen plaats. Daar in dit geval de warmte uitsluitend van buiten wordt toegevoerd, ontstaan nog ongunstigere cyclustijden voor het sluiten van de houder. Nadelig is verder de tweedelige uitvoering en het in twee trappen aanbrengen van de sluiting.

30 De uitvinding beoogt bij een combinatiebus de bekende blik- bodem te vervangen door een goedkopere en optisch het zelfde effekt hebbende bodem, met desondanks gelijke sluitcyclustijden.

Uitgaande van de in de aanhef genoemde combinatiebus wordt deze opgave opgelost doordat de metalen blokkeerfoelie van de bodem aan 35 de binnenzijde van de kartonlaag is aangebracht en op zijn beurt aan de binnenzijde de kunststofbekleding heeft en dat de bodem door middel van inductieve hoogfrequentverhitting aan de romp wordt gelast.

Door de toepassing van de inductieve hoogfrequent-verwarmings-werkwijze kunnen praktisch gelijke cyclustijden worden bereikt als bij 40 het omkralen van de gebruikelijke blikken bodems, daar een warmteover- 8601536 - 3 - dracht door de verschillende lagen van bodem en romp niet behoeft plaats te vinden. Verder heeft de uitvoering volgens de uitvinding het voordeel dat de bodem praktisch met gelijke inrichtingen kan worden aangebracht als deze worden gébruikt bij het aanbrengen van de blikken bodems. Het 5 lassen of afdichten door middel van hoogfrequentverwarming aan de binnen-en buitenzijde van de bodem is vooral daarom mogelijk dat de metalen blok-keerfolie aan de binnenzijde ligt, d.w.z. zo dicht mogelijk bij de lasbare kunststofbekledingen.

De werkwijze volgens de uitvinding heeft het zeer bijzondere 10 voordeel dat deze niet alleen bij cirkelvormige maar ook bij onronde bussen met de zelfde voordelen kan worden toegepast en ook in belangrijke mate onafhankelijk van de wanddikte van de romp.

Volgens een uitvoeringsvoorbeeld van de uitvinding kan de kartonlaag van de bodem aan de buitenzijde zijn bedrukt met een metaalverf 15 en een beschermlaklaag hebben, teneinde enerzijds de bodem een metalen uiterlijk te geven en anderzijds door de beschermlak binnendringen van vocht in de kartonlaag te beletten.

Bij een verdere gunstige uitvoering is de naar omhoog getrokken buitenrand van de bodem naar binnen, in de richting van de rand, 20 omgebogen, zodat het snijvlak niet vrij ligt en daardoor ook tegen het binnendringen van vocht is beschermd. Ook wordt een delamineren van het composietmateriaal aan het snijvlak vermeden.

Tenslotte kan volgens de uitvinding de tegenover de bodem liggende sluiting op de zelfde wijze zijn opgebouwd als de bodem en op gelijke 25 wijze als deze aan de romp zijn gelast en kan verder de sluiting tenminste ter plaatse van de kartonlaag zijn voorzien van een beoogde breuklijn, die de omtrek vormt van een opnieuw sluitbare klep. Deze uitvoeringsvorm heeft het voordeel dat de bodem· en het sluitdeksel van het zelfde materiaal en met gelijke snijgereedschappen kunnen worden vervaardigd 30 en ook met gelijke sluitmachines met de romp kunnen worden verbonden.

Deze uitvoeringsvorm wordt bij voorkeur gebruikt voor strooibare produkten, die portiegewijs uit de combinatiebus worden genomen, die dan steeds weer met de klep kan worden gesloten.

De uitvinding zal hieronder nader worden toegelicht 35 aan de hand van de tekening, waarin enige uitvoeringsvoorbeelden van de combinatiebus volgens de uitvinding zijn weergegeven.

Fig. 1 is een gedeeltelijke doorsnede door een uitvoeringsvorm van de combinatiebus.

Fig. 2 is een doorsnede ter plaatse van de verbinding tussen 40 bodem en romp bij een andere uitvoeringsvorm.

S S 015 3 6 : «ς - 4 -

Fig. 3 is een doorsnede ter plaatse van de verbinding tussen de sluiting en de romp en

Fig. 4 toont een bovenaanzicht op de uitvoeringsvorm volgens fig. 3.

5 De in de tekening weergegeven combinatiebus heeft een romp 1, een bodem 2, een sluiting 3 en in de uitvoeringsvorm volgens fig. 1 een snapdeksel 4, bestaande uit een van kunststof gevormd deel.

De romp 1, die een willekeurige dwarsdoorsnede kan hebben (rond of onrond) bestaat uit tenminste één kartonlaag 5, een aan de 10 binnenzijde aangebrachte blökkeerfoelie 6, bijvoorbeeld van aluminium, en een aan de binnenzijde daarvan aangebrachte bekleding 7 van een las-bare kunststof. De romp 1 wordt door schroeflijnvormig of in de langs-richting wikkelen van het genoemde composietmateriaal in een gesloten vorm gebracht. De afdichtbaarheid aan de buitenzijde van de romp wordt 15 bereikt door een geschikte lak of door bekledingen.

De bodem 2 heeft in principe de zelfde constructie als de romp 1. De bodem bestaat namelijk uit tenminste één kartonlaag 9, die aan de binnenzijde is bekleed met een metalen blokkeerfoelie 10, bijvoorbeeld van aluminium·, welke op zijn beurt weer een bekleding 11 draagt van een 20 lasbare kunststof. Aan de buitenzijde is de kartonlaag 9 bij voorkeur bedrukt met een metaalverf 12. De bodem 2 is diepgetrokken van het beschreven composietmateriaal, zodat de bodem in de romp 1 kan worden geplaatst.

De sluiting 3 is bij de uitvoeringsvorm volgens fig. 1 uitge-25 voerd als memebraansluiting. De sluiting bestaat uit een buitenste metaalfoelie 13 en een bekleding 14 aan de binnenzijde, die weer is gevormd van een lasbare kunststof. Verder is op de buitenzijde een open— scheurlip 15 voor het openen van de sluiting aangebracht. Ook de sluit-membraan 3 is diepgetrokken en in de romp 1 geplaatst. Voor het sluiten 30 van de houder na het voor de eerste maal openen dient het snapdeksel 4.

De membraansluiting 3 is met zijn rand 16 over de open eindzijde 17 van de romp 1 naar buiten getrokken en door warmlassen of hoogfrequent-lassen van de kunststofbekleding 14 en de bekleding 7 aan de romp bevestigd. In deze vorm wordt de houder aan het vulbedrijf geleverd, 35 waar het vulmateriaal wordt ingebracht en vervolgens de houder met de bodem 2 wordt gesloten. Daartoe wordt de in de romp geplaatste diepgetrokken bodem 2 met zijn rand 18 over de open eindzijde 19 van de romp 1 vervormd en tegen het buitenste mantelvlak van de romp 1 aangelegd. Vervolgens worden de bekledingen 7 aan de romp 1 en de bekleding 11 40 aan de bodem 2 door inductieve hoogfrequentverwarming gelast en afgedicht 8601536 - 5 - zodat zich ook ter plaatse van de bodem een hermetische, gas- en vloeistof- en dampdiffusiedichte sluiting bevindt.

Bij het uitvoeringsvoorbeeld volgens fig. 2 is de naar buiten naar omhoog getrokken rand 18 van de bodem 2 iets naar binnen ingedrukt 5 zodat zijn eind-snijvlak 20 tegen de buitenzijde van de romp 1 wordt gedrukt en daardoor wordt beschermd. Eventueel kan daarbij de gehele, over de eindrand 19 van de romp grijpende rand van de bodem 2 en ook de raap zelf ter plaatse van de eindrand iets worden platgedrukt.

Fig. 3 toont een bovenste sluiting 2, die, evenals de bodem 10 2 volgens fig. 1, bestaat uit een kartonlaag 21, een metalen blokkeer- foelie 22 aan de binnenzijde, een kunststofbekleding 23 en een aan de buitenzijde aangebrachte beschermlaklaag 24. De sluiting 2 grijpt met zijn rand 25 over de bovenste eindrand 26 van de romp 1 en is daarmee afgedicht verbonden door hoogfrequent lassen van de kunststofbekledingen 15 7 en 23.

In fig. 4 is een bovenaanzicht op de sluiting 3 volgens fig. 3 op kleinere schaal weergegeven. Bij deze uitvoeringsvorm heeft de combinatiebus een rechthoekige dwarsdoorsnede met afgeronde hoeken 27.

Ter plaatse van een hoek 27 is de sluiting voorzien van een beoogde breuk-20 lijn 28 in driehoekvorm, die, zoals ook in fig. 3 is aangeduid, binnen de over de romp grijpende rand van de sluiting ligt. Aan deze beoogde breuklijn 28 kan de sluiting 3 worden opengescheurd, zodat een soort klep 29 ontstaat, die na het eerste openen weer kan worden gesloten.

De daarbij ontstaande opening kan, in het bijzonder bij aanbrengen in 25 de hoek, dienen als strooi-opening.

30 35 40 8501536

Claims (4)

1. Combinatiebus van composietmateriaal, waarvan de romp bestaat uit tenminste een buitenste kartonlaag, een deze aan de binnenzijde bedekkende blokkeerfolie, bijvoorbeeld van aluminium en een binnenste lasbare kunststofbekleding, waarvan de sluiting bestaat uit een 5 eventueel openscheurbare laag met een lasbare kunststofbekleding aan de binnenzijde en waarvan de na het inbrengen van het vulmateriaal aan te brengen, diepgetrokken bodem, bestaat uit tenminste één kartonlaag, een metalen blokkeerfoelie en een aan de binnenzijde aangebrachte lasbare kunststofbekleding, waarbij de bodem met zijn rand over de eindrand 10 van de romp naar buiten omhoog is getrokken en aan de binnen- en buitenzijde aan de romp is vastgelast, met het kenmerk, dat de metalen blokkeerfolie(10) van de bodem (2) aan de binnenzijde van de kartonlaag (9) is aangebracht en op zijn beurt aan de binnenzijde de kunststofbekleding (11) heeft en dat de bodem (2) door middel van inductieve 15 hoogfrequentverwarming aan de romp (1) is gelast.

2. Combinatiebus volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de kartonlaag (9) van de bodem (2) aan de buitenzijde is bedrukt met bijvoorbeeld een metaalverf (12) en met een beschermlak.

3. Combinatiebus volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, 20 dat de naar omhoog getrokken buitenrand (18) van de bodem (2) naar binnen, in de richting naar de romp toe, is platgedrukt.

4. Combinatiebus volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de tegenover de bodem (2) liggende sluiting (3) op gelijke wijze is opgebouwd als de bodem (2) en op gelijke wijze als 25 deze aan de romp (1) is gelast en dat de sluiting (3) tenminste ter plaatse van de kartonlaag is voorzien van een beoogde breuklijn, welke de omtrek van een opnieuw sluitbare klep vormt. 30 35 860153®