NL8600224A - Klemkontaktorgaan en uit meerdere van dergelijke klemkontaktorganen opgebouwde randkonnektor voor het verbinden van geleiders. - Google Patents

Klemkontaktorgaan en uit meerdere van dergelijke klemkontaktorganen opgebouwde randkonnektor voor het verbinden van geleiders. Download PDF

Info

Publication number
NL8600224A
NL8600224A NL8600224A NL8600224A NL8600224A NL 8600224 A NL8600224 A NL 8600224A NL 8600224 A NL8600224 A NL 8600224A NL 8600224 A NL8600224 A NL 8600224A NL 8600224 A NL8600224 A NL 8600224A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
contact member
clamping contact
arm
resilient
edge connector
Prior art date
Application number
NL8600224A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Du Pont Nederland
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Du Pont Nederland filed Critical Du Pont Nederland
Priority to NL8600224A priority Critical patent/NL8600224A/nl
Priority to US07/003,476 priority patent/US4701002A/en
Priority to BR8700355A priority patent/BR8700355A/pt
Priority to KR1019870000708A priority patent/KR950000431B1/ko
Priority to JP62017413A priority patent/JPS62184786A/ja
Priority to EP87200136A priority patent/EP0231975B1/en
Priority to DE8787200136T priority patent/DE3771224D1/de
Priority to ES87200136T priority patent/ES2023179B3/es
Priority to AT87200136T priority patent/ATE65145T1/de
Priority to AU68146/87A priority patent/AU589082B2/en
Priority to CA000528624A priority patent/CA1273685A/en
Publication of NL8600224A publication Critical patent/NL8600224A/nl
Priority to SG942/91A priority patent/SG94291G/en
Priority to HK1005/91A priority patent/HK100591A/xx

Links

Classifications

    • HELECTRICITY
    • H01ELECTRIC ELEMENTS
    • H01RELECTRICALLY-CONDUCTIVE CONNECTIONS; STRUCTURAL ASSOCIATIONS OF A PLURALITY OF MUTUALLY-INSULATED ELECTRICAL CONNECTING ELEMENTS; COUPLING DEVICES; CURRENT COLLECTORS
    • H01R12/00Structural associations of a plurality of mutually-insulated electrical connecting elements, specially adapted for printed circuits, e.g. printed circuit boards [PCB], flat or ribbon cables, or like generally planar structures, e.g. terminal strips, terminal blocks; Coupling devices specially adapted for printed circuits, flat or ribbon cables, or like generally planar structures; Terminals specially adapted for contact with, or insertion into, printed circuits, flat or ribbon cables, or like generally planar structures
    • H01R12/50Fixed connections
    • H01R12/59Fixed connections for flexible printed circuits, flat or ribbon cables or like structures
    • H01R12/65Fixed connections for flexible printed circuits, flat or ribbon cables or like structures characterised by the terminal
    • HELECTRICITY
    • H01ELECTRIC ELEMENTS
    • H01RELECTRICALLY-CONDUCTIVE CONNECTIONS; STRUCTURAL ASSOCIATIONS OF A PLURALITY OF MUTUALLY-INSULATED ELECTRICAL CONNECTING ELEMENTS; COUPLING DEVICES; CURRENT COLLECTORS
    • H01R12/00Structural associations of a plurality of mutually-insulated electrical connecting elements, specially adapted for printed circuits, e.g. printed circuit boards [PCB], flat or ribbon cables, or like generally planar structures, e.g. terminal strips, terminal blocks; Coupling devices specially adapted for printed circuits, flat or ribbon cables, or like generally planar structures; Terminals specially adapted for contact with, or insertion into, printed circuits, flat or ribbon cables, or like generally planar structures
    • H01R12/50Fixed connections
    • H01R12/59Fixed connections for flexible printed circuits, flat or ribbon cables or like structures
    • H01R12/62Fixed connections for flexible printed circuits, flat or ribbon cables or like structures connecting to rigid printed circuits or like structures
    • HELECTRICITY
    • H01ELECTRIC ELEMENTS
    • H01RELECTRICALLY-CONDUCTIVE CONNECTIONS; STRUCTURAL ASSOCIATIONS OF A PLURALITY OF MUTUALLY-INSULATED ELECTRICAL CONNECTING ELEMENTS; COUPLING DEVICES; CURRENT COLLECTORS
    • H01R12/00Structural associations of a plurality of mutually-insulated electrical connecting elements, specially adapted for printed circuits, e.g. printed circuit boards [PCB], flat or ribbon cables, or like generally planar structures, e.g. terminal strips, terminal blocks; Coupling devices specially adapted for printed circuits, flat or ribbon cables, or like generally planar structures; Terminals specially adapted for contact with, or insertion into, printed circuits, flat or ribbon cables, or like generally planar structures
    • H01R12/70Coupling devices
    • H01R12/77Coupling devices for flexible printed circuits, flat or ribbon cables or like structures
    • H01R12/78Coupling devices for flexible printed circuits, flat or ribbon cables or like structures connecting to other flexible printed circuits, flat or ribbon cables or like structures
    • HELECTRICITY
    • H01ELECTRIC ELEMENTS
    • H01RELECTRICALLY-CONDUCTIVE CONNECTIONS; STRUCTURAL ASSOCIATIONS OF A PLURALITY OF MUTUALLY-INSULATED ELECTRICAL CONNECTING ELEMENTS; COUPLING DEVICES; CURRENT COLLECTORS
    • H01R12/00Structural associations of a plurality of mutually-insulated electrical connecting elements, specially adapted for printed circuits, e.g. printed circuit boards [PCB], flat or ribbon cables, or like generally planar structures, e.g. terminal strips, terminal blocks; Coupling devices specially adapted for printed circuits, flat or ribbon cables, or like generally planar structures; Terminals specially adapted for contact with, or insertion into, printed circuits, flat or ribbon cables, or like generally planar structures
    • H01R12/70Coupling devices
    • H01R12/77Coupling devices for flexible printed circuits, flat or ribbon cables or like structures
    • H01R12/79Coupling devices for flexible printed circuits, flat or ribbon cables or like structures connecting to rigid printed circuits or like structures

Landscapes

  • Coupling Device And Connection With Printed Circuit (AREA)
  • Multi-Conductor Connections (AREA)

Description

H.0. 33.594 1 . H' ^ *
Klemkontaktorgaan en uit meerdere van dergelijke klemkontakt-organen opgebouwde randkonnektor voor het verbinden van geleiders .
5 Aanvraagster noemt als uitvinder: B. Mouissie.
De uitvinding heeft betrekking op een klemkontaktorgaan voor het elektrisch verbinden van geleiders, voorzien van een eerste verende arm 10 en een uit meerdere van dergelijke klemkontaktorganen opgebouwde randkonnektor voor het verbinden van meerdere parallelle geleiders. Een verbindingsinrichting van deze soort is bekend uit het Amerikaanse octrooischrift 4.379.608.
Sedert een aantal jaren wordt voor verbindingen in voornamelijk 15 elektronische apparatuur of voor het onderling verbinden van elektronische apparaten veelvuldig gebruik gemaakt van flexibele geleiderfolie, bijvoorbeeld vervaardigd door een op een als drager dienst doende polyesterfolie aangebrachte koperen laag te etsen tot een samenstel van meerdere flexibele (parallelle) geleiders.
20 Een bijzondere groep van toepassingen wordt gevormd door verbin dingen van flexibele geleiderfolie met de glazen substraten van vloeibaar kristal- of LED (Light Emitting Diode) -weergeefpanelen. Hierbij moet in het algemeen een elektrische verbinding tot stand gebracht worden tussen een aantal parallelle geleidende stroken op het substraat en 25 de respektievelijke geleiders van de flexibele folie.
Vloeibaar kristal- en LED-weergeefpanelen worden momenteel in de meest uiteenlopende vormen en voor de meest uiteenlopende funkties ge-konstrueerd» bijvoorbeeld als instrumentpanelen in vliegtuigen, auto's en schepen, als alfa-numerieke weergevers in telekommunikatie-appara-30 tuur, enz. Op het substraat van een dergelijk paneel worden dan een of meerdere verschillende funkties ondergebracht, bijvoorbeeld snelheidsmeter, toerentalmeter, hoogtemeter, indikatie- en waarschuwingsteksten, enz. Dit betekent dat een dergelijk substraat aan zijn randen van een betrekkelijk groot aantal kontaktstroken is voorzien. Wanneer een der-35 gelijk substraat met op een plaat met gedrukte bedrading gesoldeerde opsteekkontakten verbonden wordt, kan het substraat niet meer vervangen worden zonder de soldeerverbinding van een of meerdere langs de randen aangebrachte opsteekkontakten te verbreken.
Door de verbindingen met het substraat uit te voeren via flexibele 40 geleiderfolie kan deze moeilijkheid voorkomen worden. Flexibele gelei- ^ ^ ·) Λ 1 V? ' -./ ~J Lm ^ i- * 2 derfolie kan verder geëtst worden als gedrukte bedrading en biedt daardoor eveneens aantrekkelijke mogelijkheden om hiermee de diverse uitwendig benodigde verbindingen tussen het substraat en de apparatuur voor de sturing van de verschillende funkties tot stand te brengen.
5 In de randkonnektor uit het bovengenoemde Amerikaanse octrooi- schrift 4.379.608 wordt een elektrische verbinding tussen de kontakt-stroken of geleiders op een glazen substraat en de parallelle geleiders van de flexibele folie verkregen door het mechanisch onder uitwendige veerkracht aandrukken van de flexibele geleiderfolie op het substraat. 10 De kwaliteit van deze verbinding is in grote mate afhankelijk van de konstruktie-elementen, die ervoor moeten zorgen dat de geleiders van de folie nauwkeurig gepositioneerd worden ten opzichte van de kontaktstro-ken op het substraat. Omdat de glazen substraten in het algemeen nogal scherpe randen bezitten, kunnen de dunne geleiders van de folie gemak-15 kelijk beschadigd worden. Dit geldt nog meer bij konnektoren waarbij de flexibele geleiderfolie over een rand van het substraat gevouwen moet worden.
Andere verbindingen waarbij geleidende veerkrachtige stroken, de zogenaamde Zebra-strippen, als intermediair tussen de kontaktstroken 20 van het weergeefpaneel en bijvoorbeeld een plaat met gedrukte bedrading worden aangebracht en waarbij onder uitwendige mechanische druk de zebra-strippen een elektrische verbinding tot stand brengen tussen het weergeefpaneel en de plaat met gedrukte bedrading, laten geen snelle en eenvoudige montage toe. Voorts zijn voor de positionering van de Zebra-25 strippen diverse losse hulpmiddelen zoals kontaktramen, aandrukmiddelen en dergelijke nodig.
De uitvinding beoogt bovengenoemde nadelen te ondervangen en een klemkontaktorgaan en een randkonnektor te verschaffen van de in de aanhef genoemde soort, in het bijzonder voor het verbinden van een flexi-30 bele geleiderfolie met het stijve substraat van een vloeibaar kristal-of LED-weergeefpaneel, waarbij de flexibele geleiderfolie zonder kon-taktwrijving in de randkonnektor gevoerd kan worden, daarin op een eenvoudige wijze gepositioneerd kan worden, en waarmee vervolgens zonder uitwendige mechanische drukmiddelen een betrouwbare verbinding tot 35 stand gebracht kan worden tussen de kontaktstroken op het stijve substraat en de respektievelijke geleiders van de flexibele folie.
Volgens de uitvinding wordt daartoe een klemkontaktorgaan verschaft, dat een bij benadering E-vormige opbouw heeft met ten minste drie vanaf een basisdeel uitstekende kontaktarmen, opvolgend een vaste 40 arm, de genoemde eerste verende arm en een tweede verende arm, zodanig 3 -3 * Λ 0 ft •W 'J V w -f 3 * 4 dat tussen de vaste en eerste verende arm respektievelijk tussen de eerste en tweede verende arm een eerste respektievelijk tweede insteek-opening is gevormd, waarbij door het invoeren van een stijf substraat in de eerste insteekopening de eerste verende arm weggedrukt wordt en 5 deze een drukkracht op een voorafgaand zonder kontaktwrijving in de tweede insteekopening ingevoerde flexibele dunne geleider uitoefent zodat een elektrische verbinding tussen de flexibele dunne geleider en ten minste een andere te kontakteren geleider wordt gerealiseerd. Het stijve substraat kan hierbij van een te kontakteren geleider zijn voor-10 zien.
Een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding heeft het kenmerk, dat de tweede verende arm een van de insteekzijde terugwaarts omgebogen vorm heeft en dat de eerste verende arm een meandervorm met ten minste een aandrukvlak in de eerste en een ander aandrukvlak in de tweede 15 insteekopening heeft.
Een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding heeft het kenmerk, dat volgend op de tweede verende arm een andere vaste arm is aangebracht zodanig, dat tussen de tweede verende arm en de andere vaste arm een derde insteekopening is gevormd voor het invoeren van een 20 tweede stijf substraat waardoor de tweede verende arm weggedrukt wordt en deze een drukkracht op de voorafgaand ingevoerde flexibele dunne geleider naar de eerste verende arm toe uitoefent.
Weer een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding heeft het kenmerk, dat de eerste en tweede verende armen elk een vanaf de 25 insteekzijde naar elkaar en terugwaarts omgebogen vorm hebben.
Nog een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding heeft het kenmerk, dat de vaste arm nabij zijn uiteinde een naar de bijbehorende insteekopening gekeerde V-vormige inkeping heeft, zodanig dat het betreffende stijve substraat onder een hoek met de vaste arm ingevoerd 30 wordt tot zijn insteekrand in de V-vormige inkeping ligt en vervolgens met hefboomwerking op de naastliggende verende arm evenwijdig aan de vaste arm met lage kontaktwrijving ingevoerd wordt. De vaste arm is bij voorkeur voorzien van een aanslag tegen de vlakke zijde waarvan de geleider of een geleiderdrager ingevoerd in het eerste insteekkontakt in 35 de rusttoestand aanligt.
Naast een verbinding tussen bijvoorbeeld een kontaktstrook op een substraat en een geleider op een flexibele folie kan het ook noodzakelijk zijn het klemkontaktorgaan direkt te verbinden met bijvoorbeeld signaaldraden of een plaat met gedrukte bedrading. Het klemkontakt-40 orgaan volgens de uitvinding is daartoe voorzien van aangevormde midde- ü r, y 0 L L ^ 4 P -4 len voor het elektrisch verbinden van het klemkontaktorgaan met uitwendige verbindingsmiddelen.
Voor het verbinden van meerdere parallelle dunne geleiders van bij voorkeur een flexibele folie met meerdere parallelle kontaktstroken op 5 een stijf substraat wordt volgens de uitvinding een van meerdere rijvormig in een gemeenschappelijk buis van isolerend materiaal ondergebrachte klemkontaktorganen voorziene randkonnektor verschaft, waarin de meerdere klemkontaktorganen zodanig gerangschikt zijn, dat de meerdere klemkontaktorganen zodanig gerangschikt zijn dat de eerste respektieve-10 lijk derde insteekopeningen een rij vormen voor het invoeren van het eerste respektievelijk tweede substraat en de tweede insteekopeningen een rij vormen voor het invoeren van de flexibele geleiderfolie, waarbij de onderling elektrisch gescheiden klemkontaktorganen een elektrische verbinding tussen de met eenzelfde klemkontaktorgaan gekontakteer-15 de geleiders realiseren.
Een nadeel van de randkonnektor uit het Amerikaanse octrooischrift 4.379.608 vormt het positioneren en het in een bepaalde positie houden van de flexibele geleiderfolie, zodanig dat een betrouwbaar en eenduidig kontakt wordt gemaakt tussen een geleider van de flexibele gelei-20 derfolie en bijvoorbeeld een kontaktstrook op het stijve substraat. Omdat een doelstelling van de uitvinding betrekking heeft op het verschaffen van middelen voor het positioneren van de flexibele geleider-'folie in de rij van tweede insteekopeningen, heeft een voorkeursuitvoeringsvorm van de randkonnektor volgens de uitvinding daartoe het ken-25 merk, dat de middelen voor het positioneren van de parallelle geleiderfolie worden gevormd door een aan elke korte zijde van het gemeenschappelijke huis aangebrachte rechthoekige uitsparing die via een sleufvormig verbindingskanaal inwendig ruimtelijk in verbinding staat met een hoofdzakelijk dwars op de rijen van insteekopeningen geplaatste gleuf-30 vormige opening die toegankelijk is vanaf de insteekzijde, dat de flexibele geleiderfolie een voorbewerkt uiteinde bezit met aan. weerszijden van de folie uitstekende veerkrachtige buigbare lippen, die na het inbrengen in de respektievelijke gleufvormige openingen elk in een uitsparing naar buiten toe kunnen uitklappen en in die positie door het 35 achtervlak van ,de zijwaarts ten opzichte van de uitsparing uitstekende korte zijde van het huis geblokkeerd worden, waardoor de parallelle geleiders van de flexibele geleiderfolie tussen de respektievelijke tweede insteekopeningen gepositioneerd zijn en de folie in zijn geheel in het gemeenschappelijke huis vastgehouden wordt.
40 Een verdere voorkeursuityoeringsvorm van de randkonnektor heeft .<4 Γ\ Λ. 0 ' 38 υ - ί ··' 5 ' * daartoe het kenmerk., dat het gemeenschappelijk huis van de randkonnek-tor aan de insteekzijde gedefinieerde invoeropeningen heeft voor het in de rijen van insteekopeningen invoeren van de flexibele geleiderfolie en een eerste of tweede stijf substraat.
5 Weer een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van de randkonnektor heeft het kenmerk, dat het achtervlak van de zijwaarts ten opzichte van de uitsparing uitstekende korte zijde van het gemeenschappelijke huis ter hoogte van de rij van tweede insteekopeningen een naar de uitsparing gekeerde V-vormige inkeping heeft zodanig, dat de lippen van de 10 folie elk in een dergelijke inkeping gepositioneerd kunnen worden.
Het gemeenschappelijk huis kan tevens voorzien zijn van grendel-middelen voor het aan het huis vergrendelen van de uitwendige verbindingsmiddelen.
Met voordeel kan de randkonnektor volgens de uitvinding ook toege-15 past worden als konnektor voor het zonder kontaktwrijving invoeren en verbinden van parallelle dunne geleiders, in het bijzonder een flexibele geleiderfolie. Vorwaarde hiertoe is echter dat de klemkontakt-organen van de randkonnektor voorzien zijn van aangevormde middelen voor het kontakteren van deze kontaktorganen met uitwendige verbin-20 dingsmiddelen. In de rij van eerste respektievelijk derde insteekopeningen moet dan een eerste respektievelijk tweede stijf substraat van Isolerend materiaal ingevoerd worden, waardoor een elektrische verbinding tot stand wordt gebracht tussen een zich In een van de klemkon-taktorganen bevindende geleider van bijvoorbeeld een flexibele gelei-25 derfolie en een met dat klemkontaktorgaan gekontakteerde uitwendige geleider.
Het klemkontaktorgaan kan met voordeel uit een stuk elektrisch geleidend plaatmateriaal worden geponst, terwijl het gemeenschappelijk huis bij voorkeur uit gespoten Isolatiemateriaal bestaat. Hierdoor kun-30 nen de klemkontaktsamenstellen volgens de uitvinding op grote schaal en op eenvoudige en goedkope wijze vervaardigd worden.
De uitvinding zal nu nader toegelicht worden aan de hand van de door de tekeningen weergegeven uitvoeringsvoorbeelden.
Figuur 1 toont perspektivisch de opbouw van een voorkeursuitvoe-35 ring van een klemkontaktorgaan volgens de uitvinding; figuur 2 toont een zijaanzicht van een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van een klemkontaktorgaan volgens de uitvinding; figuur 3 toont een zijaanzicht van nog een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van een klemkontaktorgaan volgens de uitvinding; 40 figuur 4 toont perspektivisch de opbouw van het klemkontaktorgaan ft Λ Λ * J w — - ’ * 6 uit figuur 1 met achterwaarts uitstekende pennen voor het kontakteren van het klemkontaktorgaan met uitwendige verbindingsmiddelen; figuur 5 toont perspektivisch de opbouw van het klemkontaktorgaan volgens figuur 1 voorzien van een of meerdere opsteekkontakten voor het 5 kontakteren van het klemkontaktorgaan met uitwendige verbindingsmiddelen; figuur 6 toont perspektivisch in gedeeltelijke doorsnede de opbouw van een voorkeursuitvoering van een randkonnektor volgens de uitvinding, waarin de klemkontaktorganen volgens figuur 4 zijn toegepast en 10 toont het voorbewerkte uiteinde van de flexibele geleiderfolie; figuur 7 toont perspektivisch de randkonnektor volgens figuur 6 met een daarin opgesloten flexibele geleiderfolie en het in te brengen substraat; figuur 8 toont een verdere uitvoeringsvorm van een randkonnektor 15 volgens de uitvinding, met daarin aangebrachte inkepingen voor het opnemen van de lippen van de flexibele geleiderfolie; figuur 9 toont perspektivisch een voorkeursuitvoeringsvorm van een randkonnektor volgens de uitvinding, gezien vanaf de insteekzijde met gedefinieerde inbrengopeningen voor een stijf substraat en een flexibe-20 le geleiderfolie; figuur 10 toont perspektivisch de randkonnektor volgens figuur 9 gezien vanaf de achterzijde; en figuur 11 toont een toepassingsvoorbeeld van diverse uitvoeringsvormen van een randkonnektor volgens de uitvinding.
25 In de in figuur 1 weergegeven uitvoering van het klemkontaktorgaan 1 volgens de uitvinding zijn de met een basisdeel verbonden vaste arm 2, de eerste verende arm 3 en de tweede verende arm 4 te herkennen, nagenoeg in een E-vorm gerangschikt. Het kontaktvlak 5 van de vaste arm 2 en het bovenste aandrukvlak 6 van de eerste verende arm 3 vormen de 30 eerste insteekopening 9, terwijl het onderste aandrukvlak 7 van de eerste verende arm 3 en het kontaktvlak 8 van de tweede verende arm 4 een tweede insteekopening 10 vormen. De beide kontaktvlakken 5, 8 zijn via de vaste arm 2, de tweede verende arm 4 en het basisdeel van het klemkontaktorgaan elektrisch met elkaar verbonden. De insteekopeningen 35 9, 10 bevinden zich aan de insteekzijde van het klemkontaktorgaan 1. De tweede verende arm 4 heeft een aan de van de insteekopening 10 terug-waarts omgebogen vorm. De eerste verende arm 3 is meandrisch gevormd, zodanig dat het zich aan de zijde van de insteekopeningen bevindende uiteinde schuin naar beneden gebogen is, terwijl het bovenste aandruk-40 vlak 6 zich op een top en het onderste aandrukvlak 7 zich bij een ver- λ λ <*) 3, w -J '-* * *» 7 ' der naar achter gelegen dal van de meandervorm bevindt, De op dit dal volgende top» gezien vanaf de insteekopeningen, is verbonden met het basisdeel van het klemkontaktorgaan 1.
Door het invoeren van een stijf substraat in de eerste insteek-5 opening 9, zal de eerste verende arm 3 benedenwaarts verplaatst worden, waardoor deze via zijn onderste aandrukvlak 7 een drukkracht uitoefent op een in de tweede insteekopening 10 ingevoerde dunne geleider. Afhan- ✓ kelijk van de verplaatsing van de eerste verende arm 3 kan ook de tweede verende arm 4 een benedenwaartse verplaatsing ondergaan. Om te ver-10 hinderen dat deze arm teveel doorgebogen kan worden kan een naar beneden gerichte nok 14 aan de van het kontaktvlak 8 afgekeerde zijde van de tweede verende am 4 gevormd zijn.
De opening tussen het onderste aandrukvlak 7 van de eerste verende am en het kontaktvlak 8 van de tweede verende am heeft zodanige afme-15 tingen, dat hiertussen zonder kontaktwrijving een geleider ingevoerd kan worden wanneer de eerste insteekopening vrij is. Dit is speciaal van belang voor een flexibele geleider of een flexibele geleidende strook omdat deze geen drukkrachten in langsrichting kunnen weerstaan. De blanke zijde van deze geleider of geleidende stroken wordt daarbij 20 in kontakt gebracht met het kontaktvlak 8 van de tweede verende am 4. De blanke zijde van een in de eerste insteekopening 9 in te voeren geleider of geleidende strook van een substraat moet in kontakt gebracht worden met het kontaktvlak 5 van de vaste am 2. De eerste verende am 3 moet daarbij zorgen voor voldoende kontaktdruk voor een betrouwbare 25 elektrische verbinding tussen de kontaktvlakken en de respektievelijke geleiders.
Zoals uit figuur 1 is te zien, is de vaste arm 2 voorzien van een benedenwaarts gerichte aanslag 11. Een in het eerste insteekkontakt 9 ingevoerde geleider of geleiderdragend substraat zal in de rusttoestand 30 tegen de vlakke zijde 12 van de aanslag 11 rusten.
De naar boven uitstekende nok 13 aan de bovenzijde van de vaste am 2 van het klemkontaktorgaan dient om het klemkontaktorgaan vast te houden in een eventueel rond het klemkontaktorgaan aan te brengen omhulling van bijvoorbeeld kunststof.
35 In figuur 2 is een zijaanzicht van het klemkontaktorgaan uit figuur 1 getoond, echter in deze uitvoeringsvorm heeft de vaste am 2 nabij zijn uiteinde een naar de insteekopening 9 gekeerde V-vormige inkeping 5’.
Het in de insteekopening 9 in te brengen substraat wordt onder een 40 hoek met de vaste am 2 ingevoerd, totdat zijn insteekrand in de V-vor- ζ ·' ' · ' · ’·
T >. I _ -J
-♦ *-» * ·*** --3 * " " 8 mige inkeping 5’ ligt zoals gestippeld weergegeven in figuur 2. Door vervolgens het substraat parallel aan de vaste arm 2 te brengen, wordt door de op deze wijze uitgeoefendé hefboomwerking de eerste verende arm 3 naar beneden verplaatst en kan het substraat verder onder lage kon- 5 taktwrijving in de eerste insteekopening tot aan de aanslag 11 ingevoerd worden.
De opsteekkracht van het klemkontaktorgaan is aanzienlijk kleiner dan bij het klemkontaktorgaan volgens figuur 1, omdat de veerkracht van de eerste verende arm nu nagenoeg via een hefboomwerking door het in te 10 voeren substraat wordt overwonnen. Het klemkontakt volgens deze uitvoeringsvorm is aan de bovenzijde van een nok 13* voorzien, om het klemkontaktorgaan vast te houden in een eventueel rond het klemkontaktorgaan aan te brengen omhulling van bijvoorbeeld kunststof. Afhankelijk van de vorm van deze omhulling kan in plaats van de nok 13' ook een nok 15 13 zoals in de uitvoeringsvorm van figuur 1 aangebracht zijn of kan omgekeerd het klemkontaktorgaan van figuur 1 van een nok 13' in plaats van 13 voorzien zijn.
Figuur 3 toont een uitvoeringsvorm van een klemkontaktorgaan 1, met een vanaf een basisdeel uitstekende eerste en tweede vaste arm res-20 pektievelijk 2 en 2' . De tweede vaste arm 2' vormt samen met de tweede verende arm 4 een derde insteekopening 9’ .
Deze eerste en tweede verende armen 3, 4 hebben een vanaf de in-steekzijde naar elkaar en terugwaarts omgebogen vorm. Daarbij kan zowel de tweede verende arm 4 van een kontaktvlak 8 alsook de eerste verende 25 arm 3 van een kontaktvlak 8' voorzien zijn. De beide verende armen vormen de tweede insteekopening 10. Om doorbuigen van deze beide verende armen te voorkomen kunnen de nokken 14 aangebracht zijn. Aan de naar de respektievelijke vaste arm toegekeerde zijde bezitten de verende armen aandruknokjes 6' en 7* in respektievelijk de eerste 9 en derde insteek-30 opening 9'.
Door het inbrengen van een eerste stijf substraat in de eerste insteekopening 9 en een tweede stijf substraat in de derde insteekopening 9' , worden de kontaktvlakken 8' respektievelijk 8 van de verende armen naar elkaar toe gedrukt, zodat een voorafgaand zonder kontakt-35 wrijving in de tweede insteekopening 10 ingebrachte dunne geleider elektrisch verbonden wordt met het klemkontaktorgaan 1 en de hiermee te · kontakteren geleiders.
Ook dit klemkontaktorgaan kan evenals de klemkontaktorganen uit figuur 1 en 2 van nokjes 13 of 13’ voorzien zijn voor het vasthouden 40 van het klemkontaktorgaan in een omhulling van bijvoorbeeld kunststof.
f> ^ rfj Λ f : *; * ‘ü * » ,.J ύ> *=» j 9 * ^
Naast de in figuur 3 weergegeven vorm kunnen de vaste armen ook zonder de V-vormige inkepingen 5’ worden uitgevoerd, zoals bij de vaste arm van het klemkontaktorgaan uit figuur 1.
Zoals al in het voorgaande opgemerkt, kan het klemkontaktorgaan 5 ook voorzien zijn van middelen voor het rechtstreeks elektrisch verbinden van het klemkontaktorgaan met bijvoorbeeld signaaldraden, steker-verbindingen, platen met gedrukte bedrading, enz. Figuur 4 toont daartoe een uitvoeringsvorm voor het kontaktorgaan volgens figuur 1 waarbij aan het basisdeel achterwaarts uitstekende pennen 15 van elektrisch ge-10 leidend materiaal zijn aangevormd. Over de pennen 15 kunnen stekerbus-sen geschoven worden of de pennen kunnen bijvoorbeeld gesoldeerd worden aan een plaat met gedrukte bedrading.
In figuur 5 is de uitvoeringsvorm van het klemkontaktorgaan volgens figuur 1 getoond, dat aan het basisdeel voorzien is van twee aan-15 gevormde opsteekkontakten 16, 17 van elektrisch geleidend materiaal.
Deze opsteekkontakten kunnen uitgevoerd zijn als isolatie doorsnijdende opsteekkontakten. De in de kontaktgleuven 18, 19 ingebrachte geleiders worden via deze opsteekkontakten 16, 17 rechtstreeks in elektrische verbinding gebracht met het klemkontaktorgaan 1.
20 Aan de opsteekkontakten zijn twee naar elkaar toe gerichte veer krachtige haken 20 gevormd. Deze haken 20 kunnen samenwerken met de over de opsteekkontakten aan te brengen delen waarin zich de signaal-draad of signaaldraden die in elektrische verbinding met het klemkontaktorgaan 1 gebracht moeten worden bevindt of bevinden, zodanig dat 25 deze delen vastgehouden worden over de opsteekkontakten.
De beide opsteekkontakten 16, 17 behoeven niet hetzelfde van vorm of afmeting te zijn. Dit om het mogelijk te maken signaaldraden van verschillende diameter aan te sluiten.
Het zal duidelijk zijn dat ook de uitvoeringsvormen van de klem-30 kontaktorganen volgens figuur 2 en figuur 3 op dezelfde wijze als het klemkontaktorgaan van figuur 1 van pennen 15 of opsteekkontakten 16, 17 voorzien kunnen zijn.
De afzonderlijke klemkontaktorganen kunnen onderling parallel en elektrisch ten opzichte van elkaar gescheiden tot een randkonnektor 35 samengevoegd worden, zodanig dat een rij van eerste insteekopeningen en parallel daaronder gelegen rijen van tweede insteekopeningen respektie-velijk derde insteekopeningen gevormd worden, alle voor het opnemen van meerdere parallelle geleiders, zoals getoond in de gedeeltelijk opengewerkte uitvoeringsvorm van de randkonnektor in figuur 6. Hierin zijn 40 klemkontaktorganen volgens figuur 4, ondergebracht in parallelle sleuf- - - 4 if ·ν.
10 vormige uitsparingen. 22 in een gemeenschappelijk huis 21 van elektrisch isolerend materiaal. De pennen 15 steken naar buiten uit aan de achterzijde van het gemeenschappelijke huis 21, dat wil zeggen de zijde gelegen tegenover de insteekopeningen. Het is uiteraard ook mogelijk de 5 klemkontaktorganen volgens de voorkeursuitvoering van de figuren 2 of 3 toe te passen, al dan niet voorzien van pennen 15 of opsteekkontakten 16, 17.
De onderlinge afstand tussen de klemkontaktorganen korrespondeert met de voor dit soort toepassingen gebruikelijke steekafstand van 0,635 10 mm of meer voor de klemkontaktorganen zonder middelen voor het aansluiten van te kontakteren uitwendige geleiders of 1,27 mm of meer voor de klemkontaktorganen met aangevormde pennen en 2,54 mm of meer voor de klemkontaktorganen met aangevormde opsteekkontakten.
Aan de voorzijde is het huis 21 open, voor het respektievelijk in-15 voeren van een flexibele geleiderfolie 30 met parallelle geleiders in de rij van tweede insteekopeningen en bijvoorbeeld een stijf geleider-dragend substraat 33 waarop een aantal parallelle kontaktstroken 34 zijn aangebracht, zoals getoond in figuur 7, in de rij van eerste in-steekkontakten.
20 Om de kontaktstroken 32 van de flexibele geleiderfolie 30 op de juiste wijze te kunnen positioneren tussen de tweede insteekopeningen 10 van de respektievelijke klemkontaktorganen 1 is aan elke smalle zijde van het gemeenschappelijke huis 21 een ten opzichte van deze smalle zijde naar binnen toe liggende rechthoekige uitsparing 27 aange-25 bracht, die via een inwendig sleufvormig verbindingskanaal 26 ruimtelijk in verbinding staat met een dwars op de rij van eerste respektievelijk tweede insteekopeningen geplaatste gleufvormige opening 23 welke gevormd wordt door de smalle zijde 24 van het gemeenschappelijke huis 21 en een evenwijdig hieraan maar op een afstand daarvan naar binnen 30 toe geplaatst tussenschot 25.
De flexibele geleiderfolie 30 is aan de voorzijde voorzien van aan weerszijden uitstekende veerkrachtige buigbare lippen 31 met respektievelijk afmetingen A, B. De folie wordt zonder kontaktwrijving in de tweede insteekopeningen gevoerd door de lippen 31 naar beneden toe te 35 buigen in een stand dwars op het vlak van de folie 30 zoals gestippeld weergegeven in figuur 6 en ze in deze stand in de gleuf vormige opening 23 te brengen. Door de folie verder in het gemeenschappelijke huis 21 te voeren bereiken de lippen via de verbindingskanalen 26 de uitsparingen 27 waarin ze weer in hun oorspronkelijke positie kunnen terugveren, 40 zie figuur 5. Daartoe korresponderen de afmetingen A, B van de uitspa- -V.-*- Λ o % ‘Vj ^ v i i «t · 11 ringen 27 met de afmetingen van de lippen 31. De lippen 31 worden in deze positie geblokkeerd door de achtervlakken 29 van de ten opzichte van de uitsparingen 27 zijwaarts uitstekende smalle zijden 24. De folie wordt hierdoor op de juiste wijze gepositioneerd tussen de rij van 5 tweede insteekopeningen in het gemeenschappelijke huis 21 vastgehouden. De folie kan weer eenvoudig verwijderd worden door bij geopende kontakten de in de uitsparingen 27 zijwaarts uitstekende lippen 31 naar beneden toe te buigen en deze via de geleidingskanalen 26 uit het huis te verwijderen.
10 Zowel tijdens het invoeren als het verwijderen van de parallelle geleiderfolie wordt geen wrijvingskracht op de geleidende stroken uitgeoefend omdat de rij van tweede insteekopeningen dan open is. De kans op beschadigingen van de in het algemeen zeer dunne kontaktstroken is hierdoor zeer gering.
15 In figuur 8 is een gelijksoortige randkonnektor als in figuur 6 of 7 weergegeven, echter aan de beide zijwaarts ten opzichte van de uitsparingen 27 uitstekende achtervlakken 29 is ter hoogte van de tweede insteekopeningen een naar de uitsparingen gerichte V-vormige inkeping 48 aangebracht, waarvan een zijde 49 evenwijdig met een oppervlak van 20 de ingevoerde flexibele geleiderfolie of het stijve substraat ligt.
Na het inbrengen van de flexibele geleiderfolie zullen de lippen 31 van de folie in deze inkepingen vallen, waardoor zijdelingse bewegingen van de folie binnen de rij van tweede insteekopeningen verhinderd worden. De betrouwbaarheid van de verbindingen wordt hierdoor aan-25 zienlijk vergroot.
Figuur 9 toont een verdere uitvoeringsvorm van een randkonnektor 50 volgens de uitvinding. Aan de insteekzijde zijn nu gedefinieerde openingen voor het stijve substraat 51 en de flexibele geleiderfolie 52 aangebracht. Het is nu uitgesloten dat het dikkere substraat bij ver-30 gissing in de rij van tweede insteekopeningen 52 wordt gevoerd, hetgeen tot foutieve kontakteringen en beschadigingen van de verende armen zou kunnen leiden.
Zoals uit figuur 10 is te zien, is de achterzijde van het gemeenschappelijke huis open. De klemkontaktorganen worden vanaf de open 35 achterzijde in de parallelle sleufvormige uitsparingen 22 van het huis aangebracht. Door middel van de nok 13' worden ze dan na het aanbrengen, door de aan de bovenzijde van het gemeenschappelijke huis aangebrachte uitsparingen 53 vastgehouden in de parallelle sleufvormige uitsparingen 22.
40 In tegenstelling tot de randkonnektor 21 met de open insteekzijde £ ; " ’ - Λ .4 } J ·* m 4 > 12 heeft deze uitvoeringsvorm het voordeel dat bij het aanbrengen van uitwendige verbindingsmiddelen, bijvoorbeeld over de pennen 15, de klemkontaktorganen aan de voorzijde niet uit de behuizing gedrukt kunnen worden. Ter versteviging kunnen parallel aan de klemkontakten verstevi-5 gingswanden 54 in het gemeenschappelijke huis aangebracht worden.
Figuur 11 toont een toepassingsvoorbeeld van de randkonnektoren volgens de uitvinding. Een vloeibaar kristalweergeefpaneel 35 is langs al zijn randen voorzien van meerdere parallelle kontaktstroken. De flexibele gedrukte schakeling 36 bevat meerdere voorbewerkte lippen 37 10 die via een randkonnektor volgens de uitvinding in verbinding gebracht moeten worden met de respektievelijke kontaktstroken op het vloeibaar kristalweergeefpaneel 35.
Verschillende uitvoeringen van de randkonnektoren volgens de uitvinding zijn hier weergegeven. De randkonnektor 38 is voorzien van 15 klemkontaktorganen volgens figuur 1 en dient alleen om de flexibele schakeling 36 met het paneel 35 te verbinden.
De randkonnektor 39 is opgebouwd uit klemkontaktorganen volgens figuur 4. Over de achterwaarts uitstekende pennen 14 wordt een normaal in de handel verkrijgbare standaardbuskonnektor 40 geschoven voor het 20 via bijvoorbeeld een platte bandkabel 41 kontakteren van de kontakt-organen respektievelijk de kontaktstroken op de gedrukte schakeling 36 en het paneel 35. Het huis van de randkonnektor 39 is voorzien van twee veerkrachtige haakvormige grendellippen 42 voor het aan het huis 39 vergrendelen van het konnektordeel 40 zoals geïllustreerd door het ge-25 monteerde samenstel· 43.
De randkonnektor 44 is uitgevoerd met klemkontaktorganen volgens de uitvoeringsvorm van figuur 5. Uit de openingen aan de achterzijde van de door de grendelhaken 20 vastgehouden middelen 45 zijn de via de opsteekkontakten 16, 17 elektrisch met de klemkontaktorganen verbonden 30 signaaldraden 46, 47 naar buiten gevoerd. Zoals blijkt zijn de signaaldraden 46 dikker dan de signaaldraden 47, hetgeen korrespondeert met verschillende afmetingen van de opsteekkontakten 16, 17. Het zal duidelijk zijn dat het weergeefpaneel 35 ook kan bestaan uit een stijve plaat met gedrukte bedrading, al dan niet voorzien van elektronische 35 komponenten.
Een belangrijk voordeel van de uitvinding is dat de scherpe randen langs het weergeefpaneel geen beschadiging van de dunne kontaktstroken van de flexibele geleiderfolie kunnen veroorzaken omdat het paneel en de folie niet rechtstreeks met elkaar in kontakt gebracht worden, maar 40 via aparte insteekopeningen van de respektievelijke klemkontaktorganen , λ 7 ii . wi ' */ ^ y *“ ^ 13 en de volgorde van inbrengen.
Het spreekt vanzelf dat de uitvinding niet tot de hierboven besproken en in de figuren weergegeven uitvoeringsvormen beperkt is, maar dat wijzigingen en aanvullingen mogelijk zijn zonder buiten het kader 5 van de uitvinding te treden.
α :? ·' *' ' / S- '·*·'*" ' 4

Claims (21)

1. Klemkontaktorgaan voor het elektrisch verbinden van geleiders, voorzien van een eerste verende arm, met het kenmerk, dat 5 het klemkontaktorgaan (1) een bij benadering E-vormige opbouw heeft met ten minste drie vanaf een basisdeel uitstekende kontaktarmen, opvolgend een vaste arm (2), de genoemde eerste verende arm (3) en een tweede verende arm (4), zodanig dat tussen de vaste en eerste verende arm res-pektievelijk tussen de eerste en tweede verende arm een eerste (9) res- 10 pektievelijk tweede (10) insteekopening is gevormd, waarbij door het invoeren van een stijf substraat in de eerste insteekopening de eerste verende arm (3) weggedrukt wordt en deze een drukkracht op een voorafgaand zonder kontaktwrijving in de tweede insteekopening ingevoerde flexibele dunne geleider uitoefent zodat een elektrische verbinding 15 tussen de flexibele dunne geleider en ten minste een andere te kontak-teren geleider wordt gerealiseerd.
2. Klemkontaktorgaan volgens conclusie 1, met het ken merk, dat het stijve substraat van een te kontakteren geleider is 20 voorzien.
3. Klemkontaktorgaan volgens conclusie 1, met het ken merk, dat de tweede verende arm (4) een van de insteekzijde terug-waarts omgebogen vorm heeft en dat de eerste verende arm (3) een mean- 25 dervorm met ten minste een aandrukvlak in de eerste en een ander aan-drukvlak in de tweede insteekopening heeft.
4. Klemkontaktorgaan volgens conclusie 1 of 2, met het ken merk, dat volgend op de tweede verende arm (4) een andere 30 vaste arm (2’) is aangebracht zodanig, dat tussen de tweede verende arm (4) en de andere vaste arm (2’) een derde insteekopening (9') is gevormd voor het invoeren van een tweede stijf substraat waardoor de tweede verende arm (4) weggedrukt' wordt en deze een drukkracht op de voorafgaand ingevoerde flexibele dunne geleider naar de eerste verende 35 arm (3) toe uitoefent.
5. Klemkontaktorgaan volgens conclusie 4, met het ken merk, dat de eerste en tweede verende armen (3, 4) elk een vanaf de insteekzijde naar elkaar en terugwaarts omgebogen vorm hebben. 40 ** Λ ·> »Ί ;l . ; 1 -/ i-i ’ .jt ·.,# "y **** «J j
6. Klemkontaktorgaan volgens conclusie 1 of 4, met het kenmerk, dat de vaste arm (2 of 2*) nabij zijn uiteinde een naar de bijbehorende insteekopening gekeerde V-vormige inkeping heeft, zodanig dat het betreffende stijve substraat onder een hoek met de vaste 5 arm ingevoerd wordt tot zijn insteekrand in de V-vormige inkeping ligt en vervolgens met hefboomwerking op de naastliggende verende arm evenwijdig aan de vaste arm met lage kontaktwrijving ingevoerd wordt.
7. Klemkontaktorgaan volgens conclusie 1 of 4, met het 10 kenmerk, dat de vaste arm (2 of 2’) een aanslag (11) heeft tegen de vlakke zijde (12) waarvan het in de eerste of derde insteekopening respektievelijk ingevoerde stijve eerste of tweede substraat in de rusttoestand aanligt.
8. Klemkontaktorgaan volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het klemkontaktorgaan voorzien is van aangevormde middelen voor het aansluiten van een of meerdere te kontakteren geleiders.
9. Klemkontaktorgaan volgens conclusie 8,methet ken merk, dat het klemkontaktorgaan aan het basisdeel voorzien is van een of meerdere achterwaarts uitstekende pennen (15) van elektrisch geleidend materiaal.
10. Klemkontaktorgaan volgens conclusie 8, met het ken- m e.r k, dat het klemkontaktorgaan aan het basisdeel voorzien is van een of meerdere opsteekkontakten (16, 17) van elektrisch geleidend materiaal met dezelfde of onderling verschillende afmetingen.
11. Klemkontaktorgaan volgens conclusie 10, met het ken merk, dat een of meerdere van deze opsteekkontakten (16, 17) uitgevoerd kunnen zijn als isolatie-doorsnijdende opsteekkontakten.
12. Klemkontaktorgaan volgens conclusie 10 of 11, met het 35 kenmerk, dat het klemkontaktorgaan aan het basisdeel voorzien is van grendelmiddelen voor het vasthouden van de uitwendige verbindingsmiddelen.
13. Klemkontaktorgaan volgens conclusie 12, met het ken- 40 merk, dat de grendelmiddelen bestaan uit twee achterwaarts uit- • ·> i V T* Ni j stekende naar elkaar gerichte veerkrachtige haken (20).
14. Klemkontaktorgaan volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het klemkontaktorgaan uit een stuk van elek- 5 trisch geleidend materiaal is gevormd.
15. Randkonnektor voor meerdere in een vlak parallel gelegen geleiders, opgebouwd uit meerdere rijvormig in een gemeenschappelijk huis van isolerend materiaal ondergebrachte klemkontaktorganen volgens een 10 der voorgaande conclusies voor het verbinden van een flexibele gelei-derfolie en andere te kontakteren geleiders, met het kenmerk, dat de meerdere klemkontaktorganen zodanig gerangschikt zijn dat de eerste respektievelijk derde insteekopeningen een rij vormen voor het invoeren van het eerste respektievelijk tweede substraat en de 15 tweede insteekopeningen een rij vormen voor het invoeren van de flexibele geleiderfolie, waarbij de onderling elektrisch gescheiden klemkontaktorganen een elektrische verbinding tussen de met eenzelfde klemkontaktorgaan gekontakteerde geleiders realiseren.
16. Randkonnektor volgens conclusie 15, met het ken merk, dat middelen zijn aangebracht voor het positioneren van de in de rij van tweede insteekopeningen aangebrachte flexibele geleiderfolie .
17. Randkonnektor volgens conclusie 16, m e t het ken merk, dat de middelen voor.het positioneren van de parallelle geleiderfolie (30) worden gevormd door een aan elke korte zijde van het gemeenschappelijke huis aangebrachte rechthoekige uitsparing (27) die via een sleufvormig verbindingskanaal (26) inwendig ruimtelijk in verbin- 30 ding staat met een hoofdzakelijk dwars op de rijen van insteekopeningen geplaatste .gleufvormige opening die toegankelijk is vanaf de insteek-zijde, dat de flexibele geleiderfolie (30) een voarbewerkt uiteinde bezit met aan weerszijden van de folie uitstekende veerkrachtige buigbare lippen (31), die na het inbrengen in de respektievelijke gleufvormige 35 openingen elk in een uitsparing (27) naar buiten toe kunnen uitklappen en in die positie door het achtervlak (29) van de zijwaarts ten opzichte van de uitsparing (27) uitstekende korte zijde van het huis geblokkeerd worden, waardoor de parallelle geleiders van de flexibele geleiderfolie (30) tussen de respektievelijke tweede insteekopeningen gepo-. 40 sitioneerd zijn en de folie (30) in zijn geheel in het gemeenschappe- ,» ·% l,~ t"*, /' » -J j } L 17 ' . ~ lijke huis vastgehoudea wordt.
18. Randkonnektor volgens conclusie 17, met het kenmerk, dat het gemeenschappelijk huis van de randkonnektor aan de 5 insteekzijde gedefinieerde invoeropeningen heeft voor het in de rijen van insteekopeningen invoeren van de flexibele geleiderfolie en een eerste of tweede stijf substraat.
19. Randkonnektor volgens conclusie 17 en 18, m e t het k e n- 10. e r k, dat het achtervlak (29) van de zijwaarts ten opzichte van de uitsparing (27) uitstekende korte zijde van het gemeenschappelijke huis ter hoogte van de rij van tweede insteekopeningen een naar de uitsparing gekeerde V-vormige inkeping heeft zodanig, dat de lippen (31) van de folie elk in een dergelijke inkeping gepositioneerd kunnen worden. 15
20. Randkonnektor volgens conclusie 15 tot 19,met het kenmerk, dat het gemeenschappelijke huis voorzien is van grendelmidde-len voor het aan het huis vergrendelen van uitwendige verbindingsmiddelen. 20
21. Randkonnektor volgens conclusie 20, met het kenmerk, dat de grendelmiddelen gevormd worden door twee aan de korte zijden van het gemeenschappelijke huis aangebrachte haakvormige veerkrachtige grendellippen (42) die kunnen samenwerken met de uitwendige 25 verbindingsmiddelen (40). ***** % ~ fi. - Λ *
NL8600224A 1986-01-30 1986-01-30 Klemkontaktorgaan en uit meerdere van dergelijke klemkontaktorganen opgebouwde randkonnektor voor het verbinden van geleiders. NL8600224A (nl)

Priority Applications (13)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8600224A NL8600224A (nl) 1986-01-30 1986-01-30 Klemkontaktorgaan en uit meerdere van dergelijke klemkontaktorganen opgebouwde randkonnektor voor het verbinden van geleiders.
US07/003,476 US4701002A (en) 1986-01-30 1987-01-15 Edge connector with clamping contact elements
BR8700355A BR8700355A (pt) 1986-01-30 1987-01-27 Elemento de contato para interligar eletricamente uma pelicula multicondutora flexivel e um substrato rigido;conector de orla
KR1019870000708A KR950000431B1 (ko) 1986-01-30 1987-01-28 가요성 다심 도체 필름과 단단한 기판을 전기적으로 상호 접속하는 접점 소자 및 에지 접속기
EP87200136A EP0231975B1 (en) 1986-01-30 1987-01-29 Clamping contact element, and edge connector made up of several of such clamping contact elements, for the connection of conductors
JP62017413A JPS62184786A (ja) 1986-01-30 1987-01-29 クランプコンタクト素子を有するエツジコネクタ
DE8787200136T DE3771224D1 (de) 1986-01-30 1987-01-29 Klemmkontaktelement und mit einer vielzahl solcher klemmkontaktelemente aufgebauter randverbinder zur verbindung von leitern.
ES87200136T ES2023179B3 (es) 1986-01-30 1987-01-29 Elemento de fijacion de contacto, y conector formado por varios de estos elementos, para la conexion de conductores.
AT87200136T ATE65145T1 (de) 1986-01-30 1987-01-29 Klemmkontaktelement und mit einer vielzahl solcher klemmkontaktelemente aufgebauter randverbinder zur verbindung von leitern.
AU68146/87A AU589082B2 (en) 1986-01-30 1987-01-30 Edge connector with clamping contact elements
CA000528624A CA1273685A (en) 1986-01-30 1987-01-30 Edge connector with clamping contact elements
SG942/91A SG94291G (en) 1986-01-30 1991-11-07 Clamping contact element,and edge connector made up of several of such clamping contact elements,for the connection of conductors
HK1005/91A HK100591A (en) 1986-01-30 1991-12-12 Clamping contact element,and edge connector made up of several of such clamping contact elements,for the connection of conductors

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8600224 1986-01-30
NL8600224A NL8600224A (nl) 1986-01-30 1986-01-30 Klemkontaktorgaan en uit meerdere van dergelijke klemkontaktorganen opgebouwde randkonnektor voor het verbinden van geleiders.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8600224A true NL8600224A (nl) 1987-08-17

Family

ID=19847494

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8600224A NL8600224A (nl) 1986-01-30 1986-01-30 Klemkontaktorgaan en uit meerdere van dergelijke klemkontaktorganen opgebouwde randkonnektor voor het verbinden van geleiders.

Country Status (13)

Country Link
US (1) US4701002A (nl)
EP (1) EP0231975B1 (nl)
JP (1) JPS62184786A (nl)
KR (1) KR950000431B1 (nl)
AT (1) ATE65145T1 (nl)
AU (1) AU589082B2 (nl)
BR (1) BR8700355A (nl)
CA (1) CA1273685A (nl)
DE (1) DE3771224D1 (nl)
ES (1) ES2023179B3 (nl)
HK (1) HK100591A (nl)
NL (1) NL8600224A (nl)
SG (1) SG94291G (nl)

Families Citing this family (27)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL8600224A (nl) * 1986-01-30 1987-08-17 Du Pont Nederland Klemkontaktorgaan en uit meerdere van dergelijke klemkontaktorganen opgebouwde randkonnektor voor het verbinden van geleiders.
NL8600397A (nl) * 1986-02-17 1987-09-16 Du Pont Nederland Klemorgaan voor een substraat-randconnectorsamenstel, en van een dergelijk klemorgaan voorzien substraat-randconnectorsamenstel.
DE8626537U1 (de) * 1986-10-03 1988-06-23 Grote & Hartmann Gmbh & Co Kg, 5600 Wuppertal Folienverbinder für gedruckte Schaltungen
US4990107A (en) * 1989-11-17 1991-02-05 Amp Incorporated Integrated circuit module connector assembly
EP0704312B1 (en) * 1990-12-28 2000-05-31 Rohm Co., Ltd. Thermal print head
JP2593036Y2 (ja) * 1991-12-10 1999-03-31 住友電装株式会社 フラットケーブル用コネクタ
US6113422A (en) * 1994-11-30 2000-09-05 Berg Technology, Inc. Connector with circuit devices and indicators
JP3014611U (ja) * 1994-12-16 1995-08-15 モレックス インコーポレーテッド 平型柔軟ケ−ブルの為のコネクタ
US5865649A (en) * 1995-08-24 1999-02-02 Berg Technology, Inc. Card edge connector having means for preventing overstress of contact elements
US6062908A (en) * 1997-01-27 2000-05-16 Pulse Engineering, Inc. High density connector modules having integral filtering components within repairable, replaceable submodules
US5971805A (en) * 1997-05-27 1999-10-26 Berg Technology, Inc. Modular jack with filter insert
US6149467A (en) * 1998-09-08 2000-11-21 Hon Hai Precision Ind. Co., Ltd. Contact arrangement for use with high speed transmission
US6325664B1 (en) 1999-03-11 2001-12-04 Pulse Engineering, Inc. Shielded microelectronic connector with indicators and method of manufacturing
US6358061B1 (en) 1999-11-09 2002-03-19 Molex Incorporated High-speed connector with shorting capability
US6585540B2 (en) 2000-12-06 2003-07-01 Pulse Engineering Shielded microelectronic connector assembly and method of manufacturing
GB2396063B (en) * 2001-02-15 2005-02-09 Hewlett Packard Co Connector system and assembly
JP2003077564A (ja) * 2001-08-31 2003-03-14 Mitsumi Electric Co Ltd メモリカード用コネクタ
WO2003088421A1 (en) * 2002-04-05 2003-10-23 Showers International Pty Ltd Mounting of led devices to circuit board or ribbon
US7241181B2 (en) 2004-06-29 2007-07-10 Pulse Engineering, Inc. Universal connector assembly and method of manufacturing
US7182634B2 (en) * 2004-06-29 2007-02-27 Intel Corporation Connector cell having a supported conductive extension
US20060138296A1 (en) * 2004-12-23 2006-06-29 Deluga Ronald E Display hold-down systems and methods
US7621655B2 (en) * 2005-11-18 2009-11-24 Cree, Inc. LED lighting units and assemblies with edge connectors
US8430685B2 (en) * 2011-07-25 2013-04-30 Tyco Electronics Corporation Connector assembly
US8535089B2 (en) 2011-07-25 2013-09-17 Tyco Electronics Corporation Connector assembly
US9203165B2 (en) * 2013-07-05 2015-12-01 Tyco Electronics Corporation Electrical connector and contact for interconnecting different components
EP3227968A1 (en) * 2014-12-03 2017-10-11 Osram Sylvania Inc. Edge assembly for attaching to flexible substrates
DE102017131063A1 (de) * 2017-12-22 2019-06-27 Ledvance Gmbh LED-Modul mit einem stabilisierten Leadframe

Family Cites Families (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4252392A (en) * 1979-09-07 1981-02-24 Amp Incorporated Zero insertion force connector clip
US4379608A (en) * 1981-03-11 1983-04-12 Amp Incorporated Flat cable to planar circuit connector
US4579404A (en) * 1983-09-26 1986-04-01 Amp Incorporated Conductor-terminated card edge connector
US4533202A (en) * 1983-09-29 1985-08-06 The Siemon Company Multiple electrical connector and block with printed circuit board connector clip
NL8600224A (nl) * 1986-01-30 1987-08-17 Du Pont Nederland Klemkontaktorgaan en uit meerdere van dergelijke klemkontaktorganen opgebouwde randkonnektor voor het verbinden van geleiders.

Also Published As

Publication number Publication date
EP0231975A1 (en) 1987-08-12
KR950000431B1 (ko) 1995-01-19
JPS62184786A (ja) 1987-08-13
BR8700355A (pt) 1987-12-08
HK100591A (en) 1991-12-20
ES2023179B3 (es) 1992-01-01
AU6814687A (en) 1987-08-06
ATE65145T1 (de) 1991-07-15
EP0231975B1 (en) 1991-07-10
KR870007586A (ko) 1987-08-20
CA1273685A (en) 1990-09-04
DE3771224D1 (de) 1991-08-14
SG94291G (en) 1991-12-13
AU589082B2 (en) 1989-09-28
US4701002A (en) 1987-10-20

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8600224A (nl) Klemkontaktorgaan en uit meerdere van dergelijke klemkontaktorganen opgebouwde randkonnektor voor het verbinden van geleiders.
US4322120A (en) Plug-in connector with improved spring contact
ES2390385T3 (es) Sistema de conector borde con borde para dispositivos electrónicos
US3731254A (en) Jumper for interconnecting dual-in-line sockets
EP0043627B1 (en) Improved connector for multiconductor flat insulated cable
US4023879A (en) Adjustable electrical connector with replaceable contact sub-assembly and variable strain relief
US4188086A (en) Connector for terminating flexible parallel conductors
US9673546B2 (en) Cable holding member, electrical connection device, connector device, flat cable
EP0189234A1 (en) Connector with conductor retention means
WO2022083683A1 (en) Integrally shielded cable connector
EP0961352B1 (en) Multi-pin connector for flat cable
EP0472006A1 (en) Electrical terminal with means to insure that a positive electrical connection is effected
US4270826A (en) Zero insertion force connector
EP0780931B1 (en) Connector for flat cables
US3333229A (en) Strip cable connector
JPS6222232B2 (nl)
EP0109297B1 (en) Improvements in electrical contact members and electrical connector assemblies
JP3810134B2 (ja) コンタクト及びこのコンタクトを備えたicソケット
GB2133938A (en) Dual-continuity circuit board edge connectors
US4850904A (en) Connector for telephone cables
EP0300768A2 (en) Fuse clip assembly
US4202595A (en) Electrical connector
US11296446B2 (en) Connector for a flat flexible cable
JP2000100501A (ja) フローティングコネクタ
EP4336661A1 (en) Electrical connection assembly and electrical connection device

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
BV The patent application has lapsed