NL8503509A - Werkwijze voor het vervaardigen van zelfklevende etiketten. - Google Patents

Description

P & c % ff 6344-1 Ned.dB/LdB -

Korte aanduiding: Werkwijze voor het vervaardigen van zelfklevende etiketten.

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van zelfklevende etiketten, stickers en dergelijke, waarbij voor elk etiket 5 op een voor een reeks etiketten bestemde, aan één zijde van een siliconenlaag voorziene, strook- of velvortnige drager boven elkaar een lijmlaag en een of meer inktbedrukkingen worden aangebracht.

Een dergelijke werkwijze is bekend. Daarbij wordt een laag papier of kunststof, voorzien van de lijmlaag, op de siliconenlaag 10 geplaatst en de inktbedrukking in één of meer lagen aangebracht, waarna de afzonderlijke etiketten worden gevormd door volgens de etiketbegrenzing uitstansen uit de papier- of kunststoflaag. De etiketten blijven op de drager zitten totdat zij worden gebruikt om op een voorwerp te worden aangebracht.

15 Het is moeilijk het uitstansen zo uit te voeren dat het etiket volledig door de stanssnede wordt gescheiden van de rest van de papier- of kunststoflaag, maar geen insnijdingen in de drager ontstaan.

Deze stansbewerking vraagt dan ook dure stansmachines en nauwkeurige instelling daarvan, afhankelijk van de dikte van de etiketten. Verder 20 wordt tussen de etiketten afvalmateriaal gevormd.

De uitvinding beoogt deze werkwijze eenvoudiger en daardoor goedkoper te maken.

Dit wordt volgens de uitvinding bereikt doordat de lijmlaag zodanig wordt aangebracht, dat deze zich uitsluitend binnen de beoogde 25 etiketomtrek bevindt en de inktbedrukking(en) direkt op de lijmlaag of op een daarop aangebrachte vernislaag wordt aangebracht.

De stansbewerking is daardoor vervallen, evenals bovendien de gehele papier- of kunststoflaag. Na het drogen van de lijm zijn de etiketten voldoende sterk om met de hand of mechanisch van de drager 30 te worden verwijderd en op een voorwerp te worden gehecht.

Een bijkomend voordeel is daarbij dat een eenmaal op een voorwerp aangebracht etiket niet zonder de bedrukking te beschadigen kan worden verwijderd, hetgeen met de met papier- of kunststoflaag gevormde etiketten wel het geval is. De lijmlaag, dat is dus het hoofdbestanddeel 35 van het nieuwe etiket, wordt daarbij steeds beschadigd, maar bij de bekende etiketten blijft dan de papier- of kunststoflaag gewoonlijk intact. Het is daardoor bij de nieuwe etiketten niet meer mogelijk dat een konsument in een warenhuis etiketten van soortgelijke artikelen met uiteenlopende prijzen verwisselt om minder voor het duurdere artikel te 40 behoeven te betalen.

850 3 5 v 3 ' ·*· - 2 -

Het aanbrengen van de lijmlagen binnen de omtrek van de etiketten kan op gunstige wijze worden verkregen wanneer de lijmlaag door zeefdruk, hoogdruk of een ander geschikt drukprocêdé wordt aangebracht.

Het is nu mogelijk de werkwijze zodanig uit te voeren, dat 5 eerst de inktbedrukking(en) in spiegelbeeld op de drager wordt aangebracht en daarop de lijmlaag wordt aangebracht en de etiketten vervolgens via de lijmlaagzijde op een andere drager worden overgebracht.

Een andere mogelijkheid is dat eerst de lijmlaag op de drager wordt aangebracht en vervolgens de inktbedrukkingen worden aangebracht.

10 Bij aanbrengen van de inktbedrukking (en) door middel van zeef druk op de lijmlaag moeten maatregelen worden genomen om hechten van de zeef aan de lijmlaag te voorkomen. Deze kunnen bestaan uit bekleding van de zeef met een materiaal als polytetrafluorethyleen(teflon), of met een vernis- of siliconenlaag.

15 Deze maatregelen zijn niet nodig als vóór de inktbedrukking eerst een vernislaag op de lijmlaag wordt aangebracht.

Wanneer de etiketten op een strookvormige drager worden aangebracht en na vorming van de etiketten eventueel in deelstroken worden gesneden, die worden opgewikkeld tot een rol, kan ongewenst hechten van 20 de lijm van het etiket aan de drager worden voorkomen door ook de tegenovergestelde zijde van de drager te voorzien van een siliconenlaag.

De uitvinding zal hieronder nader worden toegelicht aan de hand van de schematische tekening, waarin twee uitvoeringsvoorbeelden van de werkwijze zijn weergegeven.

25 De tekening toont een doorsnede dwars op de etiketten en de drager, genomen in de lengterichting van de drager, vergroot en niet op schaal ten opzichte van de werkelijkheid. De tekening dient uitsluitend om een idee te geven van de werkwijze.

Fig. 1 toont de werkwijze waarbij eerst de lijmlaag en ver- 30 volgens de inktbedrukking(en)op de drager worden aangebracht.

Fig. 2 toont de werkwijze waarbij eerst de inktbedrukking(en) en vervolgens een lijmlaag worden aangebracht.

Volgens fig. 1 is een bijvoorbeeld strookvormige drager 1 van papier of kunststof aan de bovenzijde voorzien van een siliconenlaag 35 2, ook wel polysiloxan genoemd. Op deze siliconenlaag zijn gebieden of oppervlakken 3 met in elk geval binnen de omtrek van elk etiket gelegen afmetingen aangebracht, welke oppervlakken bestaan uit lijm.

Op deze lijmlaag 3 wordt een eerste inktbedrukking 4 volgens een bepaald patroon uitgevoerd. Deze inktbedrukking kan uiteraard een 40 beeld, tekening of een aantal lettertekens vertegenwoordigen. Voor 6 Ά τ % ί\ Δ •*l· ) _ .-¾ - 3 - meerkleurendruk kunnen een aantal van deze inktbedrukkingen boven elkaar worden aangebracht, zodat de inktbedrukking 4 in de figuur wordt gevolgd door de inktbedrukkingen 5 en 6.

Het is duidelijk dat de lijmlaag 3 een iets kleiner oppervlak 5 kan beslaan dan de bovenliggende inktbedrukkingen. Het etiket kan, in bovenaanzicht gezien, een willekeurige vorm hebben.

Zoals gezegd kan de lijmlaag door zeefdrukken, hoogdruk of een ander geschikt dxvkprocêdê op de gewenste oppervlakgebieden van de drager worden aangebracht. Eveneens is dit het geval met de inktbedrukkingen.

10 In fig. 2 is de werkwijze getoond waarbij op de drager 1, voorzien van de siliconenlaag 2f eerst een inktbedrukking 4 wordt aangebracht, vervolgens eventueel nog één of meer inktbedrukkingen 5,&.βη daarop de lijmlaag 3. De etiketten kunnen dan vervolgens door een andere drager. 1,: voorzien van een siliconenlaag, worden overgenomen door 15 kontakt tussen deze siliconenlaag en de lijmlaag 3. In dit geval moeten de inktbedrukkingen 5, 6 in spiegelbeeld worden aangebracht teneinde normaal leesbaar te zijn op de ontstane etiketten.

Voor het geval de strookvormige drager met etiketten wordt opgerold om als rollen voor de gebruiker beschikbaar te worden gesteld 20 moet ook de onderzijde van de drager 1 worden voorzien van een siliconenlaag 7, teneinde te voorkomen dat de tussen de drukpatronen van de inktbedrukkingen nog vrijliggende oppervlakdelen van de lijmlagen 3 vastplakken aan de onderzijde van de drager 1*1'.

25 ----------- 30 35 40 ' = ^ Π y

Claims (6)

1. Werkwijze voor het vervaardigen van zelfklevende etiketten, stickers en dergelijke, waarbij voor elk etiket op een voor een reeks etiketten bestemde, aan één zijde van een siliconenlaag voorziene, strook-of velvormige drager boven elkaar een lijmlaag en één of meer inktbe- 5 drukkingen worden aangebracht, met het kenmerk, dat de lijmlaag (3) zodanig wordt aangebracht, dat deze zich uitsluitend binnen de beoogde etiketomtrek bevindt en de inktbedrukking(en) (4, 5, 6) direkt op de lijmlaag (3) of op een daarop aangebrachte vernislaag worden aangebracht.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de lijm- 10 laag (3) door zeefdruk, hoogdruk of een ander geschikt drukprocêdé wordt aangebracht.

3. Werkwijze volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat eerst de. inktbedrukking(en·),(4, 5, 6) in spiegelbeeld op de drager (1) worden aangebracht en daarop de lijmlaag (3) wordt aangebracht en de etiketten 15 vervolgens via de lijmlaagzijde op een andere drager worden overgebracht.

4. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat eerst de lijmlaag (3) op de drager (1) wordt aangebracht en vervolgens de inktbedrukking(en) (4, 5, 6) worden aangebracht.

5. Werkwijze volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat vóór 20 de inktbedrukkingen (4, 5, 6) eerst een vernislaag op de lijmlaag (1) wordt aangebracht.

6. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de drager strookvormig is en na vorming van de etiketten eventueel in deel-stroken wordt gesneden die worden opgewikkeld tot een rol, met het 25 kenmerk, dat ook de tegenovergestelde zijde van de drager (1) wordt voorzien van een siliconenlaag (7). 30 35 Q J V v 0 v =J