NL8501397A

NL8501397A - Envelop en baan, bestaande uit met elkaar verbonden enveloppen.

Info

Publication number: NL8501397A
Application number: NL8501397A
Authority: NL
Original assignee: Lijnco Speciaaldrukkerij
Priority date: 1985-05-14
Filing date: 1985-05-14
Publication date: 1986-12-01
Also published as: DE3664446D1; EP0201960A1; EP0201960B1; ATE44700T1

Description

1 4 855062/Ie/th

Korte aanduiding: Envelop en baan, bestaande uit met elkaar verbonden enveloppen .

De uitvinding heeft betrekking op een envelop met inhoud, in het bijzonder voor het verzenden van vertrouwelijke gegevens, omvattende een in hoofdzaak gesloten verzendenvelop en een in de verzendenvelop opgenomen gegevensdrager.

5 Een dergelijke envelop is bekend en wordt bijvoorbeeld gebruikt voor het verzenden van persoonlijke gegevens, die uiteraard uitsluitend bestemd zijn voor de geadresseerde. De bekende enveloppen zijn in eerste instantie met elkaar verbonden tot een baan of ketting, waarbij tussen elke twee op elkaar volgende enveloppen een afscheurperforatie is aangebracht voor het 10 afscheuren van de envelop van de baan. Elke afzonderlijke envelop is gesloten, doordat de de envelop vormende papierbladen aan de omtreksrand van de envelop op elkaar zijn gelijmd, waarbij de lijmlaag aan de beide zijranden van de envelop uit een aaneengesloten lijmstrook bestaat en aan de boven- en onderrand van de envelop uit naast elkaar gelegen lijmpunten be-15 staat, waarbij tussen de lijmpunten een zekere tussenruimte aanwezig is, welke dient om eventueel in de envelop aanwezige lucht te laten ontwijken. Dit is nodig in verband met de verdere behandeling van de envelop. Binnen in elke envelop bevindt zich een gegevensdrager, waarop bepaalde gegevens kunnen worden aangebracht. Bij de bekende envelop bestaat de gegevensdra-20 ger uit een blad papier. Tegen dit blad papier ligt een tweede blad papier en tussen de beide bladen is een kopieermiddel aangebracht.

Het aanbrengen van de adressen op de enveloppen van de baan en het aanbrengen van gegevens op de gegevensdrager in elke envelop geschiedt door middel van een schrijver van een computer, via een op de envelop 25 aangebracht verwijderbaar voorblad, dat aan de achterzijde in het gebied van de aan te brengen adressen voorzien is van een kopieermiddel. Dit voorblad wordt na het aanbrengen van de adressen en de gegevens verwijderd en vernietigd. Op de buitenzijde van elke verzendenvelop is dan het adres zichtbaar, maar niet de te verzenden gegevens. Deze gegevens zijn wel 30 aanwezig op de zich binnenin de envelop bevindende gegevensdrager en wel op één van de tegen elkaar liggende oppervlakken van de beide· papierbanen. Na het afscheuren van de envelop van de enveloppenbaan zijn de enveloppen verzend-klaar.

De bekende envelop voldoet op zich goed, maar heeft wel het bezwaar 35 dat de op de gegevensdrager aangebrachte gegevens onvoldoende beschermd zijn en door daartoe niet bevoegden gelezen kunnen worden. Bij de bekende envelop is het mogelijk om zonder dat de verzendenvelop duidelijk zicht- ,· · ~J & ƒ - 2 - baar wordt beschadigd, toegang te krijgen tot het inwendige van de envelop en dus tot de op de gegevensdrager aangebrachte gegevens en deze te lezen, aangezien de bladen in de verzendenvelop die enerzijds dienen als gegevens- be- drager en anderzijds als schermbladen voor de gegevens,in feite los in de 5 verzendenvelop liggen. De bekende envelop wordt daarom niet geschikt geacht voor het verzenden van bijvoorbeeld persoonlijke identificatienummers aan rekeninghouders van banken.

De uitvinding beoogt nu dit bezwaar op te heflfen en een envelop te verschaffen, waarbij de in de envelop aanwezige-gegevens optimaal beschermd 10 zijn.

Dit oogmerk wordt volgens de uitvinding bereikt door een envelop van het bovengenoemde type welke tot kenmerk heeft dat de gegevensdrager bestaat uit een in hoofdzaak gesloten binnenenvelop, waarbij de gegevens aan de binnenzijde van de binnenenvelop kunnen worden aangebracht.

15 Hierdoor is het nagenoeg onmogelijk dat in de envelop aanwezige gegevens zonder duidelijk zicltbare beschadigingen van het geheel door daartoe niet bevoegden gelezen kunnen worden, aangezien zowel de verzendenvelop als de binnenenvelop beschadigd moeten worden om de gegevens te kunnen lezen.

Bij voorkeur zijn de de verzendenvelop vormende bladen langs ten minste 20 een gedeelte van de omtreksrand van de envelop op elkaar gelijmd en is aan de boven- en onderrand van de verzendenvelop tussen de bladen van de envelop een lijmlaag aangebracht in de vorm van twee rijen naast elkaar gelegen lijmpunten, waarbij de lijmpunten van de ene rij tegenover tussen-riiiimten tussen de lijmpunten van de andere rij zijn gelegen.

25 Op déze wijze wordt een verzendenvelop verkregen, die nagenoeg geheel gesloten is en waarvan het inwendige zeer moeilijk van buitenaf toegankelijk is, zonder duidelijk zichtbare beschadigingen van de envelop, maar van waaruit de eventuele aanwezige lucht toch gemakkelijk kan ontwijken via de tussen de lijmpunten aanwezige tussenruimten.

30 Doelmatig zijn de de binnenenvelop vormende bladen langs ten minste een gedeelte van de omtreksrand van de binnenenvelop op elkaar gelijmd waarbij aan de boven- en onderrand van de binnenenvelop tussen de bladen van de envelop een lijmlaag kan zijn aangebracht in de vorm van naast elkaar gelegen lijmpunten.

35 Bij voorkeur zijn ook hier de lijmpunten in twee naast elkaar gelegen rijen aangebracht, waarbij de lijmpunten van de ene rij tegenover tussenruimten tussen de lijmpunten van de andere rij zijn gelegen.

8501397 - 3 -

Een dergelijke binnenenvelop is enerzijds nagenoeg geheel gesloten, waardoor het inwendige van de binnenenvelop nagenoeg ontoegankelijk is zonder zicHbare beschadiging van de envelop, en van waaruit anderzijds de eventueel aanwezige lucht gemakkelijk kan ontwijken.

5 Om het openen van de binnenenvelop door de geadresseerde te vergemakkelijken, is de binnenenvelop ten minste nabij een gedeelte van de omtreksrand voorzien van een afscheurperforatie, waarbij de afscheurper-foratie bij voorkeur aan de binnenzijde van de gelijmde omtreksrand van de binnenenvelop is gelegen en langs de gehele omtrek van de binnenenvelop 10 verloopt.

Doelmatig is ten minste een van de bladen van de binnenenvelop aan de binnenzijde van de envelop voorzien van een kopieermiddel.

In een voordelige uitvoeringsvorm van de envelop bestaan de bladen van de binnenenvelop uit zelf-kopierend papier, waarbij de werkzame zijde 15 van de bladen aan de binnenzijde van de envelop is gelegen. Daardoor is het mogelijk dat de gegevens die van buitenaf, bij-voorbeeld door de schrijver van een computer, op de gegevensdrager in de verzendenvelop worden aangebracht, alleen aan de binnenzijde van de binnenenvelop zichtbaar zijn.

Om te voorkomen dat deze persoonlijke gegevens op enigerlei wijze - 20 aan of op de buitenzijde van de verzendenvelop zichtbaar zouden zijn, kunnen zowel de bladen van de verzendenvelop als de bladen van de binnenenvelop bedrukt zijn met een raster, en kan de verzendenvelop voorzien zijn van een verwijderbaar voorblad.

De uitvinding heeft eveneens betrekking op een baan, bestaande uit 25 met elkaar verbonden enveloppen met inhoud, zoals hiervoor beschreven.

De uitvinding zal nu worden toegelicht aan de hand van een uitvoerings-voorbeeld, met behulp van de tekening, waarin:

Fig. 1 een aanzicht in perspectief is van een envelop volgens de uitvinding, waarbij een gedeelte van de verzendenvelop en een gedeelte van 30 de binnenenvelop zijn weggenomen,

Fig. 2 een doorsnede is van de· envelop van fig. 1, volgens de lijn II-II, en

Fig. 3 een baan van een aantal met elkaar verbonden enveloppen weergeeft.

35 De in fig. 1 en 2 weergegeven uitvoeringsvorm van een envelop volgens de uitvinding voor het verzenden van vertrouwelijke gegevens bestaat uit een verzendenvelop 1 en een in deze verzendenvelop opgenomen gegevensdrager 850 1 3 :-7 - 4. -

• W

in de vorm van een binnenenvelop 2. De gegevens kunnen aan de binnenzijde van de binnenenvelop 2 worden aangebracht.

De verzendenvelop 1 is in hoofdzaak gesloten doordat de de envelop vormende bladen 3, 4· aan de omtreksrand van de envelop 1 op elkaar zijn 5 gelijmd. Aan de beide zijranden 5, 6 van de envelop 1 bestaat de lijm-laag tussen de bladen 3, 4· uit een aaneengesloten lijmstrook 7 respectievelijk 8. Aan de boven- en onderrand 9 respectievelijk 10 van de envelop bestaat de lijmlaag uit lijmpunten 11, die in twee naast elkaar gelegen rijen 12, 13 respectievelijk IA·, 15 zijn aangebracht, waarbij de lijm-10 puhten van de ene rij 12 respectievelijk 14· tegenover tussenruimten tussen de lijmpunten van de andere rij 13 respectievelijk 15 zijn gelegen. De afmetingen van de lijmpunten 11 zijn groter dan de afmetingen van de tussenruimten tussen de lijmpunten 11. Deze tussenruimten zijn nodig om eventueel in de verzendenvelop aanwezige lucht te laten ontwijken in ver-15 band met de verdere behandeling van de envelop.

De binnenenvelop 2 is eveneens in hoofdzaak gesloten doordat de de envelop vormende lagen 16, 17 op dezelfde wijze als bij de verzendenvelop 1, aan de omtreksrand op elkaar zijn gelijmd door middel van lijm-stroken 18, 19 aan de beide zijranden 20, 21 en door middel van twee rijen 20 22, 23 respectievelijk 24·, 25 aangebrachte lijmpunten 26 aan de boven- en onderrand 27 respectievelijk 28 van de envelop 2. Daarbij zijn de lijmpunten van de ene rij 22 respectievelijk 24 gelegen tegenover tussenruimten tussen de lijmpunten van de andere rij 23 respectievelijk 25.

Het zal duidelijk zijn dat het zeer moeilijk is om zonder duidelijk 25 zichtbare beschadiging van de verzendenvelop 1 toegang te krijgen tot het inwendige van deze envelop. In het geval dit toch zou lukken, is het vervolgens vrijwel onmogelijk om zonder duidelijk zichtbare beschadiging van de binnenenvelop 2 ook nog toegang te krijgen tot het inwendige van de binnenenvelop en de daarin aanwezige gegevens te lezen.

30 De in de binnenenvelop 2 aanwezige gegevens zijn op deze wijze optimaal beschermd en kunnen niet door daartoe niet bevoegden gelezen worden.

De binnenenvelop 2 is langs de omtrek aan de binnenzijde van de gelijmde omtreksrand voorzien van een afscheurperforatie 29. De geadresseerde kan daardoor de binnenenvelop gemakkelijk openen, door eenvoudig de gelijm-35 de randen van de binnenenvelop 2 af te scheuren.

Het aanbrengen van adressen op de verzendenvelop 1 en het aanbrengen van gegevens aan de binnenzijde van de binnenenvelop 2 geschiedt bij voorbeeld door middel van een schrijver van een computer, waarbij een in fig. 3 >5 £. λ 1 * 0j 7 - 5 - % * # weergegeven baan of ketting 50 van met elkaar verbonden enveloppen door de schrijver wordt gevoerd. De enveloppen zijn daartoe voorzien van een verwijderbaar voorblad 31, dat aan de achterzijde in het gebied 32 van de op de verzendenveloppen 1 aan te brengen adressen voorzien is van een 5 kopieermiddel. De bladen 16, 17 van de binnenenveloppen 2 zijn aan de binnenzijde voorzien van een kopieermiddel. De bladen 16, 17 bestaan bij voorkeur uit zelf-kopiërend papier, waarbij de werkzame zijde van de bladen aan de binnenzijde van de binnenenveloppen 2 ligt. Na het doorvoeren van de enveloppen door de schrijver wordt het voorblad 31 verwijderd en ver-10 nietigd.

Op de buitenzijde van de verzendenveloppen 1 zijn nu de adressen zichtbaar, terwijl de te verzenden gegevens zich op een van de bladen 16, 17, bij voorkeur het achterste blad 17, van de binnenenvelop 2 bevinden en niet van buitenaf zichtbaar zijn.

15 Om er zeker van te zijn dat de gegevens ook niet bij doorzicht van de envelop zichtbaar worden, zijn de bladen 3, 4· van de verzendenvelop 1 en de bladen 16, 17 van de binnenenvelop 2 bedrukt met een raster.

Na het afscheuren van de envelop van de baan 30, waartoe tussen elke twee op elkaar volgende envelop van de baan 30 een afscheurperforatie - 20 33 is aangebracht, zijn de enveloppen verzendklaar.

85 013 S 7

Claims

1. Envelop volgens een of meer der conclusies 1-10,met het kenmerk, dat zowel de bladen (3, 4) van de verzendenvelop (1) als de bladen (16, 17) van de binnenenvelop (2) zijn bedrukt met een raster.

12. Envelop volgens een of meer der conclusies 1-10,met het 10 kenmerk, dat de verzendenvelop (1) voorzien is van een verwijderbaar voorblad (31).

13. Baan, bestaande uit met elkaar verbonden enveloppen met inhoud, met het kenmerk, dat elke envelop van de baan een envelop is volgens een of meer der conclusies 1-12.

14. Baan volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat tussen elke twee op elkaar volgende enveloppen in de baan een afscheurperforatie (33) is aangebracht.

1. Envelop met inhoud, in het bijzonder voor het verzenden van vertrouwelijke gegevens, omvattende een in hoofdzaak gesloten verzendenvelop en een in de verzendenvelop opgenomen gegevensdrager, met het kenmerk, dat de gegevensdrager bestaat uit een in hoofdzaak gesloten binnenenvelop 5 (2), waarbij de gegevens aan de binnenzijde van de binnenenvelop kunnen worden aangebracht.

2. Envelop volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de de verzendenvelop (1) vormende bladen (3, 4·) langs ten minste een gedeelte van de omtreksrand van de envelop (1) op elkaar zijn gelijmd en aan de bo- 10 ven- en onderrand (9 resp. 10) van de verzendenvelop (1) tussen de bladen (3 , 4·) van de envelop een lijmlaag is aangebracht in de vorm van twee rijen (12, 13 resp. 14·, 15) naast elkaar gelegen lijmpunten (11), waarbij de lijmpunten (11) van de ene rij (12 resp. 14·) tegenover tussenruimten tussen de lijmpunten van de andere rij (13 resp. 15) zijn gelegen.

3. Envelop volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, over dat de de binnenenvelop (2) vormende bladen (16, 17)/ten minste een gedeelte van de omtreksrand van de binnenenvelop op elkaar zijn gelijmd.

4·. Envelop volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat aan de boven- en onderrand (27 resp. 28) van de binnenenvelop (2) tussen de 20 bladen (16, 17) van de envelop een lijmlaag is aangebracht in de vorm van naast elkaar gelegen lijmpunten (26).

5. Envelop volgens conclusie 4·, met het kenmerk, dat de lijmpunten (26) in twee naast elkaar gelegen rijen (22, 23 resp. 24·, 25) zijn aangebracht, waarbij de lijmpunten van de ene rij (22 resp. 24·) tegen-25 over tussenruimten tussen de lijmpunten van de andere rij (23, resp. 25) zijn gelegen.

6. Envelop volgens een of meer der conclusies 1-5,met het kenmerk, dat de binnenenvelop (2) ten minste nabij een gedeelte van de omtreksrand voorzien is van een afscheurperforatie (29).

7. Envelop volgens conclusie 6,met het kenmerk, dat de afscheurperforatie (29) aan de binnenzijde van de gelijmde omtreksrand van de binnenenvelop (2) is gelegen.

8. Envelop volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de . afscheurperforatie (29) langs de gehele omtrek van de binnenenvelop (2) 35 loopt.

9. Envelop volgens een of meer der conclusies 1-8,met het kenmerk, dat tien minste een van de bladen (16, 17) van de binnenenve- 3 3 0 ï o » / - 7 - lop (2) aan de binnenzijde van de envelop voorzien is van een kopieermiddel.

10. Envelop volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat de bladen (16, 17) van de binnenenvelop (2) bestaan uit zelf-kopiërend papier, waarbij de werkzame zijde van de bladen (16, 17) aan de binnen-5 zijde van de envelop is gelegen.

3. Q ί J y 7