NL8501395A

NL8501395A - Krat.

Info

Publication number: NL8501395A
Application number: NL8501395A
Authority: NL
Original assignee: Wavin Bv
Priority date: 1985-05-14
Filing date: 1985-05-14
Publication date: 1986-12-01
Also published as: EP0201968A1; DE3664892D1; EP0201968B1; ATE45321T1

Description

• i ji 85.5058/Iem/MW -1-

Korte aanduiding: Krat.

De uitvinding heeft betrekking op een krat met in hoofdzaak rechthoekige buitenomtrek en voorzien van een vakverdeling voor het in drie rijen rangschikken van flessen of dergelijke voorwerpen, waarbij de flessen in êén van de 5 rijen versprongen zijn ten opzichte van de flessen in een andere rij.

Een dergelijke krat is bekend uit het Franse octrooischrift 1.362.176.

Aangezien bij het transporteren van kratten meestal 10 gebruik wordt gemaakt van een laadbodem (pallets) waarvan de afmetingen genormaliseerd zijn, zal er naar gestreefd worden de buitenafmetingen van de kratten zodanig te kiezen dat bij het op een laadbord plaatsen van de kratten, enerzijds het laadoppervlak van het laadbord volledig wordt be-15 nut en anderzijds de kratten niet buiten de wanden van het laadbord uitsteken. In een aantal gevallen is het niet mogelijk om bij het krat, waarvan de buitenafmetingen zijn aangepast aan de genormaliseerde afmetingen van de laadborden drie rijen flessen of dergelijke voorwerpen naast elkaar 20 in het krat te plaatsen, terwijl de ruimte voor een bepaald aantal flessen in een rij ruim voldoende is. Als oplossing voor dit probleem kan in het krat een vakverdeling worden aangebracht waarbij de flessen in de middelste rij versprongen zijn ten opzichte van de flessen in de twee buitenste 25 rijen, op de manier zoals bij het bekende krat volgens het Franse octrooischrift 1.362.176. Daardoor kan de afstand tussen de hartlijnen van twee naburige rijen kleiner zijn dan bij niet ten opzichte van elkaar versprongen flessen-rijen. De afstand boven flessen in de middelste rij ver-30 sprongen zijn ten opzichte van de flessen in de twee buitenste rijen is bij het krat volgens het bovengenoemde Franse octrooischrift gelijk aan de helft van de hartafstand tussen de flessen in een rij. Deze afstand kan echter ook kleiner zijn dan de hartafstand van de flessen in een rij, en 35 is onder meer afhankelijk van de buitenafmetingen van het krat, de diameter van de flessen en het gewenste aantal fles- ·*,· - z a 0 Λ.

-2- sen in een rij .

Het bezwaar van een dergelijke vakverdeling is dat de positie van de vakken gezien vanaf de ene dwars op de rijen staande zijwand van het krat verschilt van die gezien 5 vanaf de tegenover gelegen, dwars op de rijen staande zijwand. Dit levert problemen op bij het automatisch vullen en ledigen van de kratten. Er moeten dan extra voorzieningen in de machines worden aangebracht om de kratten en de vul- of uitneemapparatuur ten opzichte van elkaar te positioneren.

10 De uitvinding beoogt nu een krat van het bovenge noemde type te verschaffen met aan de genormaliseerde afmetingen van laadborden aangepaste buitenafmetingen en voorzien van een vakverdeling die het bovengenoemde bezwaar niet vertoont.

15 Dit oogmerk wordt bereikt door het krat welke tot kenmerk heeft dat de vakverdeling anti-symmetrisch is ten opzichte van de door het middelpunt en evenwijdig aan de zijwanden van het krat verlopende assen, waarbij de flessen in de twee buitenste rijen ten opzichte van elkaar verspron-20 gen zijn.

Hierdoor wordt bereikt dat bij een krat van het in de aanhef genoemde type de positie van de vakken gezien vanaf de ene dwars op de rijen staande zijwand van het krat dezelfde is als gezien vanaf de tegenover gelegen, dwars 25 op de rijen staande zijwand. Met andere woorden, na draaiing van het krat over 180° is de positie van de vakken weer hetzelfde als in de uitgangspositie, zodat bij het automatisch vullen of ledigen van de kratten geen maatregelen behoeven te worden genomen om bepaalde kratten over een hoek van 180° 30 ten opzichte van de vul- of uitneeminrichting te draaien.

Bij voorkeur ligt de ene buitenste flessenrij in een hoek van het krat aan tegen de ene dwars op de rijen staande zijwand van het krat en ligt de andere buitenste flessenrij in de schuin tegenover deze hoek gelegen hoek van het krat aan 35 tegen de tegenover gelegen dwars op de rijen staande zijwand van het krat, waardoor een optimale rangschikking van de flessen wordt bereikt.

Bij een bepaalde voordelige uitvoeringsvorm van het krat volgens de uitvinding is de middelste flessenrij 40 een aaneengesloten rij die in de lengterichting van de rijen S3 l < 3 ^ 0 -3- gezien midden tussen de twee ten opzichte van elkaar versprongen buitenste rijen is gelegen. De flessen aan de beide einden van de middelste rij liggen daardoor vrij van de dwars op de flessen staande zijwanden van het krat, waardoor het gemak-5 kelijk is om bij aanwezigheid van handgreepopeningen in deze zijwanden, de handen in deze handgreepopeningen te steken.

Volgens een andere uitvoeringsvorm van het krat volgens de uitvinding is de middelste flessenrij in tweeën gedeeld en liggen de beide helften van deze rij aan tegen de 10 tegenover elkaar gelegen, dwars op de rijen staande zijwanden van het krat. Daardoor ontstaat er in het middengedeelte van het krat een ruimte tussen de vakken waarin eventueel een middenhandgreep kan worden aangebracht.

De uitvinding zal nu worden toegelicht aan de hand 15 van een uitvoeringsvoorbeeld met behulp van de tekening, waarin: fig.1 een schematisch bovenaanzicht weergeeft van een bepaalde uitvoeringsvorm van het krat volgens de uitvinding, en 20 fig.2 een schematisch bovenaanzicht weergeeft van een andere uitvoeringsvorm van het krat volgens de uitvinding.

De in fig.1 en 2 weergegeven uitvoeringsvormen van het krat volgens de uitvinding zijn bedoeld voor het opnemen van 12 flessen 1, gerangschikt in drie rijen van elk vier 25 flessen. Beide uitvoeringsvormen van het krat hebben een in hoofdzaak een rechthoekige buitenomtrek. De buitenafmetingen van het krat zijn afgestemd op de genormaliseerde afmetingen van een laadbord, zodanig dat een bepaald aantal kratten het laadoppervlak van dit laadbord juist geheel bedekt.

30 De in het krat te plaatsen flessen hebben een zodanige buitendiameter dat het niet mogelijk is om drie flessen in de breedterichting van het krat naast elkaar te plaatsen. Teneinde bij een dergelijke combinatie van buitenafmetingen van het krat en flesdiameter toch het vereiste aantal 35 van 12 flessen in het krat te kunnen plaatsen, en tevens het vullen en ledigen van het krat geautomatiseerd te kunnen laten plaatsvinden, zonder extra voorzieningen voor het richten van het krat ten opzichte van de vul- en uitneemapparatuur, is het krat volgens de uitvinding binnenin voorzien van een 40 vakverdeling 2 die anti-symmetrisch is ten opzichte van de il Λ .·. j *·· · 1 ^

V W -/ ‘ 'J V

λ' ·>.

-4- en door het middelpunt evenwijdig aan de zijwanden 3, 4 resp.

5, 6 van het krat verlopende assen 7 resp. 8, en die verder zodanig is dat de flessen in de twee buitenste rijen ten opzichte van elkaar zijn versprongen. De ene buitenste fles-5 senrij ligt daarbij in de hoek waar de zijwanden 3 en 6 op elkaar aansluiten, aan tegen de zijwand 6. De andere flessen-rij ligt in de daar tegenover gelegen hoek waar de zijwanden 4 en 5 op elkaar aansluiten, aan tegen de zijwand 5. Bij de uitvoeringsvorm van fig.1 is de vakverdeling zodanig dat de 10 middelste rij flessen een aaneengesloten rij is, die in de lengterichting van het krat gezien midden tussen de twee ten opzichte van elkaar versprongen buitenste flessenrij is gelegen. Tussen de aan de beide uiteinde van de in deze rij gelegen flessen en de korte zijwanden 5, 6 van het krat 15 ontstaan daardoor tussenruimten 9, 10. Wanneer in de beide korte zijwanden 5, 6 ongeveer in het midden handgreepopeningen zijn aangebracht, vergemakkelijken deze ruimten 9, 10 het vastgrijpen van het krat.

Bij de uitvoeringsvorm van fig.2 is de vakverde-20 ling zodanig dat de middelste flessenrij in tweeën wordt gedeeld en de beide helften van deze rij aanliggen tegen de tegenover elkaar gelegen zijwanden 5, 6. De beide helften van de middelste flessenrij komen in een richting dwars op de rijen, iets versprongen ten opzichte van elkaar te liggen.

25 Bij deze vakverdeling ontstaat er in het middengedeelte van het krat een ruimte 11, die benut kan worden voor het aanbrengen van een middenhandgreep.

-conclusies-

85 ö 1 3 8 S

Claims

1. Krat met in hoofdzaak rechthoekige buitenomtrek en voorzien van een vakverdeling voor het in drie rijen rangschikken van flessen of dergelijke voorwerpen, waarbij de flessen in êén van de rijen versprongen zijn ten opzichte 5 van de flessen in een andere rij,met het kenmerk, dat de vakverdeling (2) antisymmetrisch is ten opzichte van de door het middelpunt en evenwijdig aan de zijwanden (3, 4, resp. 5, 6) van het krat verlopende assen (7, 8), waarbij de flessen (1) in de twee buitenste rijen 10 ten opzichte van elkaar versprongen zijn.

2. Krat volgens conclusie l,met het kenmerk, dat de ene buitenste flessenrij in een hoek van het krat aanligt tegen de ene dwars op de rijen staande zijwand (6) van het krat en de andere buitenste flessenrij 15 in de schuin tegenover deze hoek gelegen hoek van het krat aanligt tegen de tegenover gelegen dwars op de rijen staande zijwand (5) van het krat.

3. Krat volgens conclusie 1 of 2,met het ~ kenmerk, dat de middelste flessenrij een aaneengeslo- 20 ten rij is die in de lengterichting van de rijen gezien midden tussen de twee ten opzichte van elkaar versprongen buitenste flessenrijen is gelegen.

4. Krat volgens conclusie 1 of 2,met het kenmerk, dat de middelste flessenrij in tweeën is 25 gedeeld en de beide helften van deze rij aanliggen tegen de tegenover elkaar gelegen, dwars op de rijen staande zijwanden (5, 6) van het krat.

5. Krat volgens conclusie 4,met het ken- me r k, dat de beide helften van de middelste flessenrij 30 in de dwars op de rijen staande richting ten opzichte van elkaar versprongen zijn.

6. Krat volgens conclusie 4 of 5, m e t het kenmerk, dat in het middengedeelte van het krat, ter plaatse van een ruimte (1 f) tussen de beide helften van de 35 middelste flessenrij een middenhandgreep is aangebracht. U J O & v