NL8500937A - Detektieinrichting met foutenblokken voor digitale gegevens en afspeelinrichting. - Google Patents

Detektieinrichting met foutenblokken voor digitale gegevens en afspeelinrichting. Download PDF

Info

Publication number
NL8500937A
NL8500937A NL8500937A NL8500937A NL8500937A NL 8500937 A NL8500937 A NL 8500937A NL 8500937 A NL8500937 A NL 8500937A NL 8500937 A NL8500937 A NL 8500937A NL 8500937 A NL8500937 A NL 8500937A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
data
signal
signals
control
output
Prior art date
Application number
NL8500937A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Pioneer Electronic Corp
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Pioneer Electronic Corp filed Critical Pioneer Electronic Corp
Publication of NL8500937A publication Critical patent/NL8500937A/nl

Links

Classifications

    • HELECTRICITY
    • H04ELECTRIC COMMUNICATION TECHNIQUE
    • H04NPICTORIAL COMMUNICATION, e.g. TELEVISION
    • H04N19/00Methods or arrangements for coding, decoding, compressing or decompressing digital video signals
    • H04N19/85Methods or arrangements for coding, decoding, compressing or decompressing digital video signals using pre-processing or post-processing specially adapted for video compression
    • H04N19/89Methods or arrangements for coding, decoding, compressing or decompressing digital video signals using pre-processing or post-processing specially adapted for video compression involving methods or arrangements for detection of transmission errors at the decoder
    • GPHYSICS
    • G11INFORMATION STORAGE
    • G11BINFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
    • G11B20/00Signal processing not specific to the method of recording or reproducing; Circuits therefor
    • G11B20/10Digital recording or reproducing
    • G11B20/18Error detection or correction; Testing, e.g. of drop-outs
    • G11B20/1833Error detection or correction; Testing, e.g. of drop-outs by adding special lists or symbols to the coded information
    • HELECTRICITY
    • H04ELECTRIC COMMUNICATION TECHNIQUE
    • H04NPICTORIAL COMMUNICATION, e.g. TELEVISION
    • H04N1/00Scanning, transmission or reproduction of documents or the like, e.g. facsimile transmission; Details thereof
    • H04N1/00095Systems or arrangements for the transmission of the picture signal
    • H04N1/00098Systems or arrangements for the transmission of the picture signal via a television channel, e.g. for a series of still pictures with or without sound
    • HELECTRICITY
    • H04ELECTRIC COMMUNICATION TECHNIQUE
    • H04NPICTORIAL COMMUNICATION, e.g. TELEVISION
    • H04N1/00Scanning, transmission or reproduction of documents or the like, e.g. facsimile transmission; Details thereof
    • H04N1/0035User-machine interface; Control console
    • HELECTRICITY
    • H04ELECTRIC COMMUNICATION TECHNIQUE
    • H04NPICTORIAL COMMUNICATION, e.g. TELEVISION
    • H04N5/00Details of television systems
    • H04N5/76Television signal recording
    • H04N5/91Television signal processing therefor
    • H04N5/93Regeneration of the television signal or of selected parts thereof
    • H04N5/94Signal drop-out compensation
    • H04N5/945Signal drop-out compensation for signals recorded by pulse code modulation
    • HELECTRICITY
    • H04ELECTRIC COMMUNICATION TECHNIQUE
    • H04NPICTORIAL COMMUNICATION, e.g. TELEVISION
    • H04N2201/00Indexing scheme relating to scanning, transmission or reproduction of documents or the like, and to details thereof
    • H04N2201/32Circuits or arrangements for control or supervision between transmitter and receiver or between image input and image output device, e.g. between a still-image camera and its memory or between a still-image camera and a printer device
    • H04N2201/3201Display, printing, storage or transmission of additional information, e.g. ID code, date and time or title
    • H04N2201/3261Display, printing, storage or transmission of additional information, e.g. ID code, date and time or title of multimedia information, e.g. a sound signal
    • H04N2201/3264Display, printing, storage or transmission of additional information, e.g. ID code, date and time or title of multimedia information, e.g. a sound signal of sound signals

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Signal Processing (AREA)
  • Multimedia (AREA)
  • Television Signal Processing For Recording (AREA)
  • Compression Or Coding Systems Of Tv Signals (AREA)

Description

fr · - m· *.....
% Λ - I - Ν
Detektieinrichting met- foutenblokken voor digitale gegevens en afspeelinrichting.
De uitvinding heeft betrekking op een 5 detektieinrichting met foutenblokken voor digitale gegevens en op een afspeelinrichting, en in het bijzonder op een detektieinrichting met foutenblokken voor digitale gegevens en op een afspeelinrichting voor een afspeeleenheid voor stilstaande beelden met geluid.
10 De uitvinding verschaft een detektie inrichting met foutenblokken voor digitale gegevens en een afspeelinrichting voor het detekteren en afspelen van foutenblokken voor digitale gegevens, omvattende: organen om te toetsen of een inrichtingsmode geselekteerd is, organen 15 voor het detekteren van foutgegevens in digitale gegevens, terwijl deze gegevens doorgegeven worden, organen voor het beëindigen van het doorgeven van digitale gegevens wanneer een foutgegeven gedetekteerd is, organen voor het identificeren van een blok voor digitale gegevens waarin een fout 20 gedetekteerd is, organen om te besluiten of digitale gege vens, die het blok voor digitale gegevens omvatten waarin het foute gegeven gedetekteerd is doorgegeven moet worden, en organen om het doorgeven van de digitale gegevens, die het blok voor digitale gegevens omvatten waarin het 25 foutgegeven gedetekteerd werd, voort te zetten.
Figuur 1 toont het verdelen van een blok van een veld van een beeldraster; figuur 2 toont een vergroot aanzicht van het V-onderdrukkingsinterval van het videoformaat-30 signaal; figuur 3 is een diagram dat getallen van aftastlijnen overeenkomende met het blok in figuur 1 toont; de figuren 5A-7E tonen invoegmomenten 35 van digitale gegevens en beeldinformatie; 8500937 -¾ - 2 - « * figuur 8 is een blokschema van een schakeling die werkt in overeenstemming met een werkwijze van de uitvinding voor het registreren van een videoformaat-signaal; 5 figuur 9 is een blokschema dat een voor beeld van een afspeelschakeling toont; figuur 10 geeft een voorbeeld van een golfvorm van een veld-SYNC voor een blok a; figuur 11 toont een voorbeeld van de 10 golfvorm voor een blok c dat digitale gegevens bevat over eenkomende met 1H; figuur 12 toont een ander'voorbeeld van een afspeelschakeling; figuur 13 is een schakelingsschema van 15 een voorbeeld van een gegevenssynchronisatiedetektor gebruikt in de schakeling van figuur 12; figuur 14 is een diagram van een voorbeeld voor het besturen van gegevens; figuur 15 is een blokschema van een ander 20 voorbeeld van een afspeelschakeling; figuur 16 is een tijdtabel voor de afspeelschakeling van figuur 16; figuur 17 toont nog een ander voorbeeld van een afspeelschakeling; 25 figuur 18 toont een voorbeeld van de video software gebruikt bij de uitvinding; figuur 19 beeldt een volgend voorbeeld af van een afspeelschakeling; figuur 20 verschaft een ander voorbeeld van 30 de video-software; figuur 21 is een blokschema van een ander voorbeeld van een afspeelschakeling; figuur 22 geeft een ander voorbeeld voor het besturen van gegevens; 35 figuur 23 is een blokschema van nog een 8500937 «* ' -% k -2a - ander voorbeeld van een afspeelschakeling; figuur 24 is een schema van nog een ander voorbeeld van video-software; figuur 25 toont de overeenstemming tussen 5 een blok c en gegevensidentificatiecodes; figuur 26 toont een blokschema van nog een voorbeeld van een afspeelschakeling; de figuren 27A-27E geven nog een voorbeeld van video-software; 10 de figuren 28A-28C tonen rangschikkingen van digitale gegevens; de figuren 29 en 30 tonen voorbeelden voor het besturen van gegevens; figuur 31 is een tijdtabel voor hande-15 lingen van een afspeelstelsel overeenkomende met video software; figuur 32 is een blokschema van een ander voorbeeld van een afspeelschakeling; figuur 33 is een stroomschema, dat de 20 handelingen van de detektieinrichtingen voor foutenblokken voor digitale gegevens en van de afspeelinrichting, volgens de uitvinding, beschrijft.
8500937 - 0 ψ *\ - 3 - ί ι 5
De uitvinding zal nu in detail beschreven ; 10 worden op basis van een voorbeeld. j j In figuur 1 wordt het aantal horizontale j j ..
; aftastlijnen (in het beschikbare beeldgebiedj voor een signaal ! ·. ι i overeenstemmende met een veld van een videoraster, willekeurig ! .. .» verdeeld in blokken a, b, c en Q. De blokken a, b, en c worden 15 samengesteld uit een geheel aantal horizontale aftastlijnen. j
Het aantal aftastlijnen in c wordt gelijkmatig verdeeld door , een geheel getal x zodat m = c/x, waarin m een geheel getal is.
Dienovereenkomstig is c samengesteld uit eenheden van m aftast- ι , lijnen elk en kan worden verdeeld in x onderblokken c^ - σχ. i 20 S kan, maar behoeft niet, een geheel getal zijn. i j De figuren 2A en 2B tonen gedeelten van videoformaatsignalen in figuur 1. Figuur 2A toont een golfvorm j overeenkomende met het registreren van beeldgegevens in de blok- ! ί ken c en Q. Figuur 2B geeft een voorbeeld van een golfvorm waar ' 25 digitale gegevens worden geregistreerd in blok c.
Figuur 3 verschaft concrete numerieke gege- I t vens betreffende het voorbeeld van het verdelen van aftast- * t i | ; lijnen in de blokken a, b, c en Q voor het geval van een NTSC- ! i signaal. Hier, van het totaal van 262,5 aftastlijnen per veld, 30 worden 241,5 behandeld als werkzame aftastlijnen. Aangenomen j ; wordt dat de blokken a en b liggen buiten het zichtbare gebied ; j op het TV-monitorscherm. In dit voorbeeld, a = 1, b = 4, ;
! I
! c = 234, x = 9, m = 25 en Q = 2,5. Spreiden wordt aangewend ! j ^ ι om concentratie van fouten tengevolge van uitvallen, enz., S ι ι ! ’ 35 te vermijden warneer digitale gegevens worden ingevoegd in de; 8500937 Γ 1* -1 -4- blokken b en c. Verbeteringscodes worden ingevoerd om detectie; : i alsook verbetering van fouten mogelijk te maken. In dit voor- j ! beeld omvat blok b gedeelten, in staat tot onafhankelijk spreiden en verbeteren van fouten. Tegelijkertijd worden - c in 5 blok c in staat gesteld tot onafhankelijk spreiden en verbe- ; teren van fouten.
In het voorbeeld getoond in figuur 4 worden digitale gegevens ingevoegd op een horizontale aftastlijn. De doorgeefsnelheid voor gegevens is 408 f (waar f de horizon- α n 10 tale aftastfrequentie weergeeft). Een inloop-kloksignaal, het geen een synchronisatiekloksignaal is, wordt ingevoegd voorafgaande aan de digitale gegevens. Volgend op dit signaal wordt een gegevenssynchronisatiesignaal bestaande uit enkele bits : ingevoerd voor het synchroniseren van gegevens. Dit gegevens- 1 15 synchronisatiesignaal wordt gevolgd door het woord van het gegeven en/of het detecteren van een fout en de verbetercode.
De figuren 5A - 5E tonen verschillende registratiewijzen. Figuur 5A toont beeldgegevens welke alleen ingevoegd worden in de blokken c en Q. Omdat dè blokken a en b 20 buiten het zichtbare gebied liggen, worden c en Q afgelezen als gewone TV-beelden. Figuur 5B toont blok c met alleen daarin ingevoegde digitale gegevens. Figuur 5C toont blok c verdeeld in negen onderblokken met digitale gegevens ingevoegd in c^, C2' c8 en c9 en ^®β^·^9β9βνβη3 ingevoegd in c^ - c^. In het 25. voorbeeld van figuur 5 worden digitale gegevens ingevoegd in onderblokken c^ en c^ en beeldgegevens in c^ - Cg. In figuur 5E worden beeldgegevens ingevoegd in de onderblokken c^ - c^ en digitale gegevens in Cg en Cg.
In figuur 6 lopen de rasters (velden) van 30 blok c, waarin digitale gegevens ingevoegd zijn, door gedurende alleen periode A. Het aantal van zulke rasters kan lopen van een minimum van 3 tot 4 naar een maximum van 30 tot 40, afhankelijk van de hoeveelheid vereiste gegevens. Gedurende periode B volgende op A wordt blok c bijna geheel gevuld met 35 beeldgegevens. De normaal ingevoegde beeldgegevens komen over- 850ΤΠΓ3 7 4.
-5- " ................. .............. 1,1 ..--η ! { een met de gegevens in periode A. Als resultaat kunnen de j gegevens worden samengesteld uit twee beelden, beelden die j i een raster, op een tijdstip voeden, of bewegende beelden. ; ; ! J Verder kan hetzelfde beeld over verschillende rasters gere- !
I I
i 5 gistreerd worden teneinde door elkaar lopen van beelden tus- : i sen rasters te vermij.den zelfs in het geval van stilstaande
| beelden. I
i # j In het voorbeeld getoond in figuur 7 j lopen enkele tot meerdere rasters van blok c door gedurende | 10 periode A, waarbij digitale gegevens ingevoegd worden in ; de onderrasters c. en cQ en beeldgegevens in c„ en cQ. Dit * I 1 y Zo: wordt gevolgd door periode B waarin beeldgegevens alleen in blok b ingevoegd worden. In dit geval zal gedurende periode A slechts een deel van het scherm het beeld be-15 vatten maar het beeld zal niet onderbroken zijn.
1 . υ Figuur 8 is een blokschema van een regis traties chakeling die werkt in overeenstemming met de registratiewerkwijze van deze uitvinding en die videoformaat-signaal teweegbrengt. Analoge audiosignalen worden omgezet 20 in digitale signalen door A/D-omzetter 80. Voor tijdas- compressie wordt het digitale signaal vastgezet in buffer-geheugen 81 bij een monsterfrequentie fj (R). De inhoud van geheugen 81 wordt uitgelezen bij een frequentie f£(W) die groter is dan fj(R). Het besturingssignaal, dienende als 25 · besturingsgegeven, bestaat uit het klok-lijnsignaal en uit het gegevenssynchronisatiesignaal dat eerder genoemd is, ook de respektieve blokgegevensstukken, blokcapaciteiten en de respektieve^verweckingsgegevensstukken zijn nodig om de gegevens opnieuw voort te brengen. Het videosignaal, 30 het signaal met digitale gegevens, dat de tijdas-gecompri- meerde audiogegevens in buffergeheugen 81 omvat, en de besturingsgegevens worden toegevoerd aan schakelaar-schakeling 82. Besturing van de keuzehandeling van schakelaar schakeling 82 wordt uitgevoerd door tijdsignaalgenera-35 tor 83. Tijdsignaalgenerator 83 bestuurt ook het schrijven 85l 0T3 7 m 4 -6- ί en lezen voor geheugen 81. Een inwendige overbrenginrich-: ting in tijdsignaalgenerator 83 wordt gesynchroniseerd door het synchronisatiesignaal voor de invoervideosignalen.
Deze generator brengt verschillende tijdsignalen voort in 5 antwoord op besturingssignalen, welke van buiten toegevoerd zijn. Het videoformaat dat geregistreerd moet worden, i wordt verkregen vanuit de uitvoer van de schakelaarschakeling 82. ! |
Figuur 9 verschaft een vereenvoudigd ! 10 blokschema van een algemene afspeeleenheid voor het repro- j duceren van signalen voor stilstaande beelden met geluids- gegevens. De afspeel-videoformaatsignalen worden gescheiden door signaalscheidingsinrichting 1 in synchronisatiesignalen en digitale gegevens. De digitale gegevens worden dan verder 15 gescheiden in geluids- en besturingsgegevens. In antwoord op de synchronisatiesignalen brengt tijdsignaalgenerator 2 tijdsignalen voort, die een schrijfpuls f^(W) en een lees-puls fj(R) omvatten. Detekteren en verbeteren van fouten van besturingsgegevens worden uitgevoerd door verbeterinrichting 20 4. Na het verbeteren worden de besturingsgegevens gedeco deerd door decodeerinrichting 6 voor de besturingscode en worden zij toegevoerd aan een systeembesturingsgenerator 7.
De digitale gegevens worden door puls f2 00 ^et Seheugen geschreven via verbeterinrichting 3 en worden uit het geheu-25 gen gelezen met puls fj(R) voor het uitzetten langs de tijdas. Het stelsel kan zo gemaakt zijn dat de fouten in de digitale gegevens verbeterd worden na het uitzetten langs de tijdas. De langs de tijdas uitgezette digitale gegevens worden omgezet in overeenkomstige analoge gegevens door 30 digitaal/analoog-omzetter 9 om het afspeelgeluidsignaal af te geven.
In antwoord op de besturingsinstrukties, gedecodeerd door besturingsdedecodeerinrichting 6, worden verschillende besturingssignalen opgewekt door systeem-— 35 besturingsgenerator 7. Dit afspeelvideosignaal wordt ver- 85 0 0 9 3 7 -7- »“ ,. —, ..... - . .
1 . I
I kregen via schermprocessor 8 welke handelt in antwoord op I een specifiek besturingssignaal. De handeling bestaat bij- j voorbeeld uit het bewerken van een blok met digitale gege vens als een blok met zwartniveau en uit het toevoeren van j j ! i 5 hetzelfde als uitvoer. Zoals bovenvermeld worden de video- j afspeelplaat (VDP) -afspeelbesturingssignalen ontleend aan j I de afspeelbestuurinrichting 10 om besturing teweeg te ! brengen voor de stop- of loop(speel)-handeling.
| In samenhang met figuur 1 is al vermeld i ’ 1 I 10 dat verschillende combinaties van respektievelijk klok- .
1 synchronisatiesignalen, kloklijnsignalen voor het synchro- ( i niseren van gegevens, en gegevens met gegevenssynchronisatie-; signalen worden ingevoegd in horizontale aftastlijnen in . . een beginblok a van een veld. Dit signaal stelt de synchroni- 15 satie in tussen de klokken en woorden met gegevens bij het starten van respektieve velden. Naar blok a wordt verwezen als een veld-SYNC-blok. Details van de horizontale aftast- lijn IH van dit blok verschijnen in figuur 10.
Het gebied voor overbrengen van gegevens 20 is 408f„, waarbij geen digitale gegevens ingevoegd worden xi bij de 64-e bit vanuit de achterrand van de H-SYNC-puls.
Voor veld-SYNC-seriegegevens worden 320 bits gebruikt. De 320 bits worden verder verdeeld in 10 eenheden van 32 bits elk, waarbij elk van deze eenheden respektievelijk een 25 kloksignaal en een gegevenssynchronisatiesignaal bevat.
Van de 32 bits geven 24 bits het inloop-klóksignaal weer, dat wil zeggen 12 kringlopen van een patroon van 1010 ... 10, gevolgd door 8 bits, 111000100, die het gegevenssynchronisa-tiesignaal weergeven. 10 van deze 32 bitgegevens, samenge-30 steld uit deze 24 bits plus 8 bits, worden ingevoegd. Een veld gelijkwaardig met 24 bits wordt gebruikt als een voorportaal.
In dit voorbeeld wordt de signaalreeks van hierboven ingevoegd bij de 22-e H, waarbij a gelijk is — 35 aan 1. In blok b worden verschillende besturingssignalen, 8500937 - * κ -8- i overeenkomend met de gegevens bevat in blok c, ingevoegd. j Wanneer digitale gegevens worden ingevoegd in de blokken t b en c zullen de werkzame gegevens bestaan uit 320 bits j zoals in het geval van het veld SYNC (figuur II). Er zijn ! 5 64 bits van H SYNC tot het beginnen van de seriegegevens, j waarbij het voorportaal overeenkomt met 24 bits. Dit is precies zoals het veld SYNCfgetoond in figuur 10. Wederom ; omvatten de 320 bits 24 bits bij het beginnen van de seriegegevens, 12 kringlopen van het inloop-kloksignaal, en 10 hieropvolgend een gegevenssynchronisatiesignaal van 8 bits.
De overblijvende 288 bits worden verdeeld in 36 eenheden van 8 bits (1 byte) elk. Verder in overeenstemming met deze uitvinding wordt blok b ..ingedeeld bij 4H. Met andere woorden de besturingssignalen voor respektievelijk 23H, 24H, 25 en 15 26H worden hier geregistreerd. Ook de gegevens van blok b zijn gerangschikt in eenheden van 8 bits (1 byte) teneinde het spreiden en verbeteren van fouten te vergemakkelijken.
Om digitale gegevens in blok c te registreren wordt het ingedeeld bij 26H. Digitale gegevens kunnen geregistreerd 20 worden met een maximum van 9 blokken bij een veld en een maximum van 18 blokken bij een raster. Het scherm kan gemaakt zijn om uitsluitend digitale gegevens of beeldgegevens te bevatten, of een combinatie van digitale gegevens en beeldgegevens. De beeldgegevens in een blok worden zo 25. samengesteld dat het spreiden en verbeteren van fouten van ' een blok per keer vergemakkelijkt wordt.
Figuur 12 is een blokschema van een afspeelschakeling volgens de uitvinding. Deze schakeling kan toegepast worden in het geval van geluidssignalen, 30 welke toegevoegd zijn aan stilstaande beelden, waarbij digi tale gegevens langs de tijdas samengedrukt worden. De schakeling omvat een videoversterker 11, welke gebruikt wordt om de videosignalen te versterker. Er is voorzien in een TV-synchronisatiescheidingsinrichting 12 om de 35 V-SYNC- en H-SYNC-signalen te scheiden van de videosignalen.
8500937 ., J Η -9- j ; r~r ; i i Er is voorzien in een ATC-schakeling 13 om automatisch het j I i I drempelniveai van de versterkte videosignalen in te stellen j i .
j op een maximale waarde volgend op het gegevensniveau en ; i om de analoge videosignalen om te zetten in NRZ (geen ; I 5 terugkeer naar nul)-digitale seriegegevens. Inloopklok- 1 j signalen vanaf banen voor digitale gegevens worden gedetek- .
teerd door inloopdetektor 14. Gegevenssynchronisatie-; detektor 15 leest de digitale gegevenssynchronisatiesig- nalen, en, voor elke H, detekteert hij de beginpositie 10 van de gegevens binnenin b en c. Op gelijke manier leest ; S/P-omzetter 24 synchroon met de klok de seriegegevens : en zet het geheel om in 8-bit-parallelgegevens. Schakelaar- schakeling .16 wordt verschaft om de gegevens van 23H tot 26H in het gebied te detekteren, om de besturingsgegevens-15 signalen te scheiden en om de uitgang te schakelen. Klok- pulsbemonsteringsinrichting 17 bemonstert de klokcomponent van de seriegegevens waarbij het inloopsignaal als referentie, genomen wordt. Systeemklokgenerator 18 past een PLL-hande-ling toe op de bemonsterde kloksignalen en brengt de klok-20 signalen voort welke nodig zijn voor de systeemwerking.
De tijdsignaalgenerator 2 gebruikt de kloksignalen, welke verkregen zijn uit de systeemklokgenerator als referentie, en hij wordt bestuurd door de V-SYNC- en H-SYNC-signalen, gescheiden door de TV-synchronisatiescheidingsinrichting 25 · 12 en door het detektiesignaal voor het startpunt van de 1 gegevens, verkregen uit de gegevenssynchronisatiedetektor 15. Dienovereenkomstig brengt hij verschillende tijdsignalen voort. Veld-SYNC-detektor 19 wordt bestuurd door de tijdsignalen voortgebracht door de tijdsignaalgenerator, 30 hij detekteert de veld-SYNC-signalen en synchroniseert de kloksignalen en de gegevens bij het startpunt van de res-3? pektievelijke velden overeenkomstig het inloop-kloksignaal, de gegevensperiode en het patroon. Besturingsbuffer 20 zet tijdelijk de besturingscodes, gescheiden door schake-35 laarschakeling 16 vast. Foutencorrector 14 verbetert even- 85 0 0 97? -10- . ----1 tueel de fouten in de besturingscodes, gelezen uit de j besturingscodebuffer. De bijeenschuifinrichting 23 verwerkt | : f de verbeterde besturingscodes overeenkomstig een vooraf ί i bepaalde besturingsvolgorde. Systeembestuurder 7 decodeert i 5 de volgorde van de besturingscodes en brengt daarmee overeen- i komende besturingssignalen voort. Adrestelinrichting 22 ί ontvangt een eerste adressignaal uit systeembestuurder 7 j en de tijdgegevens worden ingeschreven of in- of uitgelezen .uit geheugen 5 met groot vermogen. Tegelijkertijd 10 ontvangt hij de klokpulsen voortgebracht door tijdsignaal- generator 2 en de tijdgegevens worden in elk geval daarin » ingeschreven of daaruit uitgelezen met 8 bits per keer. ·
In elk geval telt hij op en voegt adressignalen toe aan : buffergeheugen 5. Buffergeheugen 5 met grote capaciteit 15 zet tijdelijk de digitale gegevens vast in blok c in antwoord op signaal f^(W) uit tijdsignaalgenerator 2 en leest de gegevens in antwoord op fj(R). De foutencorrector 3 verbetert de fout in het buffergeheugen met grote capaciteit met een blok per keer. Ineenschuifinrich-20 ting 23 zet de verbeterde gegevens om in een volgorde van seriegegevens. D/A-omzetter 9 verwerkt een reeks digitale gegevens in antwoord op signaal fj(R) uit tijdsignaalgenerator 2 en zet deze om in analoge signalen. Afspeelbestuurder 10 ontvangt de besturingssignalen uit 25 . systeembestuurder 7 voor de VDP en voegt de VDP samen met de VDP-besturingssignalen.
De VDP zal een normale afspeelhandeling uitvoeren gedurende een periode A indien het een video-formaatsignaal afspeelt, geregistreerd in bijvoorbeeld het 30 patroon getoond in figuur 6. Gedurende dit interval zullen de digitale gegevens, ingevoegd in blok c, opeenvolgend in geheugen 5 geregistreerd worden. Aangenomen wordt dat gedurende de volgende periode B de VDP stilstaande beelden zal afgeven of aan het raster toegevoerde gegevens zal 35 afspelen. De digitale gegevens, vastgezet in geheugen 5, 8500937 ** * ^ -11- ί ' ~ : i ! ! zullen worden toegevoegd als de dan tegenwoordige uitvoer. i l' Indien langs de tijdas samengedrukte digitale audiogegevens ' I ... ... ! : zijn zal de uitvoer daarvan plaatsvinden bij de overeen- ; ί j komstige stilstaande beelden of bij bet afspeeltijdstip ; ! 5 van aan het rooster toegevoerde gegevens als een analoog 1 geluidsgegeven na het uitzetten van de tijdas. Verder zal j ’ , * • gedurende periode A de TV-monitor de gegevens, verbonden ; | met een zwartniveau in schermbewerkingseenheden 8 (figuur 9) : | uitlezen.
: I
10 Tegelijkertijd zullen de digitale gegevens > in blok c opeenvolgend vastgezet worden in het geheugen gedurende periode Δ wanneerhet videoinformatiesignaal : met het patroon getoond in.figuur 7 wordt afgebeeld. De bovenkant en de onderkant van het monitorscherm worden 15 ingesteld om bij het zwartniveau te blijven waarbij het beeld verschijnt in het tussengelegen gebied.
Hieraanvolgend wordt het afspeel-video-formaatsignaal uit de VDP-videouitvoeraansluiting toegevoegd aan de videoversterker 11 en wordt daar versterkt.
20 De versterkte uitvoer wordt toegevoerd aan de synchroni saties cheidingsinrichting 12 en de gescheiden synchronisa-tiesignalen (V en H) worden toegevoerd aan een van de invoer-aansluitingen van tijdsignaalgenerator 2. Het versterkte videosignaal· wordt toegevoerd aan de invoer van ATC-schake-25· ling 13. Door het detekteren van de piek- en drempelniveau’s van de gegevens, stelt de ATC-schakeling geleidelijk en automatisch het drempelniveau in terwijl het de respektieve gegevens volgt, en haalt de serie-NRZ-digitale gegevens uit de videoformaatsignalen. Bestuurd door het tijdbesturings-30 signaal vanuit tijdsignaalgenerator 2 detekteert de inloop- signaaldetektor 14 het inloop-kloksignaal van 24 bit en 12 kringlopen vanuit de seriegegevens, eruitgenomen door de ATC-uitvoer van detektor 14 en toegevoerd aan de klok-bemonsteringsschakeling 17, welke de klokcomponent uit de 35 normale seriegegevens haalt, waarbij het inloop-kloksignaal 8500937 ' i .
-12- i TT . - - - , , - - r - - 1 " " --- 1 \ als referentie genomen wordt. De eruitgehaalde klokcomponent ; wordt toegevoerd aan systeemklokgenerator 18. Met de eruit- ; | gehaalde klokcomponent veroorzaakt de systeemklokgenerator ; dat het de PLL-schakeling systeemkloksignalen opwekt, gesyn- ' 5 chroniseerd met de seriegegevens. Deze kloksignalen worden gebruikt voor bewerking van het systeem..De kloksignalen, voortgebracht door systeemklokgenerator 18, worden toegevoerd aan tijdsignaalgenerator 2 . Tijdsignaalgenerator 2 wekt tijdsignalen op, toegevoerd aan de besturings-10 aansluitingen van veld-SYNC-detektor 19, die bestuurd wordt ,
door de synchronisatiesignalen (V en H) met de kloksignalen als referentie en die de horizontale aftastlijn 22H in elk veld detekteert en daardoor de veld-SYNC. Tijdsignaalgenerator 2 wekt ook de tijdbesturingssignalen op om 15 besturingsgegevens te scheiden na het detekteren van 23H
tot 26H, en wekt besturingssignalen op voor het schrijven van gegeven en het lezen van handelingen volgend op het detekteren van 27H.
Seriegegevens, verkregen als uitvoer uit 20 de ATC-schakeling 13, worden toegevoerd aan de gegevens- synchronisatiedetektor 15 en de S/P-omzetter 24. Alle gegevens worden synchroon gelezen met de klok en voor elke H detekteert de synchrone gegevensdetektor 15 de gegevenssynchronisatiesignalen, voert een detektieuitvoer 25 . toe aan de tijdsignaalgenerator 2, bepaalt de beginpositie van gegevens, en houdt daardoor een constante synchronisatie-betrekking tussen de gegevens en het tijdsignaal. S/P-omzetter 24 zet de seriegegevens om in 8-bit parallel-gegevens. De 8-bit-gegevens worden,toegevoerd aan schake-30 laarschakeling 16. Indien tijdsignaalgenerator 2 een signaal opwekt dat de aanwezigheid van 23H tot 26H aangeeft, voert de schakelaarschakeling dat signaal toe aan besturings-codebuffer 20; op elk ander tijdstip voert hij het signaal toe aan buffergeheugen 5 met grote capaciteit. De tijdelijk 35 in besturingscodebuffer 20 vastgezette besturingscode wordt 8500937 c * -13-
1 " 1 ' -""""Η ' ' ' ' " ...... "" I
! i 1 i i toegevoerd aan de invoeraansluiting van schakeling 4 voor ! i het verbeteren van fouten. De besturingscode waarbij de I , j fout verbeterd wordt door de schakeling voor het verbeteren j van fouten, wordt toegevoerd aan de invoer van de ineen- · \ 5 schuifinrichting 21. De ineenschuifinrichting 21 rangschikt f j opnieuw de besturingscode, die overeenkomt met. de besturings-volgorde, en voert de opnieuw gerangschikte code toe aan ! systeembestuurder 7. De systeembestuurder 7 decodeert de ( besturingscode en volgt de tijdbesturingssignalen uit ! 10 tijdsignaalgenerator 2 om de handelingen voor het schrijven van digitale gegevens, van het besturen van het scherm, van het beginnen van adresteller 22 voor het buffergeheugen met grote capaciteit, en het besturen van digitale gegevens uit te voeren. Besturingssignalen, die de afspeler bedienen 15 en stoppen, worden toegevoerd aan afspeelbestuurder 10.
Deze signalen worden omgezet door de afspeelbestuurder in signalen voor het aandrijven van de afspeler en worden dan toegevoegd aan de afspeler. Het signaal voor de horizontale aftastlijn 22H uit tijdsignaalgenerator 2 20 wordt toegevoerd aan de besturingsaansluiting van veld- SYNOdetektor 19. Gebaseerd op een herhaling van het inloop-kloksignaal en het gegevenssynchronisatiesignaal wekt de detektor het referentiesignaal op voor het kloksignaal binnenin de velden·, en de gegevenssynchronisatie. Deze worden 25- teruggevoerd naar de klokbemonsteringsschakeling 17 en naar eindsignaalgenerator 2. Vervolgens, wanneer het signaal dat 22H aangeeft, gedetekteerd uit de uitvoer van de tijdsignaalgenerator en de besturingscodes, en wanneer de code^die op vastzetten van digitale gegevens in het 30 blok aangeeft?worden gedecodeerd door systeembestuurder 7, worden zij opeenvolgend vastgezet in buffergeheugen 5 met grote capaciteit in antwoord op signaal (W) opgewekt door tijdsignaalgenerator 2 en in antwoord op het besturings-signaal opgewekt door de systeembestuurder. Wanneer het 35 vastzetten van een omschreven bedrag aan gegevens volledig 8500937 F - - * -14- is geeft de systeembestuurder 7 de opdracht aan de afspeler stilstaande beelden op te wekken in het omschreven raster ! ! en de afspeler wekt stilstaande beelden op. Op dat tijd- i stip wordt vanuit buffergeheugen 5 met grote capaciteit ! 5 het beginadres, afgelezen uit systeembestuurder 7, gezet in adresteller 22 en wordt vervolgens uitgelezen in antwoord op signaal fj(R) voortgebracht door tijdsignaalgenerator 2. ;
Oe gegevens, vervolgens uit geheugen 5 met grote capaciteit uitgelezen, worden ingevoerd in de correctieschakeling, 10 worden daar verbeterd, en worden dan toegevoerd aan de invoer van de ineenschuifinrichting 23. In de ineenschuif-inrichting worden de gegevens opnieuw gerangschikt in de volgorde van de oorspronkelijke gegevens en worden dan toegevoerd aan de invoer van de D/A-omzetter 9. In D/A-15 omzetter 9 wordt het signaal omgezet in een overeenkomstig analoog geluidssignaal en wordt toegevoerd als een geluids-uitvoer. Terwijl een geluidsuitvoer aanwezig is brengt de afspeler stilstaande beelden voort. Wanneer de gegevens in de hoeveelheid omschreven door buffergeheugen 5 met 20 grote capaciteit eenmaal bekeken en aangehoord zijn worden afzoek- of afspeelbesturingssignalen ingevoerd in de afspeler overeenkomstig de programmacode.
Daarenvolgend worden beschreven de klok-synchronisatie en de gegevenssynchronisatie in inloop-25 signaaldetektor 14, gegevenssynchronisatiedetektor 15 en veld-SYNC-detektor 19. Kloksynchronisatie en gegevens-synchronisatie in een veld worden de eerste keer aangebracht door de 10 inloop-klokkringlopen en gegevenssynchronisatie-signalen, omvat in het 22H veld-SYNC. Met andere woorden, 30 de klokcomponent in het inloop-kloksignaal wordt door klokbemonsteringsschakeling 17 eruitgehaald en de PLL-schakeling van klokgenerator 18 wordt daarmee gesynchroniseerd. Deze schakeling wordt dan gesynchroniseerd met de gegevens waarvan de beginpositie gedetekteerd wordt _____ 35 door middel van het gegevenssynchronisatiesignaal en wordt 8500937 . „ * * -15- ! ---—........
; t ! j j toegevoerd aan tijdsignaalgenerator 2. De veld-SYNC j | omvat 10 klok-inloopkringlopen en een gegevenssynchronisatie-· : signaal teneinde tot het synchroniseren van de klok en j
I de gegevens in staat te zijn voor het geval waarin een I
i 5 deel van het signaal verloren gaat, bijvoorbeeld vanwege ;
i uitval. Nadat het synchroniseren binnenin de veld-SYNC
i ‘ j aangebracht is worden de klok- en gegevenssynchronisatie j • vastgehouden, terwijl gecompenseerd wordt voor het verlies i van het synchroniseren van de kloksignaalfase of het i 10 missen van bits, door de inloop-kloksynchronisatiesignalen ! . . 1 ' en gegevenssynchronisatiesignalen te gebruiken, gedetekteerd respektievelijk door de inloop-signaaldetektor en de gegevensr synchronisatiesignaaldetektor vanuit de beginpositie van de | respektieve Hs in de gegevens. De kringloop-kloksynchronisa- 15 tiesignalen en de gegevenssynchronisatiesignalen bij de beginpositie van de respektieveIHs worden ook gebruikt voor het synchroniseren indien de kloksignalen of de gegevens de synchronisatie verlaten vanwege bijvoorbeeld uitvallen.
20 Figuur 13 toont een voorbeeld van een gegevenssynchronisatiedetektor 15. Hier detekteert patroonfilter 151 het patroon van het gegevenssynchronisatie-signaal 1100100, waarna de detektor detektiepulsen afgeeft.
Het invoeren· van de detektiepulsen in de volgende schakeling 25· wordt beperkt door NAND-poort 152 en een signaal (DSG-signaal) op een omschreven tijdstip, omdat de- detektie-puls het resultaat kan zijn van detekteren van ruis of een fout gegevenssynchronisatiesignaal. De detektiepuls wordt vergrendeld door vergrendelingsschakeling 153, gaat 30 langs NOR-poort 154, en wordt dan vastgezet door de andere vergrendelingsschakeling, namelijk vergrendelingsschakeling 155. Dan wordt hij vervolgens toegevoerd aan 7-bit schuifregister 156. Of de MSB van dit register e-n de overeenkomende detektiepuls passen bij NOR-poort 154 wordt ook 35 gedetekteerd. Indien dit zo is, worden synchronisatiepulsen 85009J7 -16- ί
afgegeven na het detekteren van 10 gegevenssynchronisatie- j signalen bij 22H, zoals getoond in figuur 10. Voorwaarts j vanaf 23H (figuur 11) wordt het uitvoertijdstip echter S
veranderd teneinde het afgeven van de synchronisatie- j t 5 pulsen mogelijk te maken onmiddellijk nadat een gegevens- synchronisatiesignaal gedetekteerd wordt. Bij dit einde wordt een poortsignaal (LDG-signaal) van een specifiek i tijdstip gebruikt bij AND-poort 157 om de voortbrengtijd van de synchronisatiepulsen te besturen. Dit maakt het 10 mogelijk gebruik te maken van 22H. Verder wordt AND-poort 158 ook gebruikt om aan het begin schuifregister 156 leeg | te halen. !
Binnenin blok c moeten de beeldgegevens en de digitale gegevens van elkaar onderscheiden worden.
15 Om dit mogelijk te.maken wordt een aangeefelement van het volgende blok gebruikt als besturingsgegeven, welk aangeef-element ingevoegd is bij het begin en bij het einde van het beeldgegeven. Een voorbeeld hiervan is te zien in figuur 14 waar 4 beginblok-bits worden gebruikt bij het 20 beginnen van de beeldgegevens. De 4 bits kunnen waarden aannemen van I tot A(hexadecimaal). 4 eindblok-bits worden gebruikt om aan-te geven waar de beeldgegevens eindigen, waarbij elke waarde van 2 tot A (hexadecimaal) aangenomen worden. Deze-waarden van de respektieve.4 bits echter ver-25 · anderen overeenkomstig de waarde van x, die blok c in onderblokken verdeelt. Het voorbeeld hier komt overeen met x « 9. Tabel I hierachter toont de overeenkomst tussen de videoformaatsignalen in figuur 5 en de respektieve beginblokcodes en eindblokcodes.
30 Figuur 15 is een blokschema van een afspeelschakeling gebruikt voor het besturen van de afspeelhandeling, waarbij een code gebruikt wordt die de plaats van invoegen van de beeldgegevens aangeeft.
Een 252-delig-teller 25 wordt verschaft om 26H van de 35 H-SYNC te detekteren tussen de synchronisatiesignalen vandaan, 8500937 4 -17- f ' _ ............... .: I gescheiden door signaalscheidingsinrichting 1 (figuur 9) · ; en ook op hetzelfde tijdstip te besturen de veldaanwijzing. !
De Q-uitvoer van flipflop (FF) 26, die naar "1" gaat ! i wanneer een puls wordt voortgebracht indien de teller 16 ; 5 bereikt wordt, wordt gebruikt als een kloksignaal voor j teller 28, daaraan toegevoerd via een AND-poort 27. De I andere ingang van de AND-poort 27 ontvangt H-SYNC-signalen.
} Een "Ι''-uitvoer uit poort 27 wordt opgewekt vanuit 27H en verdere H-SYNC’s. 27H en latere H-SYNC's vormen de klok-10 invoer van de 26-delig-teller 28, die wordt leeggehaald
; I
door V-SYNC. Deze teller detekteert het n-de onderblok uit onderhlokken Cj-Cg in blok c. In dit voorbeeld,.
n = 26, welke gelijk is aan de tellerwortel 26. De decimale , teller 29 telt in antwoord op het dragersignaal uit de 15 teller 28 en wordt leeggehaald door V-SYNC. Deze teller telt de onderblokken in de blokken c en Q.
4-bit-grendelorgaan 30 zet tijdelijk de 4 bits van het beginblokcodesignaal uit de uitvoer van besturingsdecodeerinrichting 6 (figuur 9) vast en 4-bit-20 grendelorgaan 30 zet tijdelijk de 4 bits van eindblokcode- signaal vast. Coïncidentieschakeling 32 ontvangt als een van zijn invoersignalen het uitgangssignaal van 4-bit-grendelorgaan 30 en als het andere invoersignaal het 4-bit-uitgangssignaal Qj-Q^, dat de toestand van decimale 25 · teller 29 aangeeft. Coincidentieschakeling 32 vergelijkt de twee invoersignalen en indien de overeenkomstige bits identiek zijn zendt hij een puls uit. Tegelijkertijd ontvangt coincidentieschakeling 33 als een van zijn invoer- . signalen het uitgangssignaal van 4-bit-grendelorgaan 31 en 30 als een ander invoersignaal 4-bits-invoersignaal Qj“Q^ uit decimale teller 29, vergelijkt de twee invoersignalen, en indien de overeenkomstige bits overeenstemmen , zendt hij een puls uit. FF 35 ontvangt als klokinvoersignaal het pulssignaal af te geven door coincidentieschakeling 35 32, en geeft een uitgangssignaal Q met "1" op dat tijdstip 85 0 G~93 7 " ......' • ' t -18- af. Uitgangssignaal Q van FF 35 wordt "Q" bij de uitgang ; van OR-poort 34, die als een van zijn invoersignalen het | uitgangssignaal van coincidentieschakeling 33 ontvangt j en als een ander ingangssignaal het V-SYNC-signaal, zo j 5 een "1"-uitgangssignaal voortbrengen in aanwezigheid j van een van beide of beide ingangssignalen. Wanneer uitvoer , Q "t" is wordt hij verbonden met zijde a van schakelaar ! 36 en wanneer hij "0" is wordt hij verbonden met b van deze schakelaar. Er wordt voorzien in maskeerschakelingen 10 37 om het zwartniveau van het beeld in>:te stellen.
Schakelaar 36 verschaft bij zijn uitgang het ingangsvideo-signaal wanneer Q verbonden wordt met a van deze schakeling. Wanneer Q verbonden wordt met b van schakelaar 36 geeft maskeerschakeling 37 zijn uitgangssignaal af. De andere 15 uitvoer Q uit FF 35, verbonden met AND-poort 38, bestuurt het toevoeren van schrijfpuls f2(W) aan buffergeheugen 5 met grote capaciteit.
De configuratie hierboven maakt het voor het videoformaatsignaal mogelijk beeldsignalen en 20 digitale signalen te combineren, welke toegevoerd moeten worden aan de ingangszijde van signaalscheidingsinrichting 1 en op hetzelfde tijdstip aan aansluiting a van schakelaar 36. Van de componenten, waarin signaalscheidingsinrichting 1 zijn invoersignalen scheidt, wordt V-SYNC toegevoerd aan 25 · aansluitklem ·„ CLR van 252-delig-teller. 25, aan aansluit- klem CLR van FF 26, aan aansluitklem CLR van m-delig-teller 28, aan aansluitklem CLR van (x + l)-delig-teller 29, en aan een van de ingangsaansluitklemmen van OF-poort 34.
Deze V-SYNC doet de 252-delig-teller 25, de FF-26, de m-delig-30 teller 28, de (x + l)-delig-teller 29, en de FF-35 begin nen. Het H-SYNC-signaal, gescheiden door de signaalscheidingsinrichting, wordt toegevoerd aan klokaansluiting ck van 252-delig-teller en ook aan een van de ingangs-klemmen van AND-poort 27. De 252-delig-teller 25 bestuurt 35 de respektieve velden van een NTSC-TV-signaal. Voor elk veld 85 0 0 9 3 7 -19- 1 wordt de teller leeggehaald wanneer V-SYNC aktief is. !
Met andere woorden, hij begint zijn vermeerderingshandeling j elke keer wanneer een H-SYNC-puls toegevoerd wordt,
i I
beginnende vanuit 11H. Hij geeft een puls af na elke 16 5 H-SYNC-pulsen. De puls komt overeen met 26H van de respek- ; I tieve velden van een NTSC-TV-signaal. Deze puls wordt
toegevoerd aan klokaansluiting ck van FF 26, wanneer Q
i j zich in de toestand "1" bevindt. FF 26 werkt als een
; vlag, waarbij Q bij de logische "1" blijft zolang V-SYNC
; 10 nog toegevoerd moet worden aan de CLR-aansluitklem na ! 26H. De Q-uitgang van FF 26 wordt toegevoerd aan een van ! de invoeraansluitingen van AND-poort 27, terwijl de andere ! invoeraansluiting en AND-poort 27 H-SYNC toegevoerd wordt, gescheiden door signaalscheidingsinrichting 1. Dienovereen-15 komstig brengt AND-poort 27 een H-SYNC-uitvoer voort, volgens 27H. Dit veroorzaakt dat H-SYNC uit blok c op het scherm (figuur 1) toegevoerd moet worden aan klok-aansluiting ck van de m-delig-teller.
De m-delig-teller wordt gebruikt om de 20 onderblokken van de verschillende blokken te besturen. In dit voorbeeld, n « 26. Het drageruitgangssignaal van m-delig-teller wordt toegevoerd aan de klokaansluiting ck van (x + l)-delig-teller. (x+1)-delig-teller 29 bestuurt de plaats van de onderblokken in een blók. Deze teller 25 - telt niet alleen, gebied c maar ook gebied Q, eveneens tot de aankomst van V-SYNC, en heeft daarom een wortel (x + 1). Omdat x = 9, is de wortel 10 voor deze teller. De 4-bit-uitvoer Qj“Q^> die de toestand van de tellingen aangeeft, wordt toegevoerd aan de ingangsklemmen van coincidentie-30 schakelingen 32 en 33. Verder wordt een besturingsgegevens- code van het beginblok, gescheiden door scheidingsinrichting 1, die het begin van de beeldgegevens aangeeft, toegevoerd aan de ingangsklem van grendelorgaan 30 en wordt daarin vastgezet. De periode van dit vastzetten is gelijk aan 35 of een veld of een raster. De uitvoer wordt toegevoerd aan 8500937.............................~ - t -20- de andere ingangsklem van coincidentieschakeling 32. De j coincidentieschakeling vergelijkt elk van de 4 bits j met de overeenkomende 4 bits en indien zij identiek zijn j worden pulsen afgegeven bij de uitgang. Tegelijkertijd j 5 wordt een besturingscode van het eindblok, gescheiden door signaalscheidingsinrichting 1, die een adres van .
het blok dat het einde van de beeldgegevens volgt aan- i geeft, toegevoerd aan de ingang van grendelorgaan 31. De j uitvoer wordt toegevoerd aan de andere ingangsklem van 10 coincidentieschakeling 33. De overeenkomende bits worden vergeleken, en indien zij samenvallen, worden pulsen afgegeven. De uitvoer van coincidentieschakeling 32 wordt ' toegevoerd aan de klokaansluiting van FF 35. Ook de uitvoer van coincidentieschakeling 33 wordt toegevoerd aan 15 een ingang van OR-poort 34. De uitvoer van OR-poort 34 wordt toegevoerd aan de leeghaalaansluitklem CLR van FF 35. Indien de coincidentiepuls uit coincidentieschakeling 32 wordt toegevoerd aan FF 35, gaat de uitvoer Q naar "1".
Indien de coincidentiepuls uit coincidentieschakeling 33 20 wordt toegevoegd aan FF 35 wordt zijn uitvoer Q "0", die exact tegengesteld is aan de uitvoer Q van FF 35 wanneer een puls ontvangen wordt uit schakeling 32. Uitvoer Q uit FF 35 wordt toegevoerd aan schakelaar 36. De schakelaar wordt op a gezet wanneer uitvoer Q van FF 35 de logische 25 . "1" is, en op b wanneer Q de logische "0" is. De Q uitvoer van FF 35 wordt toegevoerd aan een van de ingangsklemmen van AND-poort 38. Aan de andere ingangsklem van AND-poort 38 wordt schrijfpuls f^(W) toegevoerd, voortgebracht alleen binnenin blok c door tijdsignaalgenerator 2 (figuur 9).
30 Wanneer uitvoer Q uit FF 35 "O” is, voegt AND-poort 38 schrijfpuls f^(W) toe aan buffergeheugèn 5 met grote capaciteit en vervolgens zet hij gegevens vast, welke gescheiden zijn door signaalscheidingsinrichting 1.
Voor de golfvorm, getoond in figuur 5C, " 35 is de beginblokcode bijvoorbeeld 3.en de blokcode 8. Overeen- 8500937 -21- ; komstig worden de grendel organen 30 en 31 op respektievelijk : i < 3 en 8 gezet. In het begin is de Q-uitvoer van FF 35 "O", i • zodat schakelaar 36 op b gezet wordt. Het resultaat is dat | de videouitvoer bestaat uit de uitvoer van maskeerschakeling ; ! 5 37. De maskeerschakeling maskeert de videosignalen onder i • een zwartniveau, waarbij de synchronisatiesignalen en i de kleurburst uitgesloten worden. Het zo verkregen scherm i is zwart. Aangezien uitvoer Q uit FF 35 een logische "1" is, zal AND-poort 38 doorgaan de f£(W) puls op te 10 wekken als zijn uitvoer, waarbij veroorzaakt wordt dat
de gegevens gescheiden door signaalscheidingsinrichting I
1 - ’ opeenvolgend ingeschreven worden in buffergeheugen 5.
; Coincidentieschakeling 32 wekt pulsen op wanneer (x + 1)-delig-teller 29 geteld heeft tot 3.
15 Bij de achterrand van deze puls wordt uitvoer Q uit FF 35 daarom "l". Dienovereenkomstig wordt schakelaar 36 op a gezet en de invoer van videosignalen, namelijk de beeldinformatie, wordt toegevoerd als een uitvoer. Aangezien uitvoer Q uit FF 35 "0" is, worden geen pulsen opgewekt 20 vanuit poort 38. Overeenkomstig worden geen gegevens inge schreven in buffergeheugen 5. Op gelijke wijze, wanneer (x + l)-delig-teller geteld heeft tot 8 gaan pulsen, opgewekt door coincidentieschakeling 33 door OR-poort 34 en worden toegevoerd aan aansluitklem CLR van FF 35. Het resultaat 25 is dat uitvoer Q van deze FF "0" wordt, en schakelaar 36 wordt op b gezet. Dit maakt uitvoer uit maskeerschakeling 37 weer mogelijk. Het andere woorden, het scherm zal weer zwart zijn. Tegelijkertijd wordt uitvoer Q uit FF 35 "1" en f£(W), opgewekt door de tijdsignaalgenerator, bewerk-30 stelligt dat de uitvoer uit AND-poort 38 de gegevens, gescheiden door de signaalscheidingsinrichting, in volgorde in het buffergeheugen met grote capaciteit inschrijft.
De timing voor de bovengenoemde handelingen wordt aangegeven in figuur 16. Figuur 16 toont het eerste - 35 veld van het eerste raster van een NTSC-signaal. De informa- 8500937 -22- * \ , 9 j tie getoond in deze figuur echter is eveneens van toepassing ! ! op de videosignalen van het tweede veld. In het voorbeeld ’ ί hierboven worden besturingsgegevens, die verschil maken tussen beeldgegevens en digitale gegevens en die de positie ] 5 van digitale gegevens detekteren, gevormd door het beginnende.
beeldgegevensblok en het blok dat het einde van de beeld- · gegevens volgt. Het beginnende digitale gegevensblok of het blok dat het einde van de digitale gegevens volgt kan echter voor hetzelfde doel dienen. Zelfs het eerste en 10 het laatste digitale gegevensblok kan gebruiktworden als ; besturingsgegeven. De digitale geluidsgegevens (SWS-gege- vens) die ingevoegd moeten worden» behoeven niet mono te zijn en kunnen gevormd worden door stereogegevens.
Figuur 17 is een blokschema van een 15 afspeeleenheid gebruikt voor videoformaatsignalen waar de geluidgegevens verschillende typen en verschillende inhoud bevatten en tegelijkertijd een complexe tooninhoud bezitten. Het videoformaatsignaal wordt naar synchronisatie-scheidingsinrichting 12 gezonden die het scheidt in V-SYNC-20 en H-SYNC-signalen. Tegelijkertijd wordt het videoformaat signaal naar tijdsignaalgenerator 2 gezonden om tijdsignalen op -te wekken. De invoervideoformaatsignalen worden ook naar een ATC-schakeling gevoerd. De ATC-schakeling voorziet in gegevens welke fouten lezen, veroorzaakt door fouten in 25 het videosignaal of door verschillen in videoscheiding.
Zo wordt het beste drempelniveau bepaald op basis van de piek- en drempelniveau's van gegevens, ingevoegd in de videosignalen, waardoor de gegevens van de analoge videosignalen worden veranderd in NRZ-digitale signalen, 30 waarbij een golfvorm tot stand komt. Uit de gegevens, omgezet in digitale signalen, scheidt de klokinloop-scheidingsinrichting 14 de inloop-kloksignalen af. Systeem-klokgenerator 18 brengt een systeemklok met dezelfde fase als inlooprkloksignalen voort.
35 De digitale seriegegevens worden na schei- 8500937 -23- I ~ --—---! i l i i I ding van het inloop-kloksignaal, omgezet in 8-bit-parallel- ! i gegevens door S/P-omzetter in antwoord op het dignaal j voortgebracht door tijdsignaalgenerator 2.In overeenstemming | met de timing voortgebracht door tijdgenerator 2 scheidt j 5 de scheidingsinrichting 39 voor klokbesturingsgegevens de ; besturingsgegevens af van de 8-bit-paraltelgegevens.
Terwijl het vergrendelingssignaal uit tijdsignaalgenerator ! I 2 gebruikt wordt, identificeert de monstememende code- \ | discriminator 40 de monstercode, bepaald vanuit de bestur· ! 10 ringsgegevens. De geluidsgegevens anders dan de besturings- .
: gegevens die door scheidingsinrichting 39 voor besturings- gegevens gaan worden vastgezet in buffergeheugen 5 met grote capaciteit, waarbij zijn adres omschreven wordt , door adresteller 2. Wanneer signaal f^(W) wordt toegevoerd 15 aan de klokinvoeraansluiting van de adresteller en wanneer systeembestuurder 7 het beginadres nauwkeurig omschrijft, worden de volgende adressen achtereenvolgens vastgezet, waarbij zij geteld worden door de adresteller in antwoord op (W). f£(W) geeft de doorgeefsnelheid aan voor het 20 samendrukken langs de tijdas.
Klok fj(R), -uitgelezen vanuit buffergeheugen 5 met grote capaciteit, is de bemonsteringsklok, voortgebracht in overeenstemming met de uitvoer van de bemonsterende codediscriminator 40. Hij wordt ook toege-25 · voerd aan D/A-omzetter 9 en bedient het beginnen van de D/A-omzetting. Het beginadres bij de leestijd wordt omschreven door systeembestuurder 7 bij de-schrijftijd, terwijl adresteller 22 doorgaat met optellen in antwoord op fj(R). De monstercode, samengesteld uit twee bits, 30 wordt vergrendeld door codediscriminator 40. Bij het ver vangen van gegevens van 2 bits kan de bemonsterende klok-generator 41 ook vier typen monsterklokken opwekken.
In dit stelsel echter wekt hij drie monsterklokken op bij respektievelijk, 35 kHz, 64 kHz en 96 kHz. D/A-omzetter 9 35 werkt bij deze drie monsterfrequenties. De geluidsgegevens 8 5 0 Ö T3 7 • * * -24- ι worden omgezet in digitale gegevens door aanpassingsdeita- ! : 1 modulatie (ADM), zodat de D/A-omzetter ADM- geluidsgegevens i omzet in de overeenkomstige analoge geluidssignalen.
Terwijl een 2-bits-bemonsteringscode i 5 ^ gebruikt wordt, bestuurt decodeerinrichting 42 schakelaar- schakeling 43 en 'kiesschakeling 44. De respektieve codes worden gemaakt om te gaan door de overeenkomstige filters (45-47). Voor het bemonsteren van klokfrequenties van 32 kHz, 64 kHz en 96 kHz worden respektievelijk filters 10 gebruikt voor de 45 (overeenkomende met de 2,5 kHz-band), , 46 (5 kHz-band), en 7,5 kHz-band. De codes, vastgezet en gedecodeerd in besturingscodebuffer 20 bewerkstelligen 1 dat systeembestuurder 7 zijn besturingshandelingen uitvoert. Tegelijkertijd veroorzaken zij dat afspeelbestuurder 15 10 zijn besturing van de afspeler uitvoert (stoppen, af spelen, voeden van'het raster, enz.).
Figuur 18 toont de videosoftware. De SWS-gegevens, overeenkomende met het stilstaandbeeld-nummer 1, zijn gegeven 1 en gegeven 2, die» welke overeenstemming 20 met stilstaand beeld 2, zijn gegeven 3 en gegeven 4 en die, welke overeenstemming stilstaand beeld 3, zijn gegeven 5 en gegeven 6. De 2-bits monstercode, die een deel vormt van de besturingsgegevens, is te zien in tabel 2 hierachter.
De besturingsgegevens worden vastgezet 25. in het raster dat juist voorafgaat aan het raster welke zij besturen. Gedurende het VDP-afspelen worden de besturingsgegevens in het raster, dat voorafgaat :aan die welke opnieuw SWS-gegeven 1 opwekt, gebruikt door discriminator 40 teneinde te verzekeren dat de monsterfrequentie 30 64 kHZ is, waarna SWS-gegeven 1 en SWS-gegeven 2 vastgezet worden in buffergeheugen 5 met grote capaciteit. Voor stilstaande beelden worden SWS-gegeven 1 en SWS-gegeven 2 afgespeeld bij de monsterfrequentie van 64 kHz. Vervolgens controleert discriminator 40 of SWS-gegeven 3 en SWS-ge-35 geven 4 zich bevinden bij monsterfrequentie 32 kHz voor 8500937 -25- , 5 stilstaand beeld 1. Dienovereenkomstig wordt het SWS-gegeven i ; vastgezet en voor stilstaand beeld 2 vindt het afspelen ; plaats bij een monsterfrequentie van 32 kHz. Tegelijkertijd | - worden stilstaande beelden behandeld door toepassen van 5 een frequentie van 96 kHz voor het af spelen. Op deze ! manier kan de monsterfrequentie veranderd worden om te registreren of af te spelen, overeenkomstig de inhoud en het type van het SWS-gegeven en ook overeenkomstig de i geluidsinhoud van de oorspronkelijke gèluidsgegevens.
10 De figuren 19 en 20 hebben respektievelijk : betrekking op mono- en stereo-SWS-gegevens. Figuur 19 toont het blokschema van het afspeelstelsel voor mono-SWS-gegevens. De volgende beschrijving heeft betrekking op alleen die gebieden in figuur 19 welke verschillen van 15 ” die in figuur 17. Discriminator 48 bemonstert en maakt onderscheid tussen de stereo/mono-identificatiegegevens, ingevoegd in de besturingscode. Het resultaat van dit onderscheiden wordt aan de bemonsterende klokgenerator 41, aan een generator 49 voor tijdschakeling, en aan schakelaar-20 relais RY1 en RY2 voor de geluidsuitvoerlijn.
Afhankelijk van het feit of het stereo-of mono-SWS-gegeven geïdentificeerd wordt, ontvangt schake-laarschakeling 43 een signaal voor tijdschakeling, opgewekt door tijdgenerator 49, en in antwoord schakelt hij analoge 25- geluidssignalen en zendt hen naar filters 45 en 46. Deze filters worden gebruikt om hoogfrequente componenten te verwijderen zoals de monsterfrequentiecomponent. Relais RY1 en RY2 schakelen het geluidssignaal, afhankelijk van het feit of het SWS-gegeven mono of stereo is. De volgende 30 beschrijving van de blokbewerkingen in figuur 19 verwijst naar het videoformaat in figuur 20. De stereo/monoidentifi-catiegegevens, die een deel vormen van de besturings-gegevens welke omvat zijn in het raster dat voorafgaat aan SWS-gegeven 1, wordt bemonsterd en geïdentificeerd 35 door discriminator 48 en dienovereenkomstig worden SWS- 3 ü 0 0 9 3 7 ---- ' " ' ...... --—— 1 " 1 ——! -26- gegeven 1 en SWS-gegeven 2 vastgezet in geheugen 5. Het j zo in geheugen 5 vastgezette gegeven wordt afgelezen bij | het afspeeltijdstip van stilstaand beeld 1 en wordt afgespeeld als monogegeven. Wanneer het besturingsgegeven in 5 het rastervoor gegeven 1 van het stilstaand beeld gebruikt wordt, wordt het stereogegeven geïdentificeerd en dienovereenkomstig worden SWS-gegeven 3 en 4 vastgezet in geheugen 5 om afgelezen.te worden en om afgespeeld te j worden als stereogegeven op het afspeeltijdstip van stil-10 staand beeld 2» j
Bij de monogeluidsierking is fj(R) gelijk aan de monsterfrequentie, terwijl bij de stereogeluids-werking hij het dubbele is van de monsterfrequentie. Het uitzetten langs de tijdas wordt tot stand gebracht door 15 Fj(R) te gebruiken. Om identieke banden te verkrijgen in zowel de stereo- als monogeluidswerking, moeten de respektieve frequenties fj(R) als volgt verbonden worden met de mono- en stereo-geluidswerking: frequentie fj(R) bij de stereogeluidswerking * 2 x frequentie fj(R) 20 bij de monogeluidswerking. Dienovereenkomstig wekt de bemonsterende klokgenerator 41 monsterklokken op in overeenstemming met de mono/stereoidentificatiegegevens en leest gegevens uit vanuit geheugen 5.
In het voorbeeld hierboven wordt de 25 · uitvoer uit D/A-omzetter 9 gescheiden bij schakelaar- schakeling 43. Het schakelen tussen de twee veroorzaakt dat de uitvoersignalen uit buffergeheugen 5 met grote capaciteit gescheiden moeten worden bij de schakelaar-schakeling en dat de respektievelijke zo gescheiden uitvoer-30 signalen toegevoerd worden aan de D/A-omzetter en dat de respektieve uitgangssignalen van de D/A-omzetter toegevoerd moeten worden aan de filters 45 en 46.
Het besturingsgegeven zoals bovenbeschreven wordt bevat in het raster dat voorafgaat aan dat welke de 35 bestuurde gegevens bevat. Echter, zowel de besturingsgege- 8500937 -27- i vens als de bestuurde gegevens kunnen bevat worden in 1 hetzelfde raster. ; ! !
Het voorbeeld in figuur 17 toont het gebruik van drie onderdoorlaatfilters, overeenkomende met | 5 de toegepaste monterfrequenties. De drie filters worden i onafhankelijk gebruikt, door hen over de verschillende : frequentiebanden te schakelen. Echter, inplaats van deze j , drie, kan een enkel geschakeld condensatorfilter gebruikt worden (in wezen een combinatie van een schakelaar en een , 10 condensator met doorgeefkenmerken, die opschuiven als de klokfrequentie verandert). Dit filter kan werken voor de verschillende frequentiebanden indien de klokfrequentie wordt veranderd, welke overeenkomt ;met de monsterfrequentie. Op andere wijze kan een microcomputer gebruikt worden 15 voor de besturing.
Figuur 21 toont een voorbeeld waarin een geschakeld condensatorfilter en een microcomputer worden gebruikt. De volgende beschrijving laat die gebieden in deze figuur weg welke hij gemeen heeft met figuur 17. Het 20 besturingsgegeven, gescheiden door scheidingsinrichting 39, veroorzaakt dat de microcomputer adresgegevens toevoert aan buffergeheugen 5 met grote capaciteit op respek-tievelijk afleestijden en inleestijden, en dat hij afspeel-besturingssignalen opwekt. Bovendien decodeert de micro-25 . computer de schakelaarcode voor de monsterfrequenties en voorziet tijdsignaalgenerator 2 met besturingscodes om de signalen voor de drie monsterfrequenties en de klokfrequenties die toegevoerd worden aan het geschakelde condensatorfilter 51 op te wekken.
30 Apart van inschrijfpuls f^(W) wekt de tijdsignaalgenerator drie typen monsterpulsen fj(R) op onder besturing van microcomputerbesturingssignalen, en, overeenkomstig, klokfrequenties f^(B) om te werken als fre-quentiebandfilters. Frequentie fj(R) wordt toegevoerd 35 aan buffergeheugen 5 met grote capaciteit en aan D/A-omzetter 8500937 -28- 9. Frequentie f^(B) wordt toegevoerd aan het geschakelde \ condensatorfilter 51. Het doorgeefkenmerk van het geschakelde condensatorfilter schuift tegelijkertijd ten opzichte van de . klokfrequentie, waardoor het filter zijn werking ten uit- ; 5 voer brengt, overeenkomstig de vereisten van de respektieve frequentiebanden.
Hier is het digitale gegeven het stil·? : staand beeld-gegeven met geluid. Indien softwaregegeven hieraan worden toegevoegd voor het bedienen van uitwendige 10 eenheden anders dan deze , bijvoorbeeld een personal compu- : ter of een andere digitale signaalverwerker, kunnen de VDP en de computer bestuurd worden vanaf het registratiemedium, namelijk de videoschijf. Zo, afhankelijk van de vereisten, kunnen uitwendige digitale gegevens naast inwendige SWS-15 gegevens ingevoegd worden in blok c. Teneinde onderscheid te maken tussen de inwendige en uitwendige banen van deze gegevensstukken, worden de overeenkomstige identificatiegegevens ingevoegd in de besturingsgegevens in blok b.
Figuur 22 toont een voorbeeld van de identificatie-gegevens-20 signalen. Bit Y in deze figuur maakt onderscheid tussen de inwendige en uitwendige digitale gegevens en wordt ingevoegd op een specifieke plaats in de besturingsgegevens. Wanneer Y "0" is, geeft hij inwendige SWS-gegevens aan, en wanneer hij "1" is, geeft hij uitwendige digitale gege-25 vens aan. Zoals de figuur ook toont, wordt dit X op
een andere spefifieke plaats ingevoegd teneinde onderscheid te maken tussen inwendige en uitwendige besturingsgegevens. Wanneer X "0" is, is het vdLgende gegeven een inwendig besturingsgegeven, en wanneer het "1" is, is het volgende 30 gegeven een uitwendig besturingsgegeven. De bits X en Y
worden onderscheiden bij het afspeeltijdstip teneinde het besturen van uitwendige inrichting zoals een personal computer mogelijk-te maken.
Een blokschema van het afspeelsysteem 35 is te zien in figuur 23. Het videosignaal wordt toegevoerd 8500937 -29- ! aan zowel aignaalscheidingsinrichting 1 als schermverwerker ' i ' ; 8. Het gescheiden synchronisatiesignaal wordt toegevoerd j aan de ingang van tijdsignaalgenerator 2. Het besturings- gegeven, gescheiden door signaalscheidingsinrichting 1, 5 wordt toegevoerd aan de invoer van foutencorrector 4. Aldus wordt het inwendige (geluids-)gegeven of het uitwendige gegeven doorgegeven en daarna vastgezet in buffergeheugen 5 voor het uitzetten van de tijdas in antwoord op tijdsignaal f (W) opgewekt door tijdsignaalgenerator 2. In . 10 antwoord op signaal fj(R), verkregen uit tijdsignaalgene rator 2, wordt het gegeven uitgelezen uit buffergeheugen 5 en toegevoerd aan de ingang van de foutcorrector 3. Na verbetering van fouten wordt het inwendige (geluids-) of uitwendige gegeven toegevoerd aan de ingang van gegeven-15 scheidingsinrichting 52. De gescheiden geluidsgegevens worden :toegevoerd aan de ingang van D/A-omzetter 9. Bij D/A-omzetter 9 worden de digitale signalen omgezet in overeenkomstige analoge signalen, dat wil zeggen geluidssignalen. Voor het uitzetten langs de tijdas van geluids-20 signalen geldt de relatie, die vastgehouden moet worden tussen de frequenties: f^(W) > fj(R). Het verbeterde besturingsgegeven, verkregen uit foutcorrector 4, wordt toegevoerd aan de ingang van de decodeerinrichting van de besturingscode.
25. Bit X in het gegeven vertoont in figuur 2 de oorzaak dat de gegevenskiezer zijn besturingsgegevens-uitvoer toevoert aan de ingang van-systeembestuurder 7. Gescheiden door de tijdgenerator wordt de uitvoer van het uitwendige bestuursgegeven toegevoerd aan het uitwendige 30 systeemscheidingsvlak 53. Een digitaal gegevensbesturings- signaal, overeenkomende met bit Y in het inwendige besturingsgegeven, gevormd door uitvoer 1 uit systeembestuurder 7, wordt toegevoerd aan gegevensscheidingsinrichting 52.
In antwoord op deze gegevens voert gegevensscheidings-35 inrichting 52 de uitvoer van uitwendige gegevens toe aan 8 ü 0 0 9 3 7 -30- ί uitwendig scheidingsvlak 53.
, ί
Een van de uitgangssignalen uit systeem- ! bestuurder 7 wordt toegevoerd aan de schakelende besturings- 1 aansluiting van de uitlees/inschrijf-schakeling voor geheugen 5 5. De andere uitgangssignalen worden respektievelijk toe- ! gevoerd aan de besturingsuitgang van tijdsignaalgenerator 2 en aan de ingangsaansluiting van schermverwerkings-inrichting 8. De schermbestuurder verschaft als uitvoer onveranderde normale beelden en digitale signalen, welke 10 vervangen zijn door een zwartniveau.
Afspeelbestuurder 10 beantwoordt de verschillende signalen uit systeembestuurder 7 door onder andere af te geven de VDP-stopsignalen, de normale afspeelsignalen en signalen die bij het raster gevoegd 15 worden. De uitvoer uit scheidingsvlak 53 wordt toegevoerd aan de uitwendige ingang van een uitwendig systeem (personal-computer) 54 teneinde de personal computer verschillende handelingen te laten uitvoeren. Wederom wordt de uitwendige uitvoer van personal computer 54 (die in het algemeen 20 signalen vormt met verzoeken voor afspeelbesturing en verzoeken voor SPS-afspelen) toegevoerd aan de invoer van uitwendig scheidingsvlak 53. Dit signaal wordt toegevoerd aan de ingang van systeembestuurder 7 en wordt daarna tegelijkertijd bediend met de inwendige besturings-25 gegevens. RGB (drie hoofdkleuren)-signalen uit personal computer 54 en de videogegevens, verwerkt door scherm-verwerker 8 worden toegevoerd aan de ingang van de uitwendige schermverwerker 55. Besturingssignalen uit personal computer 54 worden toegevoerd aan de besturings-30 aansluiting van schermverwerker 55 waarvan de uitgang schakelt tussen videouitgang, RGB-uitgang en gemengde video-en RGB-signalen. Toetsenbord 56 wordt gebruikt als invoer-inrichting voor de personal computer.
Een ander voorbeeld van een videoformaat, 35 dat digitale gegevens uit de personal computer en inwendige 8300937 -31- » ' I SWS-gegevens van de VDP omvat is te zien in figuur 24.
In dit voorbeeld wordt·blok c respektievelijk verdeeld in onderblokken c » c en c in elk veld (naar deze onder- | * O' I blokken zal voor het gemak hierna verwezen worden als \ I 5 “blokken"). Segment 1 bevat SWS-gegevens die de stilstaand | beeld-gegevens (raster 3) beschrijven, omvat in segment j 1. De blokken c^ - in veld 1 en de blokken Cj en ; in veld 2 stellen vijf blokken in totaal samen. Segment 2 bevat uitwendige gegevens, omvattende blok c^ van veld 2, J 10 de blokken Cj-c^ van veld 3 en de blokken Cj en van | veld 4, dat wil zeggen zes blokken in totaal. Zo bevat blok in veld 4 beeldgegevens bij het zwartniveau. De overeenkomst tussen de gegevens die de velden, de segmenten en de blokken aan de ene kant en de identificatiecodes voor 15 inwendige gegevens aan de andere kant verbinden wordt getoond in figuur 25. Het aantal blokken (bloktelling) wordt gegeven door teller 63. In elk segment wordt het digitaal gegeven aangeduid en begeleid door een segment-nummer. De hoeveelheid gegevens in een segment wordt 20 uitgedrukt in termen van aantallen onderblokken.
Figuur 26 is een blokschema van een afspeel-stelsel dat gebruikt wordt om de videoformaatsignalen van figuur 24 te reproduceren. In deze figuur vertegenwoordigt 57 een schakeling voor het schakelen tussen besturings- 25 - gegevens en digitale gegevens, anders dan besturingsgegevens.
Een schakelaarschakeling 52 zendt selektief SWS-gegevens naar D/A-omzetter 9 en de andere digitale gegeven naar scheidingsvlak 53. Bij 63 wordt een blokteller aangegeven, die de respektieve blokken telt elke keer wanneer een 30 gegeven geheugen 5 binnenkomt, waarbij de blokteller terug gesteld wordt door pulsen uit systeemklokgenerator 18.
58 is een gegevensdecodeerinrichting met identificatiecode die uit de besturingscode bepaalt of het digitale gegeven een SWS-gegeven is of een ander uitwendig gegeven.
35 Een bloknummer-decodeerinrichting 59 decodeert de codes 8500937 -32- ---, ί die het aantal blokken aangeeft, welke de respektieve i digitale gegevens vormen, en een segmentnummer-decodeer- j inrichting 60 decodeert de codes (uit de besturings-gegevens),die de respektieve segmentnummers aangeven, 5 waarbij zijn uitvoer wordt toegevoerd aan vergelijkings- schakeling 61.
Gebaseerd op de segmentsnummers, blok-* nummers, en identificatiecodes voor gegevens, gedecodeerd respektievelijk door decodeerinrichtingen 58-60, en ook 10 door de uitvoer van blokteller 63, zendt een H-niveau naar schakelaarschakeling 52, wanneer hij SWS-gegevens-blokken uit geheugen 5 leest, en een L-niveau, wanneer hij uitwendige gegevensblokken leest. Wanneer alle gegevens uitgelezen zijn voert hij een terugstelpuls toe aan terug-15 stel-FF 62. Codes, gedecodeerd door decodeerinrichtingen 58-60 uit de besturingsgegevens worden tijdelijk vastgezet in besturingscodebuffer 20. FF 62 wordt vastgezet door de uitvoer uit systeembestuurder 7.
Het zo beschreven systeem schrijft in 20 geheugen 5 de inhoud van segment 1 uit figuur 24 in, begin nend en voortgaande vervolgens vanaf de begingegevens.
Alle gegevens in segment I en segment 2 worden vastgezet in de buffer. Wanneer de VDP begint met het afspelen van de stilstaande beelden, stelt systeembestuurder 7 vervolgens 25 de programmateller 63 terug en tegelijkertijd verandert hij het geheugen 5 om de toestand uit te lezen. Zodra het eerste blok in segment 1 uitgelezen is wordt teller 63 op 1 gezet, waarbij zijn inhoud vermeerderd wordt met 1, elke keer wanneer een blok uitgelezen is uit het geheugen.
30 Het aantal blokken overeenkomende met segment 1, met name de tellingen "0" tot ,,4n door de teller, komt overeen met gegevensidentificatiecode "1" (figuur 25). Daarom wordt een H-niveau, dat de SWS-gegevens aangeeft, naar schakelaarschakeling 52 gezonden. De blokken, die overeenstemmen 35 met segment 2, met name de tellingen "5" tot "10”, komen 8500937 -33- overeen met gegevensidentificatiecode "0". Daarom wordt ; een L-niveau dat uitwendige gegevens aangeeft naar schakel- : I * ! ! schakeling 52 gezonden. Wanneer teller 63 "11" leest en . alle gegevens uitgelezen zijn, zet vergelijker 61 FF 62 1 5 terug. De Q-uitvoer uit deze FF stopt het lezen uit het i ! geheugen. De werking hierboven veroorzaakt dat de inhoud van segment 1 wordt toegevoerd als een geluidssignaal- j uitvoer uit D/A-omzetter 9. De inhoud van segment 1 wordt j als een uitwendig gegeven naar de personal computer tegen-10 over scheidingsvlak 53 gezonden.
Voor de stilstaande beelden worden lettergegevens alsook andere codes zij aan zij geregistreerd met de SWS-gegevens. Indien verschillende gegevens geregistreerd worden voor respektievelijk de SWS-gegevens 15 en de lettergegevens, en indien deze uitgekozen worden omdat zij gewenst zijn op het afspeeltijdstip, worden meervoudige toepassingen mogelijk. Zo’n systeem wordt hieronder beschreven.
Een voorbeeld van het videoformaat, 20 geregistreert door het svsteem, is te zien in figuur 27.
Elke besturingscode wordt betreden in blok b dat voorafgaat aan het raster dat de meetgegevens en de digitale gegevens die omvat moeten worden bevat. Verder, voor hetzelfde stilstaande beeld worden verschillende digitale gegevens, 25 . die gemeenschappelijk veranderende geluids- en lettergegevens bevatten, geregistreerd. In dit voorbeeld worden vier verschillende geluidonderdelen en gegevensonderdelen geregistreerd. Figuur 28A verschaft een voorbeeld van onderdelen met geluidgegevens en lettergegevens. Figuur 30 28B geeft een voorbeeld van vier geluidonderdelen, en figuur 28C geeft een voorbeeld met vier gegevensonderdelen. Gegeven 1 wordt hier bedoeld voor vergelijking met de uitwendige invoer. De gegevens 3 en 4 geven de Mettercodes weer. De respektieve besturingscodes en de overeenkomende 35 details voor de verwerking staan in de lijst van figuur 29.
8500937 -34- —— —-,
Alle codes hier zijn ASCII-codes. Figuur 30 toont de bestu- ! ringscodes in de verschillende rasters geïllustreerd in J figuur 28A voor het videoformaat van figuur 27. Figuur 32 j is een blokschema van de SWS-decodeerinrichting waarnaar 5 in dit voorbeeld verwezen wordt.
Zoals de figuur toont wordt er voorzien in een buffergeheugen 20 om de besturingscode van het voorgaande raster vast te zetten. De besturingscode wordt uitgelezen, gedecodeerd, en in de daaraanvolgende bewerking 10 uitgevoerd. Systeembestuurder 7 maakt onderscheid bij de digitale gegevens in respektievelijk SWS-gegevens, letter-gegevens, of gegevens voor het vergelijken met uitwendige signalen, en zendt de gegevens naar de respektieve blokken. Hij past ook besturing toe teneinde zijn keuze te maken 15 tussen direkte uitvoer van videosignalen, het vervangen van de beeldgegevens door zwartniveau, en het aflezen van letters bij het zwartniveau-gebied. Met andere woorden, de videoverwerking wordt uitgevoerd door het besturen van handelingen van letterbuffer 65 en videoverwerker 8. Letter-20 buffer 65 wordt een tijdelijk geheugen voor de letter- codes, die overeenstemmen met de letters welke afgelezen zijn samen met de beeldgegevens.
Figuur 30 geeft een lijst van de details van de besturingscodes, binnengetreden in rasterblok b 25 - wanneer de geluids-/lettergegevens in figuur 28A geregis treerd worden op het registratiemedium in het videoformaat dat getoond wordt in figuur 27. In het algemeen worden de videosignalen afgespeeld als veranderingen in even en oneven velden. Eerst wordt blok a van de even 30 velden afgespeeld. De inwendige besturingscodes van de afspeler worden inwendig verwerkt door de afspeler en daarom speelt de SWSD-decodeerinrichting hier geen rol (het toevoegen van geluid en gegevens aan de stilstaande beelden). Dit wordt gevolgd door afspelen van b en tijdelijk ~ 35 vastzetten van de besturingscode uit het daaraanvolgende 8500937 « -35- j . Ote/ 1 I raster in het vastzetgebied met even velden van het SWSD- ' besturingscode-buffergeheugen. Indien de inhoud, geregis- j treerd in c, betrekking heeft op bewegende beelden, zullen j signalen, toegevoerd vanuit de uitwendige afspeler, worden 1 5 gevormd door beelden en geluid. Indien de gegevens digitaal zijn, dan zullen de gegevens, omschreven door het voor-i gaande raster, worden ingelezen in het buffergeheugen met I grote capaciteit en wordt het beeld en geluid gedempt, i Daarna komt het afspelen vanuit c bij een einde, en Q wordt i 10 afgespeeld, gevolgd door het afspelen vanuit de oneven j velden wanneer a en b gereproduceerd worden, zoals in het geval van de even velden. De SWSD-besturingscodes, geregistreerd in b van de even velden, worden vastgezet in het gebied met even velden van het besturingscodebuffer-15 geheugen. Wanneer b geheel, afgespeeld is, wordt de code voor het besturen van het volgende raster ingelezen in het besturingscodebuffergeheugen van de decodeerinrichting. .Vervolgens wordt c afgespeeld. Evenals in het geval van de oneven velden, bestaat het verwerken van c voor dit raster 20 uit het vervolgen van de besturingscode, ingelezen in het voorafgaande raster en uit het uitvoeren van de verwerking evenals in het geval van de oneven velden en tegelijkertijd uit het aanbrengen van de besturingssignalen in de verschillende gebieden van de systeembestuurder na corri-25 geren van de besturingscodes, ingelezen in dit raster, en uit het spreiden en decoderen hiervan. Wanneer c en Q afgespeeld zijn, wordt het volgende raster afgespeeld.
Echter, alvorens zo te werk te gaan, wordt het lopende raster uitgelezen, worden de benodigde besturingssignalen 30 toegevoerd en wordt het verwerken van scherm, geluid en gegevens voltooid.
Het volgende is een gedetailleerde beschrijving, waarbij verwezen wordt naar de figuren 27 en 30. Het raster in figuur 27A wordt eerst afgespeeld.
~ 35 Verbetering vindt plaats bij corrigeerinrichting 4 wanneer 8500937 • ( -36- --1 AM, PM, en de codes DAW01006018-DAW03006078 worden j vastgezet in het buffergeheugen. De verbeterde besturings- j code wordt gedecodeerd in systeembestuurder 7 en de res-pektieve besturingssignalen worden in het grendelorgaan 5 voor besturingsuitvoer gezet. Indien het beeld (bewegend) i wordt vastgezet in c in dit raster, maken de videogegevens-uitvoer en de geluidsgegevensuitvoer uit de decodeer-inrichting het voor alle afspeleruitvoersignalen mogelijk om uitwendig aangevuld te worden.Vervolgens, voorafgaande 10 aan het reproduceren van het raster in figuur 27B, worden de signalen, welke in de verschillende gebieden van de t systeembestuurder gezet zijn, geschoven voor direkte besturing van de verschillende gebieden. Aangezien AM nu de code weergeeft die het dempen van de geluidsuitvoer 15 aangeeft, wordt de geluidsuitvoer gedempt. Evenzo ver oorzaakt PM, die de code weergeeft welke het dempen van het beeldgegeven aangeeft, dat de uitvoer van videosignalen het scherm zwartmaakt. Vervolgens worden de volgende blokken afgespeeld. In b wordt de besturingscode van het 20 volgende raster ingelezen, en in c wordt het omschreven
SiJS-digitaalgegeven opeenvolgend vastgezet in het buffergeheugen met grote capaciteit. Op deze manier worden de besturingscodes in rasters 27C en 27D ook gelezen door de decodeerinrichting, raster voor raster bij besturing, en 25 . de respektieve besturing vindt dan plaats in het volgende ; raster. Wanneer het 27E-raster gereproduceerd wordt, wordt de besturingscode, gelezen uit 27D, gebruikt om het 27E-raster te besturen. In het begin geeft AS aan, dat de geluidsuitvoer de SWSD-uitvoer is, en daarom wordt 30 het SWS-digitaalgegeven van SWSD omgezet in een analoog- gegeven, dat dan wordt toegevoerd via het onderdoorlaat-filter en wordt gebruikt als geluidsuitvoer voor stilstaande beelden. De uitvoer uit PA is de som van het videosignalen, gebruikt als uitvoer door de afspeler. Aangezien de letter-35 codes nog gelezen moeten worden bij dit punt, vormt de af- 8500937 -37- ! speleruitvoer de beelduitvoer. De stopcode, geregistreerd j ! in dit raster, wordt inwendig gedecodeerd door de afspeler, j leidend naar het afspelen van de stilstaande beelden.
SSP is een instruktie voor uitvoer van de groep van gege- i 5 vens, welke uitwendig omschreven zijn. Zo, ondanks het omschrijven van buitenaf, zullen de geluidsuitvoergegevens niet worden begeleid door letters. Indien de tweede SWS, uitwendig aangevuld, het tweede lettergegeven omschrijft, zal het SWS-digitale gegeven uitgelezen worden vanuit het 10 adres, omschreven in het buffergeheugen met grote capaci teit en omgezet in overeenkomstige analoge gegevens, en dan zullen ze via het onderdoorlaatfilter bestemd voor uitvoer weggezonden worden. Ook zullen de lettergegevens uit het buffergeheugen met grote capaciteit gelezen worden 15 en vastgezet worden in de letterbuffer. Hierna zullen zij gemengd worden met de videogegevens, verschaft als uitvoer door de afspeler en uitwendig toegevoegd. Zo bijvoorbeeld zal de geluidsuitvoer "moeder" geven, en de letteruitvoer "MOEDER". Voor het uitvoeren van andere geluidsgegevens 20 en lettergegevens hierna, is al datgene nodig om een verschillende code van buitenaf toe te voegen. Daarom is het mogelijk bij voorbaat korte zinnen en woorden met letters te registreren in het buffergeheugen met grote capaciteit samen met besturingscodes en om dan digitale 25. gegevens te kiezen hieruit, die de gewenste geluiden en letters bevatten. Voor het overbrengen van een toestand voor afspelen van stilstaande beelden naar een andere handeling, welke vereist wordt, betekent het zenden van besturingssignalen uit de verwijderde bestuurder naar 30 de afspeelinrichting. Figuur 31 is een tijdtabel, die het voortgaan van rasters (1) en (2) langs de tijdas toont.
De handelingen, hieronder beschreven, verwijzen naar het blokschema in figuur 32. Het video-35 signaal wordt tegelijkertijd toegevoerd aan de ingang van 8500937 -38- ' "" ' — ......—.!, .,1 ..... , ........ .1 . ‘ —......III.·., i scheidingsinrichting 1 voor het TV-synchronisatiesignaal | en aan videoprocessor 8. H- en V-synchronisatiesignalen, j j gescheiden door de scheidingsinrichting voor het TV- ) synchronisatiesignaal worden toegevoerd aan de ingang van | 5 tijdsignaalgenerator 2. In de tijdsignaalgenerator worden | tijdsignalen opgewekt voor de respektieve blokken in de ί decodeerinrichting vanuit de systeemklok (7,16 MHz) op ! basis van synchronisatiesignalen. In het bijzonder wordt ; i tijdsignaal f^(CW),tijdelijk vastgezet in besturings-10 codebuffergeheugen, opgewekt in 23H-26H van elk veld. j
Ook tijdsignaal f„(CR) voor het inlezen van de besturings- i code in systeembestuurder 7 vanuit het besturingscode- j buffergeheugen, wordt opgewekt voorwaarts vanuit 27H in i de even velden. f^(W) is een tijdsignaal, opgewekt wanneer 15 het digitale gegeven wordt vastgezet in buffergeheugen 5 met grote capaciteit . Het is een tijdsignaal, opgewekt gedurende de periode van 27H tot 260H, indien het gegeven geregistreerd is in blok c. Tijdsignaal fj(R) wordt voornamelijk opgewekt gedurende het afspelen van het stilstaand 20 beeld, afhankelijk van de monsterfrequentie voor het geluid.
Indien de frequentie van f^(W) groter is dan de frequentie fj(R), dan wordt het SWS-digitale gegeven onderworpen aan het uitzetten langs de tijdas. Videosignalen (verkregen door het uitsluiten van het synchronisatiesignaal en waarnaar 25 ' ook verwezen wordt als helderheidssignalen), verkregen als uitvoer uit de generator voor het TV-synchronisatiesignaal, worden toegevoerd aan de ingang van drempelschakeling 13.
In de drempelschakeling wordt, indien de amplitude een zeker niveau te boven gaat, het digitale signaal op 1 30 gezet, en wanneer de amplitude kleiner is dan dit niveau, zal het op 0 gezet worden. Op deze manier, wanneer het omzetten in een rij van digitale signalen voltooid is, vindt verdere omzetting plaats in 8-bits-parallelsignalen, die worden toegevoegd als besturingscodes om vastgezet 35 te worden in het besturingscodebuffergeheugen. Voor respek- 8500937 1 ·- . . . . _ ' Ί'ΙΓ11· ' ' ' —ι. r--, , — η -39- ' tievelijk de oneven en de even velden zijn de verkregen I adressen welke bestemd zijn voor de oneven-en even-veld- j besturingscodes. Deze worden opeenvolgend vastgezet synchroon met het f.(CW)-signaal, opgewekt door tijdsignaal- i .4 # i 5 generator 2. Wanneer het vastzetten van de besturings- codes voltooid is voor de even velden, wordt verbetering ‘ uitgevoerd in foutverbeteringsschakeling 4 op antwoord i ! op signaal f. (CR), waarna de verbeterde code wordt toege-
ï J
voerd aan de ingang van systeembestuurder 7 waar het 10 gedecodeerd wordt.
i
Overeenkomstig deze codes worden signalen ! naar de verschillende gebieden aangesteld. De codes, die de digitale gegevens besturen, worden omgezet van ASCII naar binair, en dan in een gegevensbesturingsregister gezet.
15 Zij besturen videoprocessor 8 en geluidsschakelaar 6, vooraf gaande aan reproduktie van het volgende raster. Digitale gegevens, toegevoerd door drempelschakeling 13, worden toegevoerd aan de ingangsaansluiting van buffergeheugen 5 met grote capaciteit. Een tijdsignaal (W) uit de 20 tijdsignaalgenerator en een signaal voor het schrijven van een tijdadres uit de systeembestuurder worden opeenvolgend verkregen en vastgelegd in dit geheugen. Normaliter, wanneer schrijfhandelingen in het buffergeheugen met grote capaciteit eindigen, wordt signaal fj(R) verkregen uit 25. tijdsignaalgenerator 2 en een signaal dat het tijdadres leest, ook vanuit generator 2, wordt toegevoerd aan de ingang van een foutcorrector 3 voor het lezen van gegevens uit het buffergeheugen met grote capaciteit. Na het verbeteren en het ineenschuiven in de schakeling voor het 30 verbeteren van fouten, wordt het digitaal gegeven voor SWS toegevoerd aan de ingang van D/A-omzetter door de systeembestuurder. De analoge signalen, verkregen als een resultaat, gaan door het onderdoorlaatfilter en gaan dan door schakelaar 65 voor geluidssignalen, voordat zij 35 uitwendig toegevoegd worden. Op dezelfde manier gaat het 8500937
V
x m -40- lettergegeven in antwoord op besturingssignalen uit de systeembestuurder via letterbuffer 65 en wordt in de videoprocessor gemengd met de videosignalen uit de af-speler voordat het uiteindelijk uitwendig toegevoegd wordt.
5 Waar geluids- en lettergegevens van verschillende soort met elkaar gemengd worden, worden besturingscodes, welke selektief lezen omschrijven, een raster hiervoor gelezen en gedecodeerd. Om deze reden vindt geen uitvoer van geluidsgegevens of lettergegevens 10 plaats tenzij er een uitwendig toegevoegde code aanwezig is, die zo'n uitvoer omschrijft. Wanneer de omschrijvende code van buitenaf eenmaal toegevoegd is aan de systeembestuurder, decodeert deze laatste de code en voorziet het buffergeheugen met grote capaciteit van het adres dat 15 het SWS-gegeven en het lettergegeven registreert. Tegelijker tijd zendt de systeemgenerator de besturingscode naar de tijdsignaalgenerator, nodig om deze laatste pulsen fj(R) te laten afgeven en om deze toe te voegen aan de tijd-generator. Tegelijkertijd zendt hij besturingssignalen 20 eveneens aan de D/A-omzetter 9 teneinde de uitvoer van omschreven geluidsgegevens en lettergegevens te veroorzaken.
Wanneer de uitvoer van digitale gegevens voortgezet wordt, zelfs indien een fout gevonden wordt in 25 de inwendige of uitwendige digitale gegevens, ontvangt het ontvangende gedeelte het binnenkomende digitale gegeven en verricht de handelingen die dit gegeven gebruiken, waarbij een werkfout veroorzaakt wordt. Indien de inrichting geen manier kent om zulke foutenblokken met gegevens aan te 30 geven, blijft het probleem bestaan van het identificeren van het foutenblok met gegevens. Teneinde dit probleem te verhelpen is het nodig een inrichting te verschaffen om het doorgeven te beëindigen en om het bloknummer aan i te geven, dat de fout veroorzaakt wanneer een fout gedetek- | 35 teerd wordt gedurende het doorgeven van digitale gegevens. [ 8500917 -41-
Figuur 33 is een blokschema dat de handeling van een inrichting beschrijft, aangewezen om foutenblokken voor digitale gegevens te detekteren en aan te geven. Van handelingen voor het beëindigen van het door-5 geven van digitale gegevens en voor het aangeven van het nummer van het foutenblok, wanneer een fout gedetekteerd wordt in een digitaal gegeven dat doorgegeven wordt, zal worden gezegd dat zij zich bevinden in de "debug mode".
Eerst wordt getoetst om te bepalen 10 of het reproduktiesysteem zich in de debug mode bevindt (stap SI). De debug mode kan gekozen worden door een uitwendige schakelaar in te stellen. Tenzij de debug mode gekozen is, gaat het doorgeven van digitale gegevens ononderbroken door (stap S6). In de debug mode wordt het door-15 geven van gegevens getest op fouten (stap S2).
Indien geen gegevensfouten gedetekteerd worden gaat het doorgeven van digitale gegevens door (stap S6). Het doorgeven van digitale gegevens wordt beëindigd wanneer een gegevensfout gedetekteerd wordt (stap S3).
20 Het bloknummer voor het foutgegeven wordt afgelezen na het beëindigen van het doorgeven van het digitale gegeven (stap S4). Het af lezen verwijst naar het opmerken van de fout voor de bedieningspersoon zoals door een video- of geluids-aangeef inrichting.
25 Er wordt beslist of het digitale gegeven, dat het foutenblok omvat, doorgegeven moet worden nadat het bloknummer voor digitale gegevens, waarin een fout gevonden is, afgelezen wordt (stap S5). Deze beslissing wordt gemaakt door een vraag af te geven voor het gedeelte 30 dat de- digitale gegevens ontvangt. Indien een beslissing genomen wordt om door te gaan, wordt het overbrengen van digitale gegevens voortgezet (stap S6). Na voltooiing van het doorgeven van digitale gegevens worden de handelingen beëindigd en wordt de besturing teruggezet naar stap SI (stap 35 S7).
8500937 -42- 9
Omdat de detektieinrichting met fouten-blokken voor digitale gegevens, overeenkomstig de onderhavige uitvinding, onjuiste handelingen in het ontvang-gedeelte ten gevolge van gegevensfouten voorkomt, wordt 5 het ontvangende gedeelte beschermd tegen onjuiste handelingen.
Bovendien, wanneer het nummer van het foutenblok ook afgelezen wordt, kan de bedieningspersoon gemakkelijk het foutenblok identificeren, waardoor een juiste werking van de afspeeleenheid voor stilstaande beelden met geluid 10 verzekerd wordt.
8500937

Claims (1)

  1. V ί* -43- CONCLüSIE Detektieinrichting met foutenblokken voor digitale gegevens en afspeelinrichting, voor het detekteren en afspelen van foutenblokken met gegevens, met het kenmerk, dat zij omvatten: 5 organen om te toetsen of een inrichtings- mode uitgekozen is; organen om foutgegevens in digitale gegevens te detekteren terwijl de gegevens doorgegeven worden; 10 organen om het doorgeven van digitale gegevens te beëindigen wanneer een foutgegeven gedetek-teerd wordt; organen om een blok met digitale gegevens waarin een fout gedetekteerd is te identificeren; 13 organen om te beslissen of de digitale gegevens, die het blok met digitale gegevens, waarin een foutgegeven gedetekteerd is, omvatten, doorgegeven moet worden; en 20 organen om het doorgeven van de digitale gegevens, die het blok met digitale gegevens waarin een foutgegeven gedetekteerd werd omvatten, voort te zetten. S3 0 09 37
NL8500937A 1984-03-30 1985-03-29 Detektieinrichting met foutenblokken voor digitale gegevens en afspeelinrichting. NL8500937A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
JP59062618A JPS60206390A (ja) 1984-03-30 1984-03-30 デイジタルデ−タエラ−ブロツク検出表示装置
JP6261884 1984-03-30

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8500937A true NL8500937A (nl) 1985-10-16

Family

ID=13205484

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8500937A NL8500937A (nl) 1984-03-30 1985-03-29 Detektieinrichting met foutenblokken voor digitale gegevens en afspeelinrichting.

Country Status (3)

Country Link
US (1) US4847840A (nl)
JP (1) JPS60206390A (nl)
NL (1) NL8500937A (nl)

Families Citing this family (12)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE477080T1 (de) * 1990-09-17 1993-06-09 Canon K.K., Tokio/Tokyo Datenuebertragungsgeraet.
US5253275A (en) 1991-01-07 1993-10-12 H. Lee Browne Audio and video transmission and receiving system
US5414719A (en) * 1992-04-24 1995-05-09 Sharp Kabushiki Kaisha Operating circuit for galois field
US5734422A (en) * 1996-05-17 1998-03-31 Tektronix, Inc. Digital video error analyzer
GB9613228D0 (en) * 1996-06-25 1996-08-28 British Telecomm Data transmission
AU717303B2 (en) * 1996-06-25 2000-03-23 British Telecommunications Public Limited Company Data transmission
KR19980078921A (ko) * 1997-04-30 1998-11-25 배순훈 브이시알 세트 검사용 자동 디버깅 시스템
JP2000115263A (ja) * 1998-09-30 2000-04-21 Matsushita Electric Ind Co Ltd ディジタル放送復調装置
DE19949702A1 (de) * 1999-10-15 2001-04-19 Alcatel Sa Verfahren zur Auswahl von Datenpaketen verschiedener Kanäle und Feststation zur Durchführung des Verfahrens
US10185621B2 (en) * 2013-05-20 2019-01-22 ATI Technologies ULD Method and apparatus for providing a display stream embedded with non-display data
US9930394B2 (en) * 2015-06-01 2018-03-27 Bby Solutions, Inc. Display component activation
US11783866B2 (en) 2021-06-02 2023-10-10 Western Digital Technologies, Inc. Data storage device and method for legitimized data transfer

Family Cites Families (8)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3245040A (en) * 1958-04-21 1966-04-05 Bell Telephone Labor Inc Data receiving circuit
US3934224A (en) * 1974-10-29 1976-01-20 Honeywell Information Systems, Inc. Apparatus for continuous assessment of data transmission accuracy in a communication system
US3995258A (en) * 1975-06-30 1976-11-30 Honeywell Information Systems, Inc. Data processing system having a data integrity technique
JPS5333520A (en) * 1976-08-20 1978-03-29 Toshiba Corp Signal transmission unit
NL175962C (nl) * 1980-06-23 1985-01-16 Nederlanden Staat Stelsel voor telexberichtcommunicatie met automatische foutcorrectie.
US4334309A (en) * 1980-06-30 1982-06-08 International Business Machines Corporation Error correcting code system
US4426698A (en) * 1981-08-24 1984-01-17 Eeco Incorporated Television digital data frame with error detection
NL8200207A (nl) * 1982-01-21 1983-08-16 Philips Nv Werkwijze met foutkorrektie voor het overdragen van blokken databits, een inrichting voor het uitvoeren van een dergelijke werkwijze, een dekodeur voor gebruik bij een dergelijke werkwijze, en een inrichting bevattende een dergelijke dekodeur.

Also Published As

Publication number Publication date
US4847840A (en) 1989-07-11
JPH0552718B2 (nl) 1993-08-06
JPS60206390A (ja) 1985-10-17

Similar Documents

Publication Publication Date Title
RU2073913C1 (ru) Носитель записи, способ и устройство для записи информационных файлов и устройство для воспроизведения информации с такого носителя записи
KR100436312B1 (ko) 데이타재생장치및방법
JPS611190A (ja) カラ−・グラフイツク・オ−バ−レイ・システム
NL8500937A (nl) Detektieinrichting met foutenblokken voor digitale gegevens en afspeelinrichting.
US4423440A (en) Code signal reading apparatus
NL8500938A (nl) Afspeeleenheid voor stilstaande beelden met geluid.
JPS6215946B2 (nl)
JPS6016028B2 (ja) タイムコ−ド読取装置
US20060092322A1 (en) Audio signal delay apparatus and method
JPH05130568A (ja) ビデオ信号処理装置
NL8500935A (nl) Afspeeleenheid voor stilstaande beelden met geluid.
EP0462604B1 (en) Field identification correction apparatus
JPS6052505B2 (ja) Pcm信号復調装置
KR100469878B1 (ko) 기록 재생 장치
NL8500936A (nl) Inrichting voor detekteren en verbeteren van fouten.
KR0155693B1 (ko) 자막정보 기록 및 재생장치와 그 방법
US5235620A (en) Information signal demodulating apparatus
US5471250A (en) Digital time base corrector with dropout compensating function
EP0487184A2 (en) Circuit for recording and reproducing time base error corrector reference signal
JP2800724B2 (ja) 画像合成回路
JP3263890B2 (ja) 同期信号抜き取り装置
JP3311533B2 (ja) ラッチクロック発生回路
JP3114180B2 (ja) 同期不連続検知装置
JPH0325759A (ja) 再生装置における記録方式判別方法
JP3178262B2 (ja) 磁気記録再生装置

Legal Events

Date Code Title Description
A1A A request for search or an international-type search has been filed
BV The patent application has lapsed