NL8500368A

NL8500368A - Gele halogeen-autolamp.

Info

Publication number: NL8500368A
Application number: NL8500368A
Authority: NL
Original assignee: Philips Nv
Priority date: 1985-02-11
Filing date: 1985-02-11
Publication date: 1986-09-01
Also published as: FR2577375B1; FR2577375A1; DE8600640U1

Description

. · - · j FHN 11.277 1 N.V. Philips' Gloeilanpenfabrieken te Eindhoven.

"Gele halogeen-autolamp"

De uitvinding heeft betrekking op een gele halogeen-autolamp voorzien van een glazen lampvat waarin een gloeilichaam is opgesteld in een halogeenhoudend gas, en voorzien van een geel filter, welk lampvat aan een eerste einde een afdichting heeft waar stroarrtoevoer-5 geleiders naar het gloeilichaam doorheenlopen, en aan een tweede einde aan zijn buitenoppervlak bekleed is met een licht-absorberende coating.

Een gele H4~lamp is een voorbeeld van een bekende commercieel verhandelde lamp van deze soort.

De bekende lamp heeft een buitenballon van geel glas, die 10 cm het kleurloze lampvat heen is geplaatst. Een belangrijk bezwaar van de bekende lamp is, dat de gele buitenballon ongewenste reflekties veroorzaakt. Dientengevolge laat het licht dat uit de lamp naar buiten-treedt zich minder goed bundelen door een reflektor waarin de lamp geplaatst wordt, dan wanneer de buitenballon ontbreekt en de lamp wit 15 licht uitstraalt.

De uitvinding beoogt een gele halogeen-autolamp te verschaffen waarin die ongewenste reflekties bestreden zijn.

Dit doel is bij een lamp van de in de ppeningsparagraaf cmschreven soort volgens de uitvinding daardoor gerealiseerd dat het 20 gele filter een op het buitenoppervlak van het lampvat aangebracht interferentiefilter uit alternerende lagen van relatief hoge en relatief lage brekingsindex is en dat het lampvat tevens een licht-absorberende coating heeft aan het eerste einde van het lampvat.

Doordat bij de lamp volgens de uitvinding een geel filter 25 op de wand van het lampvat aanwezig is, behoeft uittredend licht slechts één wand te passeren. Door het ontbreken van een gele buitenballon kunnen daarop geen reflekties meer plaatsvinden.

Gebleken is dat bij een lamp waarvan het lampvat relatief lang is, zodat een deel van het gegenereerde licht de wand van het 30 lampvat onder een relatief grote hoek met de normal raakt, een kleine hoeveelheid blauw licht door de lamp wordt uitgestraald. Hoewel dit BA&dRfSM&t slechts een geringe Invloed heeft op de kleur van de lichtbundel die door een lantaarn met die lamp als lichtbron wordt Λ C Λ Π T fi Λ

PHN 11.277 2 I

uitgestraald, is bij de lamp volgens de uitvinding een maatregel ge- I

naren die de uitstraling van blauw licht bestrijdt. De lamp heeft namelijk ook een lichtabsorberende coating op het eerste einde van het

lampvat. Juist aan de einden van het lampvat valt licht met een zeer I

5 grote hoek met de normaal op de wand van het lampvat, zodat daar zonder I

de genoemde maatregel relatief veel blauw licht uitgestraald zou worden. I

Het licht dat aan het eerste einde op de wand van het lamp- I

vat valt, is op zichzelf al minder nuttig, daar het mede door de ver- I

vorming van het glas van het lampvat aan dat einde door een reflektor 10 niet goed bundelbaar is. Door de genoemde maatregel wordt dus weliswaar de uitstraling van (blauw) licht bestreden, maar die maatregel brengt geen wezenlijk verlies aan nuttige straling mee.

Het is gunstig gebleken als de lichtabsorberende coatings zich direkt op de wand van het lampvat bevinden en het interferentie-15 filter, zo het ook cp de einden van het lampvat aanwezig is, zich aan de buitenzijde van die coatings uitstrekt.

Als voorbeeld van een interferentiefilter wordt een filter genoemd opgebouwd uit Ta205 als materiaal met relatief hoge brekingsindex (circa 2,13) en Si02 als materiaal met relatief lage brekings-20 index (circa 1,46). Het filter kan worden verkregen door 1/4 Λ -lagen in vakuum op te dampen. Daarbij worden onder "1/4 Λ -lagen" lagen verstaan, waarvan het produkt van de fysieke dikte en de brekingsindex gelijk is aan een kwart van de golflengte van het te reflekteren licht. Die golflengte bedraagt in het geval van een gele halogeen autolamp 430 a 25 480 nm, in het bijzonder 460 + 5 nm.

Een tweede voorbeeld van een dergelijk filter heeft alternerende lagen van Si^N^ (brekingsindex circa 2,0) en Si02, Dit filter kan door LPCVD (afzetting door ontleding van damp vormige verbindingen bij lage druk) worden verkregen. Si^N^ kan bijvoorbeeld werden 30 verkregen uit een mengsel van NHg en SiH^ in argon, of uit een mengsel van NH-j en SiCl4 of van SiH2Cl2 en NH^ it stikstof. Si02 kan bijvoorbeeld worden neergeslagen uit een mengsel van SiH^ en 02 in stikstof of uit tetraethylorthosilicaat in stikstof.

Met een interferentiefilter uit slechts 11, 13 of 15 lagen 35 kan in de regel worden volstaan.

BAD ORIGINAL ^tdien de stroantoevoergeleider binnen het lampvat onderling verbonden zijn door een elektrisch isolerend lichaam, hetgeen in sommige uitvoeringsvormen het geval is teneinde de inwendige delen PHN 11.277 . 3 van de lamp ten opzichte van elkaar gepositioneerd te houden, kan het aanbeveling verdienen dat dat lichaam een lichtabsorberend oppervlak heeft. Daarmee wordt voorkomen dat op dat lichaam reflekties plaatsvinden waardoor lichtonder een grote hoek met de normaal op het inter- 5 ferentiefilter geworpen wordt.

Een uitvoeringsvorm van de lamp volgens de uitvinding wordt in de tekening in zijaanzicht getoond.

In de tekening heeft de lamp een kwartsglazen lampvat 1.

In het lampvat zijn twee gloeilichamen 2, 3 opgesteld tussen stroomtoe- 10 voergeleiders 4, 5, 6 waarbij een gloeilichaam 2 tijdens bedrijf samenwerkt met een scherm 7 en een dimbundel geeft bij plaatsing van de lamp in een lantaarn, en het andere gloeilichaam 3 een hoofdbundel. De strocmtoevoergeleiders 4, 5, 6 lopen door een afdichting 13 aan het eerste einde van het lampvat 1 naar buiten en zijn verbonden met een 15 respektieve kontakttong 8, 9 van de lampvat 10, waarvan er in de tekening twee zichtbaar zijn. Het lampvat 1 heeft aan zijn tweede einde een lichtabsorberende coating 11 en aan het eerste einde een lichtabsorberende coating 14, die bijvoorbeeld verkregen is uit een dispersie van zwart pigment, ijzer carbonyl en ethylsilicaat in ethanol.

20 Met een stippellijn is een geel-lichtdoorlatend filter 12 op het buitenoppervlak van het lampvat 1 aangegeven. Het filter is een interferentie-filter uit alternerende lagen met lage en met hoge brekingsindex, te weten S1O2 en Si^N^. Het filter 12 strekt zich uit over de buitenzijde van de coatings 11, 14.

25 Een isolatorl ichaam 15 met een lichtabsorberend oppervlak verbindt binnen het lampvat 1 de strocmtoevoergeleiders 4, 5, 6.

Het lampvat is gevuld met een inert gas dat broomwaterstof bevat. De gloeilichamen 2 respektievelijk 3 namen tijdens bedrijf op nominale spanning 55 respektievelijk 60 W qp.

30 35

BAD ORIGINAL

8500368

Claims

1. Gele halogeen-autolanp voorzien van een glazen lampvat I waarin een gloeilichaam is opgesteld in een halogeenhoudend gas, en I voorzien van een geel filter, welk lampvat aan een eerste einde een I afdichting heeft waar stroomtoevoergeleiders naar het gloeilichaam I 5 docrheenlopen, en aan een tweede einde aan zijn taitenoppervlak bekleed I is met een lichtabsorberende coating, met het kenmerk, dat het gele I filter een op het buitenoppervlak van het lampvat aangebracht inter- I ferentiefilter uit alternerende lagen van relatief hoge en relatief I lage brekingsindex is en dat het lampvat tevens een lichtabsorberende 10 coating heeft aan het eerste einde van het lampvat.

2. Gele halogeen-autolanp volgens conclusie 1, net het kenmerk, dat het interferentiefilter zich uitsluitend aan de buitenzijde van de lichtabsorberende coatings tot over de einden van het lampvat uitstrekt. 15

3. Gele halogeen-autolanp volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat een isolator lichaam met een lichtabsorberend oppervlak binnen het lampvat de stroantoevoergeleiders verbindt. 20 25 30 35 BAD ORIGINAL * c Λ Π % R ft