NL8500168A - Meerkleurenrotatiedrukpers voor gelijktijdige schoon- en weerdruk. - Google Patents

Description

; ........... ·

Meerkleurenrotatiedrukpers voor gelijktijdige schoon- en weerdruk.

De uitvinding heeft betrekking op een meerkleuren-rotatiedrukpers voor het gelijktijdig in schoon- en weerdruk 5 bedrukken van banen of vellen papier en in het bijzonder het drukken van de veiligheidsondergrond op waardepapier.

Uit de ter inzage gelegde Duitse octrooiaanvrage 3.109.964 is reeds een drukpers bekend, met welke op de ene zijde van het papier een beeld met naast elkaar liggende kleu-10 ren kan worden gedrukt. Dit beeld wordt afgedrukt met behulp van een enkele reliëfdrukplaat, welke het volledige drukpa-troon bevat en op een plaatcilinder is bevestigd. Deze reliëf-drukplaat wordt geïnkt door middel van een kleurverzamelcilinder, welke wordt gevormd door een rubbercilinder en op zijn 15 beurt wordt geTnkt door middel van meerdere kleurselectie-rollen, waarvan het aantal overeenkomt met het aantal kleuren van het af te drukken beeld. Elke kleurselectierol is voorzien van uitgesneden reliëfzones, die elk een met een bepaalde kleur te inkten beeldgedeelte voorstellen en ontvangt de 20 betreffende gekleurde inkt van een eigen, daaraan toegevoegd inktwerk. Deze drukpers dient met name voor het drukken van de veiligheidsondergrond op bankbiljetten.

Door middel van deze werkwijze, welke in het algemeen als "Orlof"-methode of kleurverzameldruk wordt aangeduid wordt 25 een meerkleurenbeeld met een volmaakt register tussen de verschillende kleuren van het beeldpatroon verkregen. Dit resultaat kan met geen enkele andere drukmethode worden bereikt.

Daar de kleurselectierollen zich met een elastisch oppervlak van de kleurverzamelci1inder in aanraking bevinden kunnen deze 30 ook worden vervaardigd uit een hard materiaal, hetgeen de mogelijkheid biedt om daarin zeer fijne reliëfzones en daarmede zeer fijne kleurzones, bijvoorbeeld in de vorm van lijnen of punten te graveren.

Anderzijds is ook reeds de indirecte reliëfdruk of 35 offsetdruk met over elkaar aangebrachte kleuren en drukpatro-nen bekend, welke eveneens vaak voor het drukken van de veiligheidsondergrond wordt toegepast.

Er zijn ook drukpersen van deze soort voor gelijktijdige schoon- en weerdruk bekend, in welke het papier tus-40 sen twee rubbercilinders wordt doorgevoerd, op elk waarvan 8500168 % - 2 - door middel van bijbehorende plaatcilinders een meerkleuren-beeld wordt aangebracht.

Tot dusverre zijn slechts drukpersen bekend, die uitsluitend voor werking volgens de ene of de andere van de 5 bovenbeschreven drukmethoden zijn ingericht.

De uitvinding beoogt, een meerkleurenrotatiedrukpers van de bovenbeschreven soort te verschaffen, met welke naar keuze de beide in het voorgaande beschreven "Orlof"- en offset-drukmethoden in schoon- en weerdruk kunnen worden 10 gereali seerd.

De uitvinding verschaft een dergelijke rotatiedruk-pers, waarbij het gestelde doel door toepassing van de in het kenmerkende gedeelte van conclusie 1 beschreven maatregelen is bereikt.

15 Het voordeel van deze drukpers bestaat daarin, dat daarmede gelijktijdig twee volkomen verschillende drukmethoden kunnen worden toegepast, teneinde in een enkele doorgang een offsetbeeld op de ene zijde en een "Orlof"-beeld op de andere zijde te drukken, hetgeen de gebruiker in het bijzon-20 der voor het eerst de mogelijkheid biedt om volgens twee verschillende methoden op elk van de beide zijden van een bankbiljet een vei 1igheidsondergrond te drukken. Dit verhoogt de beveiliging tegen vervalsing en vergroot bovendien het economisch rendement van de drukbewerkingen, omdat de gebruiker 25 daartoe niet van twee afzonderlijke drukpersen gebruik behoeft te maken.

Doelmatige uitvoeringen van de uitvinding zijn in de onderconclusies beschreven.

De uitvinding zal thans nader worden toegelicht aan 30 de hand van een uitvoeringsvoorbeel d en een variant daarvan, welke zijn weergegeven in de tekening, waarin is : fig. 1 een schematische afbeelding van een drukpers volgens de uitvinding.

fig. 2 een schematische afbeelding van een uitbrei-35 ding van deze drukpers, welke door een verdere natte offset-drukeenheid is gecompleteerd.

De weergegeven drukpers is een drukpers voor het bedrukken van vellen papier en is voorzien van een invoer-inrichting voor het papier 1 in de vorm van vellen, welke een 40 stoptrommel 2, twee van grijpers voorziene overbrengings- 8500168 9 - 3 - \ trommels 3 en aan weerszijden van het papier 1 aangebrachte inrichtingen 4 en 5 voor het van het papier verwijderen van stof en statische ladingen bevat. De vellen worden toegevoerd aan een van grijpers voorziene rubbercilinder 12 en tegen een 5 verdere, dezelfde diameter als deze bezittende rubberci1inder 13 aangedrukt. De vellen worden tussen deze rubberci1inders 12 en 13 doorgevoerd en daarbij gelijktijdig op hun beide zijden bedrukt. De cilinders draaien in de door de pijlen aangeduide richtingen. Na het bedrukken worden de vellen door 10 middel van een kettinggrijperstelsel 21 naar aflegstapels of eventueel naar een de druk completerende drukpers getransporteerd. De hoofdmotor van de drukpers is met 22 aangeduid.

De rubberci1inder 12 werkt samen met vier offsetplaat-cilinders, van welke in het beschouwde voorbeeld drie offset-15 plaatcilinders 8 elk zijn voorzien van een droge offsetdruk-plaat, welke drukplaten elk door een inktwerk 7 met een dubbele inktkast worden geïnkt. De vierde offsetplaatcilinder 11 draagt een natte offsetdrukplaat, welke door een inktwerk 9 met een enkele inktkast wordt geïnkt en aan welke een bevoch-20 tigingsinrichting 10 is toegevoegd. Alle inktwerken 7 en 9 zijn op een verplaatsbaar offset-inktwerkgestel 6 aangebracht.

De droge offsetdrukplaten zijn op zichzelf bekende reliëfdrukplaten, terwijl de natte offsetdrukplaat een eveneens op zichzelf bekende diepdrukplaat is. Deze vier offset-25 drukplaten bevatten deel patronen, welke met de verschillende kleuren worden geïnkt en waarvan het aantal overeenkomt met het aantal kleuren en patronen van het eerste, op de ene zijde van het papier 1 te drukken beeld. Dit beeld is in het geval van waardepapier, zoals in het bijzonder bankbiljetten 30 een veiligheidsondergrond.

Deze deelpatronen met verschillende kleuren worden verenigd op een rubbercilinder 12, welke als offsetrubber-cï1inder en derhalve als verzamelci1inder voor de het meer-kleurenbeeld samenstellende deelpatronen fungeert. Dit beeld 35 wordt op een van de zijden van het papier en in het beschouwde voorbeeld op de achterzijde daarvan aangebracht, waarbij op deze wijze een droge offsetdruk in drie kleuren, gecompleteerd door een natte offsetdruk in één kleur wordt verkregen.

In het geval van waardepapier kunnen de drie offset-40 plaatcilinders 8, welke de droge offsetdrukplaten dragen ook 3500158 - 4 - worden gebruikt voor het vormen van een veiligheidsondergrond in drie kleuren, terwijl dan de offsetplaatci1inder 11, welke de natte offsetdrukplaat draagt een hoofdpatroon levert.

Vanzelfsprekend kunnen voor het offsetdrukken alle, 5 aan het inktwerkgestel 6 toegevoegde offsetplaatci1inders en in het beschouwde voorbeeld derhalve alle vier de offsetplaat-ci1inders ook van droge offsetdrukplaten zijn voorzien.

In het andere gedeelte van de drukpers bevinden zich de onderdelen voor het vormen van een "Orlof"-beeld. Tot deze 10 onderdelen behoort een rubberci1inder 17, welke dezelfde diameter bezit als de rubbercilinders 12 en 13. Deze rubbercilin-der 17 werkt in het beschouwde voorbeeld samen met vier kleursel ecti erol 1 en 16, welke met de omtrek van de in de betreffende kleur te drukken zones corresponderende uitgesneden reliëfs 15 bevatten en die elk in deze kleur worden geïnkt met behulp van een inktwerk 15 met een dubbele inktkast. Deze inktwerken 15 zijn in een verplaatsbaar "Orlof"-inktwerkgestel 14 aangebracht. De kleurselectierollen 16 zijn bij voorkeur vervaardigd uit een hard materiaal, dat zelfs wanneer het reliëf zeer fijn is 20 geen gevaar loopt om te worden vervormd, zodat op deze wijze een uit zeer fijne kleurzones samengestelde veiligheidsonder-grond kan worden verkregen. De zones met de vier kleuren worden op de rubberci1inder 17 overgebracht, welke fungeert als kleurverzamelcilinder, waarop de deelkleurenbeelden worden 25 verzameld en door welke deze worden overgebracht op een reliëf-

Idrukplaatci1inder 20, op welke een reliëfdrukplaat is aangebracht, die zich met de genoemde verzamelcilinder en met de rubberci 1 inder 13 in aanraking bevindt. Deze reliëfdrukplaat bevat het volledige drukpatroon van het tweede, in vier kleu-30 ren op de andere zijde van het papier te drukken beeld. Het volledige, in de verschillende kleuren geTnkte beeld wordt op zijn beurt op de rubberci1inder 13 overgebracht, teneinde het volledige beeld en wel in het bijzonder een veiligheids-ondergro.nd op de voorzijde van het papier te drukken, terwijl 35 op de achterzijde daarvan gelijktijdig het offsetbeeld wordt aangebracht. Tijdens deze gelijktijdige drukbewerkingen dienen de beide rubberci1inders 12 en 13 onderling als tegendruk-cilinders.

De drukpers bevat voorts een eerste beel doverdracht-40 cilinder 18 en een tweede beel doverdrachtcilinder 19, welke 85 0 0 1 6 8.

- 5 - dezelfde gekleurde beeldzones van de rubberci1inder 17 in volledig register op de rel iëfdrukplaatcil inder 20 overbrengen, hetgeen de mogelijkheid biedt om het inkten van de reliëfdruk-plaat in de gewenste kleuren te versterken, zodat deze zones 5 beter met de gewenste kleur worden bedekt. In feite wordt, in de draairichting van de rubberci1inder 17 gezien een deel van de inkt door de beeldoverdrachtci1inders 18 en 19 op de reliëfdrukplaatcil inder 20 overgebracht, terwijl de resterende inkt in het juiste register rechtstreeks op deze reliëfdrukplaat-10 cilinder 20 wordt aangebracht. De opstelling en uitvoering van de betreffende cilinders voor het verkrijgen van deze dubbele inktaanbrenging zijn op zichzelf bekend (zie de ter inzage gelegde Duitse octrooiaanvrage 3.109.964). Het tweede inktbeeld is over de lengte van de omtrek van de reliëfdruk-15 plaatci1inder 20 of in het beschouwde voorbeeld over een derde gedeelte van de omtrek van de rubberci!inder 17 verplaatst, omdat deze laatstgenoemde cilinder een diameter bezit, welke driemaal zo groot is als de diameter van de reliëfdrukplaat-cilinder 20 en drie rubberdoeken draagt.

20 Teneinde aan deze registervoorwaarde te voldoen zijn de cilinders 17,18,19 en 20 zodanig uitgevoerd, dat de som van de omtreksbooglengten van de cilinders 18,19 en 20 tussen de betreffende aanrakingspunten in de draairichting van deze cilinders gezien gelijk is aan de omtreksbooglengte van de 25 rubberci1inder 17 tussen de aanrakingspunten daarvan met de cilinders 18 en 20, vermeerderd met een derde van de omtrek van deze rubberci!inder 17.

Wanneer het drukpatroon van de reliëfdrukplaat voor

de "Orlof"-druk slechts uit lijnen en dus zeer smalle geTnkte I

30 zones is samengesteld kunnen de beeldoverdrachtci!inders 18 I

en 19 worden weggelaten en kan met een eenvoudig inkten van

de "Orlof"-reliëfdrukplaat worden volstaan. I

In het beschouwde voorbeeld bedraagt de verhouding

van de diameters van de cilinders 8,11,16,18,19 en 20 enerzijds I

35 en de cilinders 12,13,17 anderzijds 1:3. De omtrek van deze I

cilinders 12,13 en 17, die elk drie rubberdoeken dragen komt H

derhalve overeen met de lengte van drie vellen papier. I

In het voorbeeld volgens fig. 2 wordt de druk volgens I

de "Orlof"-methode gecompleteerd door een natte offsetdruk, H

40 welke eveneens tijdens de doorgang van het papier tussen de I

8500138 I

- 6 - rubbercilinders 12 en 13 plaatsvindt en in het bijzonder dient om op het waardepapier een hoofdpatroon in een kleur te drukken. De natte offsetdrukeenheid bevat op bekende wijze een diepdrukplaatci1inder 23, een inktwerk 24 en een bevochtigings-5 inrichting 25, waarbij de diepdrukplaatcilinder 23 samenwerkt met de rubbercilinder 13, welke het beeld op het papier overbrengt. In dit geval wordt derhalve bij een enkele doorgang op de voorzijde een volledige druk en wel bijvoorbeeld een veiligheidsondergrond in vier kleuren door het drukken vol-10 gens de "Orlof"-methode en het hoofdpatroon in één kleur door een natte offsetdruk verkregen, terwijl op de achterzijde de vei 1igheidsondergrond in vier kleuren door offsetdruk of een vei 1igheidsondergrond in drie kleuren door een droge offsetdruk en bovendien een hoofdpatroon in één kleur door een natte 15 offsetdruk wordt verkregen.

De beschreven drukpers kan zonder meer geschikt worden gemaakt voor het bedrukken van papierbanen door eenvoudig de inrichtingen voor het transporteren van vellen papier te vervangen door inrichtingen voor het transporteren van een 20 papierbaan, welke tussen de rubbercilinders 12 en 13 wordt doorgevoerd.

25 8500168

Claims (4)

1. Meerkleurenrotatiedrukpers voor het gelijktijdig in schoon- en weerdruk bedrukken van banen of vellen papier en in het bijzonder het drukken van de veiligheidsondergrond op. waardepapier, met het kenmerk, dat een 5 eerste rubbercilinder (12) is aangebracht, welke zich in aanraking bevindt met meerdere offsetplaatcilinders (8,11), die elk door een inktwerk met een andere kleur kunnen worden ge'fnkt en waarvan het aantal met het aantal kleuren en druk-patronen van het eerste, uit over elkaar liggende kleuren en 10 drukpatronen bestaande beeld op de ene zijde van het papier (1) overeenkomt, dat voorts een tweede, als kleurverzamel-cilinder fungerende rubbercilinder (17) is aangebracht, welke zich in aanraking bevindt met meerdere kleurselectierol1 en (16) en met een reliëfdrukplaatcilinder (20), welke het volle-15 dige drukpatroon van het tweede, op de andere zijde van het papier (1) te drukken beeld bevat, waarbij de genoemde kleursel ectierol 1 en (16), waarvan het aantal gelijk is aan het aantal kleuren van het tweede beeld en waarvan de reliëfzones met de delen van dit, in de verschillende kleuren te inkten 20 beeld overeenkomen elk door een inktwerk (15) in een andere kleur kunnen worden geïnkt en een beeld met naast elkaar liggende kleuren op de genoemde verzamelci1inder overbrengen, welke op zijn beurt de genoemde reliëfdrukplaatcilinder (20) inkt en dat een derde rubbercilinder (13) is aangebracht, welke 25 zich met de genoemde reliëfdrukplaatcilinder (20) in aanraking bevindt, door deze wordt geïnkt en tegen de eerste rubbercil inder (12) is aangedrukt, waarbij het papier (1) tussen de eerste en de derde rubbercilinders (12,13) wordt doorgevoerd en daarbij gelijktijdig op de ene en de andere zijde 30 daarvan met respectievelijk het eerste en het tweede beeld wordt bedrukt.

2. Drukpers volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat ten minste een (11) van de genoemde offset-plaatci1inders een natte offsetdrukplaat draagt, aan welke 35 een bevochtigingsinrichting (10) is toegevoegd, terwijl op de andere offsetplaatcilinders (8) droge offsetdrukplaten zijn aangebracht. 85 oei 68 f w - 8 -

3. Drukpers volgens conclusie 1 of 2, m e t het kenmerk, dat de drukpers bovendien een offsetdrukeenheid en bij voorkeur een natte offsetdrukeenheid bevat, waarvan de offsetplaatcilinder (23) zich met de derde rubbercilinder (13) 5 in aanraking bevindt.

4. Drukpers volgens een der conclusies 1 t/m 3, met het kenmerk, dat voor de reliëfdrukplaatcil inder (20) in een dubbele inktaanbrenging met behulp van twee beeldoverdrachtci1inders (18,19) is voorzien. 10 85 0 0 1 2 8