NL8420246A - Cycloonscheider. - Google Patents

Cycloonscheider. Download PDF

Info

Publication number
NL8420246A
NL8420246A NL8420246A NL8420246A NL8420246A NL 8420246 A NL8420246 A NL 8420246A NL 8420246 A NL8420246 A NL 8420246A NL 8420246 A NL8420246 A NL 8420246A NL 8420246 A NL8420246 A NL 8420246A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
outlet
separation chamber
cyclone separator
less dense
component
Prior art date
Application number
NL8420246A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Carroll Noel
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Carroll Noel filed Critical Carroll Noel
Publication of NL8420246A publication Critical patent/NL8420246A/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B01PHYSICAL OR CHEMICAL PROCESSES OR APPARATUS IN GENERAL
    • B01DSEPARATION
    • B01D17/00Separation of liquids, not provided for elsewhere, e.g. by thermal diffusion
    • B01D17/02Separation of non-miscible liquids
    • B01D17/0217Separation of non-miscible liquids by centrifugal force
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B04CENTRIFUGAL APPARATUS OR MACHINES FOR CARRYING-OUT PHYSICAL OR CHEMICAL PROCESSES
    • B04CAPPARATUS USING FREE VORTEX FLOW, e.g. CYCLONES
    • B04C5/00Apparatus in which the axial direction of the vortex is reversed
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B04CENTRIFUGAL APPARATUS OR MACHINES FOR CARRYING-OUT PHYSICAL OR CHEMICAL PROCESSES
    • B04CAPPARATUS USING FREE VORTEX FLOW, e.g. CYCLONES
    • B04C5/00Apparatus in which the axial direction of the vortex is reversed
    • B04C5/14Construction of the underflow ducting; Apex constructions; Discharge arrangements ; discharge through sidewall provided with a few slits or perforations
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B04CENTRIFUGAL APPARATUS OR MACHINES FOR CARRYING-OUT PHYSICAL OR CHEMICAL PROCESSES
    • B04CAPPARATUS USING FREE VORTEX FLOW, e.g. CYCLONES
    • B04C5/00Apparatus in which the axial direction of the vortex is reversed
    • B04C5/14Construction of the underflow ducting; Apex constructions; Discharge arrangements ; discharge through sidewall provided with a few slits or perforations
    • B04C5/181Bulkheads or central bodies in the discharge opening
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B04CENTRIFUGAL APPARATUS OR MACHINES FOR CARRYING-OUT PHYSICAL OR CHEMICAL PROCESSES
    • B04CAPPARATUS USING FREE VORTEX FLOW, e.g. CYCLONES
    • B04C5/00Apparatus in which the axial direction of the vortex is reversed
    • B04C5/24Multiple arrangement thereof
    • B04C5/30Recirculation constructions in or with cyclones which accomplish a partial recirculation of the medium, e.g. by means of conduits

Landscapes

  • Physics & Mathematics (AREA)
  • Thermal Sciences (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Chemical Kinetics & Catalysis (AREA)
  • Cyclones (AREA)

Description

ί 84 2 0 2« V.Ο.7245 Cycloonscheider.
De uitvinding heeft betrekking op een cycloonscheider.
In één aspect heeft de uitvinding betrekking op een cycloonscheider met een langwerpige scheidingskamer voorzien van organen om een daaraan in tangentiële richting een vloeistofmengsel toe te voeren en wel zodanig 5 dat een minder dichte component van het mengsel de neiging heeft in de scheidingskamer een zich in de lengterichting uitstrekkende centrale kern te vormen, welke kern is omgeven door een dichtere component van het mengsel, en waarbij de scheidingskamer een zodanige configuratie heeft, dat wordt veroorzaakt, dat de minder dichte component in ten minste één eind-10 gedeelte van de centrale kern gedwongen wordt in een eerste richting naar een eerste uitlaat van de scheidingskamer, bij een uiteinde van de scheidingskamer, dat bij de inlaatorganen is gelegen, te stromen en r waarbij de dichtere component wordt gedwongen zich in tegengestelde richting naar een tweede uitlaat bij het uiteinde van de scheidingskamer 15 tegenover de eerste uitlaat, te bewegen.
De beweging van de minder dichte component naar de eerste uitlaat doet zich voor in verband met het drukverschil langs de centrale kern. Er doet zich evenwel bij het bedrijven van cycloonscheiders van het bovenstaande type onder bepaalde omstandigheden een moeilijkheid voor wanneer 20 de fluidumdruk, welke op de centrale kern van de minder dichte mengselcomponent in de scheidingskamer wordt uitgeoefend in alle punten over de lengte daarvan onvoldoende is om de minder dichte mengselcomponent. in deze kern naardeeerste uitlaat te drijven.in dat geval kan de minder dichte component in de kern, op een plaats bij de tweede uitlaat, de neiging hebben om met de meer 25 dichte component uit de tweede uitlaat te worden uitgedreven, waardoor het scheidingsrendement wordt gereduceerd. Dit is van bijzonder belang in die gevallen, waarin het gewenst is olie uit een olieachtig water-mengsel te verwijderen en waarbij het gewenst eindresultaat bestaat uit het verkrijgen van een zuivere waterstroom uit de tweede uitlaat. Het op-30 treden van het zojuist beschreven verschijnsel kan voldoende zijn om het onder bepaalde omstandigheden onmogelijk te maken een bevredigend laag olieniveau in het uitlaatwater te verkrijgen.
Volgens de uitvinding is een cycloonscheider, zoals boven beschreven, gekenmerkt door de aanwezigheid van een derde uitlaat in de 35 scheidingskamer, welke zich bij het genoemde tegenovergelegen uiteinde 8420246 -2- van de scheidingskamer bevindt om tijdens het bedrijf de stroom van de minder dichte component, in de genoemde tegengestelde richting, uit een gedeelte van de kern, dat zich op afstand van het genoemde eindgedeelte daarvan bevindt, te ontvangen. De derde uitlaat kan op een geschikte 5 wijze worden gevormd als een leiding, welke zich coaxiaal in de scheidingskamer bij de tweede uitlaat uitstrekt, bijvoorbeeld coaxiaal daarbinnen is gelegen, en welke zich vanuit de tweede uitlaat over een voorafbepaalde afstand naar de eerste uitlaat uitstrekt.
Om de beweging van de minder dichte component via de derde uit-10 laat te ondersteunen, kan de derde uitlaat zijn voorzien van organen om daaraan een gereduceerde druk aan te leggen. In elk geval kan een terug-leiding aanwezig zijn om een stroom naar de scheidingskamer zoals bij de derde uitlaat terug te voeren.
De scheidingskamer kan zijn voorzien van eerste, tweede en 15 derde coaxiaal opgestelde cylindergedeelten, die in deze volgorde vanaf de eerste uitlaat naar de tweede uitlaat zijn opgesteld, waarbij de in-laatorganen zich bij het eerste gedeelte bevinden. Deze gedeelten kunnen een afnemende dwarsdoorsnedeafmeting bezitten, en wel beschouwd vanaf het eerste naar het tweede naar het derde van deze gedeelten. De gedeelten 20 van de cycloonscheider behoeven niet zuiver cylindrisch te zijn, in die zin, dat het in alle gevallen niet nodig is dat zij een zijvlak bezitten, dat een lineaire dwarsdoorsnede bezit en evenwijdig aan de hartlijn daarvan is. Het eerste cylindrische gedeelte kan een afgeknot-kegelvormige sectie bij het tweede cylindrische gedeelte hebben, dat voorziet in een 25 afschuining tussen de grootste diameter van het eerste cylindrische gedeelte en de diameter van het tweede cylindrische gedeelte, waar dit het eerste cylindrische gedeelte ontmoet. Een soortgelijke doorsnede met afgeknotkegelvormige configuratie kan aanwezig zijn om een afschuiningin de diameter van het tweede cylindrische gedeelte vanaf een grote diameter van het 30 tweede cylindrische gedeelte naar de diameter van het derde cylindrische gedeelte te verkrijgen. Het tweede cylindrische gedeelte kan ook over de gehele lengte daarvan een constante afschuining bezitten. Bij het derde gedeelte kan ook nog een vierde gedeelte aanwezig zijn.
De uitvinding zal onderstaand nader worden toegelicht onder verwij-35 zing naar de tekening. Daarbij toont: fig. 1 een weggesneden perspectivisch aanzicht van een cycloon- 8420246 i -3- scheider volgens de uitvinding; fig. 2 een schematische axiale doorsnede van een verdere cycloon-scheider volgens de uitvinding; fig. 3 een schematische axiale doorsnede van weer een andere schei-5 der volgens de uitvinding; en fig. 4 een doorsnede over de lijn IV-IV van fig.3.
De in fig. 1 afgebeelde scheider 10 bezit een scheidingskamer 25 met eerste, tweede en derde cylindrische gedeelten 12, 14 en 16, die in deze volgorde coaxiaal zijn opgesteld. Deze cylindrische gedeelten komen 10 in het algemeen overeen met de overeenkomstige eerste, tweede en derde cylindrische gedeelten van de scheidingskamer van de in het Amerikaanse octrooischrift 4.237.006 beschreven cycloonscheider waarnaar hier wordt verwezen. Het eerste cylindrische gedeelte 12 bezit twee toevoerpijpen-26, 28, welke daarmede samenwerken, welke pijpen zodanig zijn opgesteld,dat 15 zij een fluidum in tangentiële richting aan het cylindrische gedeelte 12 toevoeren via respectieve inlaatopeningen, waarvan slechts een opening, namelijk de bij de pijp 26 behorende opening 30, in de tekening zichtbaar is. De twee toevoerinlaatopeningen zijn diametraal ten opzichte van elkaar en dicht bij het uiteinde van het op een afstand van het gedeelte 14 20 gelegen gedeelte 12 gelegen. Het verst van het gedeelte 14 gelegen uiteinde van het gedeelte 12 bezit eveneens een cirkelvormige eerste of overstroomuitlaat 32, welke naar een overstroomuitlaatpijp 34 leidt.
Een afgeschuind gedeelte 12a van de scheidingskamer bevindt zich· tussen de eerste en tweede cylindrische gedeelten 12, 14 naar het tweede 25 cylindrische gedeelte 14 ofschoon een dergelijke afgeschuinde sectie niet essentieel is.
Het tweede cylindrische gedeelte 14 bezit over de lengte daarvan een afschuining, welke verloopt vanaf een diameter bij het eind bij het gedeelte 12a, gelijk aan de diameter van het gedeelte 12a bij de verbin-30 ding tussen de twee gedeelten, naar een iets kleinere afmeting aan het tegenovergelegen uiteinde daarvan. Het cylindrische gedeelte 16 heeft een constante diameter, welke gelijk is aan de minimale diameter van het gedeelte 14.
In fig. 1 kunnen de lengte 1^ van het gedeelte 12, de diameter d^, 35 de afschuiningshoek et van het afgeschuinde gedeelte 12a, de binnendiame-ter d van de uitlaatpijp 34, de lengte en de diameter 1_, d„ van het O 2 2 8420246 -4- * tweede gedeelte 14, de afschuiningshoek β van het tweede gedeelte 14 en de lengte 1^ en de diameter d^ van het derde cylindrische gedeelte, evenals het totale oppervlak A^ van de twee toevoerinlaatopeningen 30 alle als volgt worden gekozen, overeenkomstig de in het Amerikaanse oc-5 ctrooischrift 4.237.006 genoemde parameters: 10 S l2/d2 έ 25 0,04 5 4Ai/ird12 S 0,10 0,1 S dQ/d2 é 0,25 dl >d2 10 d2 > d3
Het is evenwel niet noodzakelijk, dat al deze parameters op deze wijze worden vastgelegd. Zo behoeft bijvoorbeeld.de uitlaatdiameter dQ niet te voldoen aan de hierin aangegeven grenswaarden.
Zoals is beschreven in de PCT aanvrage AU83/0028, kan aan de 15 scheidingskamer 25 een gedeelte worden toegevoegd, welke gedeelte in de figuur met 18 is aangeduid. Het gedeelte 18 bezit een deel 18a bij het gedeelte 16, dat een afgeknot-kegelvormige configuratie heeft, en is afgeschuind van een maximale diameter, gelijk aan d^ bij het uiteinde daarvan, dat het dichtst gelegen is bij en grenst aan het uitlaateinde 20 van het cylindrische gedeelte 16, tot een diameter d^ bij het uitlaateinde daarvan. Bij het uitlaateind van het deel 18a omvat het vierde gedeelte 18 een uitlaatpijp 18b, welke een inwendige diameter d^ heeft, welke pijp leidt naar een tweede of onderstroomuitlaat 23.
Bij voorkeur is de hoek " " welke de coniciteit of halve hoek van 25 het afgeknot-kegelvormig oppervlak van het deel 18a is, ongeveer 45°, ofschoon hoeken in het gebied van 30° tot 60° in het algemeen bevredigend zijn. In elk geval verdient het de voorkeur, dat de verhouding d^/d^ is-gelegen in het gebied van 1:3 tot 2:3. De lengte van het deel 18a is voor de uitvinding niet kritisch en wordt in elk geval normaliter vast-30 gelegd door de keuze van bovengenoemde verhouding van de diameters d^ en d^. Op een soortgelijke wijze is het gebleken, dat de lengte van de pijp 18b niet van belang is voor de werking volgens de uitvinding.
Ofschoon het deel 18a is weergegeven als een deel met een echt afgeknot-kegelvormige dwarsdoorsnedeconfiguratie (dat wil zeggen, dat het 8420246 -5- deel is weergegeven als een deel met een zijvlak, dat een lineaire hellende configuratie ten opzichte van de hartlijn van het gedeelte, beschouwd in doorsnede, heeft) is dit niet essentieel. Het deel 18 kan een kegelhoek hebben, die over de lengte daarvan zodanig varieert, dat deze 5 in de richting vanaf het uiteinde met de grootste diameter tot het uiteinde met de kleinste diameter daarvan toeneemt of afneemt. In elk geval verdient het de voorkeur, dat de lengte van het deel 18 ruwweg dezelfde is als de maximale diameter daarvan.
Tijdens het gebruik wordt een te scheiden vloeistof tangenti-10 eel aan het inwendige van het cylindrische gedeelte 12 toegevoerd via de toevoerpijpen 26, 28, waarbij de meer dichte component van de vloeistof zich dan in de lengterichting door de scheider voortbeweegt om bij de uitlaat 23 van de pijp 18b uit te treden, terwijl de minder dichte component uit de pijp 34 via de uitlaat 32 uittreedt.
15 Zoals aangegeven, heeft de minder dichte component de neiging een centraal afgeschuinde kern te vormen, welke is aangeduid met 50, welke kern wordt omgeven door de meer dichte component, aangeduid met 52. Zoals aangegeven is de kern 50 het breedst bij de overstroomuitlaat en op deze plaats is de stroom in de kern naar de overstroomuitlaatopening 20 32 gericht. De stroom in de centrale kern bij het tegenovergelegen uit einde daarvan, het uiteinde bij de onderstroomuitlaat 23 van de scheider, kan evenwel niet in zijn geheel op deze wijze zijn gericht en kan in feite een omgekeerde richting vertonen, waardoor de neiging ontstaat, dat de minder dichte component bij dat uiteinde van de kern zich ver-25 mengt met en uit de onderstroomuitlaat 23 wordt afgevoerd tezamen met de dichtere component, waardoor het scheidingsrendement wordt gereduceerd. Volgens de uitvinding is derhalve in de scheidingskamer 25 bij het uiteinde tegenover de uitlaat 32 een derde uitlaat 54 aanwezig, welke bestemd is voor het opnemen en buiten de scheider om overdragen van een 30 eventuele dergelijke minder dichte component in de kern 50, welke de neiging heeft om zich inde bovengenoemde richting naar de onderstroomuitlaat te bewegen. Zoals aangegeven, bevindt deze uitlaat 54 zich bij het vrije uiteinde van een leiding 56, die zich coaxiaal in de cylindrische gedeelten 16 en 18 uitstrekt. Waar het gedeelte 18 niet aanwezig is, 35 kan de leiding 56 zich evenwel eenvoudig in het gedeelte 16 uitstrekken.
• De lengte van de buis dient zo groot te zijn, dat de uitlaat 54 zich 8420246 -6- bevindt op een plaats ten opzichte van de kern 50, waar een stroom in de richting naar de onderstroomuitlaat het eerst begint op te treden tijdens het bedrijf van de scheider. Bij een bij wijze van voorbeeld gekozen inrichting volgens de uitvinding omvatte de scheider niet het gedeelte 5 18, hadden de lengten 12, 14 en 16 respectievelijk een lengte 1^= 116 mm, 12 = 1250 mm en 1^ = bij benadering 1000 mm. Het afgeschuinde deel 12a was aanwezig en de lengte daarvan bedroeg ongeveer 160 mm. De eerste, tweede en derde cylindrische gedeelten hadden diameters als volgt: het eerste cylindrische gedeelte, diameter dj, 116 mm, het tweede 10 cylindrische gedeelte 14; diameter 58 mm bij diameter d2 afgeschuind tot 27 mm bij diameter d^> cylindrisch gedeelte 16, diameter d^, 27 mm. De openingen 30 hadden diameters van 20 mm terwijl de overstroomuitlaat 32 een diameter van 2,5 mm had. In dit geval strekte de leiding 56 zich vanuit de onderstroomuitlaat, als bepaald door het vrije uiteinde van het 15 cylindrische gedeelte 16 coaxiaal in de scheidingskamer naar de uitlaat 32 over een afstand van 30 mm uit. De binnendiameter d^ van de leiding 56 bedroeg 13 mm.
Bij een andere experimentele constructie had de leiding 56 een lengte van 80 mm en een binnendiameter d van 9 mm. In de praktijk kan de 20 diameter zodanig worden gekozen, dat deze ongeveer 5 mm bedraagt bij inrichtingen, welke verschillen van die, welke boven zijn beschreven, hetgeen neerkomt op een diameterverhouding van de binnendiameter d,. van de buis tot de diameter d^ van 1:5,4.
Fig. 2 toont scheider 50 overeenkomende met die volgens fig. 1 25 behoudens dat hier de leiding 56 bij een uiteinde buiten de scheidings-kamer 25 is verbonden met een positieve verdringingsvacuumpomp 36 teneinde aan het inwendige van de leiding 56 en derhalve aan de uitlaat 54 een gereduceerde druk aan te leggen om de stroom door de leiding 56 te vereenvoudigen. Vloeistof, welke zich op deze wijze voortbeweegt, wordt 30 uit de uitlaat 38 van de pomp afgevoerd.
In fig. 3 is weer een andere soortgelijke scheider 60 afgebeeld, waarbij een pomp 36 aanwezig is waarvan de uitlaat in dit geval is verbonden met de leiding 42, die bij een inlaat 44 met de scheidingskamer 25 is verbonden. De inlaat 44 bevindt zich in een eindwand 12b van 35 het gedeelte 12 van de scheidingskamer en bevindt zich bij de overstroomuitlaat 32.
8420246 -7-
In fig. 3 is de scheider 60 ook iets gewijzigd in die zin, dat het gedeelte 18 van de scheidingskamer eindigt in een gesloten wand 18c, waarbij de onderstroomuitlaat van de scheider aanwezig is als een opening 62 bij een tangentiële uitlaatleiding 64, welke dient voor het opnemen 5 van de schroefvormige stroom van de vloeistof in de scheidingskamer 25. Deze schroefvormige stroom treedt op in verband met de tangentiële opstelling van de inlaatpijpen 26, 28.
8420246

Claims (9)

1. Cycloonscheider met een langwerpige scheidingskamer voorzien van organen om daaraan tangentieel een vloeistofmengsel toe te voeren en wel zodanig, dat een minder dichte component van het mengsel de neiging heeft een zich in de lengterichting uitstrekkende centrale kern in de 5 scheidingskamer te vormen, welke kern is omgeven door een dichtere component van het mengsel, en waarbij de scheidingskamer een zodanige configuratie heeft, dat wordt veroorzaakt, dat de minder dichte component in ten minste een einddeel van de centrale kern gedwongen wordt in een eerste richting naar een eerste uitlaat van de scheidingskamer, bij een 10 uiteinde van de scheidingskamer bij de inlaatorganen te stromen, en de dichtere component gedwongen wordt in een tegengestelde richting naar een tweede uitlaat bij het eind van de scheidingskamer, tegenover de eerste uitlaat, te stromen, gekenmerkt door de aanwezigheid van een derde uitlaat van de scheidingskamer, welke zich bij het genoemde tegenovergelegen 15 uiteinde van de scheidingskamer bevindt teneinde tijdens het bedrijf een stroom van de minder dichte component in de genoemde tegengestelde richting vanuit een gedeelte van de kern, dat op een afstand van het genoemde einddeel daarvan is gelegen, op te nemen.
2. Cycloonscheider volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de derde 20 uitlaat is gevormd in een leiding, welke in de scheidingskamer bij de tweede uitlaat is aangebracht en welke zich vanuit de tweede uitlaat over een voorafbepaalde afstand naar de eerste uitlaat uitstrekt.
3. Cycloonscheider volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat organen aanwezig zijn voor het verschaffen van een gereduceerde druk bij 25 de derde uitlaat teneinde een uitstroming van de minder dichte component via de derde uitlaat te vereenvoudigen.
4. Cycloonscheider volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat een terugleiding aanwezig is om vloeistof, welke de derde uitlaat binnentreedt naar de scheidingskamer te doen terugkeren.
5. Cycloonscheider volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de derde uitlaat met de scheidingskamer bij de eerste uitlaat in verbinding staat.
6. Cycloonscheider voorzien van een langwerpige scheidingskamer met 8420246 % -9- organen voor het tangentieel toevoeren van een vloeistofmengsel aan deze kamer en wel zodanig, dat een minder dichte component van het mengsel de neiging heeft een zich in de lengterichting uitstrekkende centrale kern in de scheidingskamer te vormen, welke kern is omgeven door een dichtere component van het mengsel, en waarbij de scheidingskamer een zo-5 danige configuratie heeft, dat wordt veroorzaakt, dat de minder dichte component in ten minste een einddeel van de centrale kern gedwongen wordt in een eerste richting naar een eerste uitlaat van de scheidingskamer, bij een uiteinde van de scheidingskamer bij de inlaatorganen, te stromen en de dichtere component gedwongen wordt in een tegengestelde richting 10 naar een tweede uitlaat bij het eind van de scheidingskamer, tegenover de eerste uitlaat te stromen, met het kenmerk, dat de tweede uitlaat zich in een zijwand van de scheidingskamer bevindt.
7. Cycloonscheider volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de tweede uitlaat in verbinding staat met een tangentiële uitlaatleiding.
8. Cycloonscheider volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de schei dingskamer bij een uiteinde daarvan bij de tweede uitlaat door een dwars-wand is afgesloten.
9. Cycloonscheider volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de derde uitlaat zich bevindt in een eind van de leiding en de leiding in hoofd-20 zaak coaxiaal is met en gelegen is binnen de scheidingskamer. 8420248
NL8420246A 1983-10-06 1984-10-05 Cycloonscheider. NL8420246A (nl)

Applications Claiming Priority (6)

Application Number Priority Date Filing Date Title
AUPG172183 1983-10-06
AUPG172183 1983-10-06
AUPG331284 1984-01-24
AUPG331284 1984-01-24
AU8400195 1984-10-05
PCT/AU1984/000195 WO1985001454A1 (en) 1983-10-06 1984-10-05 Cyclone separator

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8420246A true NL8420246A (nl) 1985-09-02

Family

ID=25642717

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8420246A NL8420246A (nl) 1983-10-06 1984-10-05 Cycloonscheider.

Country Status (9)

Country Link
US (1) US4820414A (nl)
EP (1) EP0163656B1 (nl)
AU (1) AU581864B2 (nl)
DE (1) DE3480987D1 (nl)
DK (1) DK256185A (nl)
GB (1) GB2159072A (nl)
NL (1) NL8420246A (nl)
NO (1) NO852157L (nl)
WO (1) WO1985001454A1 (nl)

Families Citing this family (25)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0302867A4 (en) * 1986-04-23 1990-01-11 Noel Carroll CYCLONE SEPARATOR.
BR8707890A (pt) * 1986-11-21 1989-10-03 Bwn Vortoil Rights Co Pty Ltd Separador de ciclone,e,processo para separar uma mistura de liquidos
JPH02501045A (ja) * 1986-11-26 1990-04-12 デラウッド ピーティーワイ リミテッド ハイドロサイクロン
BR8906648A (pt) * 1988-04-08 1990-11-13 Conoco Specialty Prod Separador ciclonico
US5108608A (en) * 1988-04-08 1992-04-28 Conoco Specialty Products Inc. Cyclone separator with multiple outlets and recycling line means
JPH0718316B2 (ja) * 1988-06-22 1995-03-01 株式会社イセキ開発工機 穿孔方法および装置
GB8821161D0 (en) * 1988-09-09 1988-10-12 Serck Baker Ltd Separator
US5204337A (en) * 1988-10-31 1993-04-20 Endorecherche Inc. Estrogen nucleus derivatives for use in inhibition of sex steroid activity
FR2690089B1 (fr) * 1992-04-15 1994-10-21 Elf Aquitaine Séparateur triphasique à cyclone.
US5462639A (en) * 1994-01-12 1995-10-31 Texas Instruments Incorporated Method of treating particles
GB9625999D0 (en) * 1996-12-13 1997-01-29 Hesse Wayne W Hydrocyclone
US5858237A (en) * 1997-04-29 1999-01-12 Natural Resources Canada Hydrocyclone for separating immiscible fluids and removing suspended solids
US8578628B2 (en) 2000-08-29 2013-11-12 Rich Technology Solutions Limited Milling and drying apparatus incorporating a cyclone
DK1337346T3 (da) * 2000-08-29 2009-04-20 Eco Technology Internat 2000 L Male- og törreapparat med en cyklon
US6730236B2 (en) 2001-11-08 2004-05-04 Chevron U.S.A. Inc. Method for separating liquids in a separation system having a flow coalescing apparatus and separation apparatus
GB2423490B (en) * 2005-02-23 2009-05-20 Dps Separator
BRPI0803051B1 (pt) * 2008-06-30 2019-01-15 Petroleo Brasileiro S/A Petrobras separador ciclônico de suspensão gás-sólido e método de separação
ES2538831T3 (es) * 2010-05-21 2015-06-24 Petroleo Brasileiro S.A. - Petrobras Separador ciclónico con dos salidas de gas y procedimiento de separación
FR3016805A1 (fr) * 2014-01-29 2015-07-31 Piscines Desjoyaux Sa Dispositif de filtration d'un liquide par effet cyclonique
US10149587B2 (en) 2016-04-25 2018-12-11 Omachron Intellectual Property Inc. Cyclone assembly for surface cleaning apparatus and a surface cleaning apparatus having same
US10537219B2 (en) * 2016-04-25 2020-01-21 Omachron Intellectual Property Inc. Cyclone assembly for surface cleaning apparatus and a surface cleaning apparatus having same
US10758843B2 (en) * 2017-12-11 2020-09-01 Ford Global Technologies, Llc Centrifugal fluid separator
EA201991201A1 (ru) * 2019-06-14 2020-12-30 Скандсиб Холдингс Лтд Циклонный испаритель и связанный с ним метод отделения
CN112390261A (zh) * 2019-08-13 2021-02-23 斯特里特技术有限公司 气相二氧化硅颗粒分离脱氢的***和方法
US20230063146A1 (en) * 2021-08-26 2023-03-02 Hamilton Sundstrand Corporation Adjustable port size insert

Family Cites Families (27)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US1985947A (en) * 1931-08-07 1935-01-01 Raymond Brothers Impact Pulver Concentrator
US2538870A (en) * 1947-09-08 1951-01-23 Atlantie Refining Company Dewaxing hydrocarbon oil with vortex separator
US2717695A (en) * 1949-11-29 1955-09-13 Carl C Martin Cyclonic separator for wet operation
BE507582A (nl) * 1951-03-22
AU158640B2 (en) * 1952-11-11 1954-09-06 Maatschappij Voor Kolenbewerking Stamicarbon Nv Process of and apparatus for thickening suspensions or emulsions
AU164393B2 (en) * 1953-09-14 1955-07-29 Horace Freeman Methods and apparatus for separating gases and vapor from fluids and particularly from paper pulp suspensions
BE541662A (nl) * 1954-10-01
BE544291A (nl) * 1955-03-10 1900-01-01 Horace Freeman
US3134734A (en) * 1960-08-26 1964-05-26 Equipment Engineers Inc Separating apparatus
FR1374128A (fr) * 1963-11-12 1964-10-02 Procédé et dispositif de triage de matières fibreuses en suspension dans des séparateurs à tourbillonnement
AT249016B (de) * 1964-04-28 1966-08-25 Franz Ing Nitsche Verfahren und Einrichtung zur Feinstaubabscheidung
GB1130339A (en) * 1965-01-26 1968-10-16 Coal Industry Patents Ltd Mineral separation
US3417871A (en) * 1967-10-10 1968-12-24 Ajem Lab Inc Centrifugal concentrator
SE327329B (nl) * 1968-10-31 1970-08-17 Celleco Ab
FR2033507A5 (en) * 1969-02-26 1970-12-04 Kloeckner Humboldt Deutz Ag Removal of dust from industrial gases
CA954564A (en) * 1972-01-12 1974-09-10 Anthony R. Barringer Method and apparatus for transferrig particles from one fluid stream into another
DE2220534C3 (de) * 1972-04-26 1975-04-30 Siemens Ag, 1000 Berlin Und 8000 Muenchen Drehströmungswirbler zur Sichtung und Abscheidung feinkörniger Partikel
SU484013A1 (ru) * 1973-11-19 1975-09-15 Проектно-конструкторское бюро по проектированию оборудования для производства пластических масс и синтетических смол Трехпродуктовый гидроциклон
SU548318A1 (ru) * 1975-07-11 1977-02-28 Всесоюзный Научно-Исследовательский Институт Крахмалопродуктов Гидроциклон дл выделени минеральных примесей из зерна
JPS543963A (en) * 1977-06-10 1979-01-12 Agency Of Ind Science & Technol Cyclone selector
GB1583742A (en) * 1978-05-31 1981-02-04 Nat Res Dev Cyclone separator
SU944671A1 (ru) * 1980-12-29 1982-07-23 Московский Ордена Трудового Красного Знамени Институт Химического Машиностроения Турбоциклон
SU973174A1 (ru) * 1981-02-13 1982-11-15 Дальневосточный технический институт рыбной промышленности и хозяйства Гидроциклон-флотатор
CA1212648A (en) * 1981-02-14 1986-10-14 John D. Peel Cyclone separator with down going axial discharge for light components
SU971492A1 (ru) * 1981-04-15 1982-11-07 Московский Ордена Трудового Красного Знамени Институт Химического Машиностроения Гидроциклон
SU1000112A1 (ru) * 1981-12-24 1983-02-28 Московский Ордена Трудового Красного Знамени Институт Химического Машиностроения Гидроциклон
US4414112A (en) * 1982-01-29 1983-11-08 Recovery Technology Associates Oil/water separator

Also Published As

Publication number Publication date
EP0163656A1 (en) 1985-12-11
DK256185D0 (da) 1985-06-06
US4820414A (en) 1989-04-11
DK256185A (da) 1985-06-06
AU3501384A (en) 1985-04-23
NO852157L (no) 1985-05-30
GB8514035D0 (en) 1985-07-10
GB2159072A (en) 1985-11-27
AU581864B2 (en) 1989-03-09
DE3480987D1 (de) 1990-02-15
WO1985001454A1 (en) 1985-04-11
EP0163656A4 (en) 1988-03-18
EP0163656B1 (en) 1990-01-10

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8420246A (nl) Cycloonscheider.
US4722796A (en) Cyclone separator
EP0228097B1 (fr) Séparateur tournant à vortex pour liquide hétérogéne
CN101296738A (zh) 用于分离固体、液体和/或气体混合物的分离器
CA2715906C (en) Downhole multi-parallel hydrocyclone separator
US5910243A (en) Displacement device
AU596107B2 (en) Cyclone separator
FI58954B (fi) Hydrocyklon
EP0199495B1 (en) Liquid cyclone or centrifugal cleaner
US4473478A (en) Cyclone separators
CA1270465A (en) Cyclone separator
CN105013626A (zh) 一种压力排渣式双锥筒体离心机
WO1990002593A1 (en) Separator
EP0302867A1 (en) Cyclone separator
CA2441959C (en) Apparatus and methods for collecting and transferring solids separated from wastewater
CN108870081B (zh) 一种低粘液环稠油输送稳定装置
GB2263652A (en) Hydrocyclone
EP0295251A1 (en) Cyclone separator
SE469511B (sv) Hydrocyklon med turbulensskapande organ
WO2004096406A1 (en) Hydrocyclone for down-hole use
NL1003408C2 (nl) Inrichting en werkwijze voor het behandelen van een gas/vloeistofmengsel.
US3499602A (en) Centrifugal separator
EP1198276A1 (en) Improved injection of a solids-laden water stream into a centrifugal separator
AU1612097A (en) Hydrocyclone separator
WO1989009653A1 (en) Cyclone separator