NL8403692A

NL8403692A - Samenstel bevattende een in een wand bevestigde lichtgeleidende vezel.

Info

Publication number: NL8403692A
Application number: NL8403692A
Authority: NL
Original assignee: Philips Nv
Priority date: 1984-12-05
Filing date: 1984-12-05
Publication date: 1986-07-01
Also published as: US4711519A; EP0184874A1; JPS61134704A; EP0184874B1; DE3577234D1

Description

ar

It PHN 11.224 1 N.V. Philips' Gloeilampenfabrieken te Eindhoven.

Samenstel bevattende een in een wand bevestigde lichtgeleidende vezel.

De uitvinding heeft betrekking op een samenstel bevattende een wand, waarin een door een buisvormige cmhulling ongeven eindgedeelte van een lichtgeleidende vezel is bevestigd,

De wand kan bijvoorbeeld deel uitmaken van een huis van een 5 connector voor het verbinden van de lichtgeleidende vezel net andere optische elementen of van een andere inrichting waarmee de lichtgeleidende vezel verbonden moet worden. Het is gewenst, dat de buisvormige omhulling cp eenvoudige wijze in de wand gemonteerd kan worden, terwijl het in veel gevallen ook van belang is, dat het samenstel eenvoudig weer 10 gedemonteerd kan worden, bijvoorbeeld wanneer na enige tijd onderhoud, wijzigingen of reparaties nodig zijn.

De uitvinding heeft tot doel, een constructie aan te geven, die het zeer gemaktelijk maakt, de omhulling in de wand te bevestigen en daaruit weer te verwijderen.

15 Het samenstel volgens de uitvinding heeft daartoe het ken merk, dat de buisvormige omhulling met speling in een als een holle cilinder gevormde, door een opening in de wand stekende, cm zijn lengteas draaibare houder is cpgencnen, welke houder voorzien is van een omtreksgroef op zijn buitenste cilinderoppervlak, welke groef in twee 20 diametraal gelegen gedeelten een diepte leeft die groter is dan de wanddikten van de houder ter vorming van twee langgerekte, net hun lengterichting in de cmtrekrichting liggende openingen in de wand van de houder, dat de buisvormige omhulling eveneens voorzien is van een omtreksgroef op zijn buitenoppervlak, waarvan de axiale positie samenvalt 25 met die van de omtreksgroef in de houder en dat een in wezen U-vormige veer zodanig aan de wand bevestigd is, dat zijn benen in de omtreksgroef van de houder liggen ter plaatse van de langgerekte openingen, waarbij de veerkracht de henen door deze openingen heen tot in de omtreksgroef van de omhulling drukt.

30 De henen van de veer houden de omhulling in de houder vast.

Wanneer men de houder over 90° om zijn as draait, konen de benen in delen van de omtreksgroef van de houder te liggen, die niet verdiept zijn tot openingen, zodat de beren uit de omtreksgroef van de omhulling ge- *403692 r PHN 11.224 2 licht warden en de omhulling eenvoudig uit de houder getrokken kan worden.

Teneinde het draaien van de houder gemakkelijker te maken, heeft een voorkeursuitvoeringsvorm van het samenstel volgens de uitvinding 5 het kenmerk, dat aan de houder een buiten de wand uitstekend onrond gedeelte gevormd is. Het onronde gedeelte kan bijvoorbeeld voorzien zijn van een profiel, waarop een gereedschap kan aangrijpen of van een uitsteeksel dat bediening met een vinger mogelijk maakt.

De uitvinding zal nu nader worden toegelicht aan de hand van 10 de tekening. Hierin is ;

Figuur 1 een eerste uitvceringsvoorbeeld van een samenstel volgens de uitvinding, gedeeltelijk in langsdoorsnede en gedeeltelijk in aanzicht,

Figuur 2 een gedeelte van het in figuur 1 getoonde samenstel eveneens gedeeltelijk in aanzicht en gedeeltelijk in langsdoor snede 15 volgens de lijn II-II in figuur 1,

Figuur 3 een dwarsdoorsnede volgens de lijn III-III in figuur 2, en

Figuur 4 een met figuur 3 overeenkomende dwarsdoorsnede van een tweede uitvoeringsvoorbeeld.

20 Figuur 1 toont een gedeelte van een wand 1 die deel uitmaakt van een huis, bijvoorbeeld een. connectorhuis. In de wand 1 is een ronde opening 3 gevormd, waar een houder 5 doorheen steekt. De houder 5 is gevormd als een holle cilinder en is om zijn lengte-as draaibaar in de opening 3. In de houder 5 is met enige speling een buisvormige 25 orrihulling 7 opgenomen, waarin een eindgedeelte van een lichtgeleidende vezel 9 is bevestigd. De houder 5 is voorzien van een omtreksgroef 11 op zijn buitenste cilinderoppervlak, welke groef in twee diametraal gelegen gedeelten een diepte heeft, die groter is dan de wanddikte van de houder. Daardoor zijn in deze gedeelten twee langgerekte, net hun 30 lengterichting in de omtreksrichting liggende openingen 13 in de wand van de houder 5 gevormd (zie ook figuur 2 en 3). Ook de buisvormige omhulling 7 van de lichtgeleidende vezel 9 is voorzien van een omtreksgroef 15 op zijn buitenoppervlak. De omhulling 7 is zodanig in de houder 5 geplaatst, dat de axiale posities van de omtreksgroeven 11 35 en 15 samenvallen.

Aan de wand 1 is verder een in wezen U-vormige veer 17 bevestigd, bijvoorbeeld door middel van uit in de wand stekende pen 19.

De benen van de veer 17 liggen in de omtreksgroef 11 van de houder 5, en 8403692 PHN 11.224 3 r vel ter plaatse van de langgerekte openingen 13. De veer 17 is zo gedimensioneerd, dat de afstand tassen de benen, wanneer zij niet tegengehouden worden, kleiner is dan de diameter van de buisvormige Omhulling 7 ter plaatse van de daarin aanwezige omtreksgroef 15. Hierdoor 5 drukt de veerkracht de benen door de openingen 13 heen tot in de omtreks-groef 15 van de omhulling 7. Het gevolg daarvan is, dat de veer 17 de omhulling 7 vasthoudt in de houder 5. Doordat de benen van de veer 17 ook in de ontreksgrcef 11 van de houder 5 liggen, wordt ook deze houder door de veer in axiale richting vastgehouden. De houder 5 is voorts 10 door twee ringen 21 en 22 gestoken , die in een in de wand 1 uitgespaarde kamer 23 zijn geplaatst. Tussen de ringen 21 en 22 is een kegelvronige, verende ring 25 geplaatst, waardoor de veer 17, de houder 5 en de omhulling 7 enige bewegelijkheid in axiale richting bezitten. Dit is bijvoorbeeld bij conrectoren van belang teneinde toleranties te kunnen op-15 vangen.

De veer 17 is in het uitvoeringsvoorbeeld volgens figuur 1 tot en met 3 nagenoeg zuiver U-vormig. Cm te voorkomen, dat de vering van de benen zeer stug is moet deze veer een betrekkelijk grote lengte hebben. Wanneer men de voorkeur geeft aan een veer met een kleinere 20 lengte, kan een andere veerconstructie gekozen worden, bijvoorbeeld zoals aangegeven in figuur 4. De daar afgebeelde veer 27 is eveneens in vezen U-vormig, maar ter plaatse van de overgang tussen de basis en de benen is hij over een hoek van 270° gebogen in plaats van over een hoek van 90° zoals de veer 17. Daardoor wordt een even soepele vering van 25 de benen verkregen bij een kleinere lengte van de veer. De breedte is echter iets groter en de dikte (de afmeting in axiale richting) is verdubbeld.

De bevestiging van de veer 27 aan de wand 1 kan bijvoorbeeld geschieden doordat het rechte gedeelte 29 van de basis in een groef in de wand gedrukt wordt (niet getekend).

30 Wanneer de houder 5 over ongeveer 90° om zijn lengte-as ge draaid wordt, komen de benen van de veer 17, 27 op de bodem van de groef 11 te rusten aangezien de openingen 12 weggedraaid worden en de veer niet mee kan draaien omdat hij nabij zijn basis aan de wand 1 bevestigd is.

De benen van de veer 17, 27 warden daardoor uit elkaar gedrukt, zoals 35 in figuur 4 is weergegeven. Het gevolg hiervan is, dat de benen uit de omtreksgroef 15 in de buisvormige omhulling 7 van de lichtgeleidende vezel 9 gelicht warden. Daardoor komt deze omhulling los in de houder 5 te liggen, zodat hij gemakkelijk uit deze houder getrokken kan warden.

8403692 ψ FHN 11.224 4

Warneer de omhulling 7 in de houder 5 gemonteerd moet worden, wordt de houder eerst in de in figuur 4 getoonde, over 90° gedraaide stand gebracht, waarna de omhulling zover in de houder geschoven wordt, dat de axiale positie van zijn omtreksgroef 15 samenvalt met die van de omtreks-5 groef 11 van de houder . Dan wordt de houder 5 weer over 90° gedraaid zodat'de benen van de veer 17, 27 via de openingen 13 in de omtreksgroef 15 van de omhulling 7 zakken. Het is ook mogelijk, de omhulling 7 zover in· de houder 5 te schuiven, dat zijn omtreksgroef 15 voorbij de omtreksgroef 11 van de houder kont te liggen. Na draaiing van de 10 houder 5 rusten de benen van de veer 17, 27 dan op het buitenoppervlak van de omhulling 7. Wanneer de omhulling 7 vervolgens iets wordt teruggetrokken, vallen de benen van de veer 17, 27 automatisch in de omtreksgroef 15.

Teneinde het verdraaien van de houder 5 gemakkelijk te maken, 15 is aan deze houder bij voorkeur een buiten de wand 1 uitstekend onrond gedeelte 31 gevormd. Dit gedeelte kan, zoals figuur 3 laat zien, voorzien zijn van een uitsteeksel 33 dat verdraaiing van de houder 5 met een vinger mogelijk maakt. Een andere mogelijkheid is, het onronde gedeelte 31 te voorzien van een profiel, waarop een gereedschap (bijvoorbeeld 20 een sleutel) kan aangrijpen. Een dergelijk profiel kan bijvoorbeeld bestaan uit twee tegenover elkaar aangebrachte, evenwijdige vlakjes 35 (zie figuur 4).

25 30 35 8403692

Claims

9 ^ «i EHN 11.224 5 camjsiES :

1. Sanenstel bevattende een wand (1), waarin een door een buis vormige omhulling (7) omgeven eindgedeelte van een lichtgeleidende vezel (9) is bevestigd, net het kenmerk, dat de buisvormige omhulling (7) met speling in een als een holle cilinder gevormde, door een opening 5 (3) in de wand (1) stekende, cm zijn lengte-as draaibare houder (5) is opgencmen, welke houder voorzien is van een omtreksgroef (11) op zijn buitenste cilinderoppervlak, welke groef in twee diametraal gelegen gedeelten een diepte heeft, die groter is dan de wanddikte van de houder ter vorming van twee langgerekte, met hun lengterichting in de omtreks-10 richting liggende openingen (13) in de wand van de houder, dat de buisvormige omhulling (7) eveneens voorzien is van een omtreksgroef (15) op zijn buitenoppervlak, waarvan de axiale positie samenvalt met die van de omtreksgroef (11) in de houder (5) en dat een in wezen U-vormige veer (17, 27) zodanig aan de wand (1) bevestigd is, dat zijn benen in 15 de omtreksgroef (11) van de houder (5) liggen ter plaatse van de langgerekte openingen (13), waarbij de veerkracht de benen door deze openingen heen tot in de omtreksgroef (15) van de omhulling (7) drukt.

2. Samenstel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat aan de houder (5) een buiten de wand (1) uitstekend onrond. gedeelte (31) 20 gevormd is . 25 30 35 8403692