NL8402357A - Transportband. - Google Patents

Description

» VO 6458

Titel: Transportband.

De uitvinding heeft betrekking op een transportband van het type met een eerste en een tweede in een vlak liggende secties met voortbe-wegingsrichtingen welke onderling hellen, in het bijzonder voor snoepwaar-.. van rechthoekige vorm.

5 Een bekende inrichting welke gewoonlijk wordt gebruikt binnen industriële loodsen bevat een transportband welke in die loods kan verplaatsen, alsmede een aantal machines welke in de vorm van een visgraat zijn opgesteld met betrekking tot die band en welke werkzaam daarmee gekoppeld zijn door transporteurs van het bedoelde type.

10 Op deze wijze wordt snoepwaar door de hoofdtransportband naar af zonderlijke bewerkingsmachines gevoerd, welke bijvoorbeeld de verpakking verzorgen.

Thans bekende, schuinstaande transporteurs bestaan uit een band, welke gespannen is tussen aandrijfmiddelen en terugvoermiddelen en worden 15 op tussengelegen punten een aantal malen om randen van dunne,, plaatvormige elementen gekeerd.

De randen van de dunne plaatvormige elementen worden normaliter door de deskundige leischoren genoemd en deze uitdrukking zal ook in de navolgende beschrijving en conclusies worden gebruikt.

20 Op bedoelde tussenpunten wordt de gewenste hoek tussen de twee voortbewegingsrichtingen van het eerste en het tweede gedeelte van de transportband aldus verkregen.

Het is voorts bekend dat snoepwaar in het algemeen op dergelijke onder een hoek staande transporteurs met bepaalde afstanden worden ge-25 plaatst en gericht op het eerste gedeelte haaks op de voortbewegings-richting.

Op het tweede gedeelte blijven zij in hoofdzaak gericht haaks op de voortbewegingsrichting.

Daarentegen is het bekend, dat het gewenst kan zijn dat produkten 30 welke naar verpakkingsmachines worden gevoerd evenwijdig aan de voortbewegingsrichting zijn georiënteerd.

Teneinde dit te bereiken zijn de schuinstaande transportbanden tot nog toe voorzien van aanslagen welke zich in de baan van de produkten 8402357 m -/^ - 2 - bevinden, en welke aan één einde daarmee samenwerken, waardoor een verdraaiing van het produkt ontstaat en dit in hoofdzaak in de gewenste stand, komt..

Ofschoon deze methode in hoofdzaak voldoet aan het gestelde doel 5 is deze vrij ruw hetgeen een niet te vermijden beschadiging betekent aan de produkten, in het bijzonder wanneer deze teer van aard zijn zoals bijvoorbeeld, brosse snoepwaar.

Het doel van de uitvinding is te voorzien in een transportinrichting van het bedoelde type, welke zodanige structurele en functionele 10 eigenschappen heeft, dat de genoemde nadelen van de stand van de techniek ondervangen kunnen worden.

Dit doel wordt bij een transportinrichting van het bedoelde type bereikt doordat het eerste gedeelte een eindloze transportband omvat, welke gespannen is tussen aandrijfmiddelen en terugvoermiddelen en waar-15 van het ene einde diagonaal is opgesteld ten opzichte van de voortbewe-gingsrichting en doordat het tweede gedeelte een eindloze transportband omvat, welke gespannen is tussen aandrijfmiddelen en terugvoermiddelen, waarbij één einde grenst aan het einde van de band van het eerste gedeelte, en de band van het tweede gedeelte sneller loopt dan de band 20 van het eerste gedeelte.

Bij voorkeur bevatten de terugvoermiddelen van de band van het eerste gedeelte een leischoor, welke diagonaal staat ten opzichte van de voortbewegingsrichting van die band en middelen voor het richten van die band.

25 De bedoelde richtmiddelen voor de band omvatten een tweede lei schoor evenwijdig aan de eerste en tenminste één rol voor de band tussen bedoelde leischoren.

Verdere eigenschappen en voordelen van de transportinrichting volgens de uitvinding worden als niet beperkend in de tekening weerge-30 geven uitvoeringsvoorbeeld nader toegelicht. Daarin toont: fig. 1 een perspectivisch aanzicht van een transportinrichting volgens de uitvinding, en fig. 2 een bovenaanzicht van de inrichting volgens fig. 1.

In de tekening is door 1 een transportband weergegeven in het bij-35 zonder snoepwaren, welke zijn aangeduid door 2 en een langwerpige vorm hebben.

8402357 — .¾ - 3 -

De transportinrichting omvat een steunend frame, dat niet is weergegeven, een eerste gedeelte 3 en een tweede gedeelte 4, welke in het-* zelfde vlak liggen, met respectievelijk voortbewegingsrichtingen X-X en Y-Y, welke schuin staan onder een hoek φ.

5 In het weergegeven geval is de hoek Φ gelijk aan 45°.

Het eerste gedeelte 3 van de transportinrichting 1 omvat een eindloze transportband 5 welke gespannen is tussen aandrijfmiddelen 6 en terugvoermiddelen 7, welke zich in de betreffende einden 5a en 5b van die transportband bevinden.

10 Het verwijzingscijfer 5c duidt op het actieve gedeelte van de band 5, waarop de produkten 2 met onderlinge afstand zijn geplaatst, waarbij elk produkt haaks op de voortbewegingsrichting X-X staat.

Het einde 5b van de band 5, dat tevens het einde van het actieve deel 5c is, staat diagonaal ten opzichte van de voortbewegingsrichting 15 X-X.

Deze hoek is gelijk aan de hoek φ ten opzichte van de loodlijn op de richting X-X.

De terugvoermiddelen 7 voor de transportband 5 omvatten een lei-schoor 8 welke diagonaal staat met betrekking tot de voortbewegingsrich-20 ting van die band, en in het bijzonder vormt deze een hoek Φ met de loodlijn op de richting X-X, welke band 5 gekeerd wordt om de lei-schoor 3.

De terugvoermiddelen 7 omvatten voorts middelen voor het weer richten van de band 5, aangeduid door 9, en welke nog nader beschreven 25 zullen worden.

De middelen 9 voor het richten van de band 5 omvatten een tweede leischoor 10, welke evenwijdig loopt aan de leischoor 8, onder deze laatste en twee rollen 11 en 12 voor de band 5 tussen de schoren 8 en 10 waarvan de assen gericht zijn onder een hoek 2 Φ ten opzichte van de 30 richting X-X.

Met een hoek Φ gelijk aan 45° lopen in dit geval de assen van de rollen 11 en 12 evenwijdig aan de as X-X.

De rollen 11 en 12 worden vrij draaiend gesteund door een frame.

De leischoor 8 bestaat uit de afgeronde kant van een plaat 13 van 35 kleine dikte welke zich in hoofdzaak horizontaal uitstrekt onder het 8402357 - - 4 - * actieve gedeelte 5c van de band 5, Dienovereenkomstig bestaat de tweede leischoor 10 uit de afgeronde kant van de plaat 14 van kleine dikte welke zich evenwijdig aan de plaat 13 en daaronder uitstrekt.

De platen 13 en. 14 worden gesteund door het frame en zijn onderling 5 verbonden door een stijve verticale wand 15.

De aandrijfmiddelen 6 omvatten een motorische rol 16, welke draaibaar wordt gesteund door het frame, terwijl door 17 een rol is aangeduid evenwijdig aan de rol 16 en welke zich daaronder bevindt en vrij draaibaar· wordt gesteund door het frame.

10 Het tweede gedeelte 4 van de transportinrichting 1 omvat een eind loze' transportband 13 welke gespannen is tussen aandrijfmiddelen 19 en terugvoermiddelen 20 welke zich respectievelijk bevinden aan de einden 18a en 18b van die. band.

• Het einde 18b ligt nabij het ein<^5b van de band 5, zodat de einden 15 5a en 18a van de banden 5 en 13 de einden van de inrichting 1 als geheel vormen.

Door 18c is het actieve gedeelte van de transportband 18 aangeduid, waarop de produkten in hoofdzaak evenwijdig aan de verplaatsingsrichting Y-Y, zoals nog zal worden beschreven, zijn geplaatst.

20 De aandrijfmiddelen 19 bevatten een motoriscis rol 21, welke draai baar is gesteund in het frame, terwijl de terugvoermiddelen 20 bestaan uit een rol 22 welke vrij draaibaar in het frame wordt gesteund.

De rollen 21 en 22 hebben assen die haaks staan op de voortbewe-gingsrichting Y-Y en derhalve een hoek φ ten opzichte van de loodlijn 25 op de richting X-X.

Op deze wijze loopt het einde 18b van de band 18 evenwijdig aan het einde 5b van de band 5.

De einden 5b en 18b grenzen aan elkaar zodat de produkten 2 van de band 5 op de band 18 kunnen komen.

30 In de hiernavolgende beschrijving van de werking van de transport inrichting 1 volgens de uitvinding is door de voortbewegingssnelheid van de band 5 en door de voortbewegingssnelheid van de band 18 weergegeven, waarbij groter is dan .

Verondersteld wordt dat de produkten 2 zich op de band 5 bevinden 35 haaks op de bewegingsrichting X-X.

8402357 - 5 - N-S:- Jm

Elk produkt beweegt zich naar de band 18 met de snelheid en wanneer één einde van het produkt de band 18 bereikt, gaat dit over op de band IS.

Na korte tijd, halfweg de overdracht, ligt het produkt 2 voor de 5 ene helft op de band 18 en voor de andere helft nog op de band 5.

Aangezien de band 18 met een grotere snelheid beweegt dan de band 5 zal de helft van het produkt 2, welke op de band 18 ligt, worden versneld met betrekking tot de helft van het produkt 2 dat zich nog op de band 5 bevindt.

10 Het produkt 2 gaat dan draaien in het vlak van de banden 5 en 18 in hoofdzaak om de helft welke zich nog bevindt op de langzaamlopende band 5.

Aan het eind van de rotatie en na het completeren van de overdracht van de band 5 naar de band 18, ligt het produkt 2 op de band 18 in 15 hoofdzaak evenwijdig aan de voortbewegingsrichting Y-Y van die band 18, gericht.

De inrichting volgens de uitvinding heeft het belangrijke voordeel dat snoepwaar van langwerpige vorm onder een hoek kan worden getransporteerd terwijl gelijktijdig de gewenste verandering van richting van 20 het produkt, vanuit die welke haaks op de voortbewegingsrichting loopt welke het produkt heeft op het eerste deel van de baan naar die welke evenwijdig aan de voortbewegingsrichting loopt, welke het produkt heeft in het tweede gedeelte van de band, kan worden verwezenlijkt.

De inrichting volgens de uitvinding is bovendien zeer geschikt 25 voor het transport van snoepwaar, welke bros en breekbaar is zodat de produkten geheel onbeschadigd kunnen worden afgeleverd.

Hoewel de deskundige verschillende modificaties en varianten in de beschreven transportinrichting kan aanbrengen, teneinde deze aan vereisten aan te passen, liggen deze alle binnen het wezen van de uit-30 vinding, zoals in de conclusies .omschreven.

8402357

Claims (3)

1. Transportbandconstructie van het type met een eerste en een tweede in hetzelfde vlak liggende secties met voortbewegingsrichtingen welke onderling een hoek maken, in het bijzonder voor snoepprodukten van langwerpige vorm, met het kenmerk, dat de eerste sectie (3) bestaat uit een 5 eindloze transportband (5) welke gespannen is tussen aandrijfmiddelen (6) en terugvoermiddelen (7) en waarvan één einde (5b) diagonaal staat ten opzichte van de voortbewegingsrichting (X-X) en dat de tweede sectie (4) bestaat uit een eindloze transportband (18) welke gespannen is tussen aandrijfmiddelen (19) en terugvoermiddelen (20), waarbij één einde (18b) 10 grenst aan het einde (5b) van de band (5) van de eerste sectie (3), welke band (18) van de tweede sectie (4) sneller loopt dan de band (5) van de eerste sectie (3).

2. Transportinrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de terugvoermiddelen (7) van de band (5) van de eerste sectie (3) een lei- 15 schoor (8) heeft, welke diagonaal staat op de voortbewegingsrichting (X-X) van de band (5) en middelen (9) voor het richten van de band (5) .

3. Transportinrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de band richtmiddelen (7) een tweede richtschoor (10) bevatten, evenwijdig aan de richtschoor (8) en tenminste één rol (11, 12) voor de band (5) 20 tussen de geleidingsschoren (8, 10). 8402357