NL8402203A - Rollegeropstelling bij een kunststofverwerkingsmachine. - Google Patents

Description

£. 'Μ -1- 24055/CV/tl w f «

Korte Aanduiding: Rollegeropstelling bij een kunststofverwerkingsmachine.

De uitvinding heeft betrekking op een rollegeropstelling bij een kunststofverwerkingsmachine,met een buitenste en een binnenste loopvlaken

V

5 tussen de loopvlakken aangebrachte,door een ringvormige kooi op; afstand van elkaar gehouden rollichamen.

Bij vele kunststofverwerkingsmachines worden zeer hoge eisen aan de legers gesteld. In het bijzonder geldt dit bijvoorbeeld bij machines, welke kunststofafval bij zeer hoge drukken en temperaturen verwerken 10 tot een regeneraatkunststof. Een dergelijke machine is beschreven in het Duitse octrooischrift 2.70Q.846.Bij deze machine wordt verkleind kunststofafval door een pletwalspers geplastificeerd,waarbij een hoge druk niet slechts voor het plastificeren ,maar ook voor het naar buiten afvoeren van het geplastificeerde regeneraat noodzakelijk is. In verband met de hoge 15 radiale drukken en de verhoudingsgewijs hoge temperaturen kunnen geen glijlegers voor het legeren van de pletwals worden toegepast. Ook gebruikelijke rollegers kunnen echter niet worden toegepast. In verband met de hoge temperaturen blijft de gebruikelijke smering in gebreke en bovendien bestaat het gevaar,dat bij het verwerking van kunststof afvallen vreemde 20 lichamen ,zoals bijvoorbeeld spijkers in de kunststofmassa aanwezig zijn en van daar in het leger geraken. Ten slotte zullen ook de kooien van gebruikelijke rollegers niet bestendig zijn tegen de hoge drukken.

Met de uitvinding wordt beoogd een rollegeropstelling te verkrijgen, welke in het bijzonder geschikt is voor machines voor het .verwerken van 25 kunststo f,welke bij verhoudingsgewijs hoge drukken en temperaturen mogelijkerwijs met vreemde lichamen bevuilde kunststofstofafval kan verwerken. Daarbij moet de betrouwbare opname van hoge radiale drukken,een geschikte smering ook bij de hoge temperaturen en veiligheid ten opzichte van het ten gevolge van vreemde lichamen dreigende vernielingsgevaar 30 gewaarborgd zijn.

Volgens de uitvinding kan dit nu worden bereikt doordat de tussenruimte tussen de loopvlakken aan de naar het inwendige van de machine toegekeerde zijde van het rolleger bij bedrijfstemperatuur tot op een geringe spleet is af gedekt.

35 Daarmede wordt bereikt,dat bij de afdekking vreemde lichamen worden tegengehouden en door de smoorwerking van de spleet de hoge druk van de 8402203 % -. - -2- 24055/CV/tl kunststof wordt gereduceerd,waarbij de druk echter ruim voldoende is om voor het smeren van het leger in het gebied tussen binnenste en buitenste loopvlak geplastificeerde kunststof in te persen.

Een gunstige verder' uitvoering bestaat daarin,dat de rollichamen 5 zijn uitgevoerd als holle lichamen. Daardoor wordt een zekere elastische vervorming van de rollichamen mogelijk gemaakt ,hetgeen tot gevolg heeft, dat meer rollichamen dragend in werking kunnen treden.

Een verdere gunstige uitvoering is,dat de rollichamen in een zo groot mogelijk aantal worden aangebracht,waarbij hetzij de rollichamen 10 in groepen van tenminste twee rollichamen verdeeld en de groepen door de kooi van elkaar gescheiden zijn,of de kooi uit in omtreksrichting op afstand; gehouden legerbouten voor rolvormige rollichamen bestaat en bij bedrijfstemperatuur de afstand van de legerbouten slechts een weinig groter is dan de diameter van de rollichamen.

15 Verdere gunstige en doelmatige uitvoeringen zullen tevens blijken uit de onderconclusies in samenhang met de beschrijving.

. De uitvinding zal hieronder nader worden uiteengezet aan de hand van de thans geldende beschrijving van de in de tekeningen weergegeven uitvoeringsvoorbeelden.

20 Fig. 1 toont een axiale doorsnede door het gebied van een leger- opstelling in een machine ter verwerking van kunststofafval.

Fig. 2 toont e® doorsnede volgens de lijn III-III in fig.1,gedeeltelijk met een aanzicht van het leger in richting van de pijl A in fig.1, * waarbij de linker en de rechter helft van de figuur 2 verschillende 25 varianten van de rollichaamopstelling geven.

Fig, 3 toont een verdere variant van de rollichaamopstelling in een met fig.2 overeenkomende weergave.

Fig. 4 toont een doorsnede volgens de lijn IV-IV in fig.3.

In fig.1 is voor een beter begrip de legeropstelling in ingebouwde 30 stand met de rechtstreeks naburige delen getoond. De legering dient, voor het draaibaar legeren van een kunststof onder hoge druk plastificerende pletwals resp. een pletwalsas 10 in een huis 12. De as 10 bestaat uit een hol rotatie lichaam met welke door een lasverbinding 16 een astap 18 is verbonden»welke bijvoorbeeld ter verbinding met een aan-35 drijving dienst doet. Tussen het huis 12 en het rotatielichaam 14 is een in zijn geheel met 20 aangeduid rolleger aangebracht,dat door een 84 02 2 0 3 -3- 24055/CV/tl % v kooi 22 in omtreksrichting op afstand van elkaar gehouden cilinderrollen 24 bezit,die op een binnenste loopvlak 26 en een buitenste loopvlak 28 rollen,waarbij het binnenste loopvlak 26 op het rotatielichaara 14 en het buitenste loopvlak 28 op een legerring 30 is gevormd,welke op zijn 5 beurt wordt opgenomen door een boring 32 in het huis 12. De boring 32 wordt afgesloten door een eindplaat 34,welke met een kraag 36 aan de legerring 30 aanligt en daarbij tegelijkertijd de kooi 22 afsteunt. Het zich aan de eindplaat 34 aansluitende constructiedeel ,in het bijzonder de afdichting van de astap 18 ,is hier niet getoond.

10 Voor het smeren van het leger geraakt uit het binnenste van het huis 12 in de richting van de pijl A onder hoge druk staande geplastificeerde kunststof in het legergebied. Om het indringen van vreemde lichamen te verhinderen en de op het leger inwerkende druk een weinig omlaag te brengen is de legerring 30 op zijn naar het inwendige van het 15 huis toegekeerde zijde voorzien van een radiaal naar binnen gerichte afdekflens 38,welke zich bij bedrijfstemperatuur tot op slechts een geringe spleet 39 van het binnenste loopvlak nadert,totdat weliswaar door de hoge druk geplastificeerde kunststof voor het smeren van het' · leger door de spleet 39 kan dringen ,in de kunststof echter mogelijker-20 wijs aanwezige vreemde lichamen tegengehouden worden en niet in het rolgebied van het rollichaam kunnen geraken.

De kooi 22 omvat een massieve ring 40,welke aan de van de afdekflens 38 afgekeerde zijde van het leger 20 is aangebracht en welke zo stabiel is, dat de kooi 22 de optredende hoge drukken kan weerstaan. Deze kooi 22 25 glijdt met axiaal uitstekende,aan de contoeren van de cilinderrollen 24 aangepaste en door de ring 40 eenzijdig gedragen vingers 42a tussen de rollen 24 in en houdt deze in omtreksrichting op afstand van elkaar. Daarbij is in de rechter helft van fig.2 een kooi 22 a getoond,welke de rollen 24 afzonderlijk op afstand houdt.

30 De zeer hoge radiale krachten vereisen een hoge draagkracht van het leger 20. Een maatregel ter verhoging van het draagvermogen bestaat daarin,de rollen 24 hol uit te voeren,zoals dit aan de hand van de rollichamen 24a in fig.2 is getoond,zodat deze rollichamen elastisch kunnen vervormen en daarmede de radiale krachten beter worden opgenomen,aangezien 35 zij op een groter aantal rollichamen 24 worden verdeeld.

Een verdere maatregel ter verbetering van het draagvermogen bestaat 8402203 Γ - -A- 2AQ55/CV/tl daarin,dat het aantal rollichamen resp. cilinderrollen 2 A in totaal wordt verhoogd,doordat men bijvoorbeeld tenminste twee rollen 2A tot een groep samenvoegt en door de in de linkerhëft van de fig.2 getoonde kooi 22b en zijn vingers A2b telkens slechts de afzonderlijke groepen 5 op afstand houdt. 4

Nog meer cilinderrollen 2A kunnen bij de variant volgens de fig.3 en A worden ondergebracht. Bij deze variant zijn de vingers A2c uitgevoerd als legerbouten ,zodat de kooi 22c niet tussen de rollen 2A grijpt,maar in de rollen 2A als legering voor de rollen 2A en deze daar-10 door op afstand houdt,waardoor de afstand van de vingers A2c resp. van de afzonderlijke cilinderrollen 2A in omtreksrichting bij bedrijfstempera-tuur slechts een wenig groter moet zijn dan de diameter van de rollen 2A,zodat deze over de gehele omtrek dicht naast elkaar kunnen zijn aangebracht.

15 8402203

Claims (8)

1. Rollegeropstelling bij een kunststof verwerkende machine met een buitenste en een binnenste loopvlak en tussen de loopvlakken aangebracht, door een ringvormige kooi op afstand van elkaar gehouden rol-lichamen,met het kenmerk,dat de tussenruimte tussen de loopvlakken i 5 (26,28) aan de naar het inwendige van de machine toegekeerde zijde van het rolleger (20) bij bedrijfstemperatuur tot op een geringe spleet (39) is afgedekt.

2. Rollegeropstelling volgens conclusie 1,met het kenmerk,dat de rol-lichamen (24a) zijn uitgevoerd als holle lichamen.

3. Rollegeropstelling volgens een der voorgaande conclusies,met het kenmerk,dat de rollichamen (24) in groepen van tenminste twee rollichamen opgedeeld en de'groepen door de kooi (22) van elkaar gescheiden zijn.

4. Rollegerops telling volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de kooi (22c) uit in omtreksrichtingiop afstand gehouden legerbouten 15 (42c) voor rolvormige rollichamen (24) bestaat en bij bedrijfstempera- tuur de afstand van de legerbouten (42c) slechts een weinig groter is dan de diameter van de rollichamen.

5. Rollegeropstelling volgens een der voorgaande conclusies,met het kenmerk,dat het buitenste loopvlak (28) is gevormd op een legerring 20 (30) en de legerring (30) op een zijde met een bij bedrijfstemperatuur tot op een geringe spleet (39) naar het binnenste loopvlak (26) gevoerd is.

6. Rollegeropstelling volgens een der voorgaande conclusies,met het kenmerk,dat de kooi (22) uit een massieve ring (40) op de van de afdek- 25 king (38) afgekeerde zijde van de rollichamen (24) en eenzijdig in richting van de rollichamen (24) uitstekende vingers (42a,42b,42c) bestaat.

7. Rollegeropstelling volgens conclusie 6,met het kenmerk,dat de vingers (42a,42b) tussen de rollichamen (24) resp. de rollichaamgroepen 30 ingrijpen en aangepast zijn aan de contoer van de rollichamen.

8. Rollegeropstelling volgens conclusie 6,met het kenmerk,dat de vingers (42c) zijn uitgevoerd als legerbouten voor de rollichamen (24). 8402203